'ieuws-en Advertentieblad voor Amersfoort en Omstreken.
STADSNIEUWS.
28.
WOENSDAG 4 MAART 1908.
5e JAARGANG.
Uitgave van de Naaml. Vennootschap „DE EEMLANDER".
Veesehijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
HALF BLAD.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DE KLEINDOCHTER.
BINNENLAND.
DE EEMLANDER
Hoofdredacteur R. G. RIJKENS.
Abonnementsprijs
Per jaarf 4.-—
Franco per poet- 4.60
Per 3 maanden- 1.
Franco per post- 1-40
Afzonderlijke nummers- 0.05
Bureau: BREEDESTRAAT 20.
Telefoon Interc. 62.
Prijs der Advertentiën:
Van 1 tot 5 regels
Voor iederen regel meer
Buiten het Kanton Amersfoort per regel
(Bij abonnement belangrijke korting.)
f 0.40
- 0.08
- 0.10
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Kanton Amersfoort in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Nederlandsch Advertentiekantoor PEEREBOOM en ALTA te Haarlem.
DUITSCHE ANNEXATIE-ZUCHT?
J)e Duitsche gezant te Washington,
deheer Speck von Sternburg heeft in
een Amerikaansch tijdschrift het woord
genomen, om de burgers der Vereenigde
'-'kten in te lichten omtrent de buiten-
I ndsche politiek van het Duitsche rijk.
Isij deed dit naar aanleiding van be
lichten in Amerikaansche bladen, die
■itschland voorstellen als op ver
eringen belust, als den bekenden
leeuw, zoekende wien hij zal verslinden
ën in 't bijzonder als een gevaar voor de
kleine staten aan de Duitsche grens
Nederland en België.
Het is natuurlijk dat de Ameri-
kaansche bladen veel gebruik maken
van de Engelsche en zich vooral door
hen en hunne correspondenten laten
inlichten omtrent Europeesche toestan
den. Nu is een deel der Engelsche
pers, de Times vooraan, die toch nog
altijd zekeren invloed heeft behouden,
Duitschland niet welgezind. De Duitschers
vroeger zoo verdeeld, thans onder eene
vlag vereenigd, begonnen te concur-
re'éren op de wereldmarkt met Engelands
handel en industrie. Dit tot groot
nadeel van Britannië. Het bouwde eene
vloothet verwierf koloniën. Het is
waarlijk niet onbegrijpelijk, dat men dit
in' Engeland met wantrouwen aanzag.
Dë vredelievendheid der Duitsche poli
tiek, de beste verzekeringen, de groote
voorkomendheid, waarmede men Enge
land te gemoet kwam, vermocht niet
dé sporen van dit wantrouwen geheel
te doen verdwijnen. Voor vele Engelschen
en niet weinig Engelsche bladen is en
blfjft Duitschland de vijand. Tegen hem
wórdt gewaarschuwd.
De toon, door de Engelsche bladen
igeslagen, vindt licht weerklank in de
lerikaansche. Zij hebben ook ge
sproken van Duitschlands annexatie-nei
gingen, waarvan Nederland en België
de eerste slachtoffers zouden zijn.
^Be heer Speek von Steraburg komt
op tegen die redeneeringen, om aiet te
zeggen die praatjes.
IHij zet uiteen, dat en waarom
Duitschland dat aan Denen, Elzassers
en lastige Polen meer dan genoeg heeft
niets zou kunnen winnen, maar wel
verliezen door de annexatie, indien het
daarin mocht slagen, van België en
vooral van Nederland, dat zooals de
Duitschers tamelijk goed weten door een
onder omstandigheden zeer lastig volk
wordt bewoond. Hij verdedigt zijn land
tegen booze verdenkingen en de Duitsche
vredelievendheid tegen ongegrond wan
trouwen.
Was dat noodig? Het is althans niet
overbodig en in elk geval, de Duitsche
gezant heeft, zijn land verdedigende,
zijn plicht gedaan. Tot onze gerust
stelling was het zeker niet noodig. De
annexatievrees spookt nog slechts in zeer
weinig hoofden. Wij gelooven gaarne
aan den ernst der Duitsche regeering
als zij verzekert den lieven vrede te
willen handhaven. Alleen het is heden
nog als in Cromwell's tijd. Het is altijd
zaak zijn kruit droog te houden, een
maatregel van voorzichtigheid, dien men
niemand kwalijk kan nemen.
DUITSCHLAND.
Na een vierdaagsch debat heeft de
commissie uit den Rijksdag, die over
het nieuwe wetsontwerp aangaande het
recht van vereeniging en vergadering
beraadslaagt, dit ontwerp in eerste lezing
verworpen. Naar men weet, wilde de
regeering door genoemd ontwerp van
den Rijksdag trachten te verkrijgen, dat
in het vervolg verboden wordt in ver
gaderingen een andere taal dan de
Duitsche te bezigen. Indirect zou deze
wet ook weer tegen de Polen zijn ge
richt, die in 1906 meer dan 18.000
vergaderingen zouden gehouden hebben,
waar uitsluitend Poolsch werd gesproken.
De Centrum-afgevaardigde graaf Op-
persdorff moet gezegd hebben, dat het
ontwerp, in plaats van de moeilijkheden,
die er tusschen Duitschers en Polen
bestaan, uit den weg te ruimen, het
I deze nu nog grooter zou maken.
De agrariër Gruef verklaarde, dat
Pruisen, dat het initiatief tot dit ont
werp had genomen, niet langer tot de
Staten kan gerekend worden, waar het
recht geëerbiedigd wordt.
De afgevaardigde Oerzen (Rijkspartij)
meende, dat men in Polen een politiek
voert, die tegen kinderen schijnt gericht
te zijn. Men gebruikt twee middelen
marsepijn en de zweep.
Met 16 tegen 11 stemmen werd de
Door M. Böhme.
*6).
Mijn zoon behoeft slechts de hand
iar een vrouw uit te steken, en er
■ijpen er tien aan eiken vinger,» zei
de oude vrouw boos. «Hij heeft werke
lijk niet noodig, een juffrouw zonder
geld na te loopen.»
Erwig twijfelde daaraan natuurlijk
ittlerminst. Tony wreef zich de handen
en poogde een weinig sentimenteel te
vfcrden:
<Het is jammer, zeer jammer. Ik heb
juffrouw Jo werkelijk zeer lief gehad en
als zij zich misschien nog bezint.»
«'t Is beter dat u daarop niet hoopt,
Stohman», zei Erwig kort. «Dat zou
geheel doelloos zijn. Mijn nicht Is geen
onzelfstandig kind meer, dat vandaag
nog niet weet wat het morgen wil."
®Daarna was deze zaak voor goed
jehandeld.
Beneden ontmoette Erwig juffrouw
:rta. Zij glimlachte hem toe, en hij
gjikte ernstig, doch vriendelijkhij vond
het meisje met haar kalme kracht en
flinke werkzaamheid sympathiek.
Reeds voor jaren had mevrouw Jo-
paragraaf, nadat nog eenige amende
menten ingediend waren, ten slotte ver-
worpei.
Woensdag 11 Maart komt het ontwerp
in tweede lezing in behandeling. Men
meent, dat er intusschen wel een com
promis tot stand zal komen tusschen de
regeering en verschillende partijen van
de meerderheid.
FRANKRIJK.
Blijkens een bericht uit Parijs heeft
de Ministerraad eenige zeer belangrijke
beslissingen ten aanzien van Marokko
genomen.
Reeds Maandag hadden tusschen de
Ministers Clémenceau, Pichon, Thomson,
Picquart, generaal Liautey en den Fran-
schen gezant in Marokko, Régnault, die,
naar men weet, reeds eenigen tijd te
Parijs vertoeft, langdurige besprekingen
plaats.
Vooreerst is door de Ministers met
generaal Liautey de veiligheid van de
Algerijnsch-Marokkaansche grens bespro
ken en de maatregelen, die genomen
moeten worden om deze te beschermen.
Liautey moet uitdrukkelijk verklaard
hebben, dat voor de bescherming van
deze grens in de allereerste plaats door
de Fransche regeering moet zorg gedra
gen worden. Alle gebeurtenissen in
Marokko hebben een terugslag op de
naburige Algerijnsche stammen. De brie
ven van Moelai-Hafid, die in de „doears"
van het Zuidelijk gedeelte van Algiers
werden voorgelezen, zijn daarvan een
doorslaand bewijs.
Wel meende Liautey, dat er geen
oogenblikkelijk gevaar bestaat, maar dat
niettemin de bewegingen der inboorlin
gen met de grootste nauwlettendheid
dienen te worden gadegeslagen.
De door de regeering voorgestelde
maatregelen dienaangaande werden aan
genomen.
Ofschoon generaal d'Amade niet om
versterking der troepenmacht heeft ge
vraagd, heeft de regeering, ten einde de
aanwezige troepen wat rust te schenken,
een drietal dagen geleden de uitzending
naar Marokko gelast .van 4 0 0 0
man, n.l. 5 bataljons infanterie, een
batterij artillerie, rijdende mitrailleurs en
een escadron ruiterij.
PERZIË.
Er zijn in Teharan naamlooze pam
fletten verspreid, waarin den Sjah
wordt medegedeeld, dat men niet van
plan was, hem om te brengen, maar
alleen om hem te verhinderen het land
in te gaan en den reactionairen vrij
spel te laten. De schrijvers waarschuwen
hem, dat hij de reactionairen uit zijne
omgeving moet wegzenden en betere
en eerlijker menschen en geen landver
raders moet kiezen. Doet bij dat niet,
dan zullen de samenspanners hem weten
te vinden, onverschliilg waar hij heen
moge gaan.
Er zijn in verband met den bomaan
slag nog geen menschen in hechtenis
genomen. De politie blijft echter druk
in de weer.
sephine haar testament gemaakt. Agnes
en Max zouden het hun toekomende deel
der erfenis in contanten uitbetaald krij
gen, de zaak bleef voor Erwig en Gerard
in gelijke aandeelen.
Erwig wilde, dat Jo weer naar hem
kwam en alles bij 't oude bleefLisa's
opgewonden tegenspraak werd door hem
met ongewone toorn en kracht over
troefd. Hij was ook meester in huis en
Jo hoorde bij hem, en had daarover
dezelfde rechten als zij Lisa als de
vrouw van zijn compagnon In huis kon
doen gelden. Daarop was Lisa geheel
verbluft. Van dezen kant kende zij den
steeds rustigen vriendelijken zwager, die
haar steeds achtte en zeer voorkomend
was, nog niet, maar zij gevoelde zeer
terecht, dat het niet geraden was hem
in deze stemming door tegenspraak te
tarten.
Op Oudejaarsdag bezocht Erwig zijn
nicht en verzocht haar, dadelijk na
Nieuwjaar weer bij hem en de familie
te komen. Jo stemde verheugd toe. Het
verblijf bij mevrouw Gotze werd haar
steeds meer onaangenaam. Niet, dat ze
over onvriendelijke behandeling te kla
gen had, maar het verschil tusschen haar
gastvrouw en haar zelf was te groot,
en Jo was niet zoo, dat zij met beleefde
klamte zwijgen of glimlachen kan, als
de weduwe haar met allerlei uitingen
ot tegenspraak aanhitste.
Hoe jong en weinig ervaren Jo was
doorzag ze toch deze vrouw, wier opper
vlakkige, wufte zin en luimigheid een
groote Innerlijke leegheid en harteloos
heid moesten bedekken. Het altijd
lachende, vroolijke, behaagzieke, vrien
delijke wezen der weduwe, dat elk ernstig
gesprek en elke dieper onderhoud on
mogelijk maakte, stootte haar af. En zij
gevoelde, dat die tegenzin wederkeerig
was, hoewel de weduwe het tegenover
haar niet aan beminnelijkheden en tege
moetkomingen liet ontbreken.
Tot haar bevreemding was haar vader
geheel tegen haar terugkeeren naar de
Meiers.
«Mevrouw Gotze heeft je verzocht
voor langen tijd bij haar te blijven; het
zou zeer onvriendelijk zijn, als je nu
ineens weer wilde terugkeeren in het huis,
waar je op Kerstavond bent uitgewor
pen. Wat zou mevrouw Gotze daarvan
denken.»
«Zij zal blij zijn, als ze mij kwijt is,»
zei Jo, «daaraan twijfel Ik niet. Wij
passen niet bij elkaar. Het is in ieder
geval beter en verstandiger, dat ik vrij
willig ga, dan dat uw chef mij een
zachten wenk geeft.»
Burgard werd ongeduldig.
«Kom, kom, je hebt nukken en fan
taseert Jo. Je zenuwen zijn aangedaan.
Overigens geen wonder. Van den zomer
maken we een reisje naar den Harz.
Waarom zou je niet bij mevrouw Gotze
passen
In Tietjerksteradeel zijn gisteren
officieel candidaat gesteld als lid voor
de Tweede Kamer: mr. P. Rink, oud
minister door de liberalenW. H. Vlie
gen, door de S. D. A. P. en ds. G. van
der Voort van Zijp door de anti-revolu-
tionnairen.
In het district Sliedrecht zijn gis
teren officieel candidaat gesteld als lid
voor de Tweede Kamer: J. van der
Molen door de anti-revolutionnairen
jhr. mr. H. Smissaerl door de liberalen
en H. Spiekman door de S. D. A. P.
Aan de Israëlietische Militairen
der landmacht, die hun a.s. Paasch-
feest ten hunnent wenschen te vieren,
zal daartoe de gelegenheid worden ge
geven door
le aan hen, wier ouders of betrek
kingen in hunne garnizoensplaats wonen,
op de feestdagen vrijstelling van den
dienst te verleenen
2e aan de overige militairen een
verlof te verleenen van en met 15
April e.k. tot en met den 26 d.a.v.
Aan de le hierboven bedoelde mili
tairen wanneer zij op de midden-
dagen van hun Paaschfeest moeten
deelnemen aan eenigszins langdurige
oefeningen of marschen zal be
lmoren te worden vergund, zich vooraf
te voorzien van spijs en drank, voor
hen op die dagen geoorloofd. (Aan
schrijving van den minister van Oorlog).
Ds. M. H. A. van der Valk, de
wegens onchristelijken wandel geschorste
predikant bij de Ned. Herv. Kerk te
«Ik ben haar te vervelend.»
«Nu ja, vanwege den rouw. Dat komt
terecht. In een paar dagen ben je weer
mijn oude, lieve, vroolijke Jo.»
«Maar niet zoo Niet zoo als me
vrouw Gotze. Laat mij toch, vader. Ik
voel mij hier niet thuis. De Meiers zijn
toch mijn ooms. Mevrouw Gotze is mij
geheel vreemd. Als we weer een eigen
huis kunnen hebben, hoor ik natuur
lijk bij u, maar tot zoolang
Burgard stoof op. Het meisje was
werkelijk onverdragelijk in haar taal
volhouden, als ze eenmaal iets wilde.
Het gebeurde hem niet gemakkelijk,
dat hij toornig werd, maar als het ge
beurde, steeg het hem ook snel naar
't hoofd.
Jo zweeg, toen haar vader woedend
uitvoer. Zij had te gehoorzamen Hij
verbood haar, naar de Meiers terug te
keeren, en daarmee uit 1
Frederik Mannebach had mevrouw
Gotze den dag voor Oudejaar een be
zoek gebracht. Op Nieuwjaarsdag was
de heele familie Mannebach, ook de
kleine Erika, door de weduwe tot een
diner ultgenoodigd.
«U wilt u wel een weinig aan de
kleine plaag wijden, lieve Jo,» zei me
vrouw Gotze met haar gewone vrien
delijk glimlachje. «Ik houd niet van
kinderen een geluk, dat ik ze'zelf niet
heb.»
«Misschien had u er dan wel van
Oud-Beierla»d teven» de bekende houder
van politieke lezingen, heeft te Rotter
dam een gemeente gesticht, voor welke
hij Maandagavond voor het eerst optrad.
Een groot deel der toehoorders waren
leden zijner laatste gemeente, die per
stoomtram uit Oud-Beierland aan land
gekomen waren.
Raadsstukken.
Burg. en Weth. hebben den Raad
aangeboden eenige wijzigingen in de
concept-verordening,|regelendc|de opaame
en verpleging van lijders aan besmette
lijke ziekten in de daarvoor bestemde
inrichting te Amersfoort. Deze concept
verordening werd in de Raadsvergadering
van 30 Juli 1907 naar de afdeelingen
verzonden.
In artikel 3 wordt in plaats vanj,be
langhebbende" gelezen„aanvrager".
Artikel 4 wordt gelezen
„De voeding en verpleging van min-
en onvermogende lijders, ter beoordeeling
van Burgemeester en Wethouder», ge
schiedt kosteloos".
In artikel 5 worden de 2de en 3de
alinea tot éen alinea samengevoegd en
wordt in plaats van „Voor" gelezen:
„voor ieder persoon, die in de plaatse
lijke directe belasting naar het inkomen
is aangeslagen of voor".
In art. 5 worden achter de 3de alinea
(nieuw) 2 alinea's toegevoegd, luidende
„Tot een gezin worden gerekend te
behooren, de personen, die in éene
woning samenwonen, daaronder begrepen
de inwonende dienstboden.
„Kostgangers, waaronder verstaan
worden zij, die tegen betaling van kost
en inwoning bij anderen inwonen, wor
den niet gerekend tot het gezin te be
hooren".
In artikel 5, 6de alinea, wordt in
plaats van „dit bedrag" gelezen: „het
bedrag, dat voor voedings- en verpleeg-
kosten terugbetaald moet worden.
Artikel 8 wordt gelezen:
„Ieder leider moet de inrichting ver
laten, wanneer de Burgemeester dit be
veelt, op verklaring van een Gemeente
geneesheer of Gemeente heel- en verlos
kundige, dat de toestand van den lijder
zich niet tegen vertrek verzet.
gehouden, mevrouw,» meende Jo.
Lachend schudde de schoone vrouw
het hoofd.
«O, neen. Ik houd boven alles van
mijn rust en gemak.»
«En mij zelf,» voltooide Jo in ge
dachte.
Louise Mannebach had de uitnoodi-
ging, afgeslagen. Zij ging haast nooit
uit. Behalve Frederik Mannebach en
mevrouw Reichenberg, waren nog een
dozijn Miesbacher notabelen en ook
Jerome Burgard genoodigd.
De kamers van het huis waren ge
lijkvloers alle door vleugeldeuren ver
bonden en vormden een geheel zoodat
men uit de vestibule rechts kon binnen
gaan en na een wandeling door zeven
kamers links weer in de vestibule komen.
Frederik Mannebach voerde de gast
vrouw aan tafel. Jo zat naast Erika. Het
kind hield niet van mevrouw Gotze,
slechts het vooruitzich, Jo te zullen aan
treffen, had haar kunnen bewegen tot
meegaan. Zij legde ook geheel beslag
op Jo. Deze luisterde een beetje ver
strooid naar het kinderlijk gebabbel der
kleine. Even verstrooid volgde zij het
onderhoud met haar tafelbuur ter lin
kerzijde, een jongen referendaris.
(Wordt vervolgd