WEERBERICHT.
Thermometerstand
BINNENLAND.
De officiële spelling.
UIT DE PERS.
STADSNIEUWS.
Langs den Weg.
MEDEDEELINGEN VAN HET
KONINIL. NED. MET. INSTITUUT.
(Opgemaakt roorm. 10.50 uur.)
De Bildt, 7 Januari 1909.
Hoogste barometerstand 778.7 m.M.
te Corunalaagste 744.0 m.M. te
Christansund.
Verwachting tot den avond van 8
Januari 1909.
Wind: Matige tot krachtige W.lyke
tot Z.W.-lijke wind.
Gesteldheid van de luchtMeest
zwaarbewolkt, waarschijnlijk regen
buien.
Temperatuur: dezelfde.
Barometerstand te AMERSFOORT
Barometerstand hedenmiddag te 12
uur 771 m.M.
Vorige stand te 12 uur 776 m.M.
te Amersfoort.
Hoogste gisterenF. 38
Laagite hedennacht F. 32
Hedenmiddag 12 uur F. 44
staf terug in het Britsche consulaat.
Toen was de stad geheel in de han
den der nationalistenhet paleis van
den gouverneur werd geplunderd en
verwoest, terwjjl Sanisem, het hoofd
der nationalisten, tot gouverneur werd
benoemd.
Conserveeringsmidde-
len in zg. alkoholvrye dran
ken. De commissie uit den .Volks
bond tegen Drankmisbruik", welke
de opdracht heeft aanvaard het onder
zoek voort te zetten naar de „con-
serveeringsmiddelen in zoogenaamde
alkoholvrye dranken" is samengesteld
als volgt: dr. Ch. H. Ali Cohen,
Utrechtdr. J. Blanksma, Eerste
Scheikundige bij het Laboratorium
v/h Dep. v. Finantiën, Amsterdam
dr. J. D. Filippo, directeur v/d Ge-
meent. Keuringsdienst v. Voedings
middelen, Den Haag, secretarisdr.
F. H. van der Laan, directeur van
den Gemeent. Keuringsdienst v. Voe
dingsmiddelen, Groningen dr. A. Lam,
directeur scheikundige v. d. Gemeent.
Keuringsdienst v. Voedingsm., Rot
terdam prof. dr. N. Schoorl, hoog
leeraar, UtrechtL. P. Walburgh
Schmidt, arts, Hasselt (O.), lid van
het hoofdbestuur v. d. Volksbond,
voorzitter.
Minister Bevers t Omtrent
het onverwacht en droevig uiteinde
van Minister Bevers is nog het vol
gende bekend geworden
De heer Bevers had te 5 uur op
gewekt en wel de vergadering van den
Ministerraad verlaten, waarin hjj nog
aan de beraadslagingen had deelge-
Nadruk niet verboden.
16)
Te rade gaande met de beschaafde
spreektaal, hebben de voornaamwoor
den de volgende vormen. De persoon-
like hebben voor de eerste persoon
subjektvorm. enk. ikmeerv. wij.
objektvorm. enk. mijmeerv. ons.
Krijgen ik, my en wy geen nadruk
dan kan de i van ik door een apostrofe
worden vervangen b.v. „Toen ben 'k
maar weggegaan."
De twee andere vormen kunnen dan
me en we worden, zooals men 't in de
beschaafde spreektaal zegt. De genitief
van dat voornw.'komt niet meer voor.
In plaats van: hij is mijner niet waard
zegt men hij is me niet waarden
zo behoort men dus ook te schrijven.
Natuurlik moeten oudere leerlingen
erop worden gewezen dat de genitief
I] Met gebruikmaking van de tweede druk
van Opstellen over de Spelling en Verbui
ging dog dr. B. A. Kollewijn.
nomen. Hy nam, daar 't nog niet al
te laat was, den weg langs het voet
pad van de tegenover de Boschbrug
loopende groote laan van het Haagsche
Bosch, die 's avonds helder electrisch
verlicht is.
Daar ontmoette de Minister mevr.
Van W., de vriendin zijner familie.
Nauwelijks had hij met haar ge
sproken of hy viel, onder het stamelen
vttn enkele woorden, achterover op
den grond. Zeer verschrikt schreeuwde
mevr. v. W. luidkeels om hulp, welke
spoedig kwam aansnellen. Er moest,
daar er geen ander vervoermiddel was
op dat oogenblik worden gebruik ge
maakt van een met paard bespannen
transportwagen, die juist passeerde.
Op dienzelfden wagen werd het
lichaam, met het hoofd rustende op
de bonten kraag, waarvan de dame
zich had ontdaan, nedergelegd en
huiswaarts vervoerd.
Mevr. Bevers kwam by het dragen
van haar echtgenoot in hun huisjuist
terug van eenige bezoeken in de stad.
Zij nam zelf alle maatregelen om
geneeskundige hulp in te roepen, maar
't bleek dat de beroerte, waardoor
haar man getroffen was, onmiddellijk
door den dood gevolgd was, zooals
reeds vermoed werd op de plek waar
mr. Bevers neerzeeg.
Ver. voorstaathuishoud-
kunde en statistiek. Naar Het
Volk meldt, zijn in de eerstvolgende
algemeene vergadering der Vereeni.
ging voor Staatshuishoudkunde en
Statistiek, welke ditmaal te Rotter
dam zal gehouden worden, aan de
orde gesteld de vragentC
„Welke maatregelen zyn, op de be
staande maatschappelijke grondslagen,
te nemen tot beteugeling der werk
loosheid en tot afwering barer ge
volgen
Wat valt hierbij voor de overheid
te doen
Het bestuur heeft bereid gevonden
om over deze vragen van praeadvies
te dienen de heeren J. W. Alberdate
's-Gravenhage, prof. mr. P. A. Die
penhorst en mr. J. A. Levy te Amster
dam en mr. J. Wolterbeek Muller te
's-Gravenhage.
DE WETTELIJKE TIJD
EN HET SPOORWEGVERKEER.
In den laatsten tijd is weer van ge
dachten gewisseld over de invoering
met 1 Mei a.s. van den Amsterdam-
schen tijd als wettelyken tyd.
Sommigen zien, met name voor het
spoorwegverkeer, na 1 Mei groote
moeilijkheden tegemoet, èn voor het
reizend publiek, èn voor onze spoor
wegmaatschappijen, die nu de kans
loopen buiten het „Eisenbahn-verband"
te worden gezet.
En wat is er nu van dit alles waar?
vraagt de N. Ct. en het blad ant
woordt
„Voor het publiek, dat van Neder
land naar Duitschland reist, en omge
keerd, verandert er eigenlijk in 't ge
heel niets, althans principieel niet. De
Nederlandsche en de Duitsche tijden
van aankomst en vertrek zullen, vol
gens de nieuwe regeling, aan de eene
en aan de andere zijde van de grens
verschillen. Maar dat is toch niets
nieuws dat doen zy thans immers ook.
Het eenige onderscheid is, dat in bet
vervolg het verschil niet meer zal be
dragen 60 minuten (tusschen Midden-
Europ. en Greenwichtjjd), doch 40
minuten (Tusschen Midden-Europ. en
Amst. tijd). In onze spoorboekjes zullen
wy by de doorgaande treinen in de
toekomst, evenals nu, zien staan de
tijden voor de Duitsche stations met
M. E. T. er bij, en de Duitsche
„Kursbücher" zullen in het vervolg
voor de tyden van vertrek en aan-
nog wel in boeken wordt aangetroffen.
Voor de tweede persoon heeft men
Beleefdheidsvorm Vertrouwelike vorm
subjektv. enk. u. jij, je.
objektv. enk. u. jou, je.
subjektv. meerv. u. jullie, jelui, je.
objektv. meerv. u. jullie, jelui, je.
By u kan het werkw. zoowel in de
tweede als in de derde persoon van
de tegen w. tijd staan u hebt, u heeft;
u bent, u is u>il u wilt u
In de verleden tyd gebruikt men
by u de derde persoonu was, u
kon, u kwammaar naast u zou ook
u Moudt.
In grammatika's wordt soms ten
onrechte beweerd, dat jij en jou plat
zouden zyn. Jacobs en Koenen, Nederl.
Spraakk: „Ook (hoort men) het platte
jij in den len nvl. enkelvoud. Jou
hoort men in de zeer platte spreek
taal.
Volgens dergelijke spraakkunsten
zou een beschaafde dame aldus tot
haar kindje spreken„Mijn lieve
snoesje, hebt gij u zo gestoten en doet
het u zo'n pyn, kom gauw bij uw
moedertje, het zal u een kusje geven.
Een beschaafd Nederlands sprekende
komst aan de Nederlandsche stations
evenmin de uren in Amst. tijd aan
geven, als zy het thans in G. T. doen.
En nu de quaestie bezien van het
standpunt der spoorwegmaatschap
pijen.
De eenige spoorwegmannen, die het
verschil zullen bemerken, zyn de amb
tenaren, die belast zijn met het op
maken van den treinenloop voor den
zomer of winterdienst. En zy zullen
even gemakkelijk herleiden M. E. T.
in A. T. als in G. T.
Onze spoorwegautoriteiten zyn blijk
baar voor de verandering niet bang,
ook niet voor de gevolgen, voor zoo
ver de internationale verhoudingen
hunner maatschappijen betreft. Nie
mand zal er wel in gemoede aan ge-
looven, dat de Nederlandsche spoor
wegen om deze betrekkelijk zeer on
beduidende verandering zullen worden
geëxcommuniceerd. Wel is waar moe
ten de verbonden Maatschappijen
„Zöuetijd" bezigen hier dus M. E.
T. of W. E. T. maar nu de Nederl.
Maatschappijen de onmogelijkheid daar
van, voor zoover haar betreft zullen
kunnen aantoonen, zoodra de Nederl.
wet haar geen gelegenheid laat aan
deze voorwaarde te voldoen, zal het
„Verband" aan de Nederlandsche toe-
getredenen wel dispensatie van de be
treffende verplichting verleenen. Al
leen dan wanneer die dispensatie niet
zou worden verleend, zouden de Ne
derl. Maatschappijen uit het „Ver
band" moeten treden. En al lijkt het
nu niet waarschijnlijk, dat de eisch
zal worden gehandhaafd, de mogelijk
heid blijft bestaan, dat dit wel het
geval zal zijn. Welnu, dan zou het nog
zoo heel erg niet wezen. Er is sedert
1886 reeds zooveel gebeurd, dat de
beteekenis van al of niet tot het „Ver
band" te behooren voor onze Spoor
weg-Maatschappijen in werkelijkheid
niet groot meer is.
Inmiddels heeft de Duitsche spoor
weg-combinatie tot de aangesloten
Nederlandsche Maatschappij het ver
zoek gericht, om alsnog te beproeven
of de Nederlandsche regeering niet
geneigd zou zijn af te zien voor de
invoering van den Amsted. tyd voor
het verkeer op de spoorwegen.
Of de Nederlandsche Maatschappijen
aan dit tot haar haar gericht verzoek
hebben voldaan, is ons niet bekend
maar in ieder geval komt het ons niet
waarschijnlijk voor, dat pogingen in
die richting het beoogde gevolg zullen
hebben.
In het tegenwoordig stadium der
tijdrekening lijkt ons trouwens elk
napleiten noodeloos en nutteloos."
DE WEG OVER BIRKHOVEN
NAAR SOEST.
Aan het slot nummer memorie van
toelichting op het voorstel tot den
aanleg van een gedeeltelijken nieuwen
verkeersweg tusschen Amersfoort en
Soestdijk Baarn zeggen B. en W:
„Zooals uit de teekening blijkt, is de
weg zoodanig door Birkhoven gepro
jecteerd, dat hy langs de mooiste
bosschen voert en slechts zeer weinig
hont behoeft te vallen. Bovendien is
aan de Oostzijde een strook bosch-
grond ter breedte van, gemiddeld 110
Meter gelaten. Deze strook zal zij
het dan ook wellicht na verloop van
eenigen tyd voor den bouw van
villa's bij uitstek geschikt zijn, zonder
dat door een dergelijke bouw het
schoone van de bosschen verminderd
zal worden.
Hoewel de bouwterreinen, die aan
den nieuwen weg zullen belenden,
naar hunnen aard reeds aangewezen
zijn tot villa-bouw en op de terreinen
behoorende aan de Maatschappij Amers
foort tot exploitatie van onroerende
vader zou aan zyn zoontje vragen
„Is het mes dat gij daar hebt van u
„Hebt gij het gedaan?" Dat is nu
goed volgens de officiële spraakkunst,
maar volgens de nederlandse taal is
zulk spreken fout. De beschaafden zeg
gen „Myn lieve snoesje, heb je je zo
gestoten en doet het je zo'n pijn, kom
gauw bij jou moedertje, die zal je een
kusje geven" en „Is het mes dat je
daar hebt van jou Heb jij het ge
daan?" Er dient op gewezen te wor
den dat gij nog wel gebruikt wordt
door sommige predikers en redenaars,
maar in de beschaafde spreektaal over
leden is.
Als regel mag men aannemen dat
op je en jij de vorm van de tweede
persoon van de tegenw. tijd volgt,
terwijl in vragen de vorm van de
eerste persoon aan je en jij vooraf
gaat je hebt heb jeje kunt
kan je; je spreekt spreek je. Maar
naast je zult komt voor je zal, naast
je kunt, naast je wilt, je wil enz.
By het meervoudige u wordt in de
tegenwoordige tyd gewoonlikde tweede
(soms ook de derde) pers. van het
werkw. gebezigd„Ik geloof dat u
goederen, reeds een servituut betref
fende een dergelijke bebouwing rust,
achten w;j het zeer gewenscht door
raiddel van eene verordening de be
stemming dier terreinen nog nader
aan te duiden. Hierdoor kan tevens
reeds gedeeltelijk voldaan worden aau
een door den Inspecteur van de
volksgezondheid meermalen bepleiten
wensch, n.l. voor de verschillende
stadskwartieren de voor hen passende
bebouwing aan te wijzen.
Waar de Gemeente een zoo belang
rijke som zal besteden teneinde den
gewenschten verbindingsweg te kun
nen verkrijgen, brengt het gemeente
belang noodzakelijk mede, te zorgen,
dat de aan dien weg te bouwen per-
ceelen zooveel mogelijk daarmede in
overeenstemming zyn.
Eenige onbillijkheid tegenover de
aangrenzende eigenaren kan daarin
niet gelegen zijnimmers, zoolang
ter plaatse geen verharde weg, die
ook overigens voldoet aan de door u
te stellen eischen, aanwezig is, is
iedere bouw aldaar verboden. Integen
deel, de eigenaren van de aangren
zende perceelen worden ten zeerste
gebaat, omdat zij In dit geval niet,
zooals bij alle andere wegen op den
berg, de kosten van den weg en het
eerste onderhoud behoeven te betalen.
Wij ontveinzen ons niet. dat wij U
voorstellen eene belangrijke som voor
het beoogde doel beschikbaar te stel
len. Intusschen achten wy het tot
stand komen van den weg van zóo
overwegend belang voor de Gemeente,
dat wij niet aarzelen U te adviseeren
tot uitvoering van het plan over te
gaan. Bovendien zal dit werk de thans
heerschende werkloosheid belangrijk
ten goede kunnen komen. Hieraan is,
naar wij vermoeden, de zoo gunstige
beschikking van den Minister van
Financiën en de zeer spoedige behan
deling der verschillende autoriteiten
niet voor het minst te danken. Ook
wij hebben om die reden zooveel
mogelijk spoed betracht. Nu de uit
voering van dit zoo belangrijke en
nuttige werk aan de werkloosheid te
hulp kan komen, en ook in dit op
zicht dus zjjne goede werking zal
doen gevoelen, adviseeren wij U met
des te meer aandrang, het hierbij
aangeboden concept-besluit vast te
stellen en ons op te dragen, het werk
zoo spoedig mogelijk te doen uit
voeren.
De Commissie voor de fabricage en
die van bijstand in 't beheer van
Birkhoven adviseeren U in gelijken
zin."
Mejuffr. M. V. A. Capreau al
hier is benoemd tot onderwijzens in
de gymnastiek aan de openbare lagere
scholen te Haarlem.
By de te Ermelo gehouden aan
besteding van het bouwen van twee
paviljoens enz. aan de gestichten te
s'Heerenloo werd ingeschreven door
de volgende Amersfoorters
J. Wildeman en L. Heemels f 50.250
H. Keizer, f 47.300C. Blanken f46.600
T. van Hoogevest, f 44.600, aan wien
het werk waarschijnlijk gegund zal
worden.
Hedenmorgen werd op de Lan-
gestraat een 91-jarige vrouw onwel
en zakte in elkaar. Door eenige voor
bijgangers werd ze in den sigaren
winkel van den heer G. Boekenoogen
binnengedragen en vervolgens door de
inmiddels ontboden politiebrancard
naar hare woning in de Boiderstraat
vervoerd. Hier kwam ze weldra bij,
zoodat de ingeroepen medische hulp
gelukkig niet van langen duur be
hoefde te zijn.
Aan 't politiebureau zijn inlich
tingen te verkrijgen omtrent een
broche, gemaakt van 3 militaire
knoopen, op den openbaren weg ge
vonden.
het doen zult {zal) heren" in de verl.
tyd alleen de derde pers. enk.Dames
u kon wel begrijpen.
Jullie {jeluiwordt gevolgd door de
vorm van de tweede pers. of de derde
pers. meerv. van de tegenwoordige
tijd jullie hebt of hebben, jelui hoort of
horen. In de verl. tijd öf de vorm van
de derde eerste) pers. enk., öf van
de derde meerv.jullie kon of konden,
julie sprak of spraken. In de vragende
woordorde blijft het voor de verl. tyd
hetzelfde. Maar in de tegenwoordige
tijd gaat het werkw. niet vooraf in
de vorm van de tweede persoon, maar
altijd in die van de eerste pers. enkelv.
of meerv.heb jelui of hebben jelui,
spreek jelui of spreken jelui.
Vreemd zullen daarvan allen op
kijken by wie de officiële spraakkunst
zó is ingestampt, dat zij hun gehoor
en gevoel voor taal hebben verloren.
Ze merken niet eens dat zij beschaafd
spreken zoals hierboven is aangeduid,
en dat ze niet kunnen spreken zoals
zy schrijven. De Nederlanders nemen
wat de spraakkunst betreft een enig
standpunt in met anders te schrijven
dan zij beschaafd spreken.
(Amersfoortsche Kroniek en Critiek
XVIII.
Den nieuwjaarsdag hebben wy weer
achter don rug. Wij hebben allen onze
wenschen geuit en die van anderen
in ontvangst genomen. Als die wen
schen mochten vervuld worden zullen
wij de jaren beleven van dien oudvader
Methusalem, die beroemd is geworden
om 't enkele feit, dat hy zeer oud
werd en van wien wii niet weten of
hy ooit in zijn leven iets heeft uit
gevoerd.
En welke jaren gaan wij dan tege
moet I Louter geluk en zegen 1
Nu weten wij zeer goed, dat deze
heilwenscben niet vervuld worden,
maar wij nemen ze niettemin dank
baar in ontvangst; het is in deze
wereld van concurrentie, waarin men
elkander tracht te verdringen, immers
aangenaam op te merken, dat men u
nog een plaats gunt. Ten minste, dat
zegt men en waarom zouden .wij niet,
den eersten dag van een nieuw jaar
gelooven aan de oprechtheid van onze
natuurgenooten
Ik wil dat ook doen aan de categorie
van bezoldigde wenschers, die hier in
Amersfoort zeer groot is en van 'jaar
tot jaar toeneemt en die maken, dat
uw budget jaarlijks met een niet on
aanzienlijke som wordt bezwaard.
Er is onder hen een klasse van be
ambten, die eigenlijk te hoog moesten
staan voor dergelijk gebedel, want
anders is het niet dat is die der
postbeambten.
Indertijd is er een poging gedaan
door een directeur-generaal om dit
nieuwjaarwenschen den kop in te
drukken. Dat is mislukt, m.i. omdat
men het verkeerd heeft aangepakt.
Men had tegelijkertijd het salaris van
deze menschen dat te gering is voor
een veelal zwaren dienst moeten
verhoogen. Nu zyn ze genoodzaakt
datgene te doen, wat ze zeiven zeker,
als ze er maar eenigszins buiten kon
den, liever niet zouden doen.
Maar hier in Amersfoort heeft deze
quaestie van het nieuwjaarwenschen
door de post nog een zeer bijzondere
zjjde.
Eerst krygt ge de „nieuwjaars
groeten voor 1909 van de Brieven-
en Telegrambestellers" die ge beant
woordt met een klinkenden wensch.
Doch al spoedig verschijnen ook de
Telegrambestellers afzonderlijk, die u
verzekeren, dat zy van die gift niets
krijgen en dus hun afzonderlijke
wenschen aanbieden. Maar om dan de
maat vol te meten, komt een vol
genden dag iemand met een „nieuw
jaarsgroet van de Kantoorknechts van
het Postkantoor" ook gedrukt.
Als dat zoo doorgaat, zullen we een
volgend jaar ook de groeten kunnen
verwachten van de „hulpbestellers"
of „tijdelijke bestellers" en de hemel
weet van welke categoriën postbe
ambten al meer.
Dat wordt natuurlijk te mal, even
als het onmogelijk in het belang van
den dienst kan zyn, dat sommige be
stellers reeds op den nieuwjaarsdag
zelf hunne kaarten aanbieden en allen
dit reeds voor den 4en hebben gedaan,
terwjjl eerst een paar dagen geleden
de cijfers, die de gehouden lichtingen
van de hulpbussen aanduiden, weer
in gebruik zijn gesteld, ten teeken
dat de dienst weer geregeld is.
Is het verder eigenlijk niet onzin
nig, dat bedienden van kruideniers,
enz. die veeleer uw dienstboden moes
ten bedenken, nieuwjaar komen wen
schen
Eén ding raakt uit de mode, dat is
de nieuwjaarspoëzie.
Vroeger verschenen op nieuwjaars
morgen de klepperman, de mannen
van den reinigingsdienst, de toren
wachter, enz. enz., met een nieuwjaars-
Het voornaamwoord hij verwijst
niet alleen naar M. persoons-, ook naar
zaak- en diernamen: „Heb je een
goede kamer „Ja hij bevalt me wel,"
„Hoe maakt het je koe?" „Hij geeft
veel melk." Ofschoon in beschaafde
taal zo gesproken wordt, zou dat hij
aan een schoolkind, volgens de spel
ling der Regering, als een grove fout
worden toegerekend. Ot het kind zo
spreekt, daar wordt niet op gelet;
iedereen doet het. Maar zo te schrij
ven 1 't Is duidelik dat de kinderen
door de Regering gedwongen worden
hun moedertaal te verleren. Multatuli
had het indertijd wat goed opgemerkt.
Als hij geen nadruk heeft wordt
het vaak voorgesteld door ie of die,
dat enklyties gebruikt wordt„Heeft-ie
het gezien? „Wat zei-die?"
De niet onzijdige stofnamen zijn
tweeslachtig d.i. zy worden soms met
hij soms met ze aangeduid. Van wijn
sprekendezegt de een hij, de ander
ze is lekkei.
A. M. K.
Wordt vervolgd.)