DAGBLAD voor AMERSFOORT en OMSTREKEN. ï1 Hf A SA A R. No. 179. WOENSDaG 2 SEPTEMBER 1908. 5e JAARGANG. Üit.gav8 van de Naaml. Vennootsehap „DE EEMLANDER". Versehijot, dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. HALF BLAD. Nabetrachting over den Gemeenteraad. FEUILLETON. BUITENLAND. DE EEMLANDER Hoofdredacteur R. G. RIJKENS. Abonnementsprijs Per jaar met geïllustreerd Zondagsblad Franco per post id. Per 3 maanden id. Franco per post id. Afzonderlijke nummers f 4.— - 5.60 - 1.— - 1.40 - 0.05 Bureau BREEDE STRAAT 18. Telefoon Interc. 62. Prijs dor Advertöntiën Van 1 tot 5 regels Voor iederen regel meer Buiten het Kanton Amersfoort per regel (Bij abonnement belangrijke korting.) f 0.40 - 0.08 - 0.10 Er is gisteren in de openbare zit ting van den Raad al heel weinig gepraat. Daar zat voor een nabetrach ting „niets geen copy in", zooals de journalisten plegen te zeggen. Het eeuige wat nog stof hiervoor zou hebben kunnen opleveren, werd met gesloten deuren behandeld. Dat was de vraag van den heer Plomp, naar de leidende gedachte die bij het Dagelijksch Bestuur had voorgezeten bij het opmaken der aanbevelingslijst voor een inspecteur van het Bouw- en Woningtoezicht. Dat deze zaak met gesloten deuren werd behandeld is iets, waarmee zelfs een journalist die anders liever overal hun neus in steken vrede kan hebben. Intusschen schijnen B. en W. toch goede gronden gehad te hebben, waar om zij de aanbevelingslijst aldus had den ingericht; immers op twee na vereenigde de eerstgeplaatste alle stemmen op zich. Dat aan het verzoek, betreffende het verleenen van een buitengewone vergunning voor „Birkhoven" niet kon worden voldaan, hadden we reeds de vorige week meegedeeld. Het zal den exploitant naar we hopen en ver trouwen wel niet al te zwaar vallen de twee vereischte vergunningen op te koopennaar we hooren is dit reeds voor de helft geschied. Het drukke bezoek waarin het landgoed zich in de afgeloopen weken reeds mocht verheugen en do goede roep, die er van het restaurant uitgaat, zullen den exploitant wel bereid doen zijn zich deze opoffering te getroos ten. Met genoegen hebben we gezien, dat het rapport der commissie in zake eene verzekering van gemeentewege tegen werkloosheid reeds by den Raad is ingekomen en dat dit onderwerp reeds in de volgende zitting zal wor den behandeld. Zal ze dezen winter dook MARTLLE MARKOVITCH. (naar het fransch). 16) De schepen, die de landverhuizers naar den anderen oever moesten overbrengen, waren nog niet ter plaatse aanwezig. Derhalve kam peerde men in de omgeving van Poti, de droge plaatsen tusschen de rijst velden, welke deze feitelijk slechts uit een moeras bestaande vlakte be dekken, voor dit doel opzoekend. Weldra verkreeg het Mingrelische landschap, waar aan alle zyden tot by den oever der zee de bivouac-vuren ontstoken werden, het voorkomen van een onmetelijk barbaarsch kamp uit den tyd der volksverhuizing. Ik gevoel, dat m.yu einde uadeit, nog iets uitwerken, dan wordt het tijd. Veel tyd zal de behandeling wel niet in beslag nemen, want de zaak is, naar wat we er over gehoord heb ben, uitstekend voorbereid. Haast wilde ook de heer Jorissen gemaakt zien met de behandeling van het adres van de Amersfoortsche ver- eeniging tot bestrijding der tubercu lose. Het is niet veel wat de ver- eeniging vraagtslechts f 500 en we hebben het vermoeden, dat de/.e som met groote bereidwilligheid zal wor den toegestaan. Zelden valt er beter werk te doen voor een Raad. Dat op verzoek van den heer van Duinen een nader adres van de firma H. A. de Vries, inzake leveranties aan de Gasfabriek, zal worden gepu bliceerd, behoeft men niet uit te leggen, alsof dit Raadslid meent, dat het gelijk aan den kant van den adressant zou zyn. Dit is zeker, dat de firma de Vries van volhouden weet, maar het zou ons verwonderen als zij geiyk kreeg. Intusschen houden zulke lieden den Raad aan de praat evenals de bewoners van den Bis- schopsweg die alweer met een adres tot verharding van dien weg komen. 't Spreekt van zelf dat de Raad er geen woorden over vuil maakte. Als zoo kort geleden dezelfde zaak nog grondig is behandeld en afgedaan, zou het tydvermorsen zün er veel over te redeneeren en beneden de waardig heid van den Raad ook. EEN BOEK VAN KOEROPATKIN. Generaal Koeropatkin, wiens naam verbonden blijft aan etteiyke zware nederlagen der Russische troepen in Mandsjoerye, heeft een boek geschre ven over den Russisch-Japanschen oorlog. Het mag in Rusland niet ver schijnen; het is verboden, want het bevat dingen die de hofkringen sterk compromitteeren. Maar in Amerika zal straks in September een uittreksel uit het werk van Koeropatkin worden uitgegeven door George Kennan. Van dit zeer uitvoerige uittreksel geeft een Duitsch blad een overzicht. Het trekt zeer de aandacht. In het Russisch-Japansche verdrag van Maart 1902 was bepaald dat de Russische troepen het zuiden van Mandsjoerye zouden ontruimen en de minister van oorlog, toen Koeropatkin, hield zich ernstig bezig met deze ont ruiming toen de staatsraad Besobra- sof, wiens naam in verband met het conflict tusschen Rusland en Japan ook vroeger dikwijls werd genoemd, in het oosten verscheen en graaf Witte, zonder de goedkeuring te vragen van den minister van oorlog, de groote havenstad Dalny op Chi- neeschen bodem deed verrijzen. Het waren de plannen van Besobrasof, die het wantrouwen der Japansche regee ring wekten. Hy wilde de bosschen aan de Jaloe, den grooten houtryk- dom van Mandsjoerye exploiteeren. Om die onderneming te dekken, verlangde eD verkreeg hij dat zeventigduizend Russische soldaten in Mandsjoerye werden samengetrokken. Zy moesten tevens dienen om een mogelyken aan val van Japansche zyde af te wijzen. De ministers Witte, Koeropatkin en Lamsdorf waren zeer tegen de plannen van den staatsraad, inaar hun verzet baatte hun niet. Toen Alexejew tot stadhouder werd benoemd, nam Koe ropatkin zijn ontslaghem bleef niets anders over na de stellige wijze, waarop hy zich tegen de plannen had verklaard, die ook door Alexejew werden voortgestaan. Waarom George Kennan verklaart dat ook. Alexejew behoorde tot de maatschappy die de bosschen aan de Jaloe wiide exploi- teeren. Hy voegt er bij, dat de Tsaar daarby voor twee millioen roebels was betrokken, dat grootvorsten en misschien de keizerin-moeder ook aandeelhouders waren. Zoo kwam het dat iedereen in het oosten Besobrasof vreesdede Tsaar stond achter hem en dat Alexejew de Russische troe pen in Mandsjoerye liet. Alexejew speelde een dubbel spel. Tegenover ministers ils Koeropatkin keurde hy de handelingen van Besobrasof af, maar inderdaad begunstigde hy die. De Tsaar had naar het schynt een onbepaald vertrouwen in Besobrasof en de waarschuwingen van Koeropatkin maakten op hem geen indruk. Maar Koeropatkin had gewaar schuwd en wel zeer ernstig. In een rapport aan den keizer schreef hij o. a.Dat onze bezetting van Zuid- Mandsjoerye aanleiding zal geven tot het bezetten van Zuid-Korea door Japan staat vast. Maar voor 't overige is alles onzeker. Als Japan dien maat regel neemt zal het zyne strijdmacht Thamar, zeide de oude Hamarzat tot zyn dochter, toen zij onder hun tent hadden plaats genomen. Luister naar mijn laatste bede: ik wensch, dat myn gebeente in gewijde aarde, te midden onzer broeders van den Islam, zal rus ten. Ik zweer het u, vader, het zal geschieden volgens uw wil. Wat er ook moge gebeuren, ik zal myn plicht tot het einde toe vervullen. Nog dienzelfden dag kwamen de barken der Turksche smokkelaars de landverhuizers halen. Nadat hunne komst was aangekondigd, stormde de menigte naar het zeestraud in een onbeschryflijk koortsachtig verlangen om te vertrekken. Vader, sprak Thamar, verzamel uw laatste krachten indien wij den oever slechts bereiken, dan kunnen wij nog vóór den avond vertrekken. Reeds hoopten de landverhuizers zich onder luid getier in de schepen op elkander verdringend en ten on derstboven werpend. De zwakste wer den onder den voet geloopen of in zee geworpen, waar zy in de golven omkwamen, zonder dat zich te midden dezer algemeene onverschilligheid een hand uitstrekte om hen te redden. Door geduchte slagen met een eind touw dwongen de smokkelaars diege nen, die, de kunst van zwemmen machtig zijnde, in zee waren gespron gen en zich aan de vertrekkende vaar tuigen hadden vastgeklemd, om los te laten. Gevaar loopende van onder het ge wicht dezer tallooze lichamen te zul len omslaan, kozen de schepen het ruime sop, zonder zich te bekommeren om het wanhopig geroep van hen, die achterbleven. Kinderen van hun moe ders gescheiden, en op het strand achtergelaten, stieten hartverscheu rende kreten uitvrouwen bleven han denwringend de schepen nastaren of trokken zich in wanhoop de haren uit het hoofd en eenige onder haar, door waanzin verbysterd, sprongen in zee, waar zy den dood vonden. Laten wy ons haasten vader, sprak Thamar. Nog slechts enkele schreden en wy zyn aan de haven. Doch in plaafs van te antwoorden in het oosten zeer moeten versterken en wij zullen genoodzaakt zyn het zelfde te doen. Zoo zullen twee vol ken, die zoo verschillende belangen hebben, dat zy zeer goed in vrede kunnen leven, een gevaarlyken wed strijd beginnen. Wij Russen zullen ons in het Oosten niet anders kunnen versterken dan op kosten van onze defensie in het Westen. Als nog an dere mogendheden zich met de zaak inlaten, zullen wy staan voor een bloedig conflict. Japan is zeer sterk. Zelfs als wy het slaan in Mandsjoerye kunnen wij het niet vernietigen en ook geen afdoend succes behalen zoo lang wy niet den strijd op zijn grond gebied overbrengen. Dat is natuurlyk niet onmogelijk, maar een vijandelijken inval in een land dateeneoorlogszuchtige bevolking beeft van zevenenveertig mil lioen menschen en waar zelfs de vrouwen aan een nationalen verdedi gingsoorlog zullen deelnemen, is eene zeer ernstige onderneming. En als wij Japan niet geheel vernietigen, als wy het niet het recht en de macht ont nemen eene vloot te hebben zal het wachten tot wij eenen oorlog in Europa te voeren hebben en dan ons aanvallen, hetzy alleen of in verbond met zijne vijanden in het Westen. Japan kan in vredestijd vierhonderd duizend man op de been brengen en in oorlogstyd een milioen. Het kan in korten tyd in Korea en Mands joerye een leger hebben van drie- a vierhonderd duizend man. Als wy Mandsjoerye willen annexeeren moe ten wij even sterk zijn. In een tweede rapport aan den keizer wees Koeropatkin ook op het gevaar van binnenlandsche onlusten. Wy mogen aannemen, zeide hij, boe- wel hij in zijn hart misschien niet geheel verzekerd was, dat Rusland zal zegevieren. Maar de oorlog zal vreeselyke offers kosten. Het Rus sische volk zal niet begrijpen waarom oorlog gevoerd wordt. En wy beleven een critiekeD tijd. Binnenlandsche vyanden, die de vernietiging wenschen van de groüdslagen, waarop staat en maatschappij steunen, zijn ook het leger binnengedrongen. Als van het volk zware offers gevraagd worden voor eenen oorlog, waarvan het de noodzakelijkheid niet inziet zullen de leiders der party, die tegenover de regeering staat, doen wat zijn kunnen om een opstand te verwekken. Koeropatkin was een profeet. Maar naar profeten wordt zelden geluisterd. zakte de grysaard plotseling in elkaar en viel op den grond, Thamar ten halve met zich medesleepend. Het jonge meisje begreep wat er gebeurde. Zonder een traan te stor ten, zonder een kreet te uiten, eeue homerische Antigone gelijk, nam zy met inspanning van alle ki achten het lichaam haars vaders in haar armen eD begaf zich zoo snel mogelyk naar den oever. Er waren nog twee schepen beschikbaar. Energiek baande zy zich een weg, doch de eigenaar van de bark wilde haar den doortocht be twisten. Deze man is dood, zeide hy. Wy nemen geen lyken mede 1 Dood antwoordde Thamar snel. Neen, hy is slechts bezwijmd. De zee lucht zal hem weder doen bijkomen. Met deze woorden reikte zij hem een collier van zechines over, hetwelk zy nog om den hals droeg, en hier door plotseling verteederd, hielp de man haar om het lijk aan boord te brengen. Zwaar en log door het gewicht dezer tallooze, op elkaa. gehoopte lichamen DUITSCHLAND. De officieuse Norddeutsche Allg. Ztg. schrijft: Naar wjj vernemen heeft de Duitsche regeering door hare vertegenwoordigers de regeeriDgen van de mogendheden, die de algemeene acte van Algeciras onderteekenden, laten mededeelen, dat de Duitsche regeering met het oog op dén nieuwen toestand in Marokko er de mogend- heden-onderteekenaars op wyst, dat hy gelooft dat een spoedige erkenning van Moelai Hafid in het belang is van een eindelijke totrustkoming der. Marokkaansche aangelegenheden. OOSTENRIJK-HONGARIJE. ;v. Met groote waarschijnlykheid kan vermoedelyk de samensmelting 3or grondwetsparty, der volksparty en der onafhankelykheidspartij tot één groote partij in de Hongaarsche Ka mer tegen het begin van de herfstzit- ting te gemoet worden gezien. Reeds voor den aanvang van het zomerreces heeft de regeering den Koning mede gedeeld, welke de leidende beginselen zouden zyn voor de samensmelting en daarna op zyn verzoek in het be gin van Augustus een uitvoerig pro gram opgesteld. Dit program is door den Koning aan het oordeel van ver schillende raadslieden, die zyn ver trouwen genieten, onderworpen en men verwacht binnenkort de beslis sing, of hy aan een op den grondslag van dit program staande partij de regeering wil toevertrouwen. Het program heeft betrekking op alle aan de orde zyne quaesties, be halve die omtrent de bank, waarover nog geen overeenstemming is ver kregen. TURKIJE. Een Times-correspondent heeft een onderhoud gehad met Enver Bey, een der leiders van de Jong-Turken. Deze invloedryke persoonlykheid verklaarde in het kort het volgendeDe revo lutie in Turkye droeg geen militair, rnaar een nationaal karakter. Het was de opstand van een volk tegen een regeering, die het tot het uiterste had gebracht. Het leger was slechts een werktuig van deD volkswil. Hoewel de revolutie gericht is tegen het despotisme van het paleis, zal het comité, „Eendracht en Voor uitgang" den Sultan handhaven, zoo lang hij de grondwet eerbiedigt. Wat oetreft de vreemde Mogend heden wenscht het comité vertrouwen in te boezemen. Op het oogenblik is de orde in Macedonië hersteld, niet doorkliefden de schepen eenige minu ten later de golven der Zwarte Zee naar Sinope koers zettend, en, voor het verslyfde lichaam haars vaders overeind staande, met de armen naar den verdwynenden oever uitgestrekt, liet Thamar haar tranen den vrijen loop. Zy beweende Schamyl, in bal lingschap te midden der Finsche meren, haar beide broeders, op het plateau van den Goenig-Dagh aan de raven en gieren prysgegeven, Aïssa, de eeuwige bewaakster van het verlaten aoul, Hassan, haar beminde, wiens lot haar onbekend was, haar vader, die levenloos aan haar voeten lag uit gestrekt, en bovenal Kaukasië, het land der Tscherkessen en der vrybeid, hetwelk zich thans voor altyd onder het gehate juk der vreemde overheer- sching moest buigen. En evenals een rouwsluier over een marmeren beeld, breidde de kille, sombere avondnevel zich langzaam over haar door smart gebroken ge stalte uit. EINDE.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1908 | | pagina 1