WEERBERICHT.
Thermometerstand
Kunst- en Wetenschap,
STADSNIEUWS.
MEDEDEELINGEN VAN HET
KONINKL. NED. MET. INSTITUUT.
(Opgemaakt voorm. 10.50 uur.)
De Bildt, 2 Juli 1908.
Hoogste barometerstand 773.3 m.M.
te Stornoway laagste 759.0 m.M. te
Riga.
Verwachting tot den avond van 3
Juli 1908.
WindZwakke tot matige, meest
Noordelijke wind.
Gesteldheid van de luchtLicht-
bewolkt tot bewolkt, waarschijnlijk
droog weer.
TemperatuurIets koeler.
Barometerstand te AMERSFOORT.
uur 767 m.M.
Vorige stand te 12 uur 770 m.M.
te Amersfoort.
Hoogste gistereuF. 79
Laagste hedennacht F. 53
Hedenmiddag 12 uur F. 73
AMERSFOORTSCHE
BAD- EN ZWEMINRICHTING.
Temperatuur van het water op
Donderdag 2 Juli des morgens7 uur:
70» F.
ding van het kader, dat daardoor aan
der dienst onttrokken wordt. Het
merk der oefeningen is ook problema
tiek. In het afgeloopen jaar werd dit
onderricht gegeven in 376 plaatsen,
meestal in cafés des avonds bij lamp
licht. We moeten een anderen weg
uit. Overal moet een flink lokaal zijn
voor gymnastische oefeningen. In elk
dorp moet de onderwijzer aan de
school dit onderwijs geven. Maar de
Minister kan onmogelijk het tegen
woordig voorbereidend onderwijs ai-
schaffen. Doch hjj is omtrent de zaak
in overleg getreden met zjjn ambtge
noot van binuenlandsche zaken. De
jongelui moeten goed lichamelijk ont
wikkeld in het leger komen.
Dan alleen is het mogelijk verkor
ting van den oefenplicht te krijgen.
De vereeniging Volksweerbaarheid kan
daartoe medewerken, maar de Minister
acht voor de lichamelijke ontwikke
ling veel beter dan voetbalspel, hard-
loopen, vrije gymnastiek, krachtoefe
ningen e. d. De minister is bereid te
bevorderen dat de korpscommandanten
verlof geven om op Maandag bij de
compagnie terug te keeren, maar be
velen kan hij het niet. Het reserve
kader is inderdaad achteruitgegaan,
maar dit is niet het gevolg van de
opheffing van het beheer van het
kader door een hoofdofficier. De mili
tie onttrekt echter velen aan het
reservekader, die intusschen geen
militie-luitenant werden. De minister
meent dat het reservekader in den
tegenwoordigen toestand niet zal kun
nen blijven bestaan. By een eventu-
eele algeheele herziening der Militiewet
zou kunnen bepaald worden, dat men
vrijwillig bij tusschenpoozen zjjn mili
tieplicht zal kunnen vervullen vdór
den militieplichtigen leeftijd.
De rode van den heer Patyn be
sprekend, ging hy hierbij de gansche
geschiedenis nog eens na. De heer
Van Rappard vroeg aan den toen-
maligen chef van den staf hoeveel
man voor het blijvend gedeelte hy
noodig had voor de mobilisatie in
haar geheel. Het antwoord was 4100
man. Van Rappard vond dat teveel;
vroeg ook aan spr., of het niet min
der konmaar ook spr. vond van
niet. En de chef van den staf week
ook niet van zyn oordeel af. Minister
Van Rappard schreef in zyn toelich
ting tot zyn ontwerp toen, dat aan
de mobilisatie was gedacht, en dat
hy die mobilisatie met een vermin
derd blijvend gedeelte verzekerd
achtte.
Het ontwerp werd ingetrokken.
Toen volgde de interpellatie van d-n
heer Marchant in het einde vanNuv.
Minister Van Rappard heeft toen
weer den veldlegercommandaut en
den chef van den staf by zich doen
komen, en met hen geraadpleegd. En
toen is ook weer nagegaan, hoe aan
alle eischen der mobilisatie kon
worden voldaan. Voor elk der 28
infanterie-garnizoenen werd nagegaan,
wat noodig was.
Het bleek dat 1929 man noodig
waren voor de dekking der mobilisatie,
en 2200 voor handlangersdiensten. De
minister Van Rappard wilde voor die
laatste diensten burgers. De comman
dant van het veldleger en de chef
van den staf weigerden dit. Zjj
meenden, dat met burgers niet kan
worden volstaan, rrtaar de min. v.
Rappard handhaafde zjjn meening.
Hij zeide„Ik houd de 1929 man
voor de mobilisatie apart, en voor de
rest neem ik burgers." Maar daarmee
was de zaak niet in orde, want de
1929 man waren niet in de dekkings
detachementen waar zij moesten zijn,
en de burgers zouden voor honderd
duizenden kleeding hebben moeten
uitgeven zonder toezicht.
Dit nu achtte spr. onvoldoende
voor zyn groote verantwoordelijkheid.
Hij wilde noch als chef, noch als
minister in zulk een toestand be
rusten. Spr. heeft als chef van den
staf een staat opgemaakt van wat
noodig was voor elk garnizoen, en
ware de heer Van Rappard minister
gebleven, spr. zou zyn blijven aan
dringen. De heer Van Rappard ge
loofde, dat hy door de diplomatie
tydig genoeg voor een mobilisatie zou
zyn gewaarschuwd. Maar spr. gelooft
dat niet. Ook in 1870 zijn we door
den oorlog overvallen.
Uit de couranten van die dagen
blijkt wel, dat er oorlog zou komen,
maar niet dat die oorlog zoo spoedig
zou komen. Men dacht zoo weinig
aan oorlog iu die dagen, dat men 13
en 14 Juli 1870 nog honderden van
de mannen van het blijvend gedeelte
naar huis zond. Den 15en Juli mo-
billiseerden de Duitschers, den 16en
wij. De minister hoopt niet op een
waarschuwing der diplomatie, en hy
zal daarop niet hopen. De minister
wil een vaste basis hebben.
De minister heeft dat dikwijls ge
noeg gezegd. Hfj heeft gezegd, dat hjj
de 2200 man uoodig had, deels voor
de detachementen, deels voor hand
langersdiensten. Hy heeft evenzeer
gezegd, dat voor elk garnizoen 10 man
per compagnie noodig waren. Zelfs
heeft hij gezegd, dat sommigen 20 of
30 man zouden krijgen ter verster
king, en dat vaak van zelf. Bijna een
derde is gebezigd voor de handlangers
diensten, die zoozeer gesmaad worden,
maar hoogst ernstig zyn. Geen mi
nister zou 2200 man bezigen alleen
voor pakjes dragen.
De min. heeft wel niet precies met
cijfertjes gezegd, hoe by de 2200 man
zou verdeelen, maar herhaaldelijk
heeft hij betoogd, dat zij zouden die-
neu deels voor de versterking dei-
detachementen, deels voor corvee
diensten. De bestemming stond dus
vast. Niet voor een deel der mobi
lisatie waren er 2200 man noodig. De
gansche mobilisatie zou anders mis
lukt zyn. De minister neemt de zaak
hooger op. Hij wil niet gesignaleerd
worden als een onbetrouwbaar man.
De minister heeft dat niet verdiend
juist omdat de rede zoo welsprekend
was van vorm, mag de indruk van
onbetrouwbaarheid niet blijven.
In zyn repliek constateerde de heer
Patyn, dat hij niet kon putten uit
den Staat aan de Eerste Kamer over
gelegd omdat die staat by de behan
deling van de noodwet niet tot zijn
beschikking was. Wij weten intusschen
nu wat de bestemming van de 2200
man is geweest. Die 2200 man heeft
minister Van Rappard geschrapt voor
„huishoudelijke diensten." Daaruit
volgt dat er tusschen ministers Van
Rappard en Sabron eigenlijk geen ver
schil was. Minister Van Rappard had
volgens minister Sabron voor dedek-
kiugsdetachementen manschappen ge
noeg; slechts had hij ze niet op de
goede plaatsen. Dat was het eenige
onderscheid. De minister had dit van
den aanvang af moeten zeggendan
was een conflict vermeden. Dan zou
de zaak au fond besproken kuunen
zijn, zonder dat zij geëmbrouilleerd
had behoeven te worden. Intusschen,
de indruk is zeker thans gevestigd,
dat de minister niet opzettelijk den
wijn heeft vertroebeld. Alsmenschen
militair heeft spr. den minister niet
willen treffenhij heeft de militaire
debatten slechts zuiver willen maken.
WEST-SUMATRA.
De correspondent te Batavia van
het Hbld. seinde gisteren het volgende:
De officieele berichten melden, dat
het gisteren in West-Sumatra veel
kalmer was.
Uit particuliere bron wordt ver
nomen dat het gewest Sumatra's
Westkust in vjjf commandementen is
verdeeld, waar binnen aan de aanwe
zige troepen de arrestatie der leiders
van het verzet en bescherming der
ambtenaren is ten taak gesteld.
In Zuid-Tapanoeli zijn onlusten uit
gebroken. De assistent-resident van
Padang Sidempoeau, K Lorch, is met
eene patrouille naar Mandhéling ver
trokken.
Oplossing der erfgooiers-
quaestie. Dat minister Heemskerk
het niet zou laten bjj zyn belofte om
te trachten de beide erfgooierspartijen
tot elkaar te brengen en een gere-
gelden toestand in het Gooi te schep
pen, verwachtte ieder zegt het Hbld.
Het is dus vooral den bewoners van
het Gooi aangenaam te vernemen dat
de Minister zijn belofte heeft gestand
gedaan en reeds in deze zaak de hand
aau den ploeg heeft geslagen.
Aan beide partijenStad en Lande
van Gooiland (de oude party) en de
partij der gerechtigden tot de gemeene
heiden en weiden van Gooiland (de
nieuwe party) is het volgende schrijven
gezonden
In overleg met den minister
van justitie is door mij een com
missie in het leven geroepen, aan
welke de opdracht is verstrekt
om eene wettelijke regeling voor
te bereiden tot oplossing van de
bestaande geschillen getreffende
de „gemeene heiden en weiden
van Gooiland". Deze commissie
welke bestaat uit de heeren mr.
H. C. Dresselbuys, administrateur
by het departement van justitie,
mr. S. Gratema, raadsheer in den
Hoogen Raad der Nederlanden,
en jhr. mr. J. H. J. Quarles van
Ufford, administrateur by mijn
departement, zal zich ter voldoe
ning aan die opdracht rechtstreeks
tot het verkrijgen van inlichtin
gen en gegevens met uw bestuur
in verbinding stellen.
Ik verzoek u haar voor zooveel
in uw vermogen is daarbij be
hulpzaam te zjjn en vertrouw
niet tevergeefs een beroep te doen
op de medewerking in deze van
uw bestuur ten einde zoo moge
lijk eene voor alle partyen bevre
digende voorziening tot stand
kunnen komen.
Dit schrijven is reeds gisteren in de
vergadering van het hoofdbestuur der
nieuwe party behandeld [en besloten
werd aan den wensch van den Minis
ter gevolg te geven en aldus mede te
werken een oplossing der reeds veel
te lang bestaande Gooische quaestie.
Christelij k-H istorische
Party. De algemeene vergadering,
die over de fusié met de Friescbe
Cbristelijk-Historischen moet beslui
ten, blijft bepaald op negen Juli in
de groote bovenzaal van het gebouw
„Eensgezindheid", te Amsterdam.
Gaat de fusie door, dan wordt de
eerste algemeene vergadering van de
Unie op dienzelfden dag om twee
uur n.m. gehouden in diezelfde zaal.
(„Ned.")
De heer D. Zoethout, hoofdredac
teur van „De Echo" is benoemd tot
directeur van het Analytisch "Verslag
der Tweede Kamer.
HET LUCHTVERSCHIJNSEL.
Over het prachtige natuurverschijn
sel, dat eergisteren en ook gisteren
avond, al was het toen in mindere
mate ook hier ter stede is opge
merkt, en door velen ten onrechte
voor Noorderlicht werd gehouden,
schrijft de Tel. o.a. het volgende:
„Hoogst waarschijnlijk zal dit lucht
verschijnsel behooren tot de scheme
ringverschijnselen. Omstreeks dezen
tyd van het jaar heeft men by ons
geen eigenlijke nachten. De z.g. ster-
rekundigenschemering duurt, totdat
de zon 16 gr. onder den horizon ge
daald is. 30 Juni bereikt de zon
's nachts om 12 uur een hoogte van
14-1 gr. onder den horizon in het
noorden. Het verschijnsel begon onge
veer te half elf, dus 2 uur na zons
ondergang. De zon was te half elf
ongeveer 10 gr. beneden den horizon
gedaald.
Wanneer zich nu op zeer groote
(boven 20 duizend meter) cirrus wolk
jes bevinden, dan kan hierdoor zulk
een lichtverschijnsel ontstaan. Dat dit
echter iets van buitengewone zeld
zaamheid is, volgt uit het feit, dat
zooiets wellicht nog nooit waarge
nomen is sedert men begonnen is,
geregeld weerkundige waarnemingen
te doen."
HET MIMENSPEL.
Gisteren is ter gelegenheid van de
Delftsehe lustrumfeesten, opgevoerd
„het spel van Platoon's leven", door
leden van het Delftsch Studentencorps.
Het geschiedde in de groote concert
zaal van de Stads Doelen. De ruime
orkest-nis werd in een loggia her
vormd, die uitzicht bood over de zon
nige hoogten van het bergachtige
Fiesole boven Florence. Het voorge
deelte der zaal was gereserveerd voor
Lorenzo en Lucretia en hunne talryke
omgeving van Florentynen. Alle ver
dere zitplaatsen beneden en boven
waren bezet en weinigen onder die
honderden Delftenaren en vreemde
lingen zullen, plaats nemende, ver
moed hebben hoe wonder-mooi hun
gehoor en gezicht zou worden aange
daan door wat de studenten, als tolken
van drie scheppende kunstenaars de
dichter dr. P. C. Boutens, de beeldende
kunstenaar Henricus en de tooneel-
speler Willem Royaards, zouden te
genieten geven.
Als men door de zachte muziek der
inleiding en door de omgeving in stem
ming gebracht is, verschijnen op de
loggia eerst twee pages, als om te
verkennen of alles voor de ontvangst
van Florence's heer en vriend en zijne
Lucretia gereed is. Dan volgen enkele
Florentijnen, die, gesprek voerend in
de zaal afdalen. Meer groepen dames
en heeren volgen, langzaam drentelend
in afwachting van Lorenzo's komst
die kort daarna, wordt aangekondigd
en met Lucretia, gevolgd door een
statige hofstoet in de kleurige gewa-
denpracht der vroege renaissance, ge
volgd door vele vrienden en kunste
naars, langzaam naar de zaal afdaalt,
waar allen zich in wijden kring groe-
peeren.
Dat is wel een van de momenten
van Henricus' grootste glorie, dan
komen de mooie, schilderachtige cos
tumes in die omgeving het best tot
hun recht en waant men zich ver
plaatst iu dien tyd van pracht en fijn
artistiek gevoel.
Als allen gezeten zyn sluiten zich
de rood-fluweelen gordijnen, die het
terras van de zaal scheiden en in losse,
ongedwongen houding staande op het
midden der terrastrap spreekt een der
Florentijnen de inleidende woorden.
Aan den heer Roel vink was het
zeggen der mooie verzen van den
proloog toevertrouwd, waarin hy den
schoonheid dienenden heerscher het
voornemen zijner verheugde broederen
in de kunst mededeelt om, ter gelegen
heid van zyn verdaagde wederkomst
in Florence, in doorzichtig mimenspel
tafereelen te vertoonen uit het leven
van den Goddelyken Platoon.
Bij het openschuiven der gordijnen
voor elk der vyf tafereelen die nu
volgen vertoont zich aan ons oog een
meesterlijk tableau, heerlijk in kleuren,
standen, groepeering en belichtingen
de muziek (het is een onafgebroken
compositie - ook tusschen de tafe
reelen) volmaakt wat dichter en schil
der schiepen. Voor de laatste maal
neemt de dichter Plato deel aan een
drinkgelag met zijn vrienden en be
wonderaars. By de luchtige muziek
der dubbelfluit, bespeelt door Griek-
sche vrouwen, dansen danseressen voor
de jongemannen. De roezige feestelijk
heid wordt plotseling verstild als het
koor Plato's Dionysoslied aanheft.
Verslagenheid en ontstemming wekt
by de feestvierende Plato's mededee-
ling, dat hy voor het laatst als dichter
onder hen verwylt. Hjj wil Socrates
leeren kennen.
Klassieke levendigheid aan dit be
langrijk tafereel geven de met bloemen
getooide danseressen in haar statig-be-
wegend plooienkleed.
De volgende drie tafereelen zijn
zonder gesproken woorden. In het
tweede worden wij verplaatst naar
de karakteristiek en sober door figu
ren gestoffeerde markt van Athene,
waar ook Socrates met zijne discipelen
verschijnt en met hen een schilder
achtige groep vol beduidende actie
vormt op den marmeren bank, terwijl
het koor het aan Socrates gewyde
lied doet hooren. Daar wordt Plato
door zyn vriend Agathoon tot den
wijsgeer geleid en door dezen, terwijl
hij hem in de oogen schouwende in
den geest herkent, als leerling aan
genomen. Met dit moment wordt het
tafereel afgesloten, terwijl bet koor
de laatste strofe van het lied zingt.
Een zeldzaam indrukwekkend plech
tig tafereel is het derdePlatoon's
wijding tot Isis-priester in Egypte.
Hoe ryk moet de geest zijn die uit
afbeeldingen en oude geschriften een
zoo zeer eigenaardig religieuseceremo
nie in beeld kon brengen. De uitvoe
ring was volmaakt in stemming. De
onbeweeglijke figuur van den Pharao
zat daar in zijn verheven ongenaak
baarheid als uit steen gehouwen
plechtig verrichten de priesters de
gewyde handelingen, waarbij het koor
de Isis zangen doet hooren.
In het vierde tafereel vinden wij
Plato aan het hof van Dionysos, tyran
van Syrakuse. Een schilderachtige
groep omringt den troon van den
tyran. Vjjf danseressen voeren op last
van den heerscher een sierlijken en
stylvollen sluierdans uit ter eere van
den gezant van Sparta, totdat
Dionysos' toorn ontvlamt, als Plato
zich tusschen hem en een negerslaaf
plaatst dien hjj met een speer wil
dooden, als hjj een hem ontstemmen
bericht gelezen heeft dat de slaaf
bracht. In zijn verbolgenheid wjjst hij
Plato als slaaf toe aan den Spartaan
den vijand der Atheners.
Iu het vyfde tafereel: Platoon's
terugkomt in de Akademie te Athene
wordt door de spelers in verzen ver
teld hoe de Aziatische Griek, Anni-
keris, Plato beeft vrijgekocht, nadat
Rhaidros verhaald heeft van den mis
lukten tocht dien hjj met Agathoon
maakte om den meester te verlossen.
Dan verschijnt Plato. Door alle be
proevingen is hjj gelouterd en zal
Socrates opvolgen in den tuin dei
oljjven.
Zoo hebben Lorenzo's vrienden hem,
wien alle kunst steeds vreugde was,
uitgebeeld dat langverjaard verhaal
uit vroeger eeuwen. Zij noemden het
zooals de Florentijn in zjjn proloog
sprak: „een poovre nieuwe vondst
van klein vernuft" en hij sprak van
„gebrekkig spel".
Geslaagd voor het tweede ge
deelte van bet notarieel staatsexamen
de heer H. W. Coenen, alhier.
Naar het Am. Dagblad verneemt
zal H. M. de Koningin-Moeder op 14
Juli a.s.hetgewone jaarljjksche tuinfeest
op Soestdjjk geven, waartoe tal van
autoriteiten en officieren uit de provin
cie, met hun dames, uitgenoodigd
worden. De muziek van het 5e regi
ment infanterie zal bjj deze gelegen
heid een matinëe geven.
Het voor genoemden datum aange
kondigde concert in Amicitiazal dien
tengevolge vermoedelijk moeten worden
verzet.
We vestigen de aandacht op de
in dit nummer voorkomende adver
tentie van de Industrie- en Huishoud
school. Zij, die een der cursussen wil
len volgen kunnen bij de Directrice
der school alle mogelijke inlichtingen
verkrijgen.
Naar wij vernemen hebben de
dames Rengers, van Oldenneel en van
Hogendorp, de benoeming tot bestuurs
lid der Vereeniging tot bestrijding der
Tuberculose aangenomen.
De le-luit. A. Josephus Jitta, die
1 October van het 4e reg. vesting-art.,
wordt overgeplaatst bij het le reg.
veld-art., komt in verband met de
overplaatsing van den le-luit. W. J.
D. Havelaar te Amersfoort in garni
zoen.
Aan deu minister van Oorlog is
het volgende adres verzouden
Geeft met verschuldigden eerbied te
kennen, het Hoofdbestuur van „Ons
Belang", Vereeniging van onderoffi
cieren en militaire geömployeerden in
den rang van onderofficier, behoorende
tot de Nederlandsche landmacht, goed
gekeurd bij Koninklijk besluit van 15
Aug. 1899, no. 40, 15 Juli 1904, no.
66, 4 Juli 1906, no. 67 en 14 Decem
ber 1907, no. 106
dat in den laatsten tijd weder
verschillende sterfgevallen onder ac-
tiefdienende en gepensionneerde mili
tairen, beneden den rang van officier,
hebben plaats gehad.
dat door een, door het Hoofdbestuur
voornoemd, ingesteld onderzoek is ge
bleken, dat de middelen door die na
gelaten betrekkingen uit particuliere i
fondsjes ont.angen, geheel zjjn opge
bruikt;
dat de Weduwen in de toelichting
genoemd, een verzoek tot H. M. de
Koningin hebben gericht, teneinde
van Regeeringswege een jaarlijksche
ondersteuning te mogen ontvangen,
in afwachting van opname in het
Rijkspensioenfonds
dat nog slechts op twee verzoeken
eene beslissing aan belanghebbenden
is kenbaar gemaakt, waarvan één in
or.gunstigen zin
dat, hoewel de Pensioenwet voor
Weduwen en Weezen zjjn voltooiing
nadert eene spoedige hulp aan de
nagelaten betrekkingen dringend nood
zakelijk is;
redenen waarom bovengenoemd be
stuur Uwe Excellentie eerbiedig ver
zoekt het daarheen te willen leiden, 1
dat aan de Weduwen en Weezen, in
de toelichting nader omschreven, eene
ondersteuning worde verstrekt, in af
wachting van opname in het Rijks
pensioenfonds.
Maandag 6 dezer zal ter ge
legenheid van den verjaardag van H.
K. H. Prinses Maria von Wied, dochter
van wjjlen Z. K. H. Prins Frederik,
door de korpsen in dit garnizoen een
groote parade worden gehouden. De
verjaardag is op 5 Juli, maar aange
zien dien dag op Zondag valt, heeft de
de parade op 6 dezer plaats.
Aan het bureau van politie is
gedeponeerd een zilveren theelepeltje,
dat op den openbaren weg gevonden is.