Nieuws- en Advertentieblad voor Amersfoort en Omstreken. Jo. 45. DINSDAG 24 MAART 1908 5e JAARGANG. Uitgave van da Naaml. Vannootseliap „DE EEMLMDER". Vepsehijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: BBEEDESTBAAT 20. m terechtwijzing. FEUILLETON. m m KLEINDOCHTER. BUITENLAND. BINNENLAND. LANDER Hoofdredacteur B. G. BJJKEMS. Abonnementsprijs Per jaarf 4. 'Franco per post- 5.60 Per 3 maanden- 1. Franco per post- 1.40 Afzonderlijke nummers- 0.05 Telefoon Interc. 62. Frljs der Advertèntiën: Van 1 tot 5 regels Voor iederen regel meer Buiten het Kanton Amersfoort per regel (Bij abonnement belangrijke korting.) f 0.40 - 0.08 - 0.10 Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Kanton Amersfoort In dit blad is uitsluitend gemachtigd het Nederlandsch Advertentiekantoor PEEREBOOM en ALTA te Haarlem. hebben eenige dagen geleden g gemaakt van het feit, dat de ard, Dr. Kuyper's orgaan, aan- g maakte dat in de Regeerings- ing van het ministerie-Heemskerk m van het opperwezen niet werd eind. Zeker, kort voor het optreden het Kabinet-Kuyper en tijdens diens e'iister-presidentschap was het anders. :)p den avond van de stemmingen f de Tweede Kamer in 1901 hield Kuyper tot een groep jeugdige be- iri een toespraak, waarin het heette, de naam van God de zege had |ld in ons vaderland." 1902 schreef datzelfde blad, dat !en dit jaar eene ongemeene ,be- voor de .christenen" had, omdat :onden juichen over het feit, dat ids kracht in lang zoo duidelijk niet ïat kei Bezlen- jat was het oude liedje men volgde jn elfde spelletje als in 1894, toeo Dr. Iper in Gouda den radicaal Valette .beval tegen den christ. hist, van 2jUldt en in Sleenwijk den paganist fcsters tegen den vrij-ant. rev. Beelaerts 'Blokland. Toen ging het om de iwet-Tak, welke ,wet moest aange ven worden voor de glorie van Gods or dat voordurend gebruiken en ruiken van dien naam, is er gespe- ird op den eenvoud en godsdienstzin hel minder ontwikkelde volk. Dat in hooge mate ergerlijk en het een dat de Tien geboden voor allen den, behalve voor één. Dr. Kuyper vleit ,Gods vrome volk", fe positie is door en door valsch hij door „Gods vrome volk" bij de aan- r pde politieke troebelen er boven op i'-'ien" schreef reedi in 1883 de ortho- É^g predikant dr. G. J. Vos, tegelijk dr. Kuyper predikant te Amsterdam. - van 1901 tot 1905 hebben de inaamde christelijke regeerders, als de Farizeëers, op de hoeken der n gebeden, en tot walgens toe ge- md met de namen God en Christus, Door M. Böhme. ïrry was geheel veranderd. Alle haat bitterheid was uit hem verdwenen, en waardoor die verandering tot gekomen was, kon moeilijk wor- litgemaakt. Zeker kwam het niet uit de voldoening, dat het aan kijken van zijn vader eindelijk recht weg tegenover den broeder, noch uit vreugde over de verbetering van geldelijken toestand. Zeker bevre- de het hem, dat de Mannebachs nu rtuigd waren van het onrecht, dat Al zijn vader had aangedaan, zeker leugde hij zich erover, dat de avond 'S levens althans zorgeloos zou zijn, 'arde eigenlijke verandering van zijn - ten werd toch meer door zijn inner- 'en omkeer teweeggebracht. Veel had /iOengewerkt, om ze tot stand te bren- - S. Maar alle uiterlijke wonderen - Iden niet een zoo diepen invloed op maar ze hebben niets gedaan om het zedelijk en stoffelijk heil te verhoogen van de vermoeiden en belasten. En zij, die hun God te hoog stellen om hem uit te dragen met luid geschreeuw op de markt des politieken levens, werden eenvoudig uitgescholden en voor hen werd een naam uitgedacht „bij uitstek geschikt om de voorstelling te wekken van eene verwijzing naar de buitenste duisternis". Vergeten werd geheel de be slistheid, waarmee Jezus opkomt tegen alle godsdienstvertoon op de openbare straat en hoe hij juist de bidders naar de binnenkaraeren verwijst. Maar nog altijd schijnt de Standaard niet van gevoelens veranderd. Weer maakt zij aanmerking, dat er niet vaak genoeg een „belijdend" woord in de Regeeringsverklaring voorkomt. Maar ditmaal is zij gevoelig terecht gewezen, weer van „geloovige" zijde. Het is de Nederlander, het blad van den heer de Savornin Lobman, die het Fari- zeesche blad aldus op haar plaats zet „Maar laat ons dan ook niet uit pluizen, of een Minister wel vaak genoeg, wel op het juiste oogenblik, wel met de noodige onctie een of ander „belijdend" woord gebezigd heeftof een Kamerlid, die zekere uildrukking bezigde, toch niet hooger stond, dieper „Chr stelijk" voelde dan de Premier, en wat dies meer zij. „Er staan over dat gebruik van Heere, Heere I in "de Heilige Schrift zulke vlijmscherpe woorden I Zoo scherp wordt daar het doen gesteld tegen over het spreken en aanroepen van des Heeren Naam, al kan soms het aanroepen van dien Naam hooge plichtsbetrachting zijn, nl. wanneer het niet geschiedt ijdelijkvooral niet uit politiek overleg. „Die woorden-uitpluizery op dit gebied doet hoogst onaangenaam aan. „Een goed Christen ook een Christelijk Kabinel dus ga met evenveel bescheidenheid als beslistheid den rechten weg. Belijden waar het pas geeft. En anders niet I Minder nog om politieke redenen, dan uit schuchter heid voor het heilige." den verbitterden ouden man gehad heb ben, als niet in dien stormachtigen nacht de voorwaarden daartoe in hem geweest waren. Toen had hij voor 't eerst een stil verlangen gehad naar den vrede. Erika schreef vaak aan Jo en oom Erwig. Zij verlangde ongeduldig naar Miesbach. Juni breidde haar gouden lach over de aarde en strooide rozen en druiven in het Rijnland Jo verheugde zich op de eerste vol- bloeide edelrozen van den tuin. Diep fluweel-rood stegen ze uit het groen der bladeren, een net van fijne dauwpareltjes lag glinsterend op de bladeren, kelken en knoppen en het nog verwilderde gras. Jo, Erwig en Burgard ontbeten in de veranda. De brievenbesteller had de eerste post gebracht. Bovenop lag een bonte prentbriefkaart van Erika. «Groet en kus. Wij komen morgen avond. Ik ben heel blij. Je lieve Erika.» «Morgenavond,» zei Jo, en een don kere gloed steeg in haar gelaat. «Morgenavond komen de Manne bachs.» CHINA EN JAPAN. De verhouding tusschen heide volken wordt er niet beter op. Het zjjn voor namelijk de Zuidelijke provinciën van het Hemel3che Rijk die zich in hun nationaliteitsgevoel gegriefd achten. Te Kanton heeft een reuzenprotestmeeting plaats gehad, waaraan 50.000 ruenscben deelnamen. Tal van gebouwen waren met rouwkleuren behangen. Ongeveer twintig redenaars oreerden heftig over het gebeurde. Een hunner was een jon gen van twaalf jaar, en stelde den boycot van Japansche waren voor. Zijn woorden brachten tranen in de oogen van zijn auditorium, zegt de Petit Bleu. Zij die kleeren van Japansch fabrikaat droegen trokken ze uit en legden die met hun mutsen en zakdoeken op een reusachligen brandstapel. Een koopman, die in Japansche waren handelt, bracht zyn heelen warenopslag in het vuur. Voorgesteld werd op de winkels procla maties aan te plakken die de koopers opwekken Japansche koopwaren te boy cotten. Velen herinneren zich ongetwijfeld dat de Chineezen indertijd de Amerikaanse he waren op dezelfde wijze boycotten, en hoe dat consigoegetrouw werd opgevolgd. HAITI. De vertegenwoordigers der vreemde mogendheden zijn nog voortdurend bezig zgn. revolulionnairen aan den dood door kogel of strop te doen ontkomen. In het Duitsche consulaat is een zekere Galette ontdekt, waarvan men dacht dat hij reeds op 15 Maart gefu silleerd was. De politie had hem een ongevraagden remplagant bezorgd. Ga- lette verklaart nooit aan eenig complot te hebben deelgenomen. Als staats- leverancier had hij echter belangrijke vorderingen op de schatkist; men ver moedt dal de Haitiaansche regeering 't liefst zelf die gelden opstak en nu een lastigen schuldeischer uit den weg wilde ruimen. De vrouw van Galette is naar de gevangenis gebracht. Generaal Firmin en de andere revolu lionnairen, die in het Fransche consulaat te Gonaives waren gevlucht, hebben zich op den Franschen kruiser d'Estrées ingescheept en worden naar St. Thomas gebracht. DUITSCHLAND. De Duitsche bladen verschijnen thans zonder de uitvoerige Rijksdagverslagen «Wat, morgenavond?» vroeg Burgard. Burgard knikte. «Aardig. Je zult natuurlijk naar het station gaan.» Na de familie-verzoening was Bur gard die als voogd over Jo ook een belangrijke som had gekregen, er ijverig op bedacht, een drukken, intiemeren omgang met de Mannebachs te krijgen. Zonder twijfel zou het hem tegenover mevrouw Gotze op een hooger voetstuk zetten, dat hij als familielid bij de rijke Westfaalsche Mannebachs in- en uit ging. Hij had altijd graag gezien, dat men bij de Mannebachs van Jo hield. «Zeker zal ik Erika afhalen,» ant woordde Jo. Verstrooid at zij, en ruimde toen de beide heeren vertrokken waren, de ontbijttafel af. En daar er in huis geen dringend werk was, nam zij haar hoed en maakte een wandeling in het aan den tuin grenzend woud. De groene, zondoorwemelde scheme ring was vol van jubelende vogelzang. De lucht was vol van vreugde. Jo's hart sloeg sneller en luider dan gewoonlijk, onwillekeurig liep zij sneller, gelijkmatig, lichter, als dansend. Opeens stond ze boven aan de krom- die men daarin anders ontmoet. Van de zittingen van den Pruisischen Landdag wordt getrouw verslag gegeven, van den Rijksdag vermeldt men alleen de beslui ten. De heeren kunnen zeggen wat zij willen, het Duitsche volk verneemt er niets van. Dat is niet aangenaam voor de leden van het Duitsche Parlement, die in het donker zitten en de journa listen kunnen dat lang volhouden. Op eene of andere manier zal de Rijksdag wel moeten toegeven. Maar het is een merkwaardig verschijnsel de twee groote mogendheden, vertegenwoordigers der openbare meening, het Parlement en de pers tegenover elkander te zien staan. Zondag zijn besprekingen gehouden tusschen drie leden van een permanente commissie uit de Rijksdagverslaggevers en den president van den Rijksdag, graaf Stollberg. Gisterenmorgen zijn de onder handelingen voortgezet. Bülow heeft zich persoonlijk met de quaeslie bemoeid en dienaangaande een langdurig onderhoud met graaf Stollberg gehad. De Rijkskanselier zou gepoogd hebben het conflict op te lossen voor de groote debatten, die in deze week zullen plaats hebben. In de couloirs van den Rijksdag ge looft men niet, dat de tegenwoordige toestand lang zal kunnen duren. Zooals te begrijpen is zijn de Duitsche bladen vol over deze staking. Het Centrumblad Germania beweert, dat de afgevaardigde Gröber aan ieder, die het hooren wil, mededeelt, dat hij zijn uitlating zeer betreurt, maar het heet, dat hij dit niet officieel wil erken nen, vóórdat de journalisten geneigd zullen zijn over het gedrag van hun collega's die door interrupties aanleiding tot zijn uitval gegeven hebben, hun af keuring uit te spreken. Dat lijkt al op een toenadering. PORTUGAL. Spaansche bladen schijnen er in den Iaatsten tijd belang bij te hebben om voortdurend onjuiste berichten omtrent Portugal of de Koninklijke familie van dat land in omloop te brengen. Zoo zei gisteren de te Madrid verschijnende Mundo, dat personen uit Lissabon komend mededeelden, dat de wond, dje Koning Manuel bij den jongsten Koningsmoord in den arm ontving, zoodanig verergerde, dat de geneesheeren tot onmiddellijke amputatie willen overgaan. De Koning en de Koningin verzetten zich er tegen, maar de geneesheeren meenen, dat de operatie noodzakelijk is. ming van den heerweg, onder den eik. Zij vreesde altijd hier alleen te zijn. Anders huiverde zij, als zij deze plaats voorbij kwam. Heden niet. Misschien was het de warmte en helderheid van den blijden morgen, die alle duistere gedachten in haar vervaagde. De zon bescheen ook den stroom, die fonkelde als gouden wijn. Iemand kwam het slingerpad langs den berg op. Jo lette niet op hem. Eerst toen hij nog slechts eenige passen van haar af was, zag zij op en herkende Frederik Mannebach. Zij was niet eens heel verrast, zoo had ze aan hem gedacht. Zonder een woord legde zij de hand in de zijne. «Ik ben reeds gisteravond gekomen,» zei hij, «ik beschouw het als een goed voorteeken, dat ik u hier ontmoet .Erl laat u hartelijk groeten.» «Ik dank u. Zij schreef mij van mor gen. Ik ben blij u weer te zien.» «Mij «Erika,» antwoordde Jo verward. «Dus mij niet?» En daar zij zweeg, nam hij haar hand en leidde haar naar de bank naast den eik. «Ik heb dikwijls aan u gedacht, Jo,» Uit Lissabon wordt nu echter ver zekerd, dat het geheele bericht uit de lucht gegrepen is. De commissie uit de burgerij voor de Amsterdamsche werkloozen heeft haar arbeid neergelegd, de laatste uit- keering heeft Vrijdag plaats gehad. Met de intrede van de lente, wanneer vooral op het land spoedig zooveel werk krachten gevraagd zullen worden, zullen de „werkloozen" moeten beproeven door eigen kracht uil de gelederen der werk loozen te treden. Capitulantenstelsel. In verband met het onderzoek, aanhangig bij een commissie van ambtenaren van onderscheiden departementen van al gemeen bestuur omtrent toekenning van burgerlijke betrekkingen aan onder officieren, heeft de Minister van Binnen- landsche Zaken aan de Commissarissen der Koningin verzocht hem een globale opgave te doen toekomen van de be trekkingen in provincialen en gemeente lijken dienst, die geheel of voor een deel beschikbaar zouden kunnen worden gesteld voor capitulanten, d .w. z. onder officieren van acht en twintig- tot dertig jarigen ouderdom, die gedurende tien jaren, waarvan ten minste acht jaren in hun rang, tot tevredenheid van hun militaire chefs hebben gediend en die lichamelijk voor de begeerde betrek kingen geschikt zouden zijn. Tevens wordt opgaaf verzocht op welk aantal ongeveer de gezamenlijke betrekkingen, welke aldus in ieder gewest voor ge wezen onderofficieren beschikbaar kunnen worden gesteld, kunnen worden geschat. Bij K. B. is benoemd tot raads heer in den Hoogen Raad der Neder landen mr. A. J. L. Nijpels, thans Raadsheer in het Gerechtshof te Arn hem. Vacantie-cursus in vreemde talen. De minister van binnenlandsche zaken brengt ter kennis dat van Rijks wege dertig toelagen van honderd gulden (f 100) beschikbaar worden gesteld voor onderwijzer en onderwijzeressen aan lagere scholen, die in het jaar 1908 in het buitenland een vacantie-cursus in de Fransche, de Duitsch of de Engelsche taal wenschen bij te wonen om meer bedrevenheid te verkrijgen in het practisch gebruik dier taal. Zij die voor het genot van een der zei hij ernstig. «Als mijn gedachten aan den Rijn toefden, dacht ik aan u. Uwe oogen zijn Rijnoogen. Zij glanzen als parelen. Wanneer ze droef zijn, worden ze zwart als de Rijn op een dag van donkere wolken, maar in vreugde lachen zij als het Nixengoud op den Rijnbodem, welks glans ook heden door de golven schijnt. Ik kan mij eigenlijk den Rijn niet meer voorstellen zonder uw beeld te zien.» En zachter, gedempt-fluiste rend «Toen de Rijngod het donkere spook eener zware oude schuld uit de familie joeg, voor immer, beeldde ik mij in, dat dezelfde Rijngod mij een groot schoon geluk zou schenken. Wil je de onze zijD, Jo van mij enEri?» «Van jou en Eri, «herhaalde ze zacht. «Kom dan. Eri wacht op je. Haar kaart is te laat verzonden. Ze Is gister avond ook hier gekomen. En Beata en tante Louise zijn bier ook al.» Hand en hand stonden zij boven en zagen ernstig en zwijgend, met stralende oogen van innig, groot geluk, naar het lachende landschap aan hun voeten. Dan gingen ze langzaam den berg af naar hun geluk. EINDE.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1908 | | pagina 1