STADSNIEUWS.
Uit de Omgeving.
WEERBERICHT.
Thermometerstand
BINNENLAND.
Ingezonden.
MEDEDEELINGEN VAN HET
KONINKL. NED. MET. INSTITUUT.
(Opgemaakt voorm. 10.50 uur.;
De Bildt, 24 Juli 1908.
Hoogste barometerstand 768.4 m.M.
te Stokholm; laagste 752.2 m.M. te
Seijdisfjord.
Verwachting tot den avond van 25
Juli 1908.
Wind Zwakke veranderlijke wind.
Gesteldheid van de luchtLichte
bewolking, waarschijnlijk droog weer
met eenige kans op onweer.
TemperatuurWarm weer.
Barometerstand te AMERSFOORT.
uup an-M.
Vorige stand te 12 uur 767 m.M.
te Amersfoort.
Hoogste gisterenF. 76
Laagste hedennacht F. 56
Hedenmiddag 12 uur F. 74
AMERSFOORTSCHE
BAD- EN ZWEMINRICHTING.
Temperatuur van het water op
Vrijdag 24 Juli des morgens 7 uur
- 64» F.
Gemeentelijke werkloo-
zenverzekering. Een vrij be
langrijk rapport waarover in den
Gemeenteraad van Groningen zeker
nog wel het een en ander zal worden
gezegd is verschenen. Het is het
rapport van de commissie van vijf
Raadsleden in het vorig jaar benoemd
om te onderzoeken of de stichting van
een fonds tot steun van werklieden
tegen de geldelijke gevolgen van
werkloosheid haar ter stede wensche-
ljjk mocht worden geacht en zoo ja
hoe een dergelijk te stichten fonds
behoorde te werken.
De commissie heeft blijkbaar veel
werk van de zaak gemaakt.
Zjj heeft vragenlijsten rondgezonden
aan vakvereenigingen, inlichtingen
ingewonnen in de plaatsen waar der
gelijke fondsen reeds zijn opgericht.
Zij heeft veel tijd en moeite besteed
aan het verzamelen van de meest
uiteenloopende gegevens welke in
meerdere vergaderingen der commissie
zjjn bediscussieerd.
Na een langdurig maar degelijk
onderzoek zijn de commissieleden thans
tot overeenstemming gekomen.
Zij stellen thans den Raad voor
over te gaan tot de stichting van een
gemeentefonds ter bevordering van de
verzekering tegen de geldelijke ge
volgen van werkloosheid, welk fonds
zijn middelen moet vinden in subsidies,
makingen en schenkingen, en waarvan
de gemeente de administratiekosten
zal hebben te dragen.
Uit dit fonds zullen uitkeeringen
worden gedaan aan toegelaten ver-
eenigingen bij deze van bijslag op de
uitkeeringen die deze aan hare werk-
looze leden toekennen. De vereeni-
gingen die dus voor bijslag in aan
merking komen moeten een werk-
loozenkas bezitten welke geheel af
gescheiden van de overige geldmiddelen
der vereeniging wordt beheerd. Voorts
moeten bedoelde vereenigingen rechts
persoonlijkheid bezitten en zijn werk
liedenvereniging van vakgenooten.
Bij werkstakingen, uitsluitingen,
ziekte en ongevallen wil de commissie
geen recht op den bijslag zien ge
geven. Zij wil voorts den bijslag niet
langer geven dan de uitkeering der
vereeniging, terwijl het bedrag van
den bjjslag ten hoogste f 0.50 per dag,
nooit meer zal zijn dan hetgeen de
vereeniging uitkeert. Langer dan zestig
dagen in een kalenderjaar wil de
commissie den bijslag in geen geval
zien toegestaan.
Dit zijn in hoofdzaak de bepalingen
door de commissie gemaakt in de door
aar opgemaakte concept-statuten,
elke in de Raadsvergadering van de
volgende week, zooals gezegd, onge
twijfeld nog wel aanleiding tot be
spreking zullen geven.
Landweerwet. Tot aanvul
ling en wijziging van eenige bepalingen
der Landweerwet is een wetsontwerp
ingediend, waarvan de voornaamste
strekking is lo. aan de burgerlijke
autoriteiten de bevoegdheid te geven
een beroep te doen op de medewerking
der Landweer, op gelijken voet als dit
't geval was bij de vroegere schut
terijen 2o. eenige andere bepalingen
van de Landweerwet te wijzigen of
aan te vullen. Deze aanvullingen en
wijzigingen beoogen voornamelijkver
ruiming van besteraming, waarmede
de dienstplichtigen, die bij de militie
voor korte oefening werden ingelijfd,
naar de landweer overgaanopneming
in de wet van een bepaling, volgens
welke aan de verlofgangers der Land
weer, met uitbreiding van hetgeen ter
zake thans wettelijk is vastgesteld,
vergunning kan worden verleend om
tot vermeerdering van hunne militaire
kennis en geschiktheid vrijwillig onder
de wapenen te komen zoomede her
ziening van de bepalingen omtrent het
jaarlijksch onderzoek over de verlof
gangers van de landweer.
Door de Amersfoortsehe Schiet-
vereeniging „Broederschap" is defini
tief besloten deel te nemen aan den
te Arnhem te houden, nationalen wed
strijden voor korps op beide lange
banen.
Zeer waarschijnlijk gaan als korps-
schutters de heeren W. B. Smit, A.
v. Heuvelen, D. v. d. Heul, W.
Ruitenberg en E. J. Ruitenberg.
Tot leeraar aan de Meisjesschool
te Hilversum is benoemd de heer H. W.
van Esveld, doctorandus in de classieke
letteren hier ter stede.
We herinneren er aan, dat
hedenavond half negen de Amers
foortsehe Vereeniging tot bestrijding
der Tuberculose een ledenvergadering
houdt in Ons Huis.
Het Bestuur der afdeeling van
het Centraal Genootschap voor Kinder-
herstellings- en Vacantiekolonies heeft
bericht ontvangen, dat de spoorweg
maatschappijen gunstig beschikt heb
ben op het verzoek om een bijzonder
tarief reiskosten heen en weer voor
elk getal kindereu en geleiders door
de afdeelingen van het Genootschap
naar of van een der koloniehuizen uit
gezonden.
Bij de H. IJ. S. M. is reeds een besluit
in werking getreden dat voor kinderen
en geleiders op heen- en terugreis
slechts de helft behoeft te worden
betaald van den gewonen enkelen
reisprijs derde klassetwee kinderen
beneden 10 jaren worden voor éen
persoon gerekend.
Ook de S.S. vraagt de helft van de
enkele reisvracht, terwijl voorkinderen
van 4 tot 10 jaar een vierde van
enkelen prijs wordt gerekend.
Reeds eenigen tijd bestond er on-
eenigheid tusschen de leden van de
Amersfoortsehe Vrijwillige Brandweer
onderling. Deze twist is ten slotte
zoo hoog geloopen, dat verschillende
klachten het college van Burgemeester
en Wethouders hebben bereikt, dat
ten slotte gemeend heeft te moeten
ingrijpen. De w.n. Burgemeester, de
heer E. L. Visser heeft gisteren nu
de Am. Vrijw. Brandweer voorloopig
geschorst ten einde een onderzoek
naar de ingekomen klachten in te
stellen. De opzichter van het mate
rieel is gemachtigd bij de comman
deurs de sleutels op te vragen, het
geen gisteren dan ook reeds is geschied,
terwijl de leden der A. V. B. een
aanschrijving hebben ontvangen, dat
zij in geval van brand, niet behoeven
uit te rukken. Al het materieel, dat
eigendom is der gemeente, is dan ook
tevens voorloopig aan de beschikking
van de Am. Vrijw. Brandweer ont
trokken.
Zooals men zich wellicht zal herin
neren, wezen wij vorig jaar reeds op
de minder goede verhouding, die in
de A. V. B. heerschte.
Voor menigeen moge de vacantie
tijd een prettige tijd zijn, er zijn ook
veel menschen, die nu reeds, aan het
begin dezer periode, de verzuchting
slaken: waren de scholen maar weer
begonnen. Nu toch zijn de jongens
voor een groot deel van den dag langs
den weg en dan halen ze ook nog al
eens een en ander uit, dat niet precies
door den beugel kan. Zoo hebben ze
1 ook weer een rieten afschutting van
een huis aan de Blankenheijmstraat
deerlijk gehavend, zoodat er hier en
daar gaten in zijn. In het voorjaar
hebben ze dit ook geleverd en nu
alles weer van nieuw riet is voorzien
beginnen ze de plundering opnieuw.
De bewoner verzekerde ons, dat hij de
politie er nu in gemoeid heeft en we
hopen van harte, dat het eens zal
gelukken eenige van die straatbengels,
die zoo weinig eerbied voor een anders
goed hebben, een geduchte bestraffing
toe te dienen.
Door de politie is een vreemde
ling aangehouden, naar z(jn izeggen
uit Nizza afkomstig. Hij was hierheen
gekomen „pour la santé", maar de
politie vond dit geen voldoende legi
timatiebewijs en omdat mijnheer geen
papieren bij zich had is hij naar
Utrecht gebracht, vanwaar hij verder
is vervoerd om over de grenzen te
worden gezet.
Gisteren is door de politie weder
een gesignaleerde aangehouden.
Aan het politiebureau is gede
poneerd een portemonnaie met eenig
geld, die op den openbaren weg ge
vonden is.
Door de Afdeeling „Amersfoort"
van den Bond van Ned. Onderw. is
de volgende circulaire aan de Raads
leden gezonden:
Amersfoort, Juli 190S.
L. S.
Naar aanleiding van het door B. en
W. uitgebrachte Rapport betreffende
het adres van de afdeeling Amersfoort
en O. van den Bond van Ned. Ond.,
nemen wij beleefd de vrijheid, alsnog
op 't volgende de aandacht te vestigen.
In ons adres, dato 29 Juni hebben
wij
lo. een klacht gericht tot den Raad
over de handelwijze van twee leden
van het Dageljjksch Bestuur tegenover
een onderwijzeres aan de Meisjes
school alhier,
2o. een verzoek om een grondig
onderzoek in te stellen en daarna een
oordeel uit te spreken.
Nu bevreemdt het ons ten zeerste,
dat B. en W. in hun Rapport breed
voerig trachten uiteen te zetten de
gronden voor hun optreden en dan
tusschen de regels door willen doen
lezen, dat daarmede ook de manier
is verdedigd, maar op de door ons
aangevoerde kwestie, n. 1.
DE AANRANDING VAN DE
RECHTSPOSITIE
in 't geheel niet zijn ingegaan.
B. en W. hebben uit het oog ver
loren, dat het daarover hoofdzakelijk
ging en dat we de paedagogische zijde,
n. 1. 't al of niet geschikt zijn der
onderwijzeres, geheel buiten beschou
wing hebben gelaten. O. i. draait het
gegeven Raadsstuk om den kern dei-
zaak heen.
Wat is n. 1. de kwestie
B. en W. stellen het voor, alsof in
deze door hen tegenover de onderwij
zeres zoo humaan mogelijk is gehan
deld. Wij achten het onzen plicht
vooral hier tegen op te komen. Meer
humaan was o. i. de volgende manier
van doen geweest
1. Gesteld, er zjjn over een leer
kracht bij het Openbaar Onderwijs
schrijtelijke klachten ingebracht bij het
Dagelij ksch Bestuur door ouders van
leerlingen, van dien aard, dat B. en
W. noodig oordeelen, een onderzoek
in te stellen.
2. Nu moeten o. i. door B. en W.
rapporten worden gevraagd aan hen,
die belast zijn met het toezicht, n. 1.
a. aan 't hoofd;
b. aan den arr. schoolopziener;
c. aan de schoolcommissie.
3. Eerst naar aanleiding van die
rapporten mag dan, in overleg met
hen, door wie en met hem of haar,
over wie ze werden uitgebracht, ver
der gehandeld worden en getracht,
een bevredigende oplossing te vinden.
Deze gang van zaken wordt hier
aangegeven ter nadere toelichting van
de principieele zijde der kwestie (punt
4 van ons adres)thans zijn we ge
naderd tot de actueele zijde (punt 1,
2 en 3).
Al dadelijk willen we er dan met
nadruk op wijzen, dat B. en W. blijk
baar aan géén der voorwaarden, ge
noemd onder 2 en 3 hebben voldaan
lo. In 't Raadsstuk wordt meege
deeld dat 't Rapport van -'t Hoofd
eerst na ons adres werd aangevraagd
2e. is ons dat bekend uit andere
bronnen en mededeelingen waarvoor
we nog niet het recht van publiceering
hebben aangevraagd. Verder drukken
we er onze groote verbazing over uit,
dat de jaarlijks verschijnende verslagen
over den toestand van het lager Onder
wijs in deze gemeente door de School
commissie nimmer aanleiding hebben
gegeven tot vermoedens omtrent een
toestand, zooals B. en W. die in hun
Raadsstuk nu voorstellen, een toestand,
van dien aard, dat ernstig ingrijpen
noodig geoordeeld werd. Uitdrukkelijk
werd er ons op gewezen, dat schrijte
lijke klachten met aanwezig waren,
blijkens mededeelingen van den Wet
houder van Onderwijs, terwijl dit ook
wel uit 't Raadsstuk zelf blijkt, waar
met geen enkel woord over de aan
wezigheid van zulke klachten wordt
gesproken, maar wel een rapport wordt
overgelegd, dat eerst na 't optreden
van den Bond werd uitgebracht.
Wat hebben we hieruit op te maken
Hebben B. en W. dan op een voor
de onderwijzeres zoo grievende manier
ingegrepen alleen op grond van monde
linge meededeelingen aan één van
hun College (zie wat B. en W. daar
omtrent zelf zeggen), mededeelingen,
welke maar al te dikwijls den vorm
aannemen van „praatjes"? Is er wel
aan gedacht, dat een leerling, klagende
over zijn onderwijzer of onderwijzeres,
de zaken veelal valsch, onwaar en in
eigen belang zal voorstellen Of
hebben de ouders, zoo verstandig zijnde
zich niet met praatjes van kinderen
in te laten, zich ook op andere wijzen
trachten te overtuigen omtrent een
onoordeelkundig optreden van bedoelde
onderwijzeres
Het antwoord op al deze viagen
is voor ons niet twijfelachtig. Duide
lijker nog dan uit ons adres, dat uit
den aard der zaak beknopt was, blijkt
uit bovenstaande, dat hier is opge
treden op een wijze, zoozeer afwijkende
van de meest wenschelijke, dat wel
degelijk daardoor de rechtspositie van
de onderwijzeres is geschaad. De z.g.
vriendelijke wenkom te trachten, weg
te komen blijkt niets meer of minder
geweest te zijn, dan een dreigen met
ontslagiets, waartoe in den regel
eeist in 't allerlaatste geval wordt
overgegaan, nadat iedere andere moge
lijke en bevredigende oplossing on
mogelijk is gebleken.
Aan 't slot van dit gedeelte van
ons betoog willen we nog op iets
w(jzen. Was n.l. de manier waarop
èn de Wethouder van Onderwijs èn
de Burgemeester persoouljjk tegenover
de Onderwijzeres optraden, wel geschikt
om haar kalm te stemmen
Is haar voldoende gelegenheid ge
schonken, over de haar gedane vragen
kalm en rustig na te denken, m.a.w.
zijn de antwoorden, waarop B. en W.
in hun raadsstuk steunen, soms ook
gegeven in een stemming, waarin zij
maar al te zeer geneigd was alles te
bevestigen Dat dit een factor is van
gewicht in deze kwestie, zal stellig
door niemand ontkend worden.
II.
Thans willen we het Raadsstuk ook
eens van een anderen kant beschou
wen en enkele zaken behandelen, die
we in ons adres onbesproken lieten,
maar lot welker behandeling we ons
nu gedrongen gevoelen, te meer, daar
B. en W. in meer genoemd Raadsstuk
bedoelde onderwijzeres voorstellen als
ongeschikt voor haar taak en dit
trachten te bewijzen met een rapport
van het Hoofd der School. Is dat
rapport wezenlijk van dien aard, dat
B. en W. hierop hun besluit van
ongeschiktheidsverklaring kunnen
gronden? Zoo ja, hoe zijn de uitspra
ken in dit rapport dan overeen te
brengen met vermoedens van 't Hoofd,
dat z(j op een andere school met een
andere schoolbevolking beter zou
voldoen Hier wordt dus niets meer
of minder gezegd, dan dat de leer
kracht zich maar schikken moet naar
de leerlingen. Hoe nu aan de betrok
ken school de verhouding tusschen
de eersten en de laatsten is, laten
we hier geheel in het midden, maar
een dergelijke toestand, in 't leven
geroepen door ouders en bestendigd
door autoriteiten lijkt ons op den
duur onhoudbaar voor het personeel.
Indien geen heilzame samenwerking
zoowel tusschen huis en school als
tusschen autoriteiten en personeel
tegenover onverstandige ouders in 't
leven geroepen kan worden, zoo staat
het voor ons vast, dat meerdere leer
krachten het slachtoffer zullen worden
van dezen o. i. zeer verkeerden toe
stand.
Reeds meermalen trok het onze
aandacht, hoe aan de Meisjesschool
alhier achtereenvolgens verscheidene
leerkrachten de school op een eigen
aardige, vreemde wjjze verlieten, of
hoe solliciteerenden zich terugtrok
ken. Na al, wat in den laatsten tyd
gebeurde, stemt dat tot nadenken.
Nogmaals, wat ons zoo nu en dan
ter oore kwam omtrent enkele ge
vallen aan die school, welke een
eigenaardige licht werpen op de ver
houding van ouders en personeel,
wenschen we nu nog onbesproken te
laten. Maar in 't vervolg, zal iedere
voor het personeel onaangename
kwestie met ouders of leerlingen, door
ons, voor zoover 't mogelijk is, wor
den nagegaan.
En zulks niet uit bemoeizuchtmaar
omdat wij het onzen plicht achten, tegen
aan collega's gepleegd onrecht op te
komen. Al hebben ze ook steeds ver
van ons en onze beweging gestaan,
dan nog zullen we strijden voor hunne
rechtende rechten van ieder onder
wijzer, wijl dit zaken zijn van al
gemeen belang. Dat een dergelijk
streven gequaliticeerd wordt als dom
en absurd, kunnen we hieruit ver
klaren, dat het in het geheel niet
begrepen wordt. Hiertegen behoeft
Diemand „in bescherming te worden
genomen." Willen autoriteiten de
onderwijzers wezenlijk beschermen,
dan behoeven zjj dat niet te doen
tegen ons, maar in de eerste plaats
tegen onverstandige ouders.
Al bereiken we niet dat, wat we
gaarne gewild hadden, daar de onder
wijzeres reeds vóór wij iets van da
zaak afwisten, een benoeming elders
aanvaard had, wij weten goed te heb
ben gehandeld.
W(j stellen er zelfs een eer in, de
eenigen te zjjn geweest, die een woord
van protest hebben doen hooren. Al,
wat we zegden, kunnen we verant
woorden, zoodat we met vertrouwen
het verder verloop der zaak afwachten.
En, al heeft dit geen ander retultaat,
dan dat voortaan voorzichter gehandeld
zal worden, ook dan reeds z(jn we
tevreden.
Het Bestuur van de Afd.
Amersfoort en Omst.
v. d. Bond v. Ned. Ond.
OUD-HOLLAND TE BAARN.
Omtrent het Oud-Hollandsche Markt
plein te Baarn, waarvan wjj in ons
vorig nummer reeds melding maakten,
schrijft men aan het Vad. o.a.
De vereering van oude gebouwen
met bezienswaardige gevels neemt
gaandeweg toe; waar men dergelijke
oudheden bezit, wordt er nauwkeurig
aandacht aan geschonkengeen won
der, dat van dit feit wordt geprofi
teerd door hier en daar tentoonstel
lingen van oud-Hollandscho gevels,
voorwerpen, kleedijen, winkels, woon
huizen enz. op touw te zetten.
Pas hebben wij te Harlmgen een
dergelijke tentoonstelling gehad, daar
voor te Amsterdam, en nu weer heeft
te Hoorn, de pachter van het Oranje
park te Baarn, den geheelen tuin doen
veranderen in een oud-Hollandsch
marktplein.
Door een aardige poort van 1542
binnengekomen zijnde, bevindt men
zich voor een reeks typische, aardige
gevels uit de 16e en 17e eeuw, 22 in
getal, de een grooter dan de andere
doch over 't algemeen kunstig bij
elkaar gezocht.
Bij de poort is het wachthuis, waarin
piekenieren zich gereed houden om
hun diensten te presteeren, terwijl
tusschen winkels van allerlei soort,
waarin de bezoekers door personen in
oud-Hollandsche kleederdracht bediend
worden, bijzonder op den voorgrond
treedt het diorama van de Gebrs.
Beyne, uit Amsterdam, waarin een
groot schilderij, Leiden's beleg voor
stellende, wordt tentoongesteld.
Behalve dit gebouwtje z(jn nog te
vermelden waard het meubelhuis van
H. A. Cramer, te Baarn, de stads
drukkerij van G. Bakker, de manu
facturenwinkel van A. J. Hertogh.
In den len en laatsten winkel zijn
zeer aardige voorwerpen te verkrijgen,
terwijl in de stadsdrukkerij een zeer
oude pers oud-Hollandsch werk levert.
Een taverne is bezet door den wafel
bakker Coppen, uit Amsterdam, ter
wijl op 't plein tusschen een paar
oud-Hollandsche café's een soort
theater is, waar o.a. Joh. Schmier en
specialiteiten de bezoekers amuseeren.
De klepperman doet van tijd tot tijd
de ronde om publiciteit te geven aan
een of ander genomen besluit, verloren
voorwerpen, een voorstelling enz., de
wacht trekt op gezetten tijd door de
stad, voorafgegaan door muziek.
De bewerking is van de Gebrs.
Beyne uit Amsterdam, die alle eer
hebben voor 't karakteristiek geheel.
De tentoonstelling is open van 2-54
en 711 uur, terwijl 29 en 30 Juli
een illuminatie der huizen en gevels
zal plaats vinden.
Ongetwijfeld zullen een menigte
bezoekers en bewoners van 't Gooi op
de tentoonstelling van hun belangstel
ling doen blijken.
ZEIST. In den Gemeenteraad is
meegedeeld, dat van het Rijk geen ver
dere concessies in zake de plaatsing
van het Postkantoor zijn gedaan, zoo
dat B. en W. geene vrijheid vonden
om den Raad voor te stellen gelden
toe te staan tot plaatsing op het Rond
(voor dit terrein werd f 32,000 door
den eigenaar gevraagd). De Raad was
van dezelfde meening, zoodat het Post
kantoor thans aan de Heerenstraat zal
komen te staan.
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.
Mijnheer de Eedacteur.
Beleefd verzoek ik u opname van de
volgende regelen, waarvoor bij voor
baat dank.
't Was in het Septembernummer
van 1907 van het tijdschrift „Onze