Vrlizi
rijzinnig' Orgaan voor Amersfoort en Omstreken.
n
JOi
20.
ZATERDAG 15 FEBRUARI 1908.
5e JAARGANG.
Uitgave van de Naaml. Vennootsehap „DE EEMLANDEB".
Directeur R. G. RIJKENS.
i uuuuutuug* en
De Kiesrecht-quaestie.
FEUILLETON.
DE KIxEINDOGHTEK.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
5 f
MLANDER
Ab onnementsprij s
Per jaarf 3.00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Afzonderlijke nummers- 0.05
Bureau: BREEDESTBAAT 20,
Telefoon Interc. 62.
Prijs der Advertentiën:
Van 1 tot 5 regelsf 0.40
Voor iederen regel meer- 0.08
Buiten het Kanton Amersfoort per regel - 0.10
(By abonnement belangrijke korting.)
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Kanton Amersfoort in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Nederlandsch Advertentiekantoor PEEREBOOM en ALTA te Haarlem.
S
Er heeft in de afgeloopen week eene
ebeurtenis plaats gehad op politiek
ebied, die wel is waar door het op
lossen eener ministerieele crisis is in
e schaduw gesteld, maar die toch voor
e toekomst van grooter beteekenis
an zijn, dan een wisselen van Kabinet.
Wij bedoelen de vergadering der
Liberale Unie en speciaal de voorstellen,
die daar zijn goedgekeurd.
Daar is een heel eind verder ge
stuurd in democratische richting.
Onze lezers kennen de besluiten daar
enomen.
De Liberale Unie is thans beslist
voorstandster geworden van algemeen
mannenkiesrecht met slechts weinige
uitsluitingen; en op het stuk van
vrouwenkiesrecht is de oorspronkelijke
eisch, dat slechts ongehuwde vrouwen,
van 30 jaar af, kiesgerechtigd zouden
zijn,'vervangen door het veel vrijgeviger
desideratum, dat deze vrouwen reeds
pp haar 25e jaar tot het kiesrecht zullen
orden geroepen. En het heeft maar
einig gescheeld, of er waren amende-
enten aangenomen, om de leeftijds
grens voor de vrouwen op 23 jaar te
brengen en de gehuwde eveneens tot
het kiesrecht toe te laten.
Getrouw aan haar politiek van ge
leidelijke ontwikkeling onzer vrijzinnige
staatsinstellingen, heeft de Liberale
Unie een nieuwe schrede op den weg
der vooruitgang gezet.
En met de vrijzinnig-democraten
ormt zij nu eene indrukmakende partij
an links, die wel verhinderen moet,
at de klesrechtquaestie weer op den
achtergrond geraakt.
Integendeel deze is nu meer dan ooit
aan de orde en de clericalen dienen
zich thans wel uit te spreken over het
kiesrecht, omdat anders een groot deel
van hun eigen kiezersvolk zich zou her
inneren, dat de vrijzinnige coalitie van
1905 bereid was om door Grondwets
Door M. Böhme.
IL
sa
Dit mooie Parijsche speelgoed zag er
wel aardig uit. Een half uurtje, dan
vliegen ze in de hoeken, maar men was
zoo gauw er aan uit gekeken.
Maar Jo toonde de kleine, hoe men
met al die dingen spelen moest. De
prachtige popjongen, die men opwond
en die dan alleen driemaal in de kamer
op en neer liep, kreeg een korfje aan
den arm en werd daarmee naar oom
Erwig gestuurd om fruit en bloemen
te halen. Met den sluipenden panter en
den mooien ruigen beer kon men een
interessante voorstelling geven. Zij wer
den tot kunsten afgericht en moesten
die voor de poppen uitvoeren.
Ook voor Jo was er een mooi ge
schenk. Een medaillon, aan een dunnen
gouden ketting van vergeet-me-nietjes,
gevormd uit turkooisen, dat Erika's
portret in fijn brandschilderswerk om-
ijnot.
«Van Erika,» zei Louise Mannebach,
oen Jo blozend verklaarde, dat ze zulk
:en kostbaar geschenk toch niet mocht
lannemen.
herziening invoering van algemeen
kiesrecht mogelijk te maken.
En zoo zal voor de clericalen een
beroep op de kiezers, waarover in de
rechtsche pers sinds het begin van de
nu opgeloste crisis zooveel gepraat is,
alleen dan kans op succes hebben,
wanneer ook zij komen met kiesrecht
plannen, die kunnen leiden tot een op
lossing van de kiesrechtquaestie.
Bleven zij met die kiesrechtplannen
achterwege, dan zou hun gebrek aan
vertrouwen op het volk tentoongesteld
worden op een wijze, die niet zou na
laten op een groot deel der «mannen
broeders» een zeer pijnlijken indruk te
maken.
Het besluit der Liberale Unie heeft
een drang in de goede richting uitge
oefend; dat kan niet anders en de
voorstanders van algemeen kiesrecht
hebben reden zich te verheugen over
de resultaten van deze algemeene ver
gadering.
AMERIKA EN JAPAN.
De vloot der Vereenigde Staten onder
admiraal Evans is door de straat van
Magelhaens in de Stille Zuidzee gekomen
en hiermede is volgens de bladen die
het geval overwegen een feit van groote
beteekenis voorgevallen, dat de aandacht
der diplomatie niet zal ontgaan. Want
het zwaartepunt der weerkracht van de
Unie is daarmede verlegd van den Atlan-
tischen naar den Indischen Oceaan. De
vloot zal nu in noordelijke richting langs
de Westkust van Zuid-Amerika stoomen.
Maar waar zal de tocht eindigen? Dat
laat zich thans nog niet voorzien. Het
is even mogelijk, dat admiraal Evans
eeH bezoek brengt aan de Philippijnen
dan dat hij naar San Francisco stevent.
Langzamerhand komt aan het licht dat
de regeering van de Unie op de Philip
pijnen groote maatregelen heeft genomen
ter verdediging. Te Gavite, de haven
van Manilla heeft men een groot droog
dok gebouwd. Veel te groot voor de
gewone handelsschepen, maar juist ge
«U zult toch Erika's portret niet
afslaan.
Dat was werkelijk een argument,
waartegen niets viel in te brengen.
Frederik Mannebach zat eenigzins op
zij in een lagen leunstoel. Zijn arm
steunde op de leuning en zijn hoofd
rustte op de hand. De verlichte boom
wekte in hem herinneringen aan vroe
gere Kerstavonden, aan zijn jeugd en
aan de korte jaren van zijn huwelijk.
Erika's moeder was een zeer ontwik
kelde, beminnelijke vrouw geweest, een
geboren barones Laubb, en tusschen
hem en zijn vrouw had een rustige
harmonie, een vriendelijke overeenstem
ming geheerscht, die naar buiten den
indruk maakte van een gelukkig huwe
lijk. En zoolang zijn vrouw leefde, had
hij er zich nooit rekenschap van gegeven,
of deze soort van echtelijke overeen
stemming met zijn opvatting van geluk
samenviel of niet. Later, in zijn een
zaamheid, ging soms een warme golf
van verlangen naar een groot, onbekend
geluk over zijn ziel. Dan was het hem
alsof achter het eentonige werkleven
ergens een bloeiend gelukslandlag.dat
hij niet kende, dat hij nooit betreden
zou, als was er nog een ander, zoeter,
grooter, volkomener geluk dan dat van
den vriendschapsbond met een aange
name, verstandige vrouw Van de
groene dennentwijgen wendden zijn
blikken zich weer naar de lieflijke groep
schikt voor die als welke thans onder
het bevel van Evans slaan. Men kon
nooit weten
Neen! men kan nog niet weten hoe
het gaan zal op den duur met de ver
houding tuischen de Unie en haren
gevaarlijken buurman Japan. Men legt
zeer vredelievende verklaringen af, maar
de groote quaestie is gebleven.
De Amerikanen houden niet van het
gele ras en de Amerikaansche werkman
ducht de doodende concurrentie van
Japanners en Ghineezen. De Japansche
regeering staat op het standpunt, dat
waar de Unie uit alle staten landver
huizers toelaat, onder welke zijn die om
minder eervolle daden uit hun land
hebben moeten vertrekken, de toegang
voor de Japanners niet moet worden
gesloten, al begrijpt zij, dat men zich
eenige beperking moet laten welgevallen.
Nu is de vraag of het eskader van
admiraal Evans de oplossing van de
moeilijke vraag zal bespoedigen.
AMERIKA.
De vakvereenigingen winnen in den
laatsten tijd snel aan invloed op politiek
gebied, wat reeds bltek door den uit
gesproken wensch een eigen candidaat
voor den Presidentszetel te benoemen.
Nu is er een nieuw plan en wel het
organiseeren van een volkomen onaf
hankelijke arbeiderspartij, die ook met
de socialisten niets te maken wil hebben.
De enorme werkloosheid werkt derge
lijke plannen in de hand, evenals het
gebrek aan belangstelling der andere
partijen ten opzichte van den arbeider
in het algemeen. De New-Yorksche vak
vereenigingen willen op een te houden
arbeiderscongres een voorstel indienen
ter bespreking van den vorm der poli
tieke organisatie. Verschillende groote
mannen in de arbeidersbeweging heb
ben zich ten gunste dezer plannen uit
gelaten.
RUSLAND.
De verhouding tusschen Rusland en
Oostenrijk schijnt toch wel degelijk te
wenschen over te laten.
De Novoie Wremja geeft een artikel
over die verhouding. Het Russische ge
duld is uitgeput zegt het blad en daarom
zal het goed zijn, dat Oostenrijk naar
een anderen deelgeaoot uitziet. Rusland
van het spelende kind en het bevallige
slanke meisje.
«De jeugd,» dacht hij in een weemoe
dige opwelling.
En hij glimlachte over zich zelf, want
hij geloofde, dat zijn smartgevoel niets
was dan weemoed over zijn voorbij
zijnde jeugd.
In de zijkamer, waar de vleugelpiano
stond, begon de jonge pianist een Kerst
lied. Week en vol klonken de accoorden
en verbonden zich tot zachte, feestlijke
melodieën.
Buiten klepten de Kerstavond-klok
ken. Naar oude zede werd van den
kerktoren een choraal geblazen. Allen
waren opgestaan en luisterden naar den
plechtigen zang der klokken.
«Vrede op aarde den menschen
een welbehagen», zei de blinde zacht,
met gevouwen hadden, toen de laatste
toon vergalmd was.
«Vrede op aarde» echode het in Jo.
Zij dacht plotseling aan de oude
familieveete. Hier Frederik ginds
Gerard Mannebach. En bij die gedachte
kwam het eerst in haar op hoe vreemd
het was, dat zij zich bij deze menschen
zoo thuis voelde.
De bediende en een dienstbode presen
teerden thee en versnaperingen rond.
Dan werd het voor Jo zoo zachtj es aan
tijd, naar huis te gaan.
Frederik Mannebach wilde beslist
zelf de vriendin van zijn dochtertje naar
heeft, niettegenstaande zijn binnenland-
schen toestand nog genoeg zedelijk ge
zag, macht en goede internationale
betrekkingen om in den Balkan een
eigen nationale politiek te kunnen vol
gen en om niet bij te dragen tot inner
lijke woelingen van landen waar ook
Slaven wonen en dat met des te meer
reden, omdat het bijna dezelfde belangen
heeft op den Balkan als Frankrijk, Enge
land en Italië.
FRANKRIJK.
De overbrenging van Emile Zola's
asch naar het Pantheon is officieel
vastgesteld op Donderdag 2 April. De
Minister van Onderwijs zal in naam der
Regeering spreken. Het programma wordt
uitgewerkt aan het bureau voor Schoone
Kunsten. Een crediet van 30.000 francs
is onvoldoende gebleken, en daarom zal
de Minister 35.000 of 40.000 francs
aanvragen.
De .Avondpost" verneemt, dat
de minister van Koloniën, alvorens hij
zijn ministerambt aanvaardt, eenigen tijd
in het zuiden van Frankrijk zal vertoeven
om gezondheidsredenen.
Het hoofdbestuur der Nederiandsche
Vereeniging tot bevordering van Zondag-
rust heeft, in de plaats van prof. dr. S.
D. v. Veen, als zoodanig afgetreden, tot
voorzitter gekozen prof. dr. P. H. Ritter.
Aan prof. Van Veen werd, overeen
komstig den wensch, in de jongste al
gemeene vergadering) uitgesproken, het
eerelidmaatschap aangeboden.
De Landweer. Zooals men
weet zal dit jaar de landweerinfanterie
niet weder in kampen onder de wapens
komen, maar zal zij in de kazernes ge
legerd worden. De eersten zullen reeds
den 6den April komen, de laatsten
uiterlijk 16 Mei weer naar huis gaan.
Men vertrouwt dat deze vroege opkomst
zeer in den smaak zal vallen van onze
landbouwende bevolking, terwijl een
huisvesting in de kazernes ten goede
komt aan hen die in het garnizoen
woonachtig en als zelfstandig patroon
werkzaam zijn. Aangaande de oefeningen
wordt medegedeeld dat gedurende de
eerste twee dagen van iedere oefenings
periode het landweerplichtig kader af
zonderlijk wordt geoefend door officieren
en onderofficieren van het actieve leger;
evenzoo is dit het geval met de soldaten;
voor iedere compagnie moet daarbij
beschikt kunnen worden over 1 kapi
tein, 2 luitenants, 1 A 2 sergeant
majoor instructeurs, per 30 man 1 ser
geant of goed korporaal. Van den
derden oefeningsdag af komt het land
weerplichtig kader in functie, na dien
dag moet de compagnie geëncadreerd
worden als de vredes-organisatie aan
geeft (1 kapitein, 1 luitenant, 2 sergeanten
majoor, 4 sergeanten, 1 fourier en 4
korporaals).
Bepaald is dat bij het regelen der
oefeningen de oefeningen zullen geschie
den onder leiding van dellandweercom-
pagniescommandanten en onder recht-
streeksch toezicht der bataljonscomman
danten, terwijl de voorbereiding en het
algemeen toezicht is opgedragen aan de
divisie-commandanten. Er moet naar
worden gestreefd deze in te leiden in
den geest van den te vergen oorlogs-
dienst, en dus in hoofdzaak om de
troepen de geschiktheid te doen erlangen
in het verrichten van den garnizoens-
en veiligheids- (hoofdzaak voorposten-)
dienst.
Dat wil niet zeggen, dat uitsluitend
die dienst moet worden beoefend, dit
wordt zelfs ondoelmatig geacht, omdat
de stimulans voor plichtsbetrachting en
waakzaamheid ontbreekt, n.l. de vijand.
Aan gehoorzaamheid en orde moeten
hooge eischen worden gesteld, in den
troep moet weder het gevoel van tucht
en plichtsbetrachting levendig worden
gemaakt (moge het beter zijn dan in
1906 I) in een woord: de commandanten
moeten den troep goed in de hand hebben.
Het schoolschieten zal niet wordea
beoefendom de practische kennis van
het geweer als vuurwapen weder op te
frisschen, wordt een enkele individueele
gevechtsoefening met losse en een met
scherpe patronen voldoende geacht.
Aan de pionieroefeningen moet de
aandacht worden geschonkendit kan
het best geschieden bij de oefeningen in
verspreide orde, als de natuurlijke dek
kingen in het terrein te wenschen over
laten.
Ter verzekering van de goede orde
bij de opkomst zullen, gelet op de er
varing in 1906 opgedaan, op verschii-
huis geleiden.
Hij hielp haar het manteltje aantrek
ken en bood haar buiten zijn arm aan.
Een eind weegs gingen zij zwijgend
door de witte winterwereld.
«Nu hebt u het Kerstfeest in uw
familie nog voor u.» zei Mannebach.
<U bent daar zeker blij om. Het Kerst
feest heeft altijd een bijzondere bekoring.
Vooral wanneer men nog jong is.»
Zeker. Maar het Kerstfeest wekt, als
geen ander, droevige herinneringen,» zei
Jo zacht. «Ik moet ook aan mijn gestor
ven moeder denken, als ik den Kerst
boom zie, en dan herinner ik mij den
voorlaatsten, treurigen Kerstavond in
Berlijn, toen moeder reeds zwaar ziek
lag.»
«Als men zoo jong is als u, mag
men zich niet door droefheid laten over
meesteren.»
Frederik Mannebach drukte de hand
van het meisje, die op zijn arm lag,
onwillekeurig vaster tegen zich aan.
«Ik geloof, dat onze dooden, als zij
spreken konden, zouden zeggen, dat we
niet hen moeten betreuren.
De herinnering aan het lijden van ge
liefde menschen, dat wij onmachtig
moesten aanzien, moge lang en bitter
in ons nawerken, maar den dood moest
steeds iets verzoenends, bevrijdends
aankleven, waaraan men zonder smart
en afschrik denkt. Ik treurde straks
ook om een doode, maar geen mensch.
Ik dacht met een zekeren weemoed aan
de verloren jeugd, die nooit weer komt.
«O,» zei Jo.» Ik dacht, dat men zijn
jeugd heel zijn leven door behouden kon.»
«Hoe meent u dat?»
«Ik meen, er zijn menschen, die nog
met witte haren jong zijn, juist als
zoovelen reeds op jeugdigen leeftijd
zichzelf en anderen oud voorkomen*
Ligt het niet eigenlijk aan onszelf, oog
en hart tot op hoogen leeftijd jong te
houden
Frederik Mannebach antwoorddeniet
dadelijk. Hij had dit jonge meisje altijd
nog als een groot kind beschouwd, haar
opmerking zei hem plotseling, dat zij
dieper en ernstiger dan de meeste
meisjes van haar leeftijd dacht.
«Ja,» zei hij na een wijle, «u heeft
gelijk, men kan zich innerlijk lang jong
houden. Ik meen ook soms, dat het
maar een droom is, dat ik voor kort
een en veertig jaar geworden ben, de
tijd gaat zoo snel voorbij. Ik verbeeld
me nog dikwijls, dat ik nog jong ben,
maar de grijze haren herinneren mij
er toch aan, dat de lentedagen voorbij
zijn. Dat voel ik het best, als ik tegen
over de jeugd sta.»
Jo zweeg. De sneeuw kraakte onder
haar voeten. Op den Rijn was alles stil.
(Wordt vervolgd).