SPORT.
Uit de Omgeving.
Kerk- en Schoolnieuws.
Land-, Tninbonw en Veeteelt.
ALLERLEI.
meestal alleen belangstelling toonen
wanneer in hun taal gesproken wordt.
i{?Toch zijn de Engelschen op veel
terrein ons voor. Op sociaal gebied, op
het terrein van wetgeving, nijverheid en
scheepsbouw neemt Engeland een eerste
plaats in. Dat is eigenaardig, dat wij
met onze meerdere algemeene ontwik
keling ten achter komen. Algemeene
ontwikkeling kan dus schijnbaar ook
wel eens belemmerend werken. Dat is
ootc zoo. Als een stroom breed wordt,
verliest hij aan diepte. We hebben het
nog pas in de beschrijvingen van den
Nieuwen Waterweg gelezen, dat deze
op een breedte van 140 M. wordt ge
houden, daar anders gevaar van ver
zanden bestaat. Zoo gaat bet ook met
onze ontwikkeling. De breedheid is dik
wijls schadelijk voor de diepte en op
diepte komt het juist aan. Wij verliezen
aan diepte door onze breedheid van
ontwikkeling en daardoor aan kracht.
Spr. herinnert zich een Indisch ambte
naar, die in den Haag met verlof was.
Hij wilde nu weer eens op de hoogte
komen van de politiek en ging daarvoor
dagelijks in de Witte alle mogelijke
partijbladen lezen.
Men zou zoo zeggen, dat dit heerlijk
aoet zijn, om op de hoogte te komen
van elk der partijen. Maar het eind was,
dat hij zijn eigen oordeel ten slotte
radicaal had verloren. Dat is dus wel
een bezwaar, dat algemeene ontwikkeling
niet altijd tot zegen is. Maar dat is meer
schijn dan wezen, het hoeft zoo niet te
Al zijn de Engelschen ons veel vooruit,
wij zouden toch geen Engelschen willen
wezen. Hun bijzondere ontwikkeling geeft
hun meer kracht, maar ook veel voor-
öordeelen en grove dwalingen. jHet is
volstrekt niet noodig dat we door alge
meene ontwikkeling aan diepte verliezen
in ons leven is het zeer wel mogelijk
door breedte de diepte grooter te maken.
Eigen oordeel verliezen, de schrikkelijkste
ramp, die ons treffen kan, is niet nood
zakelijk door velerlei oordeel, wanneer
men maar eerst zelf een denkbeeld vormt
pn niet te hooi en te gras anderer oor
deel volgt. Dat is een fout, maar een
fout is methode.
Algemeene ontwikkeling moet bovenal
niet oppervlakkig zijn, diepte moet no. 1
wezen. Het moet niet zijn halve kennis,
het gebied onzer kennis moet worden
uitgebreid, want niets is gevaarlijker dan
halve kennis.
De bekende dichter Staring maakt ons
dat duidelijk in zijn bekende gedicht
De leerling van Penkrates. Evenals we
in sprookjes vaak de waarheid het best
voelen, zoo verduidelijkt dit dichtstuk
ook zoo juist de waarheid, dat halve
kennis vaak een gek figuur slaat.
Volle, echte, diepe kennis moeten we
najagen en vooral geen schijnkennis.
Daarmee stellen de menschen zich toch
zoo gauw tevreden, vooral bij de op
voeding huneer kinderen. Vaak wordt
gemeend, dat de opvoeding voltooid is,
wanneer de dochter in drie, vier talen
onzin weet te praten. Een taal te leeren
praten is kunstvaardigheiden heeft met
verrijking van den geest niets te maken
Wel wanneer we echter een taal grondig
(leeren en daarmee de zeden en gewoonten
Ides volks. Algemeene ontwikkeling moet
;j zijn verdieping en verbreeding van den
gezichtskring. Wanneer een taal kan
strekken dat we het volk leeren kennen,
eerst dan is die taalkennis een groote
rijkdom, want juist door ons te ver
plaatsen in anderen wordt onze geest
rijker.
Veel kunnen we proüteeren indien we
bij onze keuze van boeken die kiezen,
waarin ons de schrijvers verplaatsen in
anderen, zooals dat zoo meesterlijk ge
schiedt door Brusse in zijn rubriek
„Onder de Menschen" in de N. Rott. Crt
Hij is begonnen met zijn „Van af- en
aanmonsterenAls hofmeester verkleed
heeft Brusse het leven der zeelui mee
gemaakt. Hij leert ons de menschen lief
hebben en tegelijk de verschrikkelijke
toestand zien, die aan onze zeehavens
heerschen. Hij laat ons in hun leven
inleven, gaat met een werkelijk hart de
toestanden onderzoeken en het onopge
smukte zijner verhalen maakt indruk,
zoodat de hand aan den ploeg wordt
geslagen om de beschreven toestanden
te verbeteren. De groote verdienste van
Brusse is, dat we ons verplaatsen en
indenken in de menschen, het mensche-
lijke in de eerste plaats wordt gevoeld.
Dergelijke boeken hebben zeer groote
waarde, ze verbreeden onzen gezichts
kring en maken onze algemeene ont
wikkeling grooter. Een schaduwzijde
hebben ze, dat ze ons slechts verplaatsen
in den zelfkant der maatschappij, in die
1 kringen waar we weinig hooger leven
vinden.
Maar die boeken alleen zijn niet vol
doende. Daarnaast moet men levens
beschrijvingen nemen. Die zijn wel is
waar min of meer droog, wel wat een
tonig, terwijl ze ook wel eens wat veel
Ibraafheid geven. Maar het is ook geen
lectuur voor eiken dag. Als voorbeelden
daarvoor noemt spr. de levensbeschrij
ving van prins Kropotkin en van booker
Washington. Het boek van Kropotkin,
den Russischeu prins, niet revolutiou-
naire gedachten, vormt een ontzettende
tegenstelling met dat van booker Was
hington, die van slavenjongen opklimt
tot professor. Beide boeken zijn echter
gansch onopgesmukt. We zien er in de
levens ontwikkelen van menschen, die
zich hebben gegeven aan grootsche ide
alen, we verkeeren in uitstekend gezel
schap en worden beter, reiner menschen.
Onze kijk op het leven wordt breeder,
we doen winst op voor ons leven.
En in de derde plaats moeten we
nemen boeken als „Een strijd om recht".
Het groote en heerlijke ideaal dier boeken
blijft ons bij, dergelijke boeken werken
in op onze ziel, we worden er andere
menschen door.
Na eenige minuten gepauseerd te heb
ben vatte spr. het voorgaande samen in
deze woorden: Algemeene ontwikkeling
hebben we noodig ter bestrijding van
bekrompenheid, ze eischt volle kennis,
heeft nadeel van halve kennis, en ver
rijkt onzen geest.
Wat het laatste betreft bestaat er
wisselwerking.
Algemeene ontwikkeling is echter niet
alleen een zaak van verstand, geheugen
en oordeel, maar ook van karakter, van
ons gemoedsleven.
In kunst, wetenschap of letterkunde
moet men het leven zoeken. Alle weten
moet tenslotte onzen waarheidszin ver
sterken anders heeft het geen waarde.
De letterkunde heeft dan pas waarde
voor ons, wanneer boven alles leeft dit
welke ideeën zijn we rijker geworden.
Evenzoo is het met den godsdienst.
Heerlijk is het veel te weten van den
godsdienst van anderen. Maar eerst als
we in die verschillende godsdiensten
zien een en dezelfde behoefte van aan
biddende vereering, dan eerst krijgt die
kennis waarde. Men moet er in voelen
de drang van den mensch, anders heeft
men niets. De studie van den godsdienst
moet brengen meer vroomheid. Er is
een eenheid in alle wetenschap en alle
leven van den mensch. Alle leven komt
uit één bron voort en als we waarlijk
algemeen ontwikkeld worden, weteH we
dat alles ineengrijpt.
Bekend is het woord: „In een ge
zond lichaam een gezonde geest". Een
gezond lichaam alleen is niet voldoende.
Sparta geeft het voorbeeld dat bij
lichamelijke ontwikkeling alleen, het
geluk niet komt. Er moet overeenstem
ming zijn tusschen lichamelijke en gees
telijke ontwikkeling. Een eenzijdige ont
wikkeling levert groote gevaren voor
ziel en lichaam.
Wanneer we nu alleen ons weten
schappelijk leven ontwikkelen en het
godsdienstig niet, dan zal dat per sé op
een bankroet uitloopea. Omgekeerd,
alleen godsdienstige ontwikkeling leidt
tot fanatisme. De theokratische staten
zijn daar ten bewijze dat ook die een
zijdige ontwikkeling fout is, dat waren
meest onzedelijke staten.
Wanneer we op die wijze begrijpen,
dat algemeene ontwikkeling niet alleen
is een zaak van kennis, maar ook van
karakter, dan ontkomen we aan een
groot gevaar en valt ons een groot ge
luk ten deel.
We moeten niet alleen hebben een
kennen maar ook een kunnen. In zijn Ilias
vertelt ons Homeros, dat Cassandra een
dochter van Priamus door Apollo be
giftigd was met de gave in de toekomst
te kunnen zien. Cassandra weerstond
echter de liefde van dien god en toen
voegde hij er bij, dat zij het wel zou
kennen, maar dat zij door niemand ge
loofd zou worden. Dat was de grootste
ramp voor haar.
Indien onze algemeene ontwikkeling
datjmoest brengen, dat we in de toekomst
alle onheilen zien, terwijl we niet het
vermogen hadden er tegen te strijden,
dan waren we de rampzaligste aller
menschen.
Weten is niet alleen voldoende, we
moeten ook hebben het kunnen. Dan is
algemeene ontwikkeling een zegen, zoo
groot dat deze niet te omschrijven valt.
God geve ieder uwer het zijne daarvan.
den koopprijs van dien grond, een en
ander, ten behoeve van den bouw eener
nieuwe ambachtsteekenschool.
BAARN. De afdeeling Baarn van het
Centraal Genootschap voor kinder-her-
stellings- en vacantiekolonies heeft een
gift van f ioo beschikbaar gesteld ten
behoeve van een te stichten tweede
koloniehuls. Dit koloniehuis zal waar
schijnlijk opgericht worden te Apeldoorn
op het destijds aldaar aangekocht terrein
of zoo de omstandigheden dit wenschelijk
doen schijnen, op een ander centraal
punt van ons land, met even goede
spoorwegverbindingen als Apeldoorn.
De kosten dezer nieuwe stichting, die
zoowel voor winter- als zomerverblijf
zal moeten dienen, zullen beloopen
minstens f 45000.
De Gemeenteraad vergadert a.s.
Vrijdag. De agenda bevat een 16-tal
punten. O. m. komt in behandeling een
request van het bestuur van het Dep.
Baarn der Maatsch. tot Nut van het
Algemeen, houdende verzoek tot aan
wijzing van een stuk gemeentegrond,
groot 1000 M', zoomede bepaling van
H. V. C. I—B. V. C. I 1—i.
Het eerst favoriete H. V. C. presteert
niet meer, wat zij heeft gedaan in 't
begin van 't seizoen. Van de laatste
drie wetstrijden heeft zij er slechts één
gelijk kunnen spelen en die nog
wel op eigen terrein, waar zij haast
onoverwinbaar is, waardoor zij is
gedaald tot no. 3.
Precies 2 uur laat scheidsrechter v.
Diermen aanvangen met 2 volledige
elftallen. B. V. C. won den toss en ver
koos tegen wind in te spelen. Geholpen
door een sterken wind was H. V. C.
vóór rust overwegend in de meerder
heid, maar kon slechts eenmaal doel
punten door prachtig inloopen van
Jacquet.
Na rust werden echter de bordjes
verhangen en was B. V. C. sterker,
maar kon in 't geheel niet tot scoren
overgaan. Opeens maakt v. d. B hands
binnen de gevreesde lijnen, waarvoor
een strafschop werd gegeven, die on
houdbaar in een goal werd omgezet.
1 1. In dezen stand kwam geen ver
andering.
Bij H. V. C. de achterhoede uit
stekend. De geheele voorlinie knoeide
erbarmelijk. Bij B. V. C. allen goed.
Mej. J. M. E. van Eek, onder
wijzeres aan de openbare lagere school
2de soort, Hellestraat, staat no i op
de voordracht voor onderwijzeres aan een
openbare lagere school te Zwartsluis.
Rechtszaken.
Kantongerecht
In de zitting van 7 Februari 1908, zijn
de volgende uitspraken gedaan
Dronkenschap. J. Z. te Hoogland f 3
of 3 d., P. H. te Soest f 3 of 3 d., H.
v. S. Ie Dronkenschap f 3 of 3 d. 2e
verwekken van nachtelijk burengerucht
f3 of 3 d., H. v. B. 1 id. 13 of 3 d.
2 id. f3 of 3 d., G. v. S. Dronkenschap
f3 of 3 d. allen te Hoevelaken, W. v.
d. G. f 2 of 1 weck tuchtschool, G. R.
f 3 of 3 d. beide te Spakenburg, D. R.
te Nijkerk f 3 of 3 d., G. H. f 1 of 1 d.,
N. V. f3 of 3 d., G. H. S. f3 of 3 d.
allen te A'foott, J. B. f3 of 3 d., R. S.
f3 of 3 d., J. K. f 3 of 3 d. allen zwervend.
Zonder recht op bezaaiden grond
loopen. D. V. te Utrecht f 5 of 3 d., C.
H. te Hilversum f 5 of 3 d.
Zonder recht op verboden grond loopen.
G. H. f5 of 3 d., H. v. B. f5 of 3 d.,
P. J. v. d. G. f 3 of 3 d., J. v. d. G.
f3 of 3 d., H. v. B. 2 X f5 of 2 X
3 d., T. L. f5 of 3 d. allen te Hilver
sum., A. J. v. V. f3 of 3 d., A. J. v.
V. f3 of 3 d. beiden te Barneveld.
Strooperij. G. K. te Soest f3 of 3d.
Straatschenderij. F. V. te Voorthuizen
f 15 of 3 d.
Verwekken van nachtelijk buren
gerucht. D. R. f 3 of 3 d., H. N. f 3
of S d. beiden te Nijkerk.
Door middel van pret en buidels
konijnen vangen zonder vergunning
daortoe, gepleegd bij herhaling. T. L.
te Hilversum 7 d.
Pogingen aanwenden om met strik
ken wild te bemachtigen. W. Th. de
H. 5 d. enverbeurdverkl. en vernieling
strikken, H. D. id. 7 d. beiden te Hilversum.
fagen zonder acte en vergunning H.
de B. te Soest 2 X f 10 of 2 X 4 d.
enverbeurdverkl. geweer.
Zonder recht op spoonoeg loopen.
A. de H. te Ede f2 of 2 d., E. S.
te Zeumeren f 1 of 1 d., G. R. Barne
veld f 0.50 of 1 d., R. S. te Putten f 1 of 1 d.
Wielrijden zonder licht. J. D. te
Hilversum f2 of 2 d., J. R. te Baarn
f2 of 2 d., H. S. te A'foort f2 of 2d.
Rijden met voertuig zonder licht.
G. v. L. te Eemnes f2 of 2 d.
Hondenwagen geleidenmet een hond
ervoor die niet tusschen hoornen loopt.
D. de G. te Spakenburg f 1 of 1 d.
Zich in de kom eener gemeente op
een hondenkar plaatsen. E. H. te Bun
schoten f 1 of 1 week tuchtschool, id.
W. V. te Baarn, id. N. H. te Soest
f2 of 2.
Het in eene waterleiding van het
Heemraadschap <dc Eem enz.,t Juiken
plaatsen, (dit vonnis na gedaan verzet
bekrachtigdA. v. W. te A'foort.
Te A poort, straat in verkeerde rich
ting rijden. F. v. K. te A'foort f 1 of 1 d.
Te A'joort op den openbare weg
rumoer maken. G. v. S. te A'foortf 3 of 3 d.
id. J. B. te A'foort.
Het te Baarn beerput ledigen anders
dan door middel van\ een pneumatisch
toestel. R. S. f 1 of 1 d.
FAILLISSEMENTEN.
Geëindigd:
A. D. van der Sluys. zonder beroep,
te Amersfoort,
De rechtbank te Amsterdam ver
oordeelde den wisselwachter, die bij het
bekende ongeluk aan den Liebergerweg
te Hilversum verzuimde de boomen
te sluiten tot zes maanden gevangenis
straf. De eisch was negen.
HARDSCHALIGHEID BIJ KLAVER EN
ANDERE VLINDERBLOEMIGEN.
Vrij vaak heeft men al opgemerkt dat
juist de grootste, mooiste, in 't algemeen
best ontwikkelde zaden van verschillende
leguminosen, vooral van enkele klaver
soorten, zelfs onder de gunstigste om
standigheden na betrekkelijk langen tijd
niet kiemen. Soms komt dan plotseling
de kieming tot stand, hoewel de uit
wendige omstandigheden waaronder het
zaad verkeert, volkomeB onveranderd
bleven.
Datzelfde verschijnsel heeft men ook
waargenomen bij warkruid.
Kühn heeft bij proeven waargenomen
dat dergelijke zaden 10 tot 15 jaren
ongekiemd bleven. Dit feit is waarschijn
lijk een gevolg van een natuurlijk aan
passingsvermogen om de kieming over
verschillende tijden wanneer zich juist
gunstige omstandigheden voordoen te
verdeelen.
Bij klaverzaad treft men hardschalig-
heid hoofdzakelijk aan bij de donker-
violette korrelsdeze zijn ook meestal
het best ontwikkeld omdat ze aan het
onderste gedeelte van het bloemhoofdje
gegroeid zijn, dat zooals bekend is vroe
ger en ook volkomener rijp wordt.
Violette korreltjes brengen in den regel
planten met donkerder bloemen voort,
die minder blad- en stengelmassa maar
grooter opbrengst aan zaad, dus krach
tiger vruchtaanzetting hebben. Lichtge
kleurde zaadkorrels brengen integendeel
planton voort met lichtere bloesems en
krachtiger ontwikkelde vegetatieve deelen.
Wat de erfelijkheid van de kleur en
daarmede samengaand, de hardschalig-
heid betreft, zijn vele proeven genome*
door verschillende onderzoekers. Het is
gelukt, bij het gedurende vele jaren
proeven nemen op erfelijkheidsgebied,
verscheidene, verschillend gekleurde stam
men van klaverzaad vrij constant door te
kweeken. Ook onderzocht men den in
vloed van afwisselende keuze, waarbij
altijd die kleur min of meer den boven
toon voerde, die in den laatsten jaargang
gekozen was.
Men heeft langen tijd gemeend, dat
deze hardschatigheid werd veroorzaakt
door een waslaagje of een gevolg was
van een grooter kiezelzuurgehalte van
den opperhuid van het zaad. Dat is echter
niet zoode oorzaak ligt volgens de
latere onderzoekingen geheel in de wand
dikte der opperhuidcellen. Dit werd be
wezen doordat, wanneer de zaadbastjes
een weinig werden opgereten, bij kunst
matige kiemproeven de kiemkracht ver
hoogd kon worden. Dit ging echter niet
bij den aanbouw van klaver in de vrije
natuur aangezien daar zeer gemakkelijk
besmetting door rott/ngsbacteriëen het
gevolg is van het aanbrengen van kleine
verwondingen in de opperhuid. Onder
alle middelen die beproefd werden om
het kiemvermogen te vergrooten mag
men koud zwavelzuur in geconcentreer-
den vorm de eerste plaats geven. De
inwerking van dit middel is op onder
scheidene zaden echter verschillend: bij
klaver b.v. moet ze ongeveer vijftien
minuten duren bij een toepassing ervan
gedurende vijf en zeventig en meer
minuten werd ook zelfs bij de gewone
brem het kiemvermogen schade berok
kend. Wanneer men niet volkomen ge
concentreerd zwavelzuur gebruikt, is de
inwerking heviger en wordt het kiem
vermogen vermindert.
Een Limburgsche legen
d e. In het Weekblad «Buiten» vertelt
de heer A. F. v. Beurden van een
Limburgsche legende, verbonden aan
de oude heerlijkheid Rijckholt, een
staatje, dat in Zuid-Limburg tegenover
den Sint-Pietersberg lag, slechts 120
hectare groot was, maar niettemin een
eigen rechtspraak had.
De heer van Rijckholt oordeelde over
leven en dood. Zijn diossaart en de
schepenen onderzochten de justitie
zaken, en hij hechtte er zijn zegel aan.
In de laastste helft der 18de eeuw
was de oude rechtspraak met inbegrip
der torture of de pijnbank in de Vrij
heerlijkheid nog in vollen voege.
Een kramer bezocht jaarlijks met
zijn marsch vol Duitsche waren het
slot.
Na zijn bezoek miste men een juweel.
De verdenking viel onmiddellijk op den
kramer, die gezocht, geapprehendeerd
en in den «bez waarlij eken» toren gezet
werd.
Men vond wel het kostbare voor
werp niet bij hem, maar de pijnbank
ontlokte hem eene bekentenis, eigenlijk
een leugen, uit vreeze voor een herhaald
pijnlijk onderzoek.
Een herroepen «buiten pijn en ban
den» hielp niet moer. Drussaart en
schepenen achtten 't bewijs geleverd
en de ongelukkige werd veroordeeld
«an den lijve» gestraft te worden «met
den koorde, tot de dood daarop volgde.»
De beul zou zijn werk doen.
De Cullinan-diamant. Ten
einde den steen in zoo zuiver mogeljjken
toestand te brengen, wordt hij, zooals
bekend, in enkele kleinere deelen ver
deeld. Wij vernemen dat er thans een
steen van 1000 karaat van af gekomen
is, aan welken steen een peervormig
model zal worden gegeven. Deze steen
beantwoordt wat zuiverheid betreft in
zooverre aan de verwachtingen, dat er
zich nog slechts enkele onzuiverheden in
bevinden, waarvan men echter met allen
grond mag verwachten, dat zij tijdens
de bewerking zullen verdwijnen.
De Costuymen wilden, dat de galg
op de grens der heerlijkheden opge
richt werd en overal vindt men nog
namen, die aan het tijdperk der lijf-
straffelijKe rechtspleging herinneren.
Maar in Rijckholt kon men den ver
oordeelde niet naar de rechtsplaats lelden,
zonder het grondgebied van den na-
burigen staat te betreden en dat
mocht niet.
Men schafte raad: men rooide een
gedeelte der doornen tuinheg uit en
door deze nieuwe opening ging de ver
oordeelde zijn laatsten gang. Wel riep
hij God tot getuige, viel op zijne knieën,
om zijne rechters te bewegen aan zijn
onschuld te gelooven. Het vonnis werd
voltrokken.
En de heg weer ingeplant, ze stierf;
een tweede, wilde niet groeieneen vol
gende verkwijnde men kon 't niet
verklaren tot uit een eksternest achter
't kasteel 't kleinood te voorschijn kwam.
De kramer was onrechtvaardig ge
vonnist.
Het niet groeien der heg was een
teeken, dat ten eeuwigen dage blijft.
Maar de Heer van Rijckholt strafte
nu zijn drost en schepenen om hun
lichtvaardig vonnis. Ze moesten te
zamen jaarlijks met hemzelf duizend
pattacons (2500 gld.) aan de familie
des kramers ultkeeren, blootshoofds en
barrevoets vergiffenis verwerven, terwijl
het vonnis gecasseerd werd.
Wie Rijckholt op een tocht naar 't
bekoorlijke Zuid-Limburg bezoekt, vrage
naar «de heg, die niet groeien kan.»
Verzekering van tele
grammen. Een gewichtige verbete
ring n.l. de verzekering van telegrammen
tegen de schade, veroorzaakt door fouten
verkeerde bestelling of vertraagde be
zorging is door het Deensche post- en
telegraafbestuur ingesteld van af den
eersten dezer maand. Men sloot een
verdrag met een transport-verzekerings
maatschappij te Kopenhagen, die het
risico op zich zal nemen. Men kan
verzekert worden tot een schade van
500 tot 5000 kronen (een kroon 66
cent). De verzekering strekt zich voor
eerst alleen uit tot binnenlandsche tele
grammen en draadberichten in Europa,
met uitzondering van de Slavische lan
den. De verzekeringspremie wordt door
het opplakken van een postzegel op
het telegram voldaan.
Het gapen. Prof. Geigel uit
Würsburg schrijft in een medisch blad
over de ongemeen, gunstige, progno-
tische beteekents van het gapen. Ziet
men een kind, dat jn koortsachtigen
toestand verkeert voor het eerst weer
gapen, dan kan men met recht het
geweld der ziekte voor gebroken hou
den.
Zij, die aan zware infectie-ziekte
lijden, vervallen gewoonlijk in eene
onrustige sluimering zonder te gapen.
Later als de koorts wijkt, vallen zij
al gapende in een rustigen verkwik-
kenden slaap. Bij Infecties die naar den
dood voeren, blijft het gapen uit; de
doodslaap wordt niet door gapen in
geleid. Ook zware hersenlijders vallen
in diepen slaap, zonder vooraf te gapen.
Om al deze redenen meent Geigel
het gapen als een zeer gunstig teeken
bij ziekten te mogen beschouwen. Het
gapen is een teeken van verveling en
iemand, die zwaar ziek is, verveelt zich
niet.
Burgerlijke Stand
van 12 tot 13 Februari 1908.
GEBOREN Petronella, d. van
Anthonie van Geenhuizen en Johanna
van der Poel. Louis, z. v. Jacob
Maijkels en Cornelia Hilsum.
ONDERTROUWD: Jacobus Theo-
dorus Helmerhorst en Marie Schiefelt.
GEHUWDHendrikus Johannes
Poort en Johanna Adelaar. Jacobus
Jagtenberg en Cilia Boensma. Chris-
tiaan Philip Boerwinkel en Klaaske
Bouma. Petrus Johannes Leenknegt
en Drika van Kooij.
OVERLEDENLammert Sjoerd
Huisman, 3 mnd. Gerrit Mol, 72 j.,
wed. van Gerrit van Doornik. Albert
Jan Teters, 2 mnd. Frits Kommer,
5 dagen.