DAGBLAD voor AMERSFOORT en OMSTREKEN.
No. 81.
DONDERDAG 7 MEI 1908.
5e JAARGANG.
Uitgave van de Naaml. Venoootsehap „DE EEMLANDER".
Versehijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Openbare Leeszalen.
FEUILLETON.
De Familie Von Kröchert.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
STATEN-GENERAAL.
DE EEMLANDER
Hoofdredacteur R. G. RIJKENS.
Ab onnement spr ij s
Per jaarf 4.
Franco per post- 5.60
Per 3 maanden- 1.
Franco per post- 1.40
Afzonderlijke nummers- 0.05
Bureau: BREEDESTRAAT 20.
Telefoon Interc. 62.
Prijs der Adverténtiën:
Van 1 tot 5 regels
Voor iederen regel meer
Buiten het Kanton Amersfoort per regel
(Bjj abonnement belangrijke korting.)
f 0.40
- 0.08
- 0.10
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Kanton Amersfoort in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Nederlandsch Advertentiekantoor PEEREBOOM en ALTA te Haarlem.
Er is in den laatsten tijd in ons
land eene beweging gaande ten gunste
van Openbare leeszalen en boekerijen.
In deze beweging hebben de Dor-
drechtsche, Nieuwe Groninger, Vader
land en Leeuwarder Couranten een
belangrijk aandeel gehad en succes is
niet uitgebleven. In een zestal steden
zijn reeds dergelijke instellingen ge
opend.
Dat het lager onderwijs de mach
tigste factor is bij de volksontwikke
ling, zal wel niemand tegenspreken.
Zonder goed lager onderwijs is de
volksontwikkeling even ondenkbaar
als zonder fundamenten een gebouw.
Dat dit onderwijs dus zoo goed
mogelijk moet zijn, spreekt vanzelf.
Doch men heeft een twintigtal jaren
geleden de fout begaan van de fun
damenten voor het geheele gebouw
aan te zien. Dat was een overdrij
ving, die geschaad heeft en de reactie
daartegen is niet uitgebleven. Men
vroeg verlenging van den leerplichttijd,
vakonderwijs, voortgezet- en herha-
lingsonderwijs, om nu op die stevige
fundamenten het gebouw te gaan
zetten.
Een uitstekende reactie, die nog
lang niet heeft uitgewerkt. En het
kan nog lang duren, voordat nu
werkelijk een gebouw zal zijn gesticht,
dat evenredig zal zijn aan de funda
menten.
Zal men het nu in al die jaren
moeten blijven aanzien, dat jonge
lieden, die aanleg hebben, maar geen
gelegenheid om verder te werken,
nergens de middelen vinden om zich
verder te ontwikkelen
En gesteld zelfs, dat men met een
slag een uitgebreid voortgezetonderwijs
zou kunnen invoeren, dan nog zou de
leerling eenmaal de school verlaten
Naar het Duitsch,
VAN
HENRIETTE VON M EERHEI MB.
25)
Zoudt u dat jaar veel kippen
hebben vroeg een buurman aan
den heer Bodenhausen.
De oude heer zocht vergeefs naar
zijn zoon, kippen neen, daarvoor
is het veel te Hebt u mijn zoon
niet gezien ik wou graag weg.
Uw zoon is daareven de zij
kamer ingegaan. Misschien zorgt hij
al voor het rijtuig.
O je, die bengel is zeker de dames
gaan condoleeren als die kleine
Ilse slim is, dan houdt ze hem vast,"
dacht de oude Bodenhausen veront
waardigd.
Hij ging weer zitten en schonk
zich nog een glas wijn in. Van wijn
had wijlen de heer Kröchert veel ver
stand eere wien eere toekomt I Als
het tot den verkoop kwam kon hij
misschien uit vriendschap den wijn
kelder voor weinig geld overnemen.
De bruiloft zou toch wel voor zijne
'ekening komen want die jongen zou
hebbende, geen inrichting vinden om
zich verder te ontwikkelen, tenzij hij in
de gelegenheid ware een groote, parti-
liere bibliotheek dagelijks op de uren, die
hem pasten, en met de noodige voor
lichting, te gebruiken.
Hier nu komt de openbare leeszaal
te hulp, als noodbrug, zoolang het
verdere voortzettingsonderwijs er niet
is,-als noodzakelijke aanvulling, ook
zoodra het er wel is.
Eene inrichting als de openbare
leeszaal en boekerij heeft, zelfs op
zuiver ontwikkelingsgebied een reuzen
taak, die geen andere inrichting even
goed bevredigen of overnemen kan.
Immers zij is er op ingericht om
lezers en studeerders tot zich te trek
ken, om hen, die aanvankelijk komen
om een krantje te lezen of iets na te
slaan tot vertrouwdheid met de boeken
te brengen, tot meer en beter lezen.
Ze zet haar deuren zoo wijd moge
lijk open, niemand wordt er alleen
maar geduld, geen belang van klasse
of bizondere studie wordt er op den
voorgrond geplaatst, zij is van allen
voor allen.
Geen inrichting kan dus beter vol
doen aan den eisch om het boek en
het publiek met onvoldoende school
ontwikkeling tot elkaar te brengen.
Z(j wil ook de breede middelklasse,
die wat beter, maar toch nog onvol
doende onderwijs heeft genoten, de
gelegenheid geven het ontbrekende
in te halen, in de boeken nieuwe stof
voor ontwikkeling te zoeken en zich
zoodoende beter te wapenen in den
strijd om het bestaan en hooger ge
not te vinden.
Eindelijk geeft zij practische infor
maties, toelichting op onbegrepen
couranten- en tijdschriftartikels.! En
terwjjl men deze onmiddellijke toe
lichting zoekt en vindt, krijgt men
allicht weer andere boeken in de hand
die tot nieuwe studie en nieuw genot
zeker wel zoo dom zijn om hier te
blijven hangen I Nou, per slot was het
zijn zaak. Onafhankelijk was hjj al
lang. De kleine Ilse is zeer beslist
mooi en men zou het zeker heel
nobel vinden als Hilmar zich vlak
na den dood van haar vader en on
danks de op handen zijnde ruïne met
haar engageerde. Misschien dokte de
opeens opgedoken broeder van den
doode ook voldoende op om Rotenwalde
te kunnen behouden dat zou trou
wens een aardig sommetje zijn
Hij klampte Heinrich v. Kröchert
aan om hem voorzichtig wat uit
te hooren. Maar die was ook nog zoo
dom niet en merkte al heel gauw
hoe de zaken stonden. Tot straf ver
gastte hij den ouden Bodenhausen op
een eindeloos jachtverhaal.
Hilmar was intusschen de kamer
in den rechtervleugel doorgeloopen.
Alles zag er eenzaam en verlaten uit.
Hij wist dat Use's boudoir aan den
tuinkant was, naast het salon harer
zuster. Hij luisterde en hoorde het
gedempte gepraat van vrouwenstem
men. Maar hjj herkende Ilse's stem
niet. Hy liep weer terug en den tuin
in waar Ilse's boudoir met openslaande
deuren in uit kwam.
Het instinkt der liefde had hem
goed geleid. Door de kanten gordijnen
heen kon hij in de kamer zien.
Ilse zat alleen aan het venster. Hij
of nieuwe bevrediging van weetgierig
heid kunnen leiden.
Deze beweging verdient de aandacht
van allen, die belang stellen in de
ontwikkeling van ons volk.
DUITSCHLAND.
Men is in Duitschland nog niet uit
den vuilen rommel en Harden schijnt
weer te zullen triomfeeren. Dit ten
gevolge van hetgeen aan het licht is
gekomen in een proces dat te München
is gevoerd. Harden heeft daar getuigen
doen oproepen, die verklaarden onder
eede dat prins Eulenburg de hande
lingen had begaan, waarvan Harden
hem aanvankelijk beschuldigde.
Hadden de getuigen, waaraan men
niet twijfelt, de waarheid gezegd, dan
heeft Eulenburg die onder eede alles
ontkende, zich aan meineed schuldig
gemaakt. Hierom zullen thans nieuwe
vervolgingen tegen den prins worden
ingesteld.
Vier uiterst compromitteerende
brieven van Eulenburg zijn te Starn-
berg in beslag genomen.
Ten tweede male is hfj Dinsdag
morgen op zijn kasteel Liebenberg
door den rechter van instructie Schmidt
uit Berlyn in verhoor genomen.
Natuurlijk wordt omtrent de uit
komst van dit onderzoek een volmaakt
stilzwijgen bewaard.
Eulenburg is, volgens verklaring van
den geneesheer, te ziek om vervoerd
te worden. Vrees voor ontsnapping
behoett echter niet te bestaan, want
het kasteel staat onder strenge be
waking van de politie.
De toegang tot het prachtige park,
dat steeds voor het publiek openstond,
is sedert Zaterdag verboden.
Ondanks de talrijke van hooger-
hand verspreide circulaires onder de
officieren, waarin tegen de speelzucht
wordt gewaarschuwd, storen dezen
zich daar klaarblijkelijk hoegenaamd
niet aan. De regimentscommandanten
doen ook van hun kant al het moge
lijke het voortwoekerende kwaad te
onderdrukken. Zoo mag nu niet meer
in de Casino's gespeeld worden, maar
de officieren, vooral in de kleinere
garnizoensplaatsen, vereenigen zich ten
huize .van lieden, die voor hen clan
destiene speelholen hebben ingericht.
De treurige gevolgen blijven natuurlijk
niet uit.
Zoo heeft dezer dagen een jong
Beiersch luitenant Most geheeten, de
zoon van een schatrijk industrieel uit
Neurenberg, op het manoeuvreveld te
Hagenau zelfmoord gepleegd, nadat
hij zijn geheele vermogen had ver
speeld.
ENGELAND.
De Londensche correspondent van
het Berliner Tageblatt meldt uit Lon
den dat de Engelsche Regeering ernstig
van plan is in overleg met andere
mogendheden tot een vlootbeperking
te geraken. Tot nu toe zijn geen
officieele stappen gedaan en werke
lijke resultaten zijn nog niet bereikt,
maar toch meenen sommige Engelsche
politici dat over een jaar belangrijke
hindernissen uit den weg zullen zijn
geruimd. Ook vinden sommige politici
dat de verhouding met Duitschland
veel verbetert en op weg is zeer
vriendschappelijk te worden, zoodat
de bezwaren van Duitsche zijde niet
de ernstigste worden geacht. Moei
lijker zal het zijn Japan en Amerika
tot dergelijke plannen over te halen.
Te Berlijn heeft men zelfs al be
weerd dat Engeland van plan was
met de mogendheden in Den Haag
te confereeren, om over de technische
mogelijkheid van een dergelijke be
perking te beraadslagen.
't Klinkt bijna te mooi om waar
te zijn.
PORTUGAL.
De plechtigheid der eedsaflegging
j en proclamatie van den Koning had-
den gisteren met veel luister plaats.
Na de eedsaflegging hield de Koning
een toespraak, welke door den voor
zitter der Cortes, Azevedo, werd be
antwoord.
In die toespraak zeide de Koning
voor de Volksvertegenwoordiging ge
komen te zijn om den plechtigen eed
af te leggen, in de proclamatie van 1
Febr. geuit. Hij verzekerde zijn vasten
deed zachtjes de deur open en ging
naar binnen. Ilse keek op. Hij las
geen verbazing in haar blik maar
alleen een zwijgende klacht en een
aarzelende vreugde.
Use 1" zei hy zachtjes, want de
dames in de andere kamer mochten
er niets van hooren. Hij knielde naast
haar neer en sloeg zijn armen om
haar middel. „Mijn lieve, Ilse, waarom
heb je in al dien tijd niets van je
laten hooren? Weet je wel hoezeer
ik naar je verlangd heb
Zij was nog als versteend. De
plotselinge overgang van dat bittere
verdriet tot zooveel zaligheid was al
te groot. „Hans-Henning had me wijs
gemaakt dat je me niet meer lief
hadt, en dat je blij zoudt zijn als ge
van me ontslagen waart
En geloofde je dat?"
Het deed me zoo'n verdriet
Arme lievelingHy drukte zyne
lippen op haar japon, op de plek waar
hy haar hart hoorde kloppen. „Heb
ik je nu weer gezond gekust?"
Haar bleek gezicht werd door een
heeten blos overtogen. Zij verborg
baar hoofd aan zijn schouder.
Je hebt een vreeselyken tijd
gehad, Ilse I" zei hy terwijl hij lief-
koozend over haar haar streek. „Wat
ben je mooi met dien sluier om,
precies eene madonna!" Hy kuste
hare handen. Toen sprong hy op en
liep opgewonden op en neer in de
kamer. „Het was een beeld neen,
een gedicht zooals je aan het graf
stond, van morgen," zei hy. „Dat
roode haar die zwarte sluier
die witte rozen die één voor één in
de grafkuil vielen.
Jy ziet poezie in elke smart, in
elk ongeluk, Hilmar!"
Hij trok haar naar zich toe. Ilse,
dat bealuitelooze gedoe, tusschen jou en
mjj en de heele familie kan niet lan
ger duren!" zei hij hartstochtelijk.
„Dat houd ik niet uit, dat ontneemt
mij mijn gemoedsrust, myne stemmin
gen en mijn lust tot werken. Ik moet
je voor mij alleen hebben. Laat hen
maar zeggen wat zij willen. Wij
trouwen zoo gauw mogelijk. We heb
ben ook geen bruiloft noodig met die
malle toasten en ontroerde neven en
nichten. Wy gaan naar Zwitserland.
Ik ken een plaatsje waar de groote
toeristenstroom nog niet komt: de
Walensee, die ligt daar zoo stil en
zwijgend als een geheim. Daar gaan
wy dan heel stilletjes leven, jij en
ik. Wil je dat?"
Ja, Hilmar." Zij zei het heel
zacht als in een droom. Hy voelde de
zaligheid die haar doortrilde aan het
sidderen van haar lichaam, terwijl hy
zyne lippen lang op de hare drukte.
Zy schrikten op uit hun roes van
zaligheid door het opengaan der deur.
wil om den eed getrouw gesland te
doen in zuiver constitutioneelen zin.
„Ik zal al mijn streven er op
richten, mede te werken aan den
voorspoed van het vaderland, nauw
gezet de wetten van het Koninkrijk
te eerbiedigen als eenige belooning
de liefde van mijn volk wenschende.
Ik vertrouw mij toe aan de toege
negenheid en de loyaliteit van bet
Portugeesche volk. Een nauwe ver
bintenis tusschen den Koning en de
vertegenwoordigers der natie is de
hechte grondslag voor onafhankelyk-
heid, vrijheid, vrede en ontwikkeling".
De stad was met vlaggen getooid,
het garnizoen was langs den weg van
den stoet opgesteld.
De menigte juichte den Koning
geestdriftig toe. Er had geen enkel
incident plaats.
TWEEDE KAMER.
De dag van gisteren is aan het
hengelen besteed geweest. Er werd,
zegt de overzichtschrijver in „het
Vaderland" gehengeld naar concessies
van den Minister en de heeren vingen
geen bot. De Minister hapte toe. Het
ging om de hengelakten. Artikel 15
van het ontwerp verbood het hengelen
voor personen boven de 14 jaar zonder
hengelakte ad 80 cents, door den
Commissaris der Koningin uit te
reiken. De heer Schaper wilde het
hengelen met slechts één hengel vrij
stellen. De heer Ferf wenscht hengels
en peurs te bevrijden van administra
tieven omslag. De heer Reyne ver
langde de visschers, die 50 cents voor
de [akte betalen, vrij te laten met
zooveel hengels te visschen als ze
dienstig en doelmatig oordeelen. De
heer De Waal Malefijt vond dat ook
de burgemeesters en de commissarissen
van politie de hengelakte dienden uit
te reiken. De heer Van Veen poogde-'^
voor jongelieden tot 18 jaar het vrije-
hengelen te behouden en eindelijk
trachtte de heer Duymaer van Twist
den Minister te overreden in de wet
een voorschrift op te nemen, dat zou
Hilda stond voor hen.
Ilse richtte zich op, streek het haar
uit hare oogen en zag hare zuster
geheel versuft aan.
Ilsezei Hilda zacht. Er trilde
een pijnlijk verwijt in hare stem.
Ilse liep naar haar toe en drukte
haar heete wang tegen het gezicht
hare zuster aan: „Hilda, lieve Hilda
Hilmar, o, ik ben zoo gelukkig
zoo gelukkig!"
Hilda trachtte zich te beheerschen*
Zy kuste Ilse op haar voorhoofd, stak
Hilmar hare hand toe die Jhy met een
lichte buiging drukte en toen onmid
dellijk weer los liet. Geen van beiden
wist of de heele vertooning een soort
van verbroedering was of alleen maar
een felicitatie.
Hilda liep door de leege kamers, de
meeste gasten waren weg de bedien
den waren bezig om den boel op te
ruimen. De stoelen [stonden door el
kaar en rook naar bloemen, groen.ep
kaarsvet. Hilda bukte en raapte een
takje op dat zeker van de kist gevallen
was. Zjj drukte bare lippen op de
spitse bladeren. Alles uit! Hare oogen
stonden vol tranen. „Een paar uur
geleden hebben we vader begraven
en nu is Ilse al zoo gelukkigdacht zy.
Wordt vervolgd.)