Nieuws-en Advertentieblad voor Amersfoort en Omstreken. No: 30. VRIJDAG 6 MAART 1908. 5e JAARGANG. Uitgave van de Naaml. Vennootsehap „DE EEMLANDER". Versehijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. HALF BLAD. BUITENLAND. FEUILLETON. DE KIxEINDOGHTER. Hf8)* BINNENLAND. I DE EEMLANDER Hoofdredacteur R. G. RIJKENS. Abonnementsprijs Per jaarf 4. Franco per post - 5.60 Per 3 maanden- 1. Franco per post- 1.40 Afzonderlijke nummers- 0.05 Bureau: BREEDESTRAAT 20. Telefoon Interc. 62. Prijs der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels Voor iederen regel meer Buiten het Kanton Amersfoort per regel (Bjj abonnement belangrijke korting.) f 0.40 - 0.08 - 0.10 Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Kanton Amersfoort in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Nederlandsch Advertentiekantoor PEEREBOOM en ALTA te Haarlem. ENGELAND. t. Particuliere correspondentie. Londen, 29 Februari 1908. I (Vervolg). Er wordt hier veel, zelfs te veel over Duitschland en de verhouding ten op- lichte van dat land gesproken en er gaat bijna geen dag voorbij of de ■Engelsche bladen bevatten „opvallende" berichten over Duitschland. Sin de eerste plaats over defensie, en wel marinezaken in het bijzonder. Zoodra er iets behandeld wordt, de Engelsche marine betreffende, wordt Duitschland's marine er bij vergeleken en omgekeerd. En zooals ik straks reeds zeide, bij bijna alle quaesties, wordt Duitschland er bij aangehaald. Ik kan U hiervan ter verduidelijking een treffend staaltje mededeelen, waaruit U kunt zien, hoe vooral opruiende bladen als de Daily Mail, de Engelsch- Duitsche verhouding meent te verbeteren U zult misschien wel gelezen hebben, dat eenige dagen geleden te Berlijn eene tentoonstelling van de Kunstpro ducten van Engelsche protretschilders. (Gainsborough, Reijnold en andere mees ters) gesloten is. Toen deze tentoonstelling ongeveer een maand geleden geopend was, schreef de Daily Mail, dat deze een reuzen- succes had en gaf hare correspondent, afgeluisterde gezegden van hooggeplaatste Duitschers weer, die er door getroffen waren, welke trekken van schoonheid en hooge beschaving de hier afgebeelden ■'móesten bezeten hebben. En toen eenige dagen daarna dezelfde i courant, een zeer lang verslag gaf over de indrukwekkende opening van het Engelsche Parlement, scheen het beslist noodzakelijk te zijn, in dit verslag, dat overigens niets dan het schouwspel van deze opening weer gaf, te moeten op merken, hoe of diezelfde hoog geplaatste personen, die zich de vorige week zulke lr opmerkingen hadden laten ontvallen nu niet minder zouden getroffen zijn geweest, door de trekken van hooge beschaving ill Door M. Böhme. J «Hier is het portret,» zeide ze, «het lijkt niet erg goed, maar misschien her kent u hem daarop.» Mannebach nam het album en bezag eenige oogenblikken het portret. «Neen, het lijkt zeker niet goed,» zei hij. Zij namen plaats in twee der diep- roode stoelen bij de tafel. Mannebach hield het album nog in de handen, de weduwe boog over hem, bladerde verder en toonde hem een portret, waarna zij in Munchen bij een bekend schilder een portret in olieverf liet maken. «Maar waarom dan juist zoo?» vroeg Frederik Mannebach hoofdschuddend. «Ik heb hem heel anders in mijne her innering, met een baard.» 'fZoo als op dit portret was hij, toen ik hem leerde kennen. Den baard liet hij eerst later groeien.» «Maar ik dacht, dat men een gestor- *eDe helst zoo voor oogen had, als men hem het laatst zag.» «In 't algemeen misschien. Maar mij is zijn aandenken zoo idealer. en schoonheid, die thans levende Engel- schen bezaten. Deze en meer van dergelijke opmer kingen doen de onderlinge verhouding geen goed. Het groote contingent Duitschers (ongeveer 80.000), dat in Londen is, doet het onaangenaam aan en het Engel sche publiek versterkt het in zijne anti- Duitsche neiging. Want de Duitscher is gehaat in Londen. Londen, als grootste wereldstad en vooral als grootste handelsstad is over stroomd door vreemdelingen. En de Engelschman haat deze overstrooming, want de vreemdeling, en het grootste percentage wordt verreweg door de Duitschers gevormd, verdringt den En gelschman in bijna eiken takjvan industrie, drukt op een ontzettende wijze de loonen en vermindert tevens in hooge mate de kans op het verkrijgen van eene be trekking. De vreemdeling werkt goedkoop, om dat er voor hem veel te leeren is en ondervinding valt op te doen. En de loonstandaard wordt dus ook erg ge drukt, omdat de werkgever te goedkoop, ja zelfs voor niets, vlijtige werkkrachten kan krijgen. In sommige gevallen wordt er nog wel eens leergeld toebetaald. Nu mag het wel waar zijn, dat voor namelijk Engelsche handelskantoren, den vreemdeling zelf overgehaald hebben, om bij hen te komen werken, omdat de Engelsche scholen het vreemde talen onderwijs geheel verwaarloosden en de vreemde correspondent noodzakelijk was, tegenwoordig wordt dit onderwijs echter verbeterd, en nu, maar helaas te laat, ziet men de gevolgen daarvan in. Intusschen is het, èn doordat het grootste percentage der vreemdelingen Duitschers is en niet in het minst, om dat Duitschland op elk en vooral op politiek gebied met Engeland concurreert, eigenlijk de Duitscher, die gehaat is en is het woord „German" (Duitscher) bijna een scheldwoord. Verder hebben ironische gezegden op Duitschland in theaters ook veel succes en geldt als een heel geestig woord, dat voor meer gezette Duitschers ook wel als scheldnaam dient, het woord „German sausage", welks beteekenis in het Hollandsche niet beter weer te geven is, dan „Duitsch knakworstje." Dit artikel wordt hier veel van uit Mevrouw Gotze zuchtte. «Als ik zijn beeld van toen zie, ont waken alle idealen weer in mij, die mij voor mijn huwelijk vervulden. Later later ziet men veel helaas anders, men wordt ontgoocheld, de werkelijkheid rukt ons meedoogeloos uit onze droo- men.» Zij zweeg. «Wie heeft niet zijn teleurstellingen gehad, mevrouw. Gestorvenen hebben altijd een glorie-schijn om 't hoofd. Wij denken slechts aan de gelukkige uren, die wij met hen doorleefden, die zij ons bereidden.» De weduwe knikte. Zij had den elboog op de leuning van haar stoel gezetde wijde mouw hing terug en liet den blanken schoon gevormden arm vrij. Frederik Mannebach legde het album weer op de tafel. «Weet u waar Erika Is?» vroeg hij. «Ik hoop, dat ze niet al te lastig voor juffrouw Burgard zal zijn. «O, neen. Jo houdt veel van kinderen. Zij zal haar hebben meegenomen naar haar kamer. Ik verheug mij voor u, dat de lieve kleine er weer zoo goed uitziet. Ik was er bang voor.» «En ik wist niets van het gevaar, waarin mijn eenig kind zich dagenlang bevond. Nog durf ik er niet aan den ken, wat had kunnen gebeuren, terwijl ik daar ver van huis reisde.» «Erika ontwikkelt zich allerliefst.» Duitschland ingevoerd en volgens een algemeen bekende anecdote is het hoofd bestanddeel vleesch van afgekeurde Londensche omnibuspaarden, die in Duitschland tot knakworstjes verwerkt worden. En zoo gebeurde het, dat eenige weken geleden, een brutale krantenjon gen, brutaal is geloof ik, het bijzondere kenmerk van deze jongens, terwijl hij uitriep„Latest news" (Laatste nieuws), juist een dikke, typische Duitscher, in het oog kreeg en hem aanziende, er vlug bij voegde: „Exploision of a German- sausage" (Ontploffing van een Duitsch knakworstje). Maar ik mag niet afdwalen naar dit artikel, alhoewel zelfs dit onschuldige voedsel, indien tenminste de door som migen ingebrachte beschuldigingen on waar zijn, zijn invloed uitoefent op poli tieke betrekkingen. Intusschen de verhoudingen tusschen Engelschen en Duitschers zijn er, zelfs door de hartelijke ontvangst, die de keizer hier ondervond, niet beter op geworden en alhoewel er geen persoon lijken haat tegen den Duitscher als individu bestaat, een zekere haat tegen het ras bestaat er en het is te hopen, dat de couranten, die vooral hier in Engeland zoo algemeen gelezen worden, beter er toe zullen medewerken, om eene botsing te voorkomen, waaruit zeer zeker heeie treurige gevolgen zouden ontstaan en laten zij zich anders laten beïnvloe den, door de beteekenis volle woorden door den Duitschen gezant te Londen gesproken „Ideale betrekkingen zijn die, die in het ge il eel niet behoeven aangeduid te worden." JAPAN. Zooals we dezer dagen meldden, is er een gespannen verhouding ontstaan tusschen Japan en China. De quaestie, die we nog even in herinnering willen brengen, omdat het niet onmogelijk is, dat er verwikkelingen uit zullen voort komen, is de volgende De Tatsoemaroe een Japansche stoom boot van 3000 ton, met passagiers en een volle lading, waaronder 30 kisten geweren en 40 kisten schietvoorraad, door een Japanschen fabrikant te Hong Kong aan een koopman te Macao ge zonden, kwam op 5 Februari in Macao aan en bleef er op de reede liggen. In den middag verschenen plotseling «Ja, zij heeft in den laatsten tijd haar slechte manieren wel afgeleerd, eenigszins tenminste,» lachte Mannebach. En na een kort stilzwijgen voegde hij ernstig aan toe «Mijn arm, klein meisje ontbreekt helaas het kostbaarste goed van een kind: de moeder.» «Ik wilde, dat zij vaker naar mij kwam.» De weduwe zuchtte diep. «Ik denk dikwijls dat mijn leven zoo geheel anders zou zijn, als ik een kind bezat. Zoo weet men eigenlijk niet, waarvoor men leeft.» Op dit oogenblik werd in het zijver trekje een stoel verschoven. Een slape rige kinderstem stamelde een paar on verstaanbare woorden. Jo schoof de portières uiteen. Haar oogen ontmoetten den verschrikten blik der schoone vrouw, die ijzig-koud en hatend hard werd, en op haar gezicht bleef rusten. «Erika was ingeslapen,» zei Jo, «zij wordt juist weer wakker,» «Ja, het is haar tijd, sedert haar ziekte gaat zij vroeg naar bed.» Frederik Mannebach sprong op en trad op de sofa toe waar Erika lag. Deze sloeg de armen rond om zijn hals, hij hief haar op en ging, met het kind op zijn arm, naar zijn stoel terug. Een gelukkige glimlach lag op zijn gelaat. Het was een aardig gezicht, vader en 4 Chineesche kanonneerbooten, over weldigden het schip, haalden de Japan schen vlag neer en heschen de Chi neesche. De Chineesche zeelui mishandelden de bemanning en brachten het schip naar Kanton, waar het nu nog ligt. De Chineesche regeering zegt, dat de Tatsoemaroe wapens wilde binnensmok kelen. Japan daarentegen zegt, dat de wapens op het scheepsmanifest voor kwamen en dat alle tolformaliteiten voor het vervoer van wapens naar Macao waren nagekomen. Reuter seinde naar aanleiding van deze gebeurtenissen heden het volgende „De officieele stukken over het inbe- slagnemen der Japansche stoomboot Tatsoemaroe door de Chineesche over heid zijn heden te Londen ontvangen. Zij bewijzen, dat in het Oosten een zeer ernstig incident is ontstaan. Japan heeft onmiddellijke vrijlating van het schip, verontschuldiging en schadeloosstelling geëischt, maar totnutoe heeft China dezen eisch niet ingewilligd". De Morning Post meldt uit Sjanghai: De betrekkingen tusschen China en Japan zijn over de inbeslagneming van de Tatsoemaroe zeer gespannen. Japan zegt, dat het, wanneer de stoom boot niet losgelaten wordt, China's handelwijze als een casus belli zal be schouwen. ITALIË. Te Rome is, zooals de Petit Bleu gisteren meldde, een voorloopige ver gadering gehouden van vertegenwoordi gers ter Europeesche conferentie voor den spoorwegdienst metdoor- gaande r ij tuigen. Aan de confe rentie zullen vertegenwoordigers van de spoorwegen van het Oosten (Oosteorijk- Hongarije, Roemenië en Servië), het Noorden (Duitschland, Nederland, België en Denemarken) en van het Westen (Frankrijk en Italië) deelnemen. Vandaag om negen uur is de conferen tie zelve geopend. ZUID-AFRIKA. Er is eindelijk licht gekomen over het geheim van de nalatenschap van Presi dent Kruger. Botha heeft te Volksrust eene rede gehouden, waarin hij o.a. zeide, dat President Kruger veertiendui zend souvereigns en 48.000 pond ster ling in banknoten had nagelaten. Botha had dit geld aan Milner willen over- kind. Mevrouw Gotze vertelt mij, dat ze graag had, dat je haar dikwijls bezocht, kindje. Dat wil je wel heel graag, niet?» «Graag Neen,» antwoordde Erika kortaf. «Waarom dan niet, hartje vroeg de weduwe zacht, terwijl zij streelend met de hand over de lange lokken der kleine streek. «Ik heb je toch zoo lief.» «Ach wat. Het is me hier te ver velend.» «Erika, mag je zulke onvriendelijke antwoorden geven «Maar ik weet heelemaal niet, wat ik hier moet doen. Mevrouw Gotze kent geen sprookjes en kan niet spelen.» «O, dat denk je, liefje. Ik weet heel veel sprookjes en speel graag met kin deren.» Jo wendde zich van het groepje aan tafel af en scheen zich geheel te ver diepen in het beschouwen van de foto grafieën op een siertafeltje. De leugen achtigheid der vrouw, die voor een paar uur nog haar afkeer van kinderen uitte stuitte haar zoo, dat ze mevrouw Gotze nu niet kon aanzien, zonder haar gevoel te verraden. Evenals voorheen, kwam een donkere vage, geheimzinnige angst op in haar ziel. Als een gladde, koude slang omving haar de vraag, waarom die vrouw hui chelde. Was het alleen de wensch.zich zoo lief mogelijk voor te doen, of nog dragen, maar deze had geweigerd het aan te nemen. Het bedrag berust nog bij de Bank. FRANKRIJK. Koning Edward VII van Engeland is gisterenavond per exprestrein uit Calais te Parijs aangekomen. BI ij vend gedeelte. Inge diend is een wetsontwerp tot wijziging van de wet van 12 Februari 1908 tot voorloopige vaststelling van het VlUste hoofdstuk der Staatsbegrooting voor 1908 en tijdelijke nadere regelen ter uitvoering van de artikelen 108 en 109 der militie- wet 1901. Het wetsontwerp strekt o.a. om pre- miën te geven voor vrijwillig verblijf onder de wapenen van miliciens bij de onbereden korpsen tot versterking van het aantal onder de wapenen zijnde manschappen in het tijdvak van 27 Maart tot 25 Juli 1908. Het eindcijfer der be grooting wordt hiervoor verhoogd met f 264,000. Voorts bevat deze nieuwe wetsvoor- dracht o.a. de bepaling dat bij de reeds voor het blijvend gedeelte aangewezenen, desvereischt alsnog een door den minister van oorlog te bepalen aantal manschap pen dier lichting voor het tijdvak van 27 Maart tot 25 Juli 1908 onder de wapenen kunnen worden geroepen, mits het geheele aantal der in dat tijdvak onder de wapenen zijnde manschappen het in genoemd art. 109 vermelde getal van 7500 niet te boven gaat. Nummerverwisseling is ook bj) deze manschappen mogelijk. Ter toelichting tot deze wetsvoor- dracht wijst de regeering erop dat het bij de den 12en Juli 19u7 uitgevaardigde regeling met betrekking tot bet blijvend gedeelte aangewezen aantal manschappen te gering is om daarmee naar behooren in de bij art. 108 der Militiewet ver melde eischen te kunnen voorzien, vooral niet in de eischen betreffende de uit voering der bestaande bepalingen by mobilisatie. De regeling van 12 Juli 1907 liet alzoo een leemte, die niet zonder gevaar is en waarin de regeering, naar zij op merkt, zich verplicht rekende zonder verwijl te voorzien. iets anders Mannebach was weduw naar, mevrouw Gotze weduwe. Belden rijk, deftig, beiden knappe menschen, die, ook wat leeftijd betreft, vrij goed bij elkaar pasten. Als door een slang getroffen wendde zij zich om. Dat niet. Hij verdiende een schoon, vol geluk aan de zijde van een edele, oprechte voorname vrouw. Deze huichelaarster zou hem niet bedriegen, al moest zij zelf—. Maar dat ging toch niet Wat zou hij denken Hoe kwam zij daartoe, zich in zijn zaken te mengen. «Nu, Jo? Je zet een gezicht, als of je je laatste oortje versnoept hebt,» riep mevrouw Gotze. Het moest schertsend klinken, maar kwam tegen haar wil eenigszins ge krenkt bijna bits. Frederik Mannebach zette het kind neer en zag Jo belangstellend aan. Zij scheen in haar zwarte rouwkleedlng nog ranker en jeugdiger dan in haar gewone japonnen, «U ziet er werkelijk vermoeid uit, juffrouw Burgard,» zei hij. «Erika heeft u zeker afgemat.» «Maar neen Jo houdt zich zeer gaarne met kinderen op,» viel mevrouw Gotze snel in, «niet waar Jo Als u zich niet wel bevindt, moogt u ook wel naar uw kamer gaan.» «Werkelijk? Mag ik dat dacht Jo. «Hoe goedig.» Wordt vervolgd1,

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1908 | | pagina 1