WEERBERICHT.
Thermonieterstand
Kunst en Wetenschap.
STADSNIEUWS.
Kerk- en Schoolnieuws
Uit de Omgeving.
Land-, Tuinbouw en Veeteelt-
MEDEDEELINGEN VAN HET
KONINKL. NED. MET. INSTITUUT.
(Opgemaakt voorrn. 10.50 uur.)
De Bildt, 30 Januari 1909.
Hoogste barometerstand 771.1 m.M.
te Valentia; laagste 733.5 m.M. te
Bodo.
Verwachting tot den avond van 31
Januari 1909.
Wind: Zuid-Westelijke tot Weste
lijke wind.
Gesteldheid van de lucht: Ver
anderlijke bewolking, aanvankelijk nog
buiig.
TemperatuurDezelfde.
Barometerstand te AMERSFOORT.
Barometerstand hedenmiddag te 12
uur 760 m.M.
Vorige stand te 12 uur 769 m.M.
te Amersfoort.
Hoogste gisterenF. 40
Laagste hedennacht F. 34
Hedenmiddag 12 uur F. 36
Tentoonstelling voor Huisvlijt, welke
in 1910 te 's-Gravenhage onder de
auspiciën van den Volksbond tegen
Drankmisbruik zal worden gehouden,
heeft thans het plan voor de tentoon
stelling in groote trekken vastgesteld.
Dit plan houdt een twaalftal afdeelingen
in en toont ten duidelijkste aan hoe
zeer het streven heeft voorgezeten om
de tentoonstelling zoo breed mogelijk
op te vatten, haar niet alleen te doen
zijn nationaal in den meer engeren
zin, maar haar tevens te doen strekken
tot leering voor ieder, die de huis-
vly t-beweging in ons land nauwkeurig
wil kennen. Ze zal daartoe niet uit
sluitend zich bepalen tot de huisvlijt
van deze dagen, doch tegelijkertijd
trachten een beeld te geven van het
vele sehoone en kostbare, dat de ver
leden tijd opleverde.
Een der eerste afdeelingen der ten
toonstelling is daaraan voornamelijk
gewijd. Ze zal bevatten een keur-
collectie van voorwerpen op dit gebied
uit vroeger tijd, die in ons land als
misschien nergens anders in zoo groote
verscheidenheid te vinden zijn, zoowel
in de huisgezinnen van families, die
oude stukken in waarde houden als
daarbuiten in openbare verzamelingen.
Alleen een welwillende beantwoording
van het beroep op de medewerking
van allen, die daartoe in staat zijn,
zal deze afdeeling natuurlijk kunnen
doen slagen, en daarom verzoekt het
comité de aandacht er op te vestigen.
Mochten er zijn, die reeds nu bewijzen
van instemming met deze afdeeling
zouden willen betuigen, hunne aan
biedingen zullen door drn algemeenen
secretaris van het comité te den Haag
en door den secretaris van het comité
voor regeling, en voorbereiding, den
heer G. J. Blees Kzn. te Zaandam,
dankbaar worden geaccepteerd.
By deze afdeeling sluiten zich twee
andere nauw aan. Zy handelen ovei
den oorsprong en de ontwikkeling der
huisvlijt in deze streken, en zullen
anderszins een complete toepassing
der huisvlijtschool in de praktijk
trachten daar te stellen. Daarbij zal
zich eene demonstratie der nieuwste
hulpmiddelen uitnemend aanpassen.
De overige afdeelingen bevatten in sy
stematische volgorde de verschillende
huisvlijt artikelen gelijk deze dan van
de verschillende locale tentoonstel
lingen, aan welker totstandkoming de
Volksbond het overgroote deel bij
droeg, meer dan bekend zijn. Er zijn
afdeelingen van hout- en metaalbe
werking voor nuttige en fraaie hand
werken, dit alles zoodanig gerang
schikt en gegroepeerd, dat het geheel
van elke afdeeling een blik schenkt
op de trapsgewijze ontwikkeling van
het eenvoudigste tot het meest kunst
vol bewerkte product. Daarnevens
volgen de afdeelingen voor teeken- en
schilderkunst, voor boetseer- en klei-
arbeid, en voor die tallooze ver
scheidenheden. die in postzegelwerk,
scherfwerk en dergelijke versierings
kunst uit waardelooze grondstoffen
zoo fraai te maken zijn. Hier voert
de echte huisvlijt haar hoogtij, eu hier
ook zal men in groote mate die aar
dige en dikwerf zeer ingenieuss vin
dingen kunnen bewonderen, die op
zoo menige kleinere tentoonstelling
reeds aller aandacht trokken.
Dan vermelden we nog de afdee
lingen voor verzamelingen van den
meest uiteenloopenden aard, de afdee
ling voor inzendingen van bijzondere
personen en instellingen, die zeer uit
gebreid belooft te worden, en de zoo
genaamde buitenlandsche afdeeling,
welke natuurlijk geheel uit voorwer
pen buiten mededinging wordt opge
bouwd, maar vooral tegenover het
goed vertegenwoordigde Noorsche
genre interessante vergelijkingen zal
toelaten.
Het totaal der tentoonstelling wordt
bekroond door de laatste afdeeling,
die zich ten doel stelt in de huisvlijt
het groote moreele middel te toonen,
dat in den strijd tegen liet kwaad
van het drankmisbruik reeds zulk een
dagelijkschen en zich bij het leven
aanpassenden bondgenoot is gebleken.
De afdeeliug dus, welke het best be
antwoord aan het doel der tentoon
stelling zooals het reglement dat in
een der eerste artikelen omschrijft
daadwerkelijk te toonen de opvoeden
de en sociale kracht der huisvlijt.
Hieruit misschien wel het sterkst
blijkt het ethisch karakter dat deze
tentoonstelling toebehoort en dat haar
met zooveel andere dingen sterk on
derscheidt van de komende tentoon
stelling van huisindustrie, die èn in
opzet èn in werking zuiver sociaal is
zonder meer.
TOONKUNST.
Op verzoek der afdeeling Amersfoort
van de Maatschappij tot bevordering
der Toonkunst is indertijd voor de
bibliotheek dier Maatschappij aange
kocht het kerk-oratorium „Die Geburt
Christi," het werk van Heinrich van
Herzogenberg, dat gisterenavond door
de Zangvereeniging van Toonkunst
in Amicitia ten gehoore is gebracht.
Of deze uitvoering, de eerste in ons land,
wel erg voldaan heeft, zoodat het
aanlokkelijk is voor andere zangver-
eenigingen het voorbeeld van Amers
foort te volgen, meenen we te mogen
betwijfelen. Ons althans heeft dit werk
vrij onbevredigd gelaten en tot onze
spijt moeten we erkennen, ons, be
houdens enkele meer goede gedeelten,
vrij -wel verveeld te hebben. Het is
geheel en al een kerk-oratorium en
moet mitsdien in een zaal al wel tegen
vallen. Maar ook rekening houdende
met deze omstandigheid, gelooven we
niet dal het een werk is dat zich een
plaats zal veroveren op de Toonkunst
uitvoeringen, zelfs al wordt het ge
zongen door vereenigingen, die over
meer en beter klankmateriaal be
schikken dan de Amersfoortsche. Want
dat het tot ons is gekomen in een
vorm van onberispelijke uitvoering,
zouden we niet durven beweren en we
meenen ons euphemistisch uit te
drukken, wanneer we zeggen, dat het
er zoo af en toe danig naast ging.
Vooral de sopranen zondigden nog al
eens, zoodat het voor den eminenteu
directeur een soms droeve taak moet
zijn geweest, dit werk te leiden.
Een verkwikking er in was het
kinderkoor. De frissche, onbevangen
kinderstemmen, deden werkelijk wel
dadig aan.
Behalve dit oratorium werden door
het koor nog eenige liederen gezongen
die zeer goed voldeden. Daarmee be
gon de avond werkelijk veel belovend
we hadden gewild, dat het geheele
programma alleen dergelijke nummers
had gegeven. Daarna kregen we
liederen van de solisten.
Mevr. Vogel met haar sympathieke,
welgevormde stem en de heer van
Kempen waren geenjonbekenden. Het
is geen machtig talent, dat uit de
sopraan spreekt, maar er straalt
warmte uit, door de reine natuurlijk
heid en den grooten eenvoud.
En de tenor, voor wien clementie
werd ingeroepen, daar het ruwe weer
hem parten had gespeeld, zong Wag
ner's Gebet aus Ricnzi met zooveel
kleur en gloed, dat zeker niemand in
de zaal dat parten-spelen heel ernstig
zal hebben opgenomen. Wij althans
hebben genoten van zijn heerlijk,
fraai doorklinkend geluid.
Mevr. v. d. Bilt-Vernée (alt) en de
heer Joan Lulofs (bas) hadden we
nog nimmer gehoord. De laatste staat
aan het begin van zijn loopbaan, z(jn
zang draagt daarvan nog de sporen.
Hij heeft nog niet de volle vrijheid
van zich te geven en knijpt zijn ge
luid soms wat erg. Maar we meenen
in hem een zanger te hooren, die zeer
goede eigenschappen bezit, wiens niet
zwaar geluid van een aangenaam
timbre is en die dan ook hoogstwaar
schijnlijk z(jn weg wel zal vinden. In
het oratorium scheen zijn stem ons
echter niet zoo krachtig, vooral niet
in de laatste gedeelten.
Mevr. v. d. Bilt—Vernée zong
niet kwaad maar is toch zeker geen
beroepszangeres. Wij gelooven althans
dat zij haar roeping niet in de zang
kunst zal vinden. Is z(j dilettante, dan
willen we haar gaarne hulde brengen,
want dan staat ze als zangeres on
getwijfeld vry hoog.
De totaal indruk van den avond was
niet zeer schitterend maar toch hebben
we Toonkunst wel eens minder goed
gehoord. De heer Petri heeft echter
geen gemakkelijke taak, dit koor aan
te voeren, hy heeft met niet geringe
moeilijkheden te kampen om er wat
van te maken. De begeleiding was
heel goed. Een eere saluut aan de
dames Wolter en Mezger die op
piano en orgel uitstekend accompag
neerden.
Paedagogische Vlugschriftenvoor
ouders en opvoeders, onder
redactie van Jan Ligthart en
R. Casimir. Baarn, Hollandia
Drukkerij, 1909, f 0,40
Als no. 1 is in deze serie verschenen
een brochure van Dr. J. H. Gunning
Wzn., districts schoolopziener te Am
sterdam, getiteld :Over oorspron
kelijkheid, navolging en nog
wat. De schrijver, iemand van gezag
op paedagogisch terrein, waarnaar men
gaarne luistert, levert hierin een
krachtig pleidooi voor een goed ge
regelde navolging, ter ontwikkeling
van de persoonlijkheid van den leerling.
In dat opzicht ontbreekt er aan ons
onderwijs nog veel, het kweekt geen
persoonlijkheden, niet omdat daarin
te veel navolging heerscht, maar o n-
dat er te weinig omgang gepleegd
wordt met origineels geesten. Wat
men den kinderen voorzet is voor
het overgroote deel aftreksel, afkooksel,
en waar de onderwijzers hun geest
mede voeden is dito. In ieder onder
wijzer moet iets persoonlijks zijn,
daarom komt tot hem de vermaning
geen individualiteitszucht, geen naja
gen van een ijdele oorspronkelijkheid,
maar wel aanhoudende zorg om eigen
persoonlijkheid te voeden, door voort
durende aanraking met oorspronkelijk
heden. En daar de Nederlandscbe
onderwijzers zich slechts gemeenlijk
in beperkte mate voeden met oor
spronkelijke produkten, roept schrijver
hun toe gaat zooveel mogelijk tot de
bronnen zelf.
Vooral het laatste gedeelte maakt
het boekje zeer lezenswaard voor den
onderwijzer, maar ook voor niet school-
paedagogen is het zeer aan te bevelen.
„Levensvragen"een brochuren-
reeks voor allen die in den geestes-
strijd onzer dagen belang stellen.
Baarn, Hollandia-Drukkery 1909,
f 0.40.
In de derde serie dezer kleine ge
schriften is als no. 6 verschenen H e t
Hypnotisme en zijne ge
varen, een drietal vertaalde artikelen
van dr. Lydia Ross, W. Ludge en
Een leerling.
Voor theosofen wellicht een mooi
boekje, maar ons komt veel er in voor
als gaande buiten de werkelijkheid om,
uitsluitend theorie, zonder weerklank-
te vinden in het practische leven. Het
minst zondigt daar tegen „Een leerling"
wiens betoog ons het best geslaagd
voorkomt, lu alle drie artikelen wordt
gewaarschuwd tegen het hypnotisme,
welke gevaren alleen kunnen worden
afgewend door detheosofischeleeringen.
Daarin gaan alle drie accoord, zoodat
het boekje meer een aanprijzing is
geworden der theosophie.
De Klaroendriewekelijksch
tijdschrift, onder redactie van mr.
dr. A. R. van LaarAmersfoort
P. Dzn. Veen, per 6 nummers
f 0.75.
Bij dezen uitgever zijn een tweetal
brochures verschenen, waarin mr. Van
Ruyssevelt het samengaan met Rome
en de coalitie en de actueele politiek
behandelde. De clericale pers heeft
den verscholen schrijver nog al duch
tig aangevallen, thans heeft bij be
sloten zich bekend tq maken, nu de
vorm der vlugschriften is veranderd
in bovenstaand periodiek.
„Tweeërlei dreef ons, „zegt schrij
ver," de vlugschriften onder pseudo
niem te publiceeren. Vooreerst hoopten
wij aldus een meer objectief oordeel
te ontvangen in stede van een objec
tief ontvingen wij echter een door
argwaan vergiftigd oordeel. In de
tweede plaats en deze reden was
van stringenten aard liet onze
gezondheidstoestand slechts publicee
ren onder pseudoniem toe onder
eigen naam schrijven met al de drukte,
al de emotie, ook van het particulier
woord en wederwoord, daaraan ver
bonden, scheen voor onze krachten
haast te veel."
De aard van den schrijver wordt
aangegeven in het voorwoord door
het volgende:
„Wy erkennen dankbaar hetgeen
God in het genie van dr. Kuyper
vooral op het terrein van het denk
leven aan ons vaderland schonk, wij
eeren in jhr. mr. de Savornin Loh-
man den Christen staatsman van no-
belen zin, wij hebben in dr. Brons
veld lief den man van zoo vast
karakter, den Christen van wiens
Evangelieprediking wij zoo vaak ge
nieten mochten."
Dit nummer behandelt de oplos
sing der coalitie.
Zooals uit de in dit nummer
voorkomende advertentie blijkt, van
gen aan do Industrie- en Huishoud
school in Februari weer nieuwe cur
sussen aan, en welin koken voor
dames en voor dienstboden, en in
costuurakuippen en Jnaaien.voor dames
en voor beroepsnaaisters.
Februari staat in het teeken der
muziek. Behalve het 4e abonnements
concert van de] concert-directie W.
Stumpff Jr., krygen we ook nog een
concert van mevr. Noorder wier
Redingius. Dan de uitvoering van
Amersfoort's Mannenkoor, o.a. met
Orelio als solist en die van de kinder
operette van ,Otto Ludwig „De Too-
verring". Als nu ook maar bij alle
concerten veel publiek komt.
De tooneelvereeniging „Tlialia"
geeft morgenavond voor de leden der
sociëteit „De Vereeniging" een uit
voering van Jan Ongeluk.
We vestigen de aandacht op de
in dit nummer voorkomei de adver
tentie, betreffende de opvoering van
„De Tooverring", kinderoperette^van
Otto Ludwig. Oorspronkelijk voor zyu
eigen leerlingen geschreven, werd
Otto Ludwig van alle zjjden aange
zocht, zijn manuscript in druk te
geven, waarvan het gevolg is, dat nu
in tal van steden dit uitnemende werk
wordt ingestudeerd. In Rotterdam
werd het o.a. op '29 Dec. en 5 Jan.
1.1. met veel succes opgevoerd.
Daarbij rekening houdende met het
goede doel hopen we dat het aantal
inteekenaren zoo groot zal zijn, dat een
tweede avond noodig Zal worden. Des
te grooter het batig saldo.
Hedenmorgen om half twaalf
had een verpleegde uit het Sint Pieters-
en Bloklandsgasthuis aan de Punten
burgerlaan het ongeluk door de glad
heid zoodanig te vallen dat hy zijn
linker dijbeen brak. IJlings werd om
de politie-brancard getelefoneerd, die
spoedig ter plaatse was, waarna de
man vervoerd werd naar het gasthuis.
Arts B. J. van Enst verleende aldaar
de eerste geneeskundige hulp.
In een tapperij aan de Arn-
hemsche straat moest gisterenavond
politiebulp worden ingeroepen.
Een der bezoekers maakte, onder
den invloed van sterken drank zoo'n
lawaai, dat men hem onder hevig
verzet mede moest nemen om hem
vervolgens op 't politiebureau gelegen
heid te geven zyn roes uit te slapen.
EEN KRANIGE REDDING.
Ofschoon de dooi het toch al onbe
trouwbare ijs onzer grachten nog ge
vaarlijker heeft gemaakt, waren er
van middag nog heel wat waaghalzen,
die zich er op begaven. De 7 jarige
Anton Mees uit de Hellestraat had
die roekeloosheid haast met den dood
moeten bekoopen. In het plantsoen
nabij de Burgerschool vermaakte hy
zich op het ijs, toen hij er plotseling
doorging. Op het hulpgeschrei der
makkers kwamen eenige voorbijgangers
toeschieten, maar hoewel twee hun
ner zich te water begaven mocht het
hun niet gelukken het knaapje te
grijpen, dat onder bet ijs wegdreef.
De agent van politie W. H. van
Amerongen die inmiddels was toe
gesneld sprong op het ijs, waaronder
hij nog het jongetje zagzakte er
eveneens door, wat nu trouwens zyn
bedoeling was en mocht het genoegen
smaken den drenkeling te redden.
Oogenblikkelyk werd hy nu naar
het politiebureau gebracht waar de
adjunct-inspecteur, de heer Seeuwen
aanstonds de noodige middelen toe
paste om de levensgeesten weer op te
wekken, Dank zij de doelmatige hulp
van den heer i', kwam het knaapje
na eenigen tijd weer bij, terwijl de
geneesheeren Groneman en Schreuder
eveneens hulp verleenden.
Een woord van hulde en lof komt
toe aan den agent van Amerongen,
die deze kranige redding volbracht
en niet minder aan den heer Seeuwen,
die zijn practisch aangebrachte hulp
met zoo'n gunstigen uitslag bekroond
zag.
De heer A. M. v. d. Broek
onderwijzer aan de openbare lagere
school in de Koningstraat alhier is
in gelijke betrekking benoemd te
Utrecht.
PREDIKBEURTEN.
Op Zondag 31 Jan.
EVANG. LUTH. KERK.
Voorm. 10 uur, Ds. J. L. F. de Meyere.
REMONSTRANTSCHE KERK.
Voorm. 10} uur, Ds. A. K. L. Horst,
van Lochem.
DOOPSGEZINDE KRING.
Loge gebouw van Persynstraat 1.
Geen dienst.
SOEST. De heer A. L. onderwijzer
aan de school met den Bijbel alhier,
die een paar dagen geleden een puistje
op zijn neus openkrabde, is gisteren
nacht tengevolge van bloedvergiftiging
overleden.
BAARN. Op de driedaagsche groote
internationale Avicultura-tentoonstel-
ling in den Haag is de zilveren wil-
selbeker voorBrugsche Vechthoenders
behaald door den heer N. Wafelbak
ker alhier, die tevens een eersten en
twee tweede prijzen ontving voor
Blackred Engelsche vechthoenders.
De heer A Wolfman Elpers kreeg
een derden prijs voor Buff. Orping
tons.
Bij Kon. Besluit is met ingang
van 1 April, aan den directeur van
het post- en telegraafkantoor alhier, den
heer H. Holtzscbue, op zijn verzoek
eervol ontslag verleend.
WOUDENBERG. Op de driedaagsche
groote internationale Avicultu ra-ten
toonstelling behaalde de heer J. E. de
Beaufort alhier een tweeden prijs met
zilver Padua's.
HET FOKKEN VAN BIGGEN.
Is het fokken van biggen mogelijk
in bedrijven met weinig melk
Het valt niet te ontkennen, dat
melk en de afvalproducten der zuivel
fabrieken, wei en onderraeik in de
eerste plaats goede voedingsmiddelen
zijn voor drachtige zeugen en biggen.
Men zegt zoo licht, dat het opfokken
van biggen onmogelijk is voor hem
die niet voldoende melk tot zijne be
schikking heeft, toch is dit niet zoo
en kan men zelfs zeer goed varkens
fokkerij drijven zonder een druppel
melk aan de dieren te verstrekken.
Dit geldt echter in nog hoogere mate
voor de varkensmestery. Men dient in
beide gevallen te werken met een
sterk slag varkens, waarbij meer gelet
moet worden op kerngezonde dieren
dan op een hooge graad van veredeling.
Dit is noodig, vooral omdat het gemis
van melk op andere wijze moet wor
den vergoed en dus eene toediening
van groenvoeder aangewezen is. Weide-
gang werkt zeer gunstig op de melk
afscheiding en de beweging die eene
zeug in de weide geniet bevordert de
ontwikkeling en de normale geboorte
van gezonde biggen. Door eenen fok-
stam te vormen uit melkrijke dieren
hetgeen door eene zorgvuldige teelt
keuze zeer goed mogelijk is, vervalt
de noodzakelijkheid der zogafscheiding
door toediening van melk te bevor
deren.
Wordt den jongen biggen geen koe
melk voorgezet en moeten ze dus alle
melk die ze voor hunne voeding noodig
hebben van de moeder krijgen, dan
dient de zoogtijd op minstens 7 of 8
weken worden gesteld. Men kan zich
voorstellen dat op die wyze het groot
brengen van een flinken toom biggen
alleen verdragen kan worden door
eene krachtige, flink ontwikkelde zeug
en deze nog sterk aangrijpt. De biggen
zullen zich in het begin misschien een
beetje langzamer ontwikkelen dan
wanneer ze koemelk in overvloed
kunnen drinken, maar juist daarom
ook is de zoogtijd noodzakelijk langer.
Het spreekt vanzelf dat de voeding
der zoogende zeug ruim en rationeel
moet zyn. Er zijn immers zooveel
voedermiddelen door welke de koe
melk kan worden vervangen: We
noemen slechts haverzemelen, lijnmeel
e. a. Reeds vroeg moet den jongen
biggen voedsel worden gegeven naast
de moedermelk en wel zoo, dat ze na
afloop van den zoogtijd alle voeding
met melk kunnen missen. In die periode
doet havermout wonderen. Biggen
op deze wijze opgevokt en gevoed
zullen zeer geschikt zyn voor de
mestery, vooral in bedrijven waar ook
geen melk beschikbaar is. Mogen ze
in den aanvang niet zeer vlug vleesch
en vet aanzetten, op den duur
leveren ze smakelijk, vast en kernig
vleesch. We geven toe dat de biggen
niet zoo geschikt zullen voor markt-
biggen ze toonen minder dan degene
die met koemelk en eieren zijn op
gefokt, maar wie ze koopt, in de weide