DAGBLAD voor AMERSFOORT en OMSTREKEN. No. 88, VRIJDAG 15 MEI 1908. 5e JAARGANG. Uitgave van de Naam!. Vennootsehap „DB EEMLANDER". Vepsehijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. HALF BLAD. BUITENLAND. FEUILLETON. De Familie Von Kröehert. BINNENLAND. STATEN-GENERAAL. DE EEMLANDER Hoofdrédacteur R. G. RIJKENS. Abonnementsprlj s Per jaarf 4. Franco per post- 5.60 Per S maanden- 1. Franco per post- 1.40 Afzonderlijke nummers- 0.05 Bureau: BREEDESTRAA.T 20. Telefoon Interc. 62. Prijs der Advertèntiën: Van 1 tot 5 regels Voor iederen regel meer Buiten het Kanton Amersfoort per regel (Bij abonnement belangrijke korting.) f 0.40 - 0.08 - 0.10 Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Kanton Amersfoort in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Nederlandsch Advertentiekantoor PEEREBOOM en ALTA te Haarlem. DE TOESTAND INENGELSCH-INDIË. De toestand in Engelsch-Indië is nu juist niet zoo rooskleurig als men in Engeland wel wil doen gelooven. Vroeger heette het, dat het ceDtrum der beweging Bengalen was en van daar uit de onrust en het verzet zich over het land verDreidden. Dat was ook waarschijnlijk omdat de regeering in den laatsten tijd maatregelen heeft genomeD, die in Bengalen tot verzet prikkelen. Maar, zeggen thans ver schillende berichten, men heeft niet te doen met eene zich uitbreidende beweging, maar met eene samen zwering, die goed is georganiseerd. En niet Bengalen is het middelpunt, men heeft dat te zoeken in de Mah- ratten staten. De bewoners van Ben galen zijn minder gevaarlijk dan de zeer strijdbare Mahratten, met wie Engeland meer dan eens moeite heeft gehad. Zij hebben langen tijd zich niet kunnen schikken onder het Engelsche juk en zouden het nog liefst afwerpen. Zij zijn een sterk en moedig ras, terwijl de inboorlingen van Bengalen wel geestelijk goed ontwikkeld zijn maar eerder zwak dan sterk en eerder laf dan dapper. Een Engelsch-Indisch specialiteit gaat zich in een Engelsch tijdschrift te huiten aan wezenlijke Cassandra-voorspellingen. Hjj voor ziet niets dan ellende en ongeluk. En het is alsof men niets ziet of zien wil. De Indische specialiteit is overtuigd, dat de autoriteiten in Indië zeer goed op de hoogte zijn, dat zij de leiders der samenzwering tegen het Britsche gezag kennen, dat zfj weten in hoeverre Japan daarop van invloed is geweest, dat hunne politie hen van alle bijzonderheden heeft in ingelicht. Maar bij vraagt waarom deze wel ingelichte autoriteiten dan niet han delen en hij vindt dat het tijd wordt. Zooals gezegd is, de Engelsche Regeering is vrij gerust. In het Lagerhuis heeft gisteren een minister gezegd, dat men van den Emir zeer bevredigende mededeelingen heeft ont vangen omtrent de door den Emir in Naar het Duitsch, VAN HENRIETTE VON MEERHEIMB. 31) Maar op dergelijke uren moet ik lang teren. Als ik, evenals vandaag, heelemaal alleen in mjjn vervelende, stijlvolle kamer zit dan denk ik aan de groene, door de zon beschenen Walensee en aan het stille grauwe meer in den Tiergarten en houd me zelf voor: „Geduld maar, zulke uren zullen nog vaak terugkomen I Dan verdwijnt alles wat alledaagschheid, verkeerd begrijpen, dichtersgrillen en kunstenaarsluimen ons van elkaar scheidt en dan schaam ik me dat ik soms zoo treurig ben. Ik zou in dergeljjke eenzame uren graag veel willen lezen en het gelezene later met Hilmar bespreken maar hy wil liever niet veel praten en vooral niet over hetgeen waarmee hy in ge dachten het meest bezig is. De brief is een paar dagen bly'ven liggen, beste Hilda. Ik schrjjf vandaag verder. Ik heb trouwens niets bijzon ders te vertellen. Men is eigenlijk nooit het werk gestelde pogingen om de Afghanen te weerhouden zich bij de stammen aan te sluitgn. Wat die pogingen "zijn, leert ons een berichtje uit Simla, waarin gezegd wordt dat deze Oostersche despoot de meest krasse bevelen heeft uitgevaar digd tegen zyn onderdanen, die het in hun hoofd mochten krijgen om op roerige redevoeringen te gaan houden. Hun, die zich aan dit vergrijp schul dig maken, wordt de tong uitgerukt. Maar bij deze kleine bedreiging heeft de Emir het niet gelaten. Mocht een zijner onderdanen het bovendien nog wagen Kaboel te verlaten met het doel zich by de opstandelingen aan te sluiten, dan worden hem de voeten afgeslagen. Bovendien zijn er dringende bevelen gezonden naar Djellalabad, gelastend den verkoop van geweren en munitie aan de oproerige stammen te staken. DENEMARKEN. Toen de Koning van Denemarken het vorig jaar IJsland bezocht, werd een commissie ingesteld om de toe komstige verhouding tusschen Dene marken en IJsland te regelen. Deze commissie heeft nu een wets ontwerp voorgesteld tot regeling van de Staatsrechterlijke verhouding tusschen Denemarken en IJsland, dat in hoofdzaak op het volgende neer komt IJsland is een vrij zelfstan dig land, dat met Denemaken door een gemeenschappelijken Koning" en gemeenschappelijke aangelegenheden verbonden is en dat op deze wijze met Denemarken een Staatsverband vormt. De Koning voert in de toekomst den titel: .Koning van Denemarken en IJsland". Overigens worden IJsland concessies gedaan in zake visschery- inspectie, nationaliseering, oprichting van een opperst gerechtshof op IJs land en de oorlogsvlag. TURKIJE. Het schijnt dat de verhouding tusschen Frankrijk en Turkije wegens de quaestie der mijnen van Heraklea gespannen wordt. De oorzaak van het geschil is deze Turkije wil de mynen van Heraklea aan de noordkust van Klein-Azië naasten, Frankrijk beweert dat het eenzamer dan in een groote stad. Ik loop door de menschenmenigte zonder dat iemand naar mij kijkt. Hilmar vindt dat prettig hij vindt de op dringerige nieuwsgierigheid van kleine steden afschuwelijk. Hij is de laatste dagen ontstemd geweest. Ik durfde eerst niet naar de reden ervan te vragen maar per slot verzamelde ik al myn moed en vroeg hem of ik hem met een of ander ge- ergerd had. Hy schudde zijn hoofd, trok mij op zyn schoot, leunde met zijn hoofd tegen mijn schouder en zei eindelijk: „ja, ik lijd erg." Toe, zeg me dan eens wat je mankeert, Hilmar!" Ik heb een kater." Een kater? Ik moest hard lachen. Zal ik dan een gemarineerde harig voor je laten halen?" Maar hij wilde niet meelachen; hij duwde me ietwat ongeduldig weg en sprong op. „Je begrijpt me niet, Ilse. Ik heb een artistenkater en daar onder versta ik dat ik aan mijn eigen talent twijfel. Dat overkomt iemand zoo vaak na een roes van scheppings zaligheid. De twijfel aan je eigen talent is afschuwelijk die werkt totaal verlammend." Maar Hilmar hoe kunt ge nu zoo iets zeggen? Je maakt toch zulke prachtige gedichten!" daartoe niet het recht heeft. By de concessie aan de Fransche maat schappij welke de haven van Soen- goeldak exploiteert was wel bepaald dat die havenwerken door de Turksche overheid mochten worden geanexeerd, maar niet dat de mijnen welke in de nabijheid liggen en waaruit de stoffen worden geput noodzakelijk voor de exploitatie van de haven, eveneens door de Turken genaast zouden mogen worden. De Porte beweert echter dat haven en mijnen te zamen éen ex ploitatie vormen en dat zy ze dus beide mag inpalmen. Daarover hebben nu de Porte en de Fransche gezant Constans nota's gewisseld en beraadslagingen gehouden, totdat, zooals gisteren werd geseind, Constans het opgaf, zeggend dat er met de Porte niets te beginnen was. Ieder vreesde dat het gevolg van die mededeeling een dreigement van den kant van Frankrijk zou zijn, waaraan kracht zou worden bijgezet door vlootvertoon, maar tot dusver is daar van nog niets gekomen. TWEEDE KAMER. Gisteren was aan de orde de motie van dr. Bos en andere leden der vrijzinnig democratische Kamergroep omtrent staatsexploitatie van spoor wegen. De heer Bos betreurde, dat de motie vele jaren hangende bleef, be toogde de urgentie van staatsexploi tatie. Opmerkende dat uitstel niet anders dan nadeelig voor het spoor wegwezen kan zijn, wijzend op de breedvoerige onpartijdige voorberei ding van het vraagstuk in de pers en brochures enz., verdedigde spreker den vorm, waarin de voorstellers het vraagstuk aan de orde hebben gesteld. Dank bracht spreker voor de gegevens door de regeering verstrekt, waardoor bedoelde voorbereiding heeft gewon nen. Spreker hield zich dan ook over tuigd, dat de motie in elk geval practische beteekenis zal hebben, Lieveling, spaar me dat! Dilet- tantenbewondering verandert niets aan mijn eigen critiek." Ik zweeg ietwat beleedigd en hij ging naar zyn kamer, maar hij werkte niet, doch wierp zyn boeken door elkaar en ging toen uit. Ik zou graag meegegaan zijn, maar toen ik hem dat later zei, was hij eerst recht ont stemd. Ik weet dikwijls niet hoe ik hem moet aan pakken, zooals onze oude kindermeid in Rotenwalde altijd zei Maar nu heb ik genoeg over me zelf geschreven en ga ik eens over wat anders beginnen. Wat ik gehoord heb is echter een praatje, waarvoor .niemand de verantwoordelijkheid op zich nemen wil. Men zegt, dat de kroonprins en de prinses van Glflck- stadt, alles behalve gelukkig zijn, om dat hij tot over zijn ooren verliefd is op de mooie hofdame zjjner vrouw en dat even openlijk toont als zijne vrouw hare jalousie. De reis Daar Italië wordt daarom algemeen met leede oogen aangezien en er gaat een oude kamer heer mee om een oogje in het zeil te houden. Nou, ik ben nu eenmaal van het land. Dat komt zoo nu en dan te voorschijn. Een kus voor jou en voor Hans-Henning en ook een voor de lieve hondjes, Je Ilse. omdat zy zal leiden tot het gaan in de een of andere richting. Spreker beschouwde vervolgens de zaak uit voerig van een sociaal-economische en politieke zijde, mededeelende dat de heer Treub meer speciaal de finan- cieele zijde van het vraagstuk zou behandelen. Breedvoerig ging spreker na de geschiedenis van ons spoorweg wezen, daarbij herinnerende aan de meerdere concentratie, die in 1890 tot stand kwam. Tegenover de toen getroffen rege ling, waarbij de concurrentie tusschen twee groote maatschappijen was be houden, stonden drie groepen, prima van hen, die staatsexploitatie wenscb- tensecundo van hen die meerdere concurrentie wenschten te behouden en voor de toekomst wilden verze keren tertio van hen die bezwaar hadden tegen den exhoribitaDt hoogen prijs van het overnemen der Rijnspoor. We) heeft het publiek baat gevonden bij de in 1890 tot stand gekomen meerdere concentratie, maar de scha duwzijden bleken al spoedig van het behoud van het concurrentiesysteem. Bij de verdere ontwikkeling van ons spoorwegwezen is dat systeem dan ook overboord geworpen. Met beperkten omzet leidt een dergelijk systeem dan] ook niet tot verminde ring, maar tot vermeerdering der productiekosten. Het systeem van concurrentie brengt als van zelf mede een dure exploitatie. Bij de exploitatie van het veerkeer in één hand zal dat verkeer ook beter naar de behoefte geregeld zijn. In het economisch be lang van geheel het volk tegenover de voorstanders van het behoud van hot concurrentiesysteem beriep spr. zich op Gerlings. Wijzende op hetgeen in het buiten land geschiedt, merkte spr. op, dat op het gebied van het spoorwegwezen het onderliDg concurrentiesysteem daD ook gaandeweg plaats heeft gemaakt voor een concurrentie tusschen de natiën. Wegens het kunstmatige van het concurrentiesysteem prikkelt het niet tot verbooging der productiekos ten en tot geen goede verdeeliDg van het net. Daarna verdedigde spr. de stelling, dat de exploitatie niet behoort in de Hilda vouwde den brief dicht. Zij wierp haar broeder een schuwen blik toe. „Geloof je dat praatje uit Glück- stad?" vroeg zy eindelijk. Of ik het geloof? Dat er iD Glilckstadt gebabbeld wordt? Wel zeker dat is daar de geliefkoosde bezigheid." Neen ik bedoel of je gelooft dat.... de prins...." De prinses zal nooit werkelijk aanleiding hebben tot jalousie," ant woordde HaDs-Henning beslist. Hij kreeg een kleur. „Ik ken Sitta. Maar ik vrees dat de zorgeloosheid van den prins die zijne bewondering openlijk toont, haar zal dwingen om hare positie op te geven om het gebabbel. Voor een poosje zou ik het heerlijk gevonden hebben want dan zou het myne wenschen bevorderd hebben. Maar wat zou ik haar nu kunnen aanbieden Hilda zei niets. Dat huwelijk van haar broer was haar te weinig naar haar zin om tegen te spreken. „Ilse schynt het in haar huwelijk niet gemakkelijk te hebben," zei zij. „Ik had het trouwens ook wel gedacht, Hilmar is zoo grillig." Zy heeft niet anders gewild. Ilse vloog altijd van het eene uiterst in het andere. Deze brief, waarvan de stemming op elke bladzijde een paar maal omslaat, is zeer karakteristiek. hand van een maatschappij, aaDgezien dit te groote macht zou vormen, maar in de hand van den staat. Bovendien de naastingclausule, die als een zwaard van Damocles de spoorwegmaatschap pijen boven het hoofd hangt, beneemt aan die maatschappijen allen lust en zucht tot uitbreiding. In de over- groote meerderheid der staten heeft men ingezien dat de staat de spoor wegen in hand moet hebben als mid del tot economische verheffing van den welstand. In geen enkel land waar tot staatsexploitatie is overgegaan is men daarop dan ook duurzaam terug gekomen. Spr. trad vervolgens in eene weerleg ging van de bezwaren van de tegenstan ders van staatsexploitatie. Hy achtte voorden Staat wel degelijk mogelijk het commercieel beheer. Toeneming der bureaucratie duchtte hy niet, want staatsexploitatie laat decentralisatie toe. Ook andere bezwaren, als ver meerdering van den invloed van het parlement bij staats-exploitatie en vermindering der duurzaamheid in de leiding door wisseling van ministers oordeelde spreker van ondergeschikt belang tegenover de groote voordeelen van staats-exploitatie, voordeelen in het belang van een veilig en goed verkeer en van een goede personeel- regeling. Zelfs al zou staats-exploi tatie duurder zyn dan de particuliere, is zy in 't algemeen belang gewenscht. De heer Treub betoogende dat het onjuist is als zou staatsexploitatie der spoorwegen een politieke partijzaak zyn, wees er op, dat in 1898 de heer De Waal Malefijt zich voor deze exploitatie uitsprak dat reeds in 1878 de „Standaard" zich in beginsel er voor verklaarde en het oud-liberale „Utrechtsch Dagblad" een besliste voorstander van staatsexploitatie is, evenals de heeren Van Bosse en Ger lings. De groothandel en de grootindustrie zyn voor bandhaviDg van den be- staanden toestand met het oog op de spoorwegcontracten, want art. 31 der spoorwegwet maakt begunstiging en bevoorrechting mogelijk door het toe staan van geheime vrachtreductie. Dit wordt ook door Gerlings gezegd. Ja zelfs een voorstander als de heer Ik heb medelijden met haar." Och wat, je bent altijd zoo hard voor je zelf, wees dan niet te week voor anderen." Het moet vreeselijk moeilijk zyn om steeds op de stemming van je man te moeten letten. Wij waren dat thuis niet gewend vader was altijd even vriendelijk." Hij leefde ook niet evenals een dichter van zijne stemmingen. Wat is dat eigenlijk voor een beroep? Dan sta ik heuscb nog liever buiten op het veld te ploegen. Daarvoor heb ik geen stemming noodig." Er werd geklopt. „Mag ik u even storen?" Karola stak haar hoofd om den hoek der deur. Regendruppels glinsterden als diamanten op haar blond haar en den kleinen zwarten vilten hoed, dien zij op had. Hans-Henning sprong op en trok haar naar binnen. „We hebben geen paardengetrappel en geen rollen 'van een rijtuig gehoord. Hoe ben je hier gekomen Te voet het is zulk mooi weerl Ik verlangde zoo naar jullie. Vader is op een jachtdiner en dus heeft hy het rijtuig en de paarden mee. Ik moet je vragen of je mor gen komt jagen, Hans-HenniDg." Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1908 | | pagina 1