DAGBLAD mm m voor AMERSFOORT en OMSTREKEN. WAT NU? No. 244. DINSDAG 17 NOVEMBER 1908. 5e JAARGANG. Uitgave van de Naaml. Vennootsehap „DE EEMIANDER". Vepsehijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. FEUILLETON. Een Verborgen Erfenis. BUITENLAND. was. .H :Érn B d a a 1 d. .he bij Hil- U1 itsche lucht- llon had een ondagmiddag. "kp"' Hoofdredacteur R. Gr. RIJKENS. Bureau: BREEDESTRAAT 18. Abonnementsprijs Telefoon Interc. 62. Per jaar met geïllustreerd Zondagsblad f 4. Franco per post id. - 5.60 Per 3 maanden id. - 1. Franco per post id. - 1.40 Prijs der Adverténtlën Van 1 tot 5 regelsf 0.40 Voor iederen regel meer- 0.08 Buiten het Kanton Amersfoort per regel - 0.10 (Bij abonnement belangrijke korting.) T«t plaatsing van advertentie» en reclames van buiten bet kanton Amersfoort in dit blad is „uitslnitond" gerechtigd bet Algeracen Pinnen- en Bnitenlandscb Advertcnticburcan D. ALTA, Warmoesstraat 76—78 te Amsterdam. Op Zaterdag 7 November heeft, blijkens het daarop gestelde„Inge zonden bijbrief van 7 November 1908" de Regeering de Memorie van Ant woord betrekkelijk Hoofdstuk I, in houdende de zoogenaamde algemeene beschouwingen, aan de Tweede Kamer toegezonden, en reeds in een stuk, geda teerd 's-Gravenhage 8 November, dus op den daarop volgenden Zondag gesteld, verklaarde dr. A. Kuyper, dat „De zoo pas verschenen Memorie van Antwoord op het voorloopig verslag der Tweede Kamer op het ontwerp van de Staats- begrooting, Hoofdstuk I, heft voor mij de bedenkingen op, die tot dusver tegen het optreden in de Tweede Kamer bij mjj bestonden. Het zou mij tegen de borst hebben gestuit tegen een bevriend Kabinet oppositie te moeten voeren. Nu rnjj bleek, dat hiervan geen sprake behoeft te zijD, en dat ik veeleer het Kabinet con amore zal kunnen steunen, vervalt mijn bezwaar." De Memorie van Antwoord moet dus wel een geheel andere geest ademen dan de vroegere uitingen van de Regeering deden vermoeden. Im mers, dr. Kuyper vreesde oppositie te moeten voeren tegen een bevriend Kabinet, maar de Memorie van Ant woord heeft zijn bedenkingen opge heven, hij kan nu het Kabinet zelfs „veeleer con amore steunen." Aanvankelijk begrepen we niet, waarover dr. Kuyper zoo opgetogen was geraakt Het Kabinet zelf schijnt een gansch andere meening over zijn houding te hebben dan het Kuypersche epistel doet vermoeden. De Regeering verklaart zich zelf te verwonderen, „dat naar de meening van een deel der leden wellicht een belangrijke frontverandering ware te constateeren" en verheugt zich te gelijk, „over de waardeering der houding van het (naar het enqelsch.) 57 Hij beval den palfrenier om het rijtuig naar Ryelands te brengen, en keerde zich toen weer tot Nancy, die dat alles met eenigen schrik aan schouwde. Het is even slecht voor u om met mij te wandelen als met mij te rijdenriep zij uit. Ik ben uit het huis van mijn zuster weggezonden, en nu zal ik ook nog van Ryelands weggejaagd worden. Wat ter wereld kan er tegen een wandeling van ons beiden aange voerd worden, als wij elkaar toevallig ontmoeten Niets, denk ik. Maar papa was zeer uit zijn humeur toen hij tot de ontdekking kwam, dat Cesar bij u is ik was verplicht het hem te ver tellen en toen Toen ben ik ook in ongenade gevallen I Wel, loopt u dan een paar passen voor mij uit, dan zal ik ach terblijven, en dan kunnen wij zoo samen naar Ryelands gaan. Niemand kan daar iets tegen in brengen alleen zullen wij luid moeten spreken Kabinet, welke als verzoenend is aan gemerkt". Wel verwondert zich de Regeering, dat sommige leden betreurden dat het Kabinet vooral door het vermijden van de uitdrukking „christelijke be ginselen", eenigen grond had gegeven voor de onderstelling, dat het de prin- cipieele onderscheiding tusschen de christelijke beginselen en die van daaraan tegenovergestelde richtingen had losgelaten en dat het dus eene eenigszins andere schakeering der partijen ter rechterzijde vertegenwoor digde dan het Ministerie-Kuyper, maar hij verklaart tevens dat er geen quaes- tie van is, dat „het Kabinet eene eenigszins andere schakeering der partijen vertegenwoordigt dan het Ministerie-Kuyper", noch „dat de principieele onderscheiding tusschen de christelijke beginselen en die van de daaraan tegenovergestelde richtin gen had losgelaten". Tot nog toe is er dus in de Memorie van Antwoord nog niet veel te ont dekken, waarom jdr. Kuyper zoo op gelucht was door het verschijnen}van dit Staatsstuk, dat hjj dadelijk zijn geloofsbrieven inzond, maar de vol gende pagina maakt het nog wonder lijker. Daar luidt het: „slechts zjj in het oog gehouden, dat het Regeerings- beleid niet op een antithese ot tegen stelling, maar op een thesis of stel ling berust, niet op den strijd tusschen twee beginselen, maar op het beginsel, waaraan de Regeering zich gebonden acht en dat de leidende gedachte bij den arbeid der overheid aan geeft." Van het stellen der antithese door het Kabinet van 1901 is dan ook geen sprake. Ook dit deel der Memorie schijnt niet zoo bijzonder verlokkend dr. Kuyper.j Heeft het Kabinet hem dan tot kalmte gebracht door de waardeering, waarmede voortdurend over zijn werk en dat, nu ik u het een en ander over Cesar te vertellen heb, dat is wel lastig. Over Cesar riep Nancy. O, dat verandert de zaak I Natuurlijk is die woede van papa nonsens. Ik zou wel eens willen weten, wat Cesar had moeten beginnen zonder u, en ik ben er u dan ook zeer dankbaar voor. Wat heeft u van hem te vertellen Ik hoop dat het iets prettigs is, want ik heb een gevoel, of ik graag eens wat op- gevroolijkt wil worden. Ja, ik meende al, dat u er zwaarmoedig uitzag. Het is toch te kras, dat er aan 't bezoek bij uw zus ter zoo gauw een einde gemaakt is. Cesar vertelde mij, dat u er heen gegaan was, en ik had al weinig hoop, dat ik u op Ryelands zou aan treffen. U zou mij daar in geen geval gezien hebben, zei Nancy, het hoofd schuddend, U vergist zich zeer als u denkt, dat Mr. Wickham optreedt als de meester van het huis en dat ik als gast behandeld wordt. Oom Peter had vier nichten, en ieder onzer heeft twee aardige kamertjes voor eigen gebruik, waar wij zelfs onze maal tijden kunnen laten heenbrengen, als wij dat verkiezen. In plaats daarvan kunnen wii beneden eten in de groote eetkamer, waar de bottelier aanwezig is, om ons te bedienen, als wij dat werd gesproken, maardat toch maar niet weer werd ingediend, zij het om allerlei redenen van oppor tuniteit? Neen, deze bloemtuiltjes zal de man van de Kanaalstraat precies op hun juiste waarde hobben weten te schat ten. Wij lazen dus de Memorie nog eens door en toen meenden wij de periode te vinden, die de ziel van dr. Kuyper kan hebben verkwikt, op pag. 2 en 3, alwaar wij lezen „De leden, die eene taktiek ver onderstelden om het karakter van het Kabinet verborgen te houden, totdat de uitslag der verkiezingen van het volgend jaar bekend zal zijn, kunnen kwalijk verwachten, dat de Regeering zich van in die veronderstelling ge legen blaam zou trachten te zuiveren. Gedachten wisseling over zulke onder stellingen mist een grondslag. Zooda nige taktiek schijnt trouwens onmo gelijk tegenover de vele kundige en ervaren staatslieden, die in de volks vertegenwoordiging zitting hebben „Meer omvangrijke hervormingen zullen eerst in de volgende periode kunnen worden ter hand genomen. Niettemin worden z(j ten deele thans reeds voorbereid." Wij zien den grijzen staatsman wel willend knikken toen hij deze zins nede las, en toen hij op de volgende pagina nog aantrof de mededeeling dat het „niet op den weg der Regeering ligt een stembusprogramma te leveren en dat een Regeeringsprogramma eerst dan tijdig kan worden geacht, wan neer die periode is ingetreden", toen moet hij omgezien hebben naar een velletje papier om zijn Ommer kiezers te berichten, dat hij naar het Binnen hof zou trekken. Immers, dat gaf dr. Kuyper de handen zoo goed als vrij tegen den komenden zomer en een stembuspro gramma te leveren, dat is juist een kolfje naar zijn hand. Heel logisch verkiezen, maar Mr. Wickham voelt zich niet verplicht ons gezelschap te houden. Toevallig was hij er den eersten avond van mijn komst, maar na dien tijd heb ik hem niet weer gezien. Hij wenscht, dat goed begrepen zal wor den, dat hij enkel op Ryelands is om te zien, dat de wenschen van Oom Peter worden ten uitvoer gebracht en niets meer. Dat is het gekste, waarvan ik ooit gehoord heb. Mr. Wickham schijnt mij toe slecht voor de uitvoering van dat programma geschikt te zijn. Voor een man van zijn opgewekt en ge zellig karakter, moet het afschuwelijk vervelend zijn zoo'n opdracht te moeten uitvoeren. Hij kan er zich best in schik ken. Heeft op mij volstrekt niet den indruk gemaakt van zoo'n man te zijn, als u daar beschrijft. Dan moet bij veranderd zijn. Toen ik hem in Amerika kende, viel niets meer in zijn smaak dan in ge zelschap te zijn van jongelui, en dan was hij het middelpunt, waarom al les draaide. Hij is heel vriendelijk tegenover mij en dat was hij ook tegenover mijn zuster, maar geen van ons bei den heeft hem dikwijls ontmoet. Mis schien houdt hij zich op een afstand, om ons niet te hinderen bij het zoe ken naar het geld. sluit de Memorie wel niet, de betoog trant is daartoe trouwens niet strak genoeg, als men dat van zulk een op stel mag zeggen, te speelsch, maar wat nood, dat heeft nog dit voor, dat men zich later te gemakkelijker op dit Staatsstuk zal kunnen beroepen. Zien wij in het bovenstaande juist, zal dr. Kuyper zich trachten te be lasten met de redactie van de vraag, die voor de kiezers zal worden gelegd in den komenden zomer, dan mogen deze op hunne neuzen passen. V. D. KEIZER EN RIJKSKANSELIER. Men heeft in het buitenland een anderen kijk gekregen op het Duitsche volk. Met name hebben de Fransche bladen zich verwonderd over de hou ding van dat volk. Men had in Frank rijk de voorstelling dat de Duitschers gewoon waren hunnen keizer als een halfgod te beschouwen. De Fransche republikeinen lazen soms Duitsche bladen en het is niet vreemd dat zij tot deze voorstelling kwamen als zij b.v. de artikels op 's keizers verjaar dag en bij andere min of meer patriot tische gelegenheden met hunne aan dacht verwaardigden. In zulke gevallen is de Duitsche pers gewoon het er dik op te leggen en het is alsof de Duitsche taal zich meer dan de Fran sche, om van de onze niet te spreken, leent tot verheerlijkende hymnen op vaderland en i vorst. Op den vorst vooral. En nu hebben de Duitsche afge vaardigden openhartig gezegd wat hun op het hart lag. Al die afgevaardig den, de conservatieven niet uitge sloten, al die Duitsche bladen, ook die van de rechterzijde, zeiden dingen, die hen een proces wegens Majesteitsschen nis moesten bezorgen, indien het per soonlijk régime neg de oude kracht bezat. Maar het is duidelijk dat het van zijne kracht heeft ingeboet. In zooverre hebben de Fransche bladen gelijk die van een crisis spreken. Het kan echter niet voldoende ge- Dat kan. Het is heel interresant, dat verborgen geld. Heeft u er iets tegen mij te vertellen, wat u daar voor doet? Heelemaal niets 1 riep Nancy lachend. Ik doe niets en ben niet van plan om dat te veranderen. Zij ver telde hem, wat zij van Christal ge zien had en hoe zjj zich bezorgd over haar gemaakt, waarnaar hij met de le vendigste belangstelling luisterde. Hij van zijn kant had haar heel wat te vertellen over Cesar en beiden waren verbaasd, toen zij bij het hek van Ryelands gekomen waren. Bertram gaf zijn kaartje af, en Nancy bleef op de stoep staan wach ten, om te weten of Mrs. Wickham hem ontving. Zij meende, dat zij zijn gestalte in de oranjerie had gezien, en was daar om verbaasd en teleurgesteld, toen de huisknecht terugkeerde met de bood schap, dat Mrs. Wickham niet thuis was en dat het niet zeker wasjan- neer hij zou terugkeeren. Weet je 't wel zeker vroeg Nan cy. Ik meende hem zoo stellig te zien, en Mr. Curzon is een oud vriend, dien hij niet graag zou misloopen. Aan wien vroeg je het. Aan zijn eigen bediende, juf frouw. Hij wist het zeker. Nu, dan zal ik eens terugkomen, zei Curzon, die de teleurstelling heel acht worden, dat vele scherpe rede voeringen zijn gehouden, dat men den keizer de waarheid heeft gezegd en het is wel zekere voldoening als men kan constateeren, dat het buitenland die oprechtheid waardeert, maar men ge voelt in Duitschland dat er meer moet gebeuren. De geruchten, dat de heer von Bülow toch zou aftreden kwamen telkens weer op. De bladen hadden goen vrede met zijne verzekering dat de keizer zich in het vervolg grootere reserv j zou opleggen. Er moest iets ge beuren. Men verwachtte, men wilde dat de Rijkskanselier den keizer zou mededeelen wat hij gehoord had in den Rijksdag binnen en buiten de zittingszaal, dat hij hem zou zeggen welk een indruk hij had ontvangen. Voor prins von Bülow is dat geen aangename boodschap, maar hij heeft zich onderworpen. Hij zal, wat hij tot nu toe niet deed, stellige verzekeringen moeten geven, dat niet door eene keizerlijke onvoorzichtigheid het Duitsche volk nieuwe schade lijdt. Indien hij er niet in slaagt de waarborgen te geven die men verlangt, zal, hoewel de Rijks dag niet over het lot van eene minis ter beslist, zijne positie toch zeer moeilijk worden. Hij heeft gesproken van zijn ontslag voor het geval, dat de keizer als tot nu toe zijn eigen weg mocht willen gaan. Men zal hem aan zijn woord houden. De zaak, die de Duitschers en eigenlijk iedereen bezighoudt, want het is eene zaak van het hoogste belang en niet voor Duitschland alleen, is nog niet uit. De dag van heden kan veel nieuws brengen. PORTUGAL. Te Lissabon is bericht gekomen, dat de Chineezen een stuk van het Portugeesche gebied van Macao, de haven ten Z. van Kanton, hebben bezet. Tsjang, de onderkoning van Kanton, antwoordde op een profest, dat China Macao slechts aan Portugal heeft verpacht en dat dit noch in de wateren noch in den omtrek van de haven eenig gezag heeft. Volgens de Figaro heeft de Portugeesche regee ring besloten twee kruisers en twee kanonneerbooten naar Macao te ken den. vroolijk opnam. Ik heb geen spijt, Miss Malincourt, want ik heb u ont moet, en kan nu aan uw broeder ver tellen, hoe u het maakt. Als u Mr. Wickham ontmoet, dan wil u mis schien zoo vriendelijk zijn hem te ver tellen, dat ik hem graag eens zou ont moeten, en dat, als hij den dag wil tpgeven, die hem past, ik graag nog eens wil komen aanrijden. Ik hoop, dat u niet to vermoeid is na de wan deling. Ik ben niet zoo vermoeid als toen ik u ontmoette, zei Nancy openhar tig. Ik ben nu veel opgewekter. Dank u zeer, Mr. Curzon I Tot Nancy,s groote verbazing ver scheen Mr. Wickham aan het diner, Zij vertelde hem al spoedig van het bezoek van Mr. Curzon, en zijn te leurstelling omdat hij hem niet thuis trof. Ik werd wegens dringende bezig heden weggeroepen even voor dat hjj hier kwam, zei hij. Ik zou hem heel graag nog eens ontmoeten, als 't kon. Ik zal dat zien te schikken. Bertram Curzon is een jonge man, met wien ik zeer hoog loop. Hoe kwam het zoo, dat u hem ontmoette? Wurdt verwijd

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1908 | | pagina 1