DAGBLAD voor AMERSFOORT en OMSTREKEN.
fo. 128.
VRIJDAG 3 JULI 1908.
5e JAARGANG.
Uitgave van de Naaml. Vennootsehap „DE EEMLANDER".
Versehijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
HALF BLAü.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
De Familie Von Kröcherfc.
BINNENLAND.
UIT DE PERS.
Hoofdredacteur R. G. RIJKE SIS.
Abonnementsprijs
Per jaar met geïllustreerd Zondagsblad f 4.
Franco per post id. - 5.60
Per 3 maanden id. - 1.
Franco per post id. - 1.40
Afzonderlijke nummers- 0.05
Bureau: BREEDESTRAA.T 20.
Telefoon Interc. 62.
Prijs der Advertentièn
Van 1 tot 5 regelsf 0.40
Voor iederen regel meer- 0.08
Buiten het Kanton Amersfoort per regel - 0.10
(By abonnement belangrijke korting.)
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Kanton Amersfoort in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Nederlandsch Advertentiekantoor PEEREBOOM en ALTA te Haarlem.
DE TOESTAND IN PERZIË.
Uit Teheran wordt aan het „Berl.
Tagebl. onder dagteekening van 1 Juli
bericht, dat de Russische Kozakken -
kolonel Liakhoff, die door den Sjah
tot gouverneur van de stad is benoemd,
den staat van beleg voor die stad heeft
afgekondigd en heeft laten bekend
maken, dat het dragen van wapenen
en het schieten ten strengste zullen
worden bestraft. Ook wordt beleediging
van militairen met zware straffen be
dreigd. De kolonel heeft zelfs bepalin
gen uitgevaardigd over de stadsreini
ging, den verkoop van brood en vleesch
en over de standplaatsen van huur
rijtuigen. Zjjne beschikkingen hebben
onder de bevolking heel wat kwaad
bloed gezet.
Het gerucht loopt, dat de Kozakken-
brigade tot 25,000 man versterkt zal
worden. De middelen daartoe zouden
worden gevonden uit een thee- en
suikerbelasting. Rusland beeft tot hef
fing dier belasting voor het genoemde
doel toestemming verleend, hoewel dit
,'land zich, nog kort geleden, toen het
parlement deze belasting wilde in
voeren, samen met Engeland, onder
bewering dat zjjn handelsbelangen
.^daaronder zouden lijden, ten sterkste
daartegen verzette.
Er heerscht op het oogenblik in
Perzië een interregnum, |bet land is
nog steeds zonder ministerie. Daar
over drie maanden eerst de verkiezin
gen voor het nieuwe parlement zullen
plaats vinden, is men van meening,
dat de Sjah dezen tijd zal gebruiken
om met Rusland nieuwe verdragen te
sluiten. De Sjah kan thans, in dezen
parlementloozen tijd, naar willekeur
over de geldmiddelen beschikken. Het
hoofd van het telegraafbestuur heeft
50,000 tomans uitbetaald en van de
douane heeft hy, zonder eenige tus-
schenkomst, 40,000 tomans ontvangen.
Volgens een particulier telegram
uit Tabriz, te Londen ontvangen, is
de toestand aldaar allerkritiekst.
Tabriz en de provincie Aserbeidjen
'izijn het eigenlijke terrein der revolu-
tionnairen en de aankomst der troepen
heeft den toestand aldaar nog verergerd.
Alle winkels en bazars zijn gesloten
en verschillende huizen van leden van
het parlement zijn geplunderd.
De Engelsche minister Grey, deelde
in antwoord op een desbetreffende
vraag mede, dat de Perzische troepen,
die de Britsche legatie te Teheran
hadden omsingeld, thans afgetrokken
zjjn.
Voordat de vluchtelingen het ge
zantschapsgebouw verlaten, wenscht
de Britsche regeering te ontvangen
een schriftelijke verzekering, dat hun
leven en hunne bezittingen geen ge
vaar loopen en wat degenen betreft,
die van misdrijven, andere dan staat
kundige, worden beschuldigd, dat zij
aan een verhoor zullen worden onder
worpen in tegenwoordigheid van een
lid der legatie.
RUSLAND.
Te Jucowka, in het gouvernement
Jekaterinoslof, zijn gisternacht ten
gevolge van een gasontploffing in de
Katharina-schacht. ongeveer 200 ar
beiders gedood. Er werden nog 73 man
levend naar boven gehaald, van welke
echter nog tien stierven. Tot dusverre
zjjn 157 lijken geborgen, die alle ern
stige brandwonden vei toonden.
Het reddingswerk wordt met kracht
voortgezet.
SPANJE.
Te Corunna heeft een botsing plaats
gehad tusschen stakende haven-arbei
ders en politie. Aan beide zijden vielen
gewonden, onder welke ook vrouwen.
Na dit gevecht werd te Corunna
de algemeene staking afgekondigd.
AMERIKA.
In Noord-Mexico blijkt een geregelde
opstand te heerschen. De staat van
beleg is daar dan ook afgekondigd en
in ongeveer honderd dorpen en steden
zyn troepen gestationneerd. De garni-
zoens van Juarez, Ciudad, Portirio,
Diaz en Matamoras zijn versterkt.
Men gelooft, dat de Regeering den
toestand wel meester zal worden,
tenzij de revolutionnaire beweging
aanhangers vindt in het leger.
In kleinere dorpen en op alleen
verklaringen, hjj beantwoordde hare
vragen, terwijl Ilse zat te spinnen
of te peinzen.
Meringers komst vormde weldra
Hilda's dagindeeling. Als hij 's avonds
verwacht werd, zorgde zij op hare
echte huisvrouwelijke wijze voor een
bizonder goed maal.
Zij kwamen elkaar ook vaak op
hunne wandelingen tegen. Hij slenterde
dan naast de zusters door den kalen
Tiergarten, waar het nu zoo frisch
naar vochtige aarde en verwelkte
bladen rook. Of zij liepen langs de
mooie winkels. Hilda en hij bewon
derden vaak met kinderlijke vreugde
de mooie dingen die er uitgestald
lagen, terwijl Ilse als geblaseerd stads
kind er onverschillig over heen keek.
Maar vandaag komt u er niet
zoo gemakkelijk voorbij, mevrouw I"
zei hij eens op een keer. Hjj lachte
vroolijk, terwijl hij naar een boek
winkel wees, waar in de kast de
pas uitgekomen boeken uitgestald
lagen.
Ilse liet haar blik over al die roode,
gele en groene banden glijden. Een
van die boeken trok haar aandacht
„Zooeven verscheen: „De geschiedenis
van een kunstenaar", door Hilmar v.
Bodenbausen."
De uitgever heeft er haast echter
gezet, willen we naar binnen gaan?"
vroeg Meringer.
Ilse stond al op den drempel en
weldra voor de toonbank.
Het boek, dat in de kast ligt,
als het u belieft?" Hare stem trilde.
De geschiedenis van een kunste
naar", van Bodenhausen, mevrouw
De man scheen van te voren te weten
wat zij wilde hebben.
Ja I"
Het wordt ontzaggelijk veel ge
kocht. Ik heb er vanmiddag al twiutig
exemplaren van verkocht. Zoo iets
trekt nu."
De man pakte het boek in een rose
vloeipapier.
Wist u, dat het boek nu zou
uitkomen?" vroeg Ilse buiten aan
Meringer. Zy liep erg hard. Meringer
en Hilda konden haar bijna niet bij
houden.
Niet beslist," antwoordde hij
schouderophalend. „En daarom wilde
ik er van te voren niets van zeggen.
Mag ik hier afscheid van u
nemen
Adieu." Ilse stak hem verstrooid
hare hand toe. „Tot morgen avond
niet waar?"
Meringer nam zijn hoed af.
Ilse liep met het boek tegen zich
aan gedrukt, zwijgend naast Hilda
voort. „Laten we een rijtuig nemen,"
stelde zij voor. Zij hijgde van het snelle
loopen.
Hilda vond het goed. Zij raadde de
reden ervan. Ilse had zoo'n haast om
het boek te gaan lezen!
Vreemd, dat Hilmar het zijne vrouw
niet had voorgelezen voordat het ge
drukt werd. Dat kon men ten minste
toch verlangen als de vrouw van een
dichter. Meringer las hen alles voor
wat hij geschreven had: Hilda kleurde
opeens over die opeenvolging van
gedachten. Als zjj er goed over na
dacht, dan moest zij bekennen, dat
er een groote verandering was ge
komen in hare levensopvatting en in
al hare ideeën. Hare ideeën waren
ruimer geworden van den dag af,
waarop Meringer haar leven was
binnengekomen en haar, de vrouw,
die zoo trotsch was op haar adel en
met sommige harer vooroordeelen
vastgegroeid, door zijn invloed, zijn
verstandelijk overwicht gedwongen
had, om tegen hem op te zien! Zij
kon het zich zelf niet ontkennen, dat
de blonde reuzengestalte haar veel
eigenaardiger en fierder voorkwam,
dan de elegante heeren harer kennis.
Zoodra ze thuis was, verdiepte Ilse
zich onmiddellijk in het boek. Hilda
vond boven in hare kamer een brief
uit Heinrichshagen.
Wordt vervolgd).
Naar het Duitsch,
VAN
HENRIETTE VON MEERHEIMB.
70)
En hij kwam ook heel gauw. |Zijne
bezoeken waren voor de zusters een
welkome afleiding in hun stil bestaan.
Vooral Hilda vond hem hoe langer
hoe aardiger. Hy was zoo heel anders
als alle andere mannen die zy |kende.
Er stak zooveel onverbruikte kracht,
-zooveel natuurlijke beminnelijkheid en
zooveel idealisme in hem, dat men wel
van hem houden moest.
Als Ilse hem zijne lievelingsstukken
voorgespeeld had hij was ook daar
in als een groot kind, hy wilde altijd
weer hetzelfde hooren las hy de
twee zusters zyne ongedrukte hand
schriften voor; het waren vaak bui
tengewoon mooie, fijne dingen, maar
hy liet ze kalm in zijn schrijftafel
liggen. Hy bezat in het geheel niet
het ongeduld van andere schrijvers
die hun werk al afleveren, terwyl de
inkt nog nat is.
Misschien worden ze beter door
het lange liggen, evenals onrijpe
vruchten en jonge wijn," antwoordde
hy hartelijk lachend, toen Ilse er iets
van zei. „De uitgevers loopen me
trouwens ook niet bepaald de deur
plat. Wilt u het hebben, mevrouw?"
Graag." Zy nam het handschrift
van hem aan, met de heimelijke ge
dachte om er door Hilmar's uitgever een
goeden prys voor te krijgen.
Hilda luisterde in den beginne met
matige belangstelling naar hunne ge
sprekken en naar het voorlezen, maar
weldra begon zy er smaak in te
krijgen. Zy begon er zich zelfs over
te schamen, dat zij zoo weinig gelezen
had. Hier had zij er tyd voor; thuis
werd al haar tijd in beslag genomen
door huiselijke bezigheden. Maar Ilse's
huishouding gaf [haar al heel weinig
werk. En dus zat Hilda vaak uren
lang te lezen terwyl Ilse piano speelde
of spon een werkje, waaraan zy
zich op eens met hartstocht was gaan
wijden.
Hilda schafte zich alles aan, wat
Meringer haar aanraadde of wat by
zelf geschreven had. De zusters schenen
van rol verwisseld te hebben. Ilse las
weinig en bemoeide zich alleen met
practische dingen en Hilda zat steeds
met haar neus in de boeken. Lang
zamerhand kwam het zoo ver, dat
Meringer en Hilda met elkaar praatten;
hy wendde zich tot haar met zyne
staande boerenhoeven zitten de be
woners voortdurend in angst, want
grootere en kleinere troepen plunde
raars loopen het land af. President
Porfirio Diaz heeft gelast, dat der
gelijke roovers zoodra zy op heeter-
daad betrapt worden, neergeschoten
moeten worden, wat dan ook met ver
schillende van die heeren is geschied.
In Torreon, waar veel bankinstellin
gen zyn, heeft men veel troepen ge
legd.
De Mexicaansche Regeering blijft de
geheele beweging als het bedrijf van
een rooversbende beschouwen en heeft
een belooning van 250 gulden uitge
schreven voor ieder die een revolution-
nair dood of levend uitlevert mits be
wezen kan worden, dat hy werkelijk
in een complot tegen den Staat be
trokken is.
Antirev. gemeenteraads
loden. Te Utrecht is de constitu-
eerende vergadering van den Bond
van antirev. gemeente raadsleden ge
houden, onder voorzitterschap van
den heer H. van Namen, die, het
woord gaf aan dr. A. Kuyper. Deze
hield een voordracht over: „Zelfstan
dig gemeentewezen." Spr. begon met
zyn blijdschap er over uit te spreken,
dat de antirev. partij eindelijk ook op
het terrein van de gemeentelijke huis
houding de spade in den grond is gaan
steken. Dat by de organisatie van de
partij in haar program van beginselen
aan het gemeentewezen zoo weinig
aandacht is geschonken, weet hy aan
de kleinheid van haar kracht, toen zy
in 1878 optrad. Wat den Bond van
antirev. gemeenteraadsleden betreft,
zoo hij doeltreffend werk wil verrich
ten van meet af, dan zal hij hebben
te onderscheiden tusschen wat hy voor
de plattelandsgemeenten en wat hjj
voor de steden zal willen doen. Veel
meer dan in de steden zoo betoogde
spr. is ten plattelande, in menige
streek van ons land, herstel van een
christelijke gemeentehuishouding nog
mogelyk. Spr. gaf te dien aanzien ver
schillende practische wenken en beval
o. a. de oprichting aan van een bureau
van advies, waar men van het platte
land kan aankloppen om raad en voor
lichting.
„Er zullen jaren voorbijgaan, eer de
Bond met al de vraagstukken gereed
is, die binnen het terrein van zijn
werkzaamheid liggen, doch die gedachte
ontmoedigt spr. niet. Als maar de
Bond zich niet in beuzelingen verliest
en de groote gedachte van ons zelf
standig gemeentewezen steeds als
ideaal voor oogen houdt 1"
DE OORLOGSBEGROOTING.
De Oorlogsbegrooting is afgedaan
heden vindt de eindstemming plaats.
Wat heeft ons deze behandeling, die
eigenlijk het voorspel voor de be-
giootingsdiscussie van 1909 leverde,
geleerd Slechts dit, dat de Minister
van Oorlog nog niet weet hoe by de
defensie zal aanpakken. Van een op
één vast doelwit gericht ernstig streven
is by Zyne Excellentie niets gebleken.
Vermoedelijk zal de generaal Sabron
in het stroeve raderwerk hier en daar
een droppel olie gieten, misschien zal
hy het vuur nog wat opstoken, maar
van een ingenieus plan tot verande
ring is niets gebleken. Al naar't toe
val een misstand aanwees, liet de
Minister er zijn gedachten over gaan.
Oplappen, blijft het parool, oplappen
onder toezicht van een Raad van
Defensie, dien de Minister „niet ver
zonnen heeft" en die bestemd om
de politiek buiten de defensie te
houden niet anders is dan de vrucht
of neen, dat ware een euphemisme
dan de leege peulschil van een
louter politiek, d. i. propagandistisch
Kamerdebat.
Of wij nu zoo sterke bewondering
voelen voor de stuurlui aan wal, de
sociaal-democraten voorop, die by elke
gelegenheid critiseeren Verre van
dien. Soms is die critiek te onrijp en.
te ruw, dan dat mer. er iets anders
dan een propagandadoel achter vinden
kan. Soms ook is zij te zeer los van
het bestaande, vergeet zy, dat een
hervorming nooit in een slag met
miskenning van wat is, kan plaats
vinden.
De legercritiek is menigwerf haar
eigen vijand zy beeft uit haar vlegel
jaren nog te veel overgehouden. Wij
zeggen zulks in 't algemeen, volstrekt
niet met de gedachte aan deze op
enkele punten vrijwel geconcentreerde
discussie, maar wy zeggen het, om
dat, zoo de verschijnselen niet be
driegen, reeds thans het goede dier
critiek, den boventoon gaat voeren.
Een richting begint zich te toonen,
gaandeweg meer geprononceere en doet
hopen, dat niet al te lang meer de
natie op een normale, practische en
krachtige organisatie der defensie be
hoeft te wachten.
Aangenaam, wy schreven het reeds
in ons vorig Overzicht, trof des Mi
nisters sympathie-betuiging met het
gymnastiek-onderwys. Dkdr en daar
uitsluitend moet de kiem van het
volksleger worden gezocht. Onberaden
ware het, op anderen dan dezen grond
slag een legerhervorming te ontwer
pen. Dat een Minister dien weg ook
eens uitziet, uitgaat, mogen wij
heelaas niet zeggen, is in elk geval
het resultaat der politiek, die zich
langzamerhand met de defensie is gaan
bemoeien. Het volk heeft belangstel
ling opgevat; in breeden kring vraagt
men zich af, hoe de evolutie op defen
siegebied zal moeten loopen en velen
hebben, voor dat beroeps-militairen
zich daartoe aangetrokken gevoelden,
begrepen, dat de verdediging des lands
moest worden toevertrouwd aan jon
gelingen en mannen, die van af hun
prille jeugd lichaam en geest oefenden
om voor die taak berekend te zijn.
Eerst wanneer de oefening in de ka
zerne de kroon wordt op de democra
tische [ontwikkeling van het kind tot
man, eerst als een ieder zich van den
beginne af aan zyn plicht voorhoudt
een deel der verantwoordelijkheid voor
de nationale eer te dragen, zal er van
een volksleger in den waren en vollen
zin des woords gesproken kunnen
worden. Maar dan zal de zorg voor
de defensie ook nog schooner vruch
ten afwerpen dan alleen de zeker
heid onze onafhankelijkheid door
eigen kracht te kunnen en te wil
len bewaren, kome wat wil. Dan zal
het maatschappelijk leven een
stap voorwaarts hebben gemaakt,
en op alle gebied zich de heilzame
invloed eener zoodanige opvoeding