DAGBLAD voor AMERSFOORT en OMSTREKEN. No. 76. VRIJDAG 1 MEI 1908. 5e JAARGANG. Uitgave van de Naaml. Vennootsehap „DE EEMLANDER". Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. HALF BLAD. BUITENLAND. FEUILLETON. De Familie Von Kröchert. BINNENLAND. STATEN-GENERAAL. UIT DE PERS. DE EEMLANDEB Hoofdredacteur B>. Cr. RIJKENS. Abonnementsprijs Per jaart 4. Franco per post- 5.60 Per 3 maanden- 1. Franco per post- 1.40 Afzonderlijke nummers- 0.05 Bureau: BREEDESTRAAT 20. Telefoon Interc. 62. Prijs dor Adverténtiën: Van 1 tot 5 regels Voor iederen regel meer Buiten het Kanton Amersfoort per regel (Bü abonnement belangrijke korting.) f 0.40 - 0.08 - 0.10 Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Kanton Amersfoort in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Nederiandsch Advertentiekantoor PEEREBOOM en ALTA te Haarlem. RUSLAND. De commissie van landsverdediging der Doema heeft dezer dagen het voorstel gedaan de Finnen, evenals alle nationaliteiten, die van weerplicht bevryd zyn, dienst te lateD doen vol gens de in Rusland vigeerende mili- tiewet. Dit voorstel heeft in Finland veel opzien gebaard en begrijpelijker wijs aanleiding gegeven tot scherpe critiek, want een wet voor Finland kan slechts door gemeenschappelijk overleg van den groothertog en den Landdag tot stand komen. Trouwens, Finland is er zelf op uit, de militaire zaken te regelen, en de Finsche Senaat werkt een wetsont werp uit, ter wederoprichting van een nationaal leger. Van 1872 tot 1901 bestond algemeens weerplicht, in 1901 werden de jonge Finnen ge dwongen in Rusland te dieren, het nationale leger werd ontbonden en het oorlogsmateriaal werd door de Russen in beslag genomen. Maar het bleek, dat zonder den Landdag Rus sische wetten niet veel succes hadden. De geestelijken weigerden de wet in de kerken voor te lezen, de miliciens kwamen niet op, of werden niet op geroepen. Maar of deze nieuwe plan nen voor een nationaal leger kans van slagen hebben, zal nog de vraag zyn. Met Tolstoï gaat het niet goed. Onlangs verviel hij gedurende den nacht in een diepe, langdurige bewus teloosheid. De aanval herbaalde zich, hoewel in lichteren vorm. De doctoren zijn zeer bezorgd. DUITSCHLAND. Dr. Liebknecht, advokaat te Berlijn, was wegens zijne veroordeeling ter zake van hoogverraad, begaan door het schryven van anti-militaristische schrifturen, voor een raad van eer van zijne Berlynsche ambtsbroeders gedaagd. Die raad heeft Liebknecht gisteren vrijgesproken. Na de Engelsche en de Japansche heeft nu ook de Duitsche marine een ern- Naar het Duitsch, VAN HENRIETTE VON MEERHEIMB. stig ongeval te betreuren. In den nacht van Dinsdag op Woensdag tijdens de manoevres had een stoombarkas van het slagschip Elzass een dynamietmijn gelegd, die echter niet wilde ontploffen, waarop de barkas, die zich natuurlijk eerst verwijderd had, weder naar de plaats waar de myn lag, terug voer. Op dit oogenblik ontplofte de mijn eensklaps. Een stoker van de barkas, Wurm, werd het hoofd van de romp afgerukt, de konstabel Löwell werd geheel in stukken gereten, terwijl nog matrozen ernstig gewond werden. Een dezer laatsten stierf kort daarop in het hospitaal. AMERIKA. Silverstein, die 28 Maart 11. te New- York een bom wierp, is gisteren in het hospitaal overleden. Men zal zich herinneren, dat by die gelegenheid één man gedood en verschillende anderen, waaronder Silverstein zelf, zwaar ge wond werden. Hij verloor beide armen en oogen. PORTUGAL. Uit Lissabon komt het bericht, dat men bezig is met de vorming van een nieuwe monarchistische partij - in het leger. De officieren van alle rangen, zoo wel in actieven dienst als bij dereserve, zullen deel uitmaken van de nieuwe organisatie, aan wier hoofd generaal Maria Francisco Cuntra zal staan. Het teekent met scherpe kleuren den toestand in Portugal, dat het leger aldus openlijk in de politiek wordt betrokken. TWEEDE KAMER. De Tweede Kamer heeft gisteren de debatten voortgezet over de vis- schery-wet en wel over de kuil-quaestie, waarin men voor het Paasch-recès was blijven steken. Behalve de heer Duymaer van Twist, die een onmiddellijk absoluut verbod van visscherjj met den kuil in de wet wenschte op te nemen, spraken toen 21) Daartegen kan men niets in brengen. Groet uw vader voor me hjj moet het me niet kwalijk nemen, ik kan niet anders handelen. Ik neem het hem oojr volstrekt niet kwalijk dat hy myn jongen niet tot schoon zoon wil hebben. En denk nog eens over myn raad aangaande die ven nootschap. Als ik daar als tusschen- persoon kan dienen, stel ik me gaarne ter beschikking. Dank u wel." Hans-Henning richtte zich fier op. „Zoolang we niet straatarm zijn verkoopen we Roten- walde niet dat staat vast." De oude heer antwoordde niet. Hij keek Hans-Henning met een half meewarigen, half spotachtigen blik na, toen deze wegreed. De onheilspellende geel-grauwe wolk Qntlastte ziefy in een hevige hagelbui voordat Hans Rotenwalde bereikt had. Gelukkig kon hy in een leegstaand schuurtje schuilen want zyn paard werd schuw door de pijn die de hagel korrels het veroorzaakten. Hagelkorrels zoo groot als duiven eieren kletterden op het houten dak van het schuurtje. Eindelijk joeg de wind de wolken uiteen. De hagelbui ging in een hevigen regen over. Hans-Henning zette zijn kraag op en galoppeerde zoo snel mogelijk naar huis. Hij kon byna niet zien, zoo sloeg de regen hem in het gezicht. Hy was bly toen hij Rotenwalde eindelijk bereikte. Ilse kwam hem in de vestibule al tegemoet. „Nou, was mijn verrassing niet mooi geslaagd? Vertel me eens gauw alles 1" Waar is vader vroeg hy in plaats van te antwoorden. „Wat zegt hij van dien hagel? Wat zou hjj zeggen Waar schijnlijk „o jé!" zei Ilse lachend. „Hij zit te werken en wil niet ge stoord worden. Maar vertel me nu eens gauw wat Hilmar gezegd heeft laat hy me groeten, komt hij hier? Hé, wat hen je vervelend Zij stampte met haar voet op den grond. Er stonden tranen in hare oogen. Half lachend, half huilend schudde zij haar broer door elkaar. „Wat ben je nat bah j" Je behoeft mijn mouw dus niet nog natter te maken met je tranen. de heef Reijne, die zulk verbod eerst over twee jaar in werking wou doen treden, ten einde de kuilvisschers tijd te laten hun tuig te verslijten, en de heer Ferf, verdediger vau den kuil, die van geen verbod weten wilde. Gisteren is het debat over het amendement-v. Twist voortgezet. De minister wilde er niet van weten. Men moet, zeide hij, twee dingen wel onderscheiden. De viscbstand en de visscherstand. Het is zeer wel mogelijk, dat door een kuilverbod de vischstand ongemeen vooruit zou gaan, maar met den ondergang zelfs den tydelijken achteruitgang van een deel onzer visschersbevolking ware zulks te duur gekocht. In een parlement van haringen zou ongetwijfeld de kuil onmiddellijk ver boden worden, lachte de Minister Talma en de Kamer lachte mee. Met nadruk wees de heer Talma er ten slotte op, dat een stemming over het amendement-Duymaer van Twist slechts schade zou kunnen berokke nen. Word het aangenomen zoo zou waarschijnlijk de Regeering de gansche wet intrekken; werd het verworpen dan zou zulks de zaak der anti-kuilers groote schade berokkenen, omdat het publiek, na de vrij heftige discussie, dan in de uitspraak der Kamer een partijkeuze voor den kuil zou zien. Maar daarvoor was de Steenwijksche afgevaardigde niet te spreken. Ook wilde de minister geen toe zegging doen, als byv. de heer v. Aseh van Wijck van hem verlangde nl. dat hij zou aansturen op het kuil verbod in de toekomst. Hy meende, dat zoo'n vage toezegging geen ander effect zou kunnen hebben dan het opwekken van verwachtingen, zonder zekerheid dat men ze zou kunnen vervullen. Door den heer De Beaufort is een amendent voorgesteld, luidende als volgt: „Aan onbezoldigde veld- en bosch wachters wordt de akte alleen uitge reikt wanneer de aanvrage daartoe is gedaan door hen op wier verzoek zy zijn aangesteld. Blijkens een uit Nederlandsch- Indië ontvangen telegram zijn op 12 Wees nu niet kinderachtig, Ilse. Ik zal me even verkleeden en dan moet ik eens met je praten, kleintje liefst alleen." Ilse werd bleek. „Dan heb je me zeker iets onaangenaams te zeggen Hans-Henning ging zonder te ant woorden naar zijne kamer. Toen hij even daarna weer beneden kwam trof hy Ilse in Hilda's salon aan. Ilse stond bij het venster en Hilda zal in hare-huishoudboeken te cijferen. Stoort Hilda's bijzijn je niet?" Neen neen I Begin nu ein delijk eens I" Hilmar heeft mij op Halbendorf ontvangen", zei hij ernstig. „Ik moet toegeven dat ik zeer aangenaam ver rast was door zijn uiterlijk. Hjj ziet er zonder eenigen twijfel intelligent en voornaam uit. Ilse sloeg met de haar eigen leven digheid haar beide armen om zijn hals. „Ja, Hilmar is eenig, niet waar Hans-Henniug maakte hare armen los en hield alleen haar klein warm handje in zijn hand. „Ik heb met hem over vaders wensch gesproken." Nou en Hij wees dat voorstel eens en voor al van de hand. Ik zal recht vaardig zijn en onpartijdig oordeelen. Ik vindt dat antwoord van zijn stand punt gezien begrijpelijk maar ik ge loof niet dat dat de eenige reden i dezer te Soekoeria, in het landschap Boven Endeh, op het eiland Flores, twee bivaks door eene groote bende kwaadwilligen overvallen en in brand gestoken. Onzerzijds sneuvelden één Europeesch militair beneden den rang van officier en twee Amboineesche marechaussees, terwijl vier Amboi neesche marechaussees gewond werden. De „N. R. Ct." teekent hierbij aan: „Er is reeds voorspeld, dat het haastige werk, door kapitein Chri- stoffel op Flores verricht, onmogelijk blijvende goede resultaten zou kunnen opleveren. Velen vonden de taak, aan den kapitein der infanterie P. J. Spruijt, oud-stafofficier en oud-leeraar aan de Hoogere Krijgsschool hier te lande, opgedragen, om na het vertrek van Christoffel den eigenlijken pacificatie- arbeid met wat daaraan vast zit aan te vangen, allesbehalve benijdens waardig. Het bovenstaande regeeringstele- gram meldt een zeer ernstige ge beurtenis. Wel is het in de boven streken van Ende altijd erg roerig geweest, maar twee bivaks zijn door een groote bende kwaadwilligen over vallen en in brand gestokendat is geen kleinigheid. Er blijkt toch uit, dat er nog zulk een geest van verzet heerscht, dat er voor dergelijke ge waagde ondernemingen een groot aantal menschen te vinden is. Uit het betrekkelijk geringe verliescijfer aan onze zyde meenen wij echter te mogen opmaken, dat onze soldaten zich goed hebben gehouden." Wegens verschillende belangrijke werkzaamheden verbonden aan de betrekking van een stationschef, ad junct-stationschef en assistent der Staatsspoorwegen, zal, te beginnen met 1 Juli, eene toelage verstrekt worden, na gelang der belangrijkheid van het station. BETER TEN HALVE GEKEERD L. en V. schrijft: „Het was een goed denkbeeld van de Tweede Kamer, eerst eens de analytische nieuwigheid tot haar uiter lijke consequentie te willen aanschou wen, voordat zy werd ingevoerd. Wij stellen ons voor, dat het plan bij de leden niet aan sympathie zal hebben gewonnen. Willen zij bij elkander komen, van rechts en links, dan moeten zy zich door een drietal gange tjes heenwringen. Voor een oploop om de voorzitterstribune heen is geen ruimte meer. Het zal niet mogelijk zyn, de plek tusschen stenografen en sprekersplaats vrij te houden. Om de Regeeringstafel kunnen de leden zich ook niet meer posteeren. Zij staan als koeien op een veemarkt langs de koor den geschaard. En dat waarvoor? Om met f40.000 per jaar zekere kleine pers in Neder land en zekere partij-propaganda te subsidieeren. Door middel van een instelling, waaraan nimmer behoefte is geblekendie niet uit het instinc tieve leven is opgekomenmaar door de reflectie in de Kamer is uitge broed. Een overbodige nieuwigheid, waardoor velerlei klachten, allereerst van sprekers, die zich tekort gedaan voelen, zullen worden uitgelokt. Zou men de f40.000 niet liever aan iets anders besteden?" EEN BEDREIGING. De Standaard schrijft: Bij de jongste begrootingsdebatten ia de ringmuur, die de coalitie om sluit, nogmaals nauwkeurig, wat zyn drie poorten betreft, nagezien, en op alle punten gaaf bevonden. Kan dit nog worden gezegd Sinds maanden vuurt men van christelyk-historische zijde rusteloos op de antirevolutionnairen, en dat soms op een wijze die de Arnh. Oour. spreken deed van een „bloedige wrake over Seinpost genomen." En ook van roomsch-katholieke zyde vuurde men wel nog niet, maar zocht toch in dreigement tegen een deel der onzen heil, en c. q. zou men een deel onzer als vijand bejegenen. Nu deert dat öns niet. De antirevolutionnaire party staat, in weerwil van het Rotterdamsche incident, sterk in haar wel ingesloten organisatie, en is ten allen tijde bereid zich op haar eigen linies terug te trekken. voor zijne weigering. Ik kan je ons gesprek niet letterlijk herhalen maar ik kreeg de vaste overtuiging dat Hilmar zich alleen uit een zeker eer gevoel aan jullie engagement houdt. Als gij er een eind aan maakt, zal het hem een verademing zyn Dat is niet waar 1" riep Ilse. Lieve Ilse, als ge u aan hem vastklampt kan hy zich niet los maken. Hij moet jou overtuigen van zyne liefde eu au fond heeft hy er al lang genoeg vau. De oude Boden- hausen weet hoe slecht het ons gel delijk gaat en zal zyn zoon dat huwelijk zeker dringend afraden. Je moet genoeg trots aan den dag leggen en Hilmar zyn woord teruggeven. Geloof me, dat is hetgeen ge doen moetHij zal het je niet moeilijk maken reken daar maar op Ilse werd doodsbleek en keek haar broer ontsteld aan. „Het is Diet waar het kan niet waar zijn zei zy snikkend. Hy trok zijne schouders op. „Ik kan je alleen maar zeggen welken indruk ik gekregen heb. Het was me heusch pijnlijk genoeg om myne zuster aan te bieden onder zekere voor waarden die niet eens overwogen werden. Ilse, als een man een vrouw werkelijk lief heeft dan gedraagt hij zich anders als Hilmar vandaag deed. Geloof dat gerust. Doe nu wat ge wilt, ge kent nu mijne opini." Ilse, ik hoor vader aankomen," zei Hilda. „Ga na je kamer opdat hij je behuild gezicht niet ziet. Hij heeft al genoeg zorgen." Ilse knikte. Met haar zakdoek tegen haar behuild gezicht ging zy juist de kamer uit toen de oude heer door de andere deur naar binnen kwam. Ik dacht dat u aan het schrijven waart? Anders was ik dadelijk bij u gekomen", zei Hans-Henning die de onrustig-vragende uitdrukking op bet gezicht van zyn vader opmerkte. Je bent zeker wel erg nat ge worden hé? Waarom ben je niet te Halbendorp gebleven totdat de bui afgedreven was?" vroeg de oude Kröchert haastig. Ik had niet het gevoel alsof de Bodenhausens erg op mijn gezelschap gesteld waren," antwoordde hij open hartig. „Mijnheer Hilmar was er ook." Wat was die er?" Ja. Ik heb met hem over de staatsbetrekking gesproken. Hy lachte me byna uit. Hy beweert dat hy met zijn schrijven veel meer verdient. Maar hij kon zyn inkomen niet precies opgeven. Daarvoor moest ge u maar tot zyn uitgever wenden. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1908 | | pagina 1