WEERBERICHT.
Thermoiaeterstand
BINNENLAND.
STATEN' GENERAAL.
UIT DE PERS.
STADSNIEUWS.
Langs den Weg.
MEDEDEELINGEN VAN HET
KONINKL. NED. MET. INSTITUUT.
(Opgemaakt voorm. 10.50 uur.;
De Bildt, 26 Mei 1908.
Hoogste baromelerstaud 769.9 m.M.
te Biairitz laagste 746.2 m.M. te Sey-
disfjord.
Verwachting tot den avond van 27
Mei 1908.
WindZwake tot matige, meest
Westelijke wind.
Gesteldheid van de luchtZwaar
bewolkt, weimg of geen regen.
Temperatuur Dezelfde.
Barometerstand te AMERSFOORT.
uur 765 m.M.
Vorige stand te 12 uur 759 m.M.
te Amersfoort.
Hoogste gisterenF. 60
Laagste hedennacht F. 44
Hedenmiddag 12 uur F. 65
AMERSFOORTSCHE
BAD- EN ZWEMINRICHTING.
Temperatuur van het water op
Dinsdag 26 Mei des morgens 7 uur
59» F.
der rente, want indien men deze ging
uitzonderen, zou ook gevraagd woiden
om vrijstelling van de buitenlandsche
staatsfondsen.
Caillaux sloot zijn betoog met deze
woorden: De democratieeischtgelijke
belasting voor allen en dat iedereen
betaalt naar zyn draagkracht. De
regeering heeft met de indiening van
het wetsontwerp op de inkomsten
belasting getracht te handelen in den
geest der republikeinsche meerderheid.
Het staat nu aan die meerderheid te
zeggen of de regeering al of niet haar
vertrouwen heeft behouden.
De heer Ribot, daarna het woord
verkrygend, zeide, dat alle regeeringen
het noodzakelijk hebben geacht waar
borgen te geven voor het krediet van
den staat. Hij verklaarde, dat men
niet het recht heeft iets te korten op
de rente-coupon. Dat Frankrijke krediet
zoo groot is, heeft het daaraan te
danken, dat het steeds met soms aan
overdry ving grenzende nauwgezetheid,
zyn verplichtingen is nagekomen. Spr.
verklaart nooit te zullen toestaan,
wat de regeering thans tracht te ver
kregen door de quaestie van vertrouwen
te stellen
De overgroote meerderheid der hou
ders van rente bestaat uit menschen,
die hunne weinige spaarpenningen aan
den staat toevertrouwen, teneinde
deze veilig te beleggen.
Nadat nog minister-president Clemen-
ceau het. woord had gevoerd en ver
klaard, dat de regeering niets onbe
proefd zal laten om de hervormingen,
die op haar program staan, ingevoerd
te krijgen, nam de Kamer met 347
tegen 170 stemmen het artikel aan,
bepalende dat er belasting zal worden
geheven van reDten, obligation en
andere fondsen, uitgegeven door den
Franschen Staat.
BELGIË
De verkiezingen hebben in zooverre
eene belangrijke wijziging gebracht,
dat de Regeeringsmeerderheid in de
.Kamer eeningszins aan kracht heeft
verloren.
De oude Kamer telde 89 r. k. 45
lib. 31 soc. en Daens. De nieuwe
Kamer zal tellen 87 Kath. 43 lib.,
35 socialisten en 1 christen-demo
craat. De meerderheid der R. Kath.
valt van 12 op stemmen. De Minis
ters van Buitenl. Zaken, Nijverheid
en Spoorwegen, die aan de beurt van
aftreding waren, zijn herkozen.
De Senaat bestaat thans uit 64
R. K. 35 lib. 12 soc. De R. K. meer
derheid is daar gestegen van 14-op 18.
SPANJE.
Zondagmorgen heeft te Madrid een
vergadering plaats gehad van de
republikeinsche Vereenigiug. Aanwezig
waren afgevaardigden, senatoren ex-
senatoren en vertegenwoordigers van
de provinciale afdeelingen der partij.
Het volgende besluit werd genomen:
Aangezien het door Maura inge
brachte wetsvoorstel op brisante
middelen de republikeinen buiten de
wet plaatst, besluit de vergadering,
dat, indien het voorstel tot wet
wordt verheven, de republikeinsche
afgevaardigden ter Cortes het Parle
ment zullen verlaten.
Ook te Murcia en Barcelona heb
ben republikeinenmeetings plaats
gehad.
De minister van Binnenlandsche
Zaken heeft in den ministerraad ver
klaard, dat de Fransche regeering,
alvorens president Falliéres naar
Engeland was vertrokken, had ge
antwoord op de Spaansche nota be
treffende Casablanca.
In het antwoord wordt medege
deeld, dat de personen, die zich aan
den overval schuldig hebben gemaakt,
in hechtenis zyn genomen.
De minister voegde aan deze raede-
deeling toe, dat het incident als
geëindigd kan worden beschouwd en
dat het geen afbreuk heeft gedaan
aan de bestaande goede en hartelijke
betrekkingen tusschen beide landen.
TWEEDE KAMER.
Zooals we gisteren reeds melden, is
er by de behandeling van de motie-
Bos in zake Staatsexploitatie van
Spoorwegen nog een tweede motie
ontstaan, n.l. van den heer Nolens,
luidende
„De Kamer,
van oordeel, dat de vraag of voort
zetting van het thans gevolgde beleid
betreflende de spoorwegen wenschelijk
is, dringend overweging verdient,
noodigt de Regeering uit door een
in te stellen Staatscommissie te doen
onderzoeken of, en zoo ja, op welke
wijze in dat beleid verandering ware
aan te brengen."
De heer Nolens behoort tot degenen,
die vinden dat de quaestie: Staats
exploitatie of niet, by de wet be
hoorde te worden uitgemaakt en
die daarom alleen reeds tegen de
motie-Bos zullen stemmen. Maar
principieel is hij niet tegen Staats-
explotatie. Het kleine standpunt van
minister Bevers, dat. men nl. alleen
dan tot Staatsexploitatie moest over
gaan als de schatkist er voordeel by
zou hebben, noemde hy „volkomen
verkeerd". En hij meende uit het
debat te mogen concludeereDle. dat
het stelsel van onze spoorwegover
eenkomsten niet in alle opzichten
voldaan heeft, 2e. dat, naar het oor
deel van zeer velen, onder die over
eenkomsten geen goede ontwikkeling
van ons verkeer is te krijgen, 3e.dat
de fiuancieele zijde nog niet geheel
helder is geworden, 4e. dat ten op
zichte van het personeel, de verhouding
tusschen den Staat en de maatschap
pijen niet geheel in den haak is.
Dr. Bos heeft in een heldere repliek
de debatten geresumeerd en de voor
naamste bezwaren van zijn tegen
standers weerlegd. Ily zette uiteen,
dat een uitspraak by motie ten deze
wel degelijk oirbaar moest worden
geacht. Heeft niet Thorbecke in 1858
een motie ingediend in zake Staas-
aanleg en particuliere exploitatie van
spoorwegen Pressie op de Regeering
te oefenen wordt niet bedoeld, de
voorstellers willen de Kamer een
krachtigen wensch doen uitspreken,
een wensch, die de Regeering lust en
vertrouwen geeft definitieve plannen
voor de naasting der spoorwegen ter
hand te nemen. Voor de bespreking der
détails eener toekomstige Rijksspoor-
wegorgauisatie is het moment nog
niet aangebroken, thans behoeft men
nog niets in onderdeelen uit te werken,
mits men de mogelijkheid eener
gezonde Staatsexploitatie in het licht
stelle. En juist aan de rechterzijde
der Kamer roept men, dat het niet
aangaat een „motie in de lucht" aan
te nemen en dat slechts over concrete
voorstellen van wet te oordeelen valt.
In 1895, by de behandeling der motie-
Dobbelman over beschermende rechten,
dacht men er blijkbaar anders over.
Toen zeide de tegenwoordige Kabinets
formateur ten minste: een motie is
geen wetsartikel, doch een wensch 1
In grove trekken schetste dr. Bos
nogmaals de ervaringen in het buiten
land opgedaan en kwam tot de con-
clussie, dat overal in het buitenland
de ontwikkelingslijn van het spoor
wegwezen loopt van particulier bedrijf
tot tak van Staatsdienst.
De ervaring moge leeren, dat de
exploitatie-coëffieient bij Staatsbeheer
klimt - dr. Bos liet zulks in het
m.dden -- doch met de rentabiliteit
van het bedrijf heeft dat niets te
maken. Reeds do'practijk toont het aan.
In Frankrijk heeft het Staatsnet den
hoogsten exploitatie-coëfficient en mar
cheert het bedryf commercieel 'oeter
dan bij de particuliere maatschappijen.
Dat Staatsexploitatie bovendien aan
de belangen van handel en nijverheid
dienstbaar gemaakt kan worden, zonder
begunstiging van enkelen heeft ons
spoorwegbedrijf op Java bewezen.
Minister Kolkman's grappen over
dr. Lely's schets van de organisatie
van een vrijen dienst, zijn door dr.
Bos geheel en al onschadelijk ge
maakt. De inrichting der Rijkspost
spaarbank, der Posterijen, ja, het
Staatsmijn wezen bewijst wel, dat van
iets inconstitutioneels daarbij geen
sprake kan zijn.
Staatscommissie Ryks-
werklieden. De minister van
landbouw, nijverheid en handel heeft
gisteren geïnstalleerd de staatscom
missie voor de arbeidsvoorwaarden
der rijkswerk lieden met een rede,
waarin hij wees op het gewicht der
taak van de commissie en zeide,
dat wanneer hier sprake is van over
eenstemming in de regeling der arbeids
voorwaarden, wel zeker niet gedacht
is aan eenvormige regeling dier voor
waarden, voor den vaak zeer onder
scheiden arbeid onder zeer uitloopen-
de omstandigheden verricht, maar aan
de eenheid in de beginselen, waardoor
die regeling zelve wordt beheerscht
en die nu niet steeds aanwezig schijnt.
Voorts wees de .Minister er op dat
de vraag is of hier niet moet worden
gevormd een lichaam dat het geheel
overziet en op dat terrein de voor
lichting kan geven die noodig is.
H ij eindigde met de hoop uit te
spreken dat de arbeid der commissie
mocht strekken de regeering in staat
te stellen om de roeping, die zy heeft
tegenover de werklieden in dienst van
het Rijk, waardig te vervullen.
De rede werd beantwoord door den
voorzitter der commissie, mr. J. W.
S. A. Versteeg, secretaris-generaal
van het departement van landbouw,
die er op wees dat men in het oog
houdt do groote verschillen uit den
aard der zaak bestaande in de arbeids
voorwaarden de rijkswei'klieden als
gevolg o.a. van verschillende plaatse
lijke omstandigheden, zoodat elke stap
om die verschillen zooveel mogelijk
uit te wisselen, niet dan aarzelend zal
kunnen worden gezet. Aan het perma
nent college van .advies, waarop de
Minister doelde, zal, aangenomen dat
dit denkbeeld voor verwezenlijking
vatbaar is, de uiterste takt behooren
ten grondslag te worden gelegd.
Tot leden van het Dagelyksch
bestuur van de S.- D. A. P. zyn ge
kozen de heeren 1 Van Kuykhof en
Vliegen, tot voorzitter de heer Vliegen.
Tot leden van het partijbestuur buiten
Amsterdam werden gekozen de heeren
Mendels, Schaper en Spiekman.
LEIDER.
De „Standaard" schrijft:
Groen van Prinsterer werd Veld
heer genoemd, maar dan spottend een
Veldheer zonder leger.
Voor dat Veldheer heeft men thans
den titel van Leider in de plaats ge
schoven, en roept u dan in schijnbaar
welwillendheid, toe: Ge zijt niet alleen
leider, maar leider iure suo, niet door
eigen wil of anderer beschikking, maar
door hooger bestel.
Alleen maar, men spoort het leger
aan om den Leider niet te volgen.
Men slaat het pad in, waarvaD de
Leider zegt: Dien weg moet't niet op.
En als men dan toch dien weg uitgaat,
noodigt men den zoogeuaamden Leider
vriendelijk uit, trouw op dat eigen
gekozen pad te volgen.
Van Curatoren werd vaak spottend
gezegd: Curator a non curando. Dit
wil zeggen: Ge zyt verzorgerjen wordt
dus genoemd, omdat ge niet te ver
zorgen hebt. Én zoo wordt het nu ook
hier: Duce a non duceudo, wat zeggen
wil: Ge zijt leider omdat ge niet te
leiden, maar te volgen hebt.
De omgekeerde wereld, zoudt ge
zeggen. Doch daarin schuilt nog het
stuitende niet. Het stuitende ligt
hierin, dat men van u vergend dat
ge volgen zult,u spottenderwijs wolken
van wierook toezwaait, om u kwansuis
te eeren als Leider.
O, Gij, antirevolutionaire partij, wat
zijt ge gelukkig. Gy hebt wat zoo
menige partij mist, een Leider, en een
Leider iure suo, een Leider van geheel
eenige soort. Wee over u, als straks
die Leider u door den dood ontval
len zal.
Maar inmiddels zie wel toe, zyn
leiding is al verkeerd wat we er van
te zien krijgen. Ziehier anderen die
op kleiner schaal leiden, vlak tegen
hem in. Volg hen toch. Ga in het spoor
dat. zij u wijzen. Uw L°ider z-d dan
vanzelf wel volgen.
Maar laat hem zyn titel, laat hem
zyn eere. Het heeft wel iets van spot,
maar erger u daar niet aan. Streeling
van ijdelheid stilt zooveel pijn. En
blijft daarom, onderwijl ge gansch
andere paden opgaat, maar aldoor
jubelenLeve onze groote Leider
Wat moet die Leider, als hjj zoo
gaan ziet en zoo roepen hoort, in zijn
nopjes zijn 1
Immers dit weet ieder, het is hem
niet te doen, om naar zijn beste in
zicht, ons volk naar den Christus
terug te roepen, en aan ons Christen
volk weer invloed op het bestuur van
den Staat te verzekeren. Het is hem
eeniglijk te doen, om Leider te heeten.
Nog altoos dezelfde spottaal als in
de dagen van Groen van Prinsterer.
Toen Veldheer, nu Leider, maar de
spotzucht blyft één.
SCHADELOOSSTELLING AAN
VRIJGESPROKENEN.
„Democraat" bepleit in „Land en
Volk" in beginsel een toekenning aan
verdachten en beklaagden in strafzaken
van een schadeloosstelling voor dien
tijd, dien zij moeten doorbrengen ter
terechtzitting, alsmede voor de daar
mede samenhangende reis- en ver
blijfkosten en ingeval van onvermogen,
tevens voor de noodzakelijke kosten,
verbonden aan het zoeken van een
verdediger en van getuigen. Waar
echter velen tegen zoodanig een alge-
meene regeling bezwaar zouden heb
ben, omdat dan ook een schadeloos
stelling zou worden toegekend aan
lieden, die schuldig bevonden werden
en veroordeeld, betoogt schrijver, dat
men den wetgever, ook volgens dezen,
wel zou mogen vragen dat hy ver
dachten en beklaagden, die vrijgespro
ken, ontslagen van rechtsvervolging of
niet meer vervolgd worden, niet naar
huis laat gaan zonder hun althans, op
den voet van de tarieven voor getui
gen en deskundigen, een bepaalde
vergoeding voor reis- en verblijfkosten
en voor tijdverlies toe te kennen. Men
zou voorts z.i. den rechter de bevoegd
heid kunnen verleenen, om ingeval de
beklaagde on- of minvermogend was,
en deze kon aantoonen kosten te heb
ben gehad van correspondentie met
zijn verdediger, de ambtenaren of
colleges, die zjjn zaak behandelden, of
met personen, welke hy als getuigen
wensch te te laten hooren, te bepalen,
dat ook deze kosten zouden worden
vergoed. Schrijver acht deze regeling
nog wel geen ideale, maarjzegt hij, zij
komt in elk geval te gemoet aan de
wenschen van hen, die getroffen zyn
door de onbarmhartigheid, waarmede
thans de strafwetgever, in zyn een
zijdige behartiging van de belangen
der maatschappij, de belangen der
individuen, zelfs der onschuldigen, laat
lijden en juist diegenen, welke het
meest steun behoeven in hun moei
lijken levensstrijd om niet tot mis
drijf te vervallen, het ernstigst schaadt
door de onverschilligheid, waarmede
hij hun belang eenvoudig negeert. Het
is een eisch van gezonde democratie,
dezen misstand gaandeweg te doen
verdwijnen.
De particuliere synode van de
Geref. kerken in de provincie Utrecht
zal gehouden worden op Woensdag
10 Juni a.s. in de Oosterkerk te Zeist.
Behalve de huishoudelijke zaken
komen op de agenda een viertal voor
stellen voor, waarvan er 3 van de
classis Amersfoort.
Er zyn te dezer stede nage
maakte dubbeltjes in omloop, n.l.
halve centstukken, die met een dun
laagje nikkel bedekt zijn Het ver
schil is natuurlijk zeer goed op te
merken, maar toch kan men er ook
weer gemakkelijk mee inloopen, daar
het toch niet steeds de gewoonte is,
elk ontvangen geldstuk eenigszins
nauwkeurig te bezien.
Voor dergelijke namaak zjj men nu
gewaarschuwd.
Men verzoekt ons er aan te
herinneren, dat Prof. Dr. Cannegieter,
die a.s. Zondagmorgen in de Remon-
strantsche kerk zal optreden, een der
oprichters is van den Provincialen
Bond van Vrijzinnigen in de Neder-
landsche Herv. Kerk.
Gisterenavond werd in de Zwaan
een vergadering gehouden, uitgeschre
ven door de sub-commissie uit de
Oraujevereeniging, waarbij de onder
wijzers van de verschillende scholen
waren uitgenoodigd, ten einde de
plannen te bespreken voor de aubade
op Koninginnedag van dit jaar. De
openbare scholen waren allen ver
tegenwoordigd, behalve de Meisjes
school, terwijl van de bijzondere
scholen onderwijzers van Diaconie
school en de Christelijke school ter
vergadering aanwezig waren. Nadat
de voorzitter, de heer D. Meester, de
plannen had uit een gezet, werden
verschillende bezwaren besproken en
aanwijzigingen gedaan, voor het zoo
goed mogelijk slagen der aubade.
Het maximum aantal kinderen, dat
ditmaal zal kunnen deelnemen is
op 2000 gesteld, terwijl als dirigent
wederom zal optreden de heer R. van
't Wel. De plannen zullen worden
uitgewerkt door de sub-commissie, die
daartoe is aangevuld met zooveel
mogelijk een onderwijzer van elke
school.
Het gebeurde Zaterdagmorgen.
Een dienstmeisje, vermoedelijk veel
haast hebbende, kwam, gezeten op
een fiets, met eenige vaart aanrijden
van de Paulus Buyslaan naar den
Vlasakkerweg. Of zy het stuur kwyt
raakte of dit niet meer meester was,
is niet uit te maken, doch dit is ze
ker, dat zy in plaats rechts of links
te wenden, recht door ging en alzoo
dwars over het trottoir van den
Vlasakkerweg het talud af reed of
liever viel en terecht kwam in de
spoorsloot.
Voor zoover bekend, is zij er met
een nat pak afgekomen, hetgeen wel
een wonder mag heeten als men de
hoogte van het talud in aanmerking
neemt.
Wielrijders dienen dan ook de
meeste voorzichtigheid in acht te
nemen, rijdende in de richting van de
van Oldenbarneveldlaan of van de
Paulus Buyslaan naar den Vlasakker-
weg.
Gisterenavond werd er brand
gealarmeerd op den Hoogeweg by
zekeren L. Toen evenwel de politie
ter plaatse kwam bleek het geluk
kig niet zoo erg te zyn, wel was er
een begin van brand geweest, maar
de bewoners hadden het zelf reeds
gebluscht.
In het logement „de Vriend" in
de Hellestraat ontstond gisterenavond
twist tusschen eenige gasten. Een
wond zich daarbij nog al op en
wilde zelf de ruiten gaan bewerken,
maar toen hij er een had ingeslagen,
staakte hij dit minder amusante werk.
Nadat de politie was komen opdagen
werden de vechtgragen gescheiden.
(Amersfoortsche Kroniek en Critiek.)
VII.
Donderdag j.l. wilde ik een fiets
tochtje maken van hier over 't Huis
ter Heide naar Baarn enz., doch werd
onderweg door het onweer overvallen,
zoodat ik besloot naar de halte Dol-
dersche Weg te gaan en van daar
per spoor terug te keeren. Dat zou me
ongezocht stof geven voor een Laugs-
den-wegje, want hier terugkomend
had ik gelegenheid eens weer op te
merken hoe hoogst onpractisch ons
station is voor bewoners van Amers
foort. Het moge een ideaal zyn voor
de heeren, die behooren tot het dienst
personeel, voor den Amersfoorter, die
dagelijks op reis gaat, moet het een
voortdurende ergernis zyn.
Voor men het tweede perron heeft
bereikt, heeft men zyn kracht kunnen
beproeven op een viertal deuren, wan r
deze gaan alles behalve gemakkelijk
open. 't Is een ietwat vieze geschie
denis ook, want waar zooveel paren
handen en niet altijd van de schoonste
tegen gedrukt worden, laten ze zicht
bare sporen na. Om er met veel bagage
door te komen, is een waar kun'ststuk
er wordt heel wat behendigheid ver-
eischt dit zonder ongelukkeu gedaan
te krijgen. Moet men er een fiets
doorheen loodsen, dan geschiedt dit
vaak ten nadeele van de deur of van
het rywiel. Is men aankomend reiziger
en heeft men een fiets by zich, dan
is men er het ergst van al aan toe,
want behalve met die vier deuren,
heeft men dan te kampen met een
twintigtal trappen. Nu weet ik wel,
dat er tal van welwillende witkielen
zyn, die bereid worden bevonden u
behulpzaam te zyn, maar niet ieder
voegt het telkens op klinkende wyze
zijn dank daarvoor te betuigen.
Er is nog een andere zaak, die me
zeer onpractisch voorkomt.
Er zjjn namelijk groote geschilderde
borden, waarop duidelijk aangegeven
staat, van welk perron en van welk
gedeelte daarvan de treinen in de
verschillende richtingen vertrekken.
Dat is uitnemend en voorkomt veel
gevraag. Doch alweer hebben de
Amersfoorters hieraan zoo goed als
niets. Want als men meent, wat heel
logisch gedacht zou zijn, dat deze
borden zich ook bevinden in da vesti
bule, heeft men het mis. Ze zijn alleen
geplaatst op het tweede perron. De
Amersfoorter, die, zonder te vragen
is doorgewandeld naar het tweede
perron, kan soms tot de voor hem
onaangename ontdekking komen, dat
zijn trein van het eerste perron ver
trekt en dus mag hij nog eens weer