DAGBLAD voior AMERSFOORT en OMSTREKEN. I No. 63. DINSDaG 16 MAART 1909. 6e JAARGANG. Uitgave van de Naaml. Venaootsehap „DE EEMLANDER". Vepsehijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. T Wil i% De eerste valsche toon. FEUILLETON DR. XAVIER. BUITENLAND. DE EEMLANDER Hoofdredacteur R. G. RIJKEN S. Bureau: BREEDESTRA&T 18. Abonnementsprijs Per jaar met geïllustreerd Zondagsblad f 4. Franco per post id. 5.60 Per 3 maanden id. - 1. Franco per post id. - 1.40 Afzonderlijke nummers- 0.05 Telefoon Intero. 62. SP9S Prijs der Advertentiën Van 1 tot 5 regelsf 0.40 Voor iederen regel meer- 0.08 Buiten het Kanton Amersfoort per regel - 0.10 (Bjj abonnement belangrijke korting.) Tot plaatsing van advcrtentiiin on reclames van buiten liet. kanton Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd liet Algemeen Binnen- en Buitcnlandsch Advertentiebureau D. V. Al,TA, Warmoosstraat 7678 to Amsterdam. Zij. die zich met I APRIL op dit blad abonneeren, ont angen de tot dien datum verschijnende nommers gratis- De man, die de eerste trompet blaast in de antirevolutionnaire partij, is tegen de verkiezings-campagne weer op zijn post. Zyn eerste toon is reeds weer valsch, als geheel zijn vroeger ■pel. Een der minder loyale middelen, die hij ook vroeger heeft aangewend, is de Jvoorstelling, alsof de vrijzinnigen de wegbereiders zouden zjjn voor de sociaal-democraten. Nadat hij zich hopeloos belachelijk heeft gemaakt met zijn stukje, waarin den mannen-broeders werd voorgehou den, dat als links wint bij de a.s. stembus, Troelstra eerste minister moet worden, een stukje, waarmee zelfs recbtsche bladen den draak heb ben gestoken, schrijft hij nu, dat hij deze charge als eene ironische heeft bedoeld, maar dat hij haar toch hand haaft „als ironische maar juist daardoor te snijdender qualificatie van het over- loopen van de Liberale ünie met pak en zak naar Troelstra's program." Weer werkt hij dus de valsche vrees in de hand, hij die vroeger ook de sociaal-democratie de consequentie van het liberalisme heeft genoemd. Natuurlijk is deze verkiezingstactiek er weer op berekend, de vrijzinnigen dood te drukken tusschen de cleri- calen en de sociaal-democraten. Deze laatste echter moeten niet worden beschouwd als menschen, die iets verder gaan dan de een of andere party. Zij zullen dit zelf niet begeeren en het is dan ook geheel en al on juist. Zij toch voeren den Klassen strijd en juist dit is het groote ver schil. Men kan dit beginsel eeibiedigent maar aan de sociaal-democraten worde Naar het Engelsch van MAX PEMBERTON. 40) „Waar is mijn echtgenoot, breng mij in 's hemels naam bij hem IGeen van hen scheen geneigd te zijn om gehoor te geven aan die smeekbede, maar toen zij ze, met tranen in haar oogen herhaalde, en haar handen naar hen uitstak, deed een der jonge sol daten een stap vooruit en zei „Bij de heilige maagd, Senorita ik zal doen wat u verlangt." Dat was een ridderlijk voornemen, maar het had geen resultaatnauwelijks had hjj die woorden uitgesproken, of een andere soldaat, een woeste bergbe woner, die dronken was en niet wist wat hjj deed, trok zjjn dolk en door stak den jongen man. Hij rolde hals over kop op den grond, bijna tot aan de voeten van Esther en terwijl zjjn bloed over den vloer stroomde, ver loor zjj het bewustzijn en viel naast hem neer. Door een frisch morgenwindje kwam Esther bij uit hare bezwijming. Zjj opende haar oogen en merkte dat de daarvoor dan ook de volle verant woordelijkheid gelaten. Volgens hen moeten de sociale hervormingen tot stand komen door den Klassenstrijdde vrijzinnigen daarentegen zjjn van oordeel, dat die Klassenstrijd, naarmate sociale her vormingen zullen worden ingevoerd, zal gaan verminderen. Wetten op het gebied van sociale hervormingen, die de grens tusschen werkgever en werknemer verzwak ken, vinden in de vrijzinnigen steeds voorstanders. Aan de redelijke eischen der werk nemers wordt door de vrijzinnigen tegemoet gekomen; billijke grieven zijn en worden onderzocht, zoo moge lijk opgeheven voor de stoffelijke welvaart, den verstandelijken en zede- lijken vooruitgang der maatschappe lijk minder krachtige groepen wordt gedaan, wat de staatkundige en oecono- mische omstandigheden veroorloven tot herstel of handhaving van het maatschappelijk evenwicht. De maat regelen die de sociaal-democraten wil len, zouden volgens de vrijzinnigen dat evenwicht verbreken. Heeft dus de beschuldiging, dat de soc.-democraten eigenlijk de conse quentie van de vrijzinnige idee zouden zjjn, haar kracht geheel verloren, de vrijzinnige kunnen dien bal, hun door Dr. Kuyper toegeworpen, naar dezen terug kaatsen. Immers aan de band der geschiede nis kan worden bewezen, dat de sociaal-democratie de grootste kans van uitbreiding heeft onder een cleri- caal bewind, j Met krasse maatregeleu, onderdruk king en machtspreuken is de sociaal democratie niet tegen te gaan. Het sterkst bloeit zjj in die landen, waai de vrijheid het meest wordt beperkt. En slaat eens het oog naar Engeland, waar de toestanden voor de arbeiders het best zijn daar juist heeft de sociaal-democratie zoo goed als niets te beteekenen. Als dus bij deze stembus weer als vroeger door Dr. Kuyper de leus „tegen mr. Troelstra' wordt aange heven, dan wete men dat dit boeren bedrog is en niets anders. En door dit boerenbedrog hoopt Dr. Kuyper zelf nog eens weer op het kussen te komen. DE BALKAN-CRISIS. De politieke barometer is weer ont zettend gedaald in de laatste vieren twintig uur. Uit Weenen komt het onrustbarende bericht dat er een stijgende bedrijvigheid wordt waarge- 1 nomen van de militaire partij zoowel te Weenen als te Boedapest. Naar verluidt is men begonnen met biljet ten te drukken, die in geval van oor log moeten worden aangeplakt. De Peteisburgsche correspondent van de Times wil den indruk wekken, dat Oostenrijk door Duitschland in zjjn dreigende houding wordt gesterkt. Zonder de inblazingen uit Berlijn zoo gelooft men, volgens den corres pondent zou Oostenrijk misschien wel gemeen zjjn met Servië over een handelsverdrag te onderhandelen en das tot een vreedzame oplossing te komen. Intusschen is het antwoord van Ser vië aan de Oostenrijksch-Hongaarsche Regeering verschenen. Het luidt als volgt „In het rondzendtelegram van 8 dezer, heeft de Servische regeering haar standpunt in de kwestie be treffende Bosnië en Herzegowina uit eengezet en daarbij nauwkeurig aan gegeven, dat Servië van de zienswijze uitging, dat de internationaal-rechte- ljjke betrekkingen tusschen Servië en Oostenrijk-Hongarye geenerlei wij ziging hebben ondergaan. Servië wenscht voort te gaan met alle ver plichtingen, die een goede natuur- schap oplegt, te vervullen en met de naburige monarchie betrekkingen te onderhouden, die ingegeven worden door de materieele belangen der twee zon op haar gezicht scheen en dat de nacht voorbjj was. Het duurde niet lang of ze begon zich een idee te vormen van haar toestand en begreep, dat zjj op een paard was vastgebon den en dat de ongelijke gang van dat dier haar heen en weer wiegde als in een primitieve wieg. Zjj voelde zich zeer ziek en haar hoofd gloeide zoo dat zij niet in staat was na te den ken. Als ze zich iets van den vorigen dag herinnerde, dan was dat toch on duidelijk en als iets, dat ze wel weer zou vergeteD. Maar langzamerhand haalde zjj zich de gebeurtenissen toch weer voor den geest. Zij herinnerde zich haar aankomst te Foix, het too- neeltje aan het station, hun rit door de heuvels, de stille pas en het kas teel, dat boven op een hoogte stond. Zjj dacht lang na over de hartstoch telijke teederheid van Arthur, toen ze het eind van hun reis bereikt had den. Zjj herinnerde zich haar over peinzingen in haar slaapkamer, den aanblik van den met sneeuw bedek ten en dan als door een bliksemstraal verlicht, de geheele geschiedenis der tragedie I Haar wanhoop was zoo groot, dat ze niet onder woorden te brengen was. Zij wist niet van waar die beleediging kwam en waarom. Het eene oogen blik was zij goneigd om te denken, dat die mannen struik- roovers waren en dat zij haar naar hun schuilplaats brachten, waar haar misschien een lot zou wachten erger dan de dool Die gedachte verwierp zij dadelijk weer. Een gewone struik- roover zou het kasteel van haar echt genoot niet aanvallen. Zjj moest het dus toeschrijven aan een meer door dacht plan en bracht het in verband met het verhaal van Arthur over zijn rijk en zijn maanden van ballingschap. Hij zelf had haar gewaarschuwd, dat niet alles zoo zou zijn, als hij wenschte. Deze crisis was de recht vaardiging van zijn twijfel. Zij leed vreeseljjk door de kou, of schoon zij haar toegedekt hadden met bonte jassen en haar gezicht zelfs met een wollen doek bedekt hadden. De touwen, waarmee ze aan het za del was vastgebonden, waren vast aangetrokken, zoodat haar handen en voeten bijna verstijfd waren. Zjj had best kunnen gillen van de pijn, maar ze uitte geen enkele klacht. Zij had niet veel reisgenooten op dien vreem den tocht. Van tijd tot tijd hoorde zij een ruwe stem een paard aanzetten of een achterblijver berispenmaar er kwam nooit eenig antwoord en de stem eindigde altijd met haar eigenaar te prijzen, j De weg zelf zei haar ook niets. Zij zag aan haar linkerhand een hoogen rotsmuur, die als het ware rechtstandig opsteeg tot in de wol ken. Haar blik kon den afgrond aan landen. De beste wijze om die stoffe lijke belangen te bevredigen en de maatregel die 't beste met den door 't vorige jaar gesloten handelsverdrag, dat in Servië reeds kracht van de wet heeft, geschapen toestand zou strooken, zou zijn dat de Oostenrijksch-Hon gaarsche regeering dat verdrag wel aan de goedkeuring der parlementen te Weenen en te Boedapest zou wil len onderwerpen. Hoewel de voorziene termijn voor de ratificatie voorbij '3, zou de aanneming van dit verdrag door de twee parlementen het beste middel vormen om een verbreking der contractueele betrekkingen uit een oeconomisch oogpunt der twee landen te vermijden. De verwerping zoueenzui- ver uitgangspunt geven voor mogelijke nieuwe onderhandelingen of wel zou in staat stellen zich er van de over tuigen, volgens de gezindheid waarvan de twee parlementen het bewijs zouden geven en de agrarische neigingen die aan den dag zouden treden, dat men er volstrekt al heeft te zien van het denkbeeld van een Oostenryksch-Ser- visch verdrag nopens de uouane-ta- rieven. Indien Oostenrijk-Hongarije, hetzij door gebrek aan tijd, hetzij als gevolg van den parlementairen toe stand, niet kan verkrijgen, dat de beraadslaging over het reeds gesloten verdrag voor 31 dezer in de twee parlementen afloopt, dan is Servië bereid elk voorstel te steunen dat strekt om tot 31 December a.s. het verdrag, dat zijn voorloopig karakter zou behouden, van kracht te doen blijven." Te Weenen en Boedapest wordt dit antwoord weinig bevredigend ge vonden. STAKING IN FRANKRIJK. Te Parijs is een staking uitgebroken, die heel wat monden en pennen in beweging brengt, nl. eene van post en telegraafbeambten. De oorzaak der ontevredenheid is dat de zoogenaamde „ambulant»" ambtenaren vroeger geregeld iedere twee jaar een klasse werden verhoogd, waarmee dan een salarisvermeerdering gepaard ging van 300 francs. Ieder die zijn plicht niet schromelijk ver zuimde werd bevorderd, en de ambte naren waren die bevordering langzaam den anderen kant niet peilen dus be greep ze dat ze langs een smal pad naar het dal afdaalden. Een heel uur lang hield ze die pijniging uit met al den moed eener gebroken vrouw. Zij hield zich voor, dat zjj haar alleen maar konden dooden en zij was be reid te sterven als ze maar wist dat Arthur leefde. .j^De stoet hield eindelijk stil en nu zag Esther voor het eerst het gezicht van een harer overrompelaars. Zy her kende dien man onmiddellijk als den norschen woestaard, die den vorigen avond het troepje had aangevoerd. Hjj had een blauw uniform aan met meta len knoopen er op en hjj had een ouder- wetsch zwaard aan zyn gordel hangen. Hij was even ongeloofelijk met zich zelf ingenomen als den vorigen avond en die zelfingenomenheid was even be lachelijk als de wijze, waarop hy het Fransch radbraakte. „Aha," zei hy spottend, „hare Hoog heid is wakker I kom hier Pablo, opdat wy haar eer kunnen bewijzen." Hij sukkelde van zijn paard af en trok onhandig aan de touwen, waarmee zij was vastgebonden. Zij voelde zich zoo akelig en flauw, dat ze byna niet op haar voeten kon staan, maar de aan raking van dien man walgde haar en dus deed zjj een schrede achteruit eu ging tegen het paard aastaan„Laat me als je blieft alleen," riep zij uit, aan als een ongeschreven recht gaan beschouwen. Nu was er in den laat- sten tijd verandering gekomen, er waren menschen niet bevorderd, die, nu ja wel niet zoo heel ijverig waren, maar die toch hun plicht nooit be paald hadden verzaakt. Daarover waren de heeren zeer gebelgd en dat is de oorzaak geworden van het gebeurde der laatste dagen. Vrjjdag j.l. begon het. Er werd een vergadering belegd, er werden moties aangenomen en ten slotte werd er besloten dat men zich naar het ge- bouw der Kamer zou begeven om te protesteeren. Aangezien echter het Palais Bourbon heel goed door solda ten bewaakt wordt, achtten do betoo- gers het bij nader inzien verstandiger om daar niet heen te gaan, en zoo begaven zij zich naar het hoofd-tele- graafkantoor. Maar ook hier stootten zij op de politie. Epn botsing tusschen manifestanten en agenten volgde, detL beambten die juist van hun werk kwamen voegden zich bjj hun kame raden, er werden eenige inhechtenis nemingen gedaan, een groot aantal ambtenaren trok achreeuwend het gebouw door, den directeur, den minis ter en alle autoriteiten uitjouwend, totdat de avond viel en de heeren aftrokken. Bij die gelegenheid werd ook de prefect van politie ernstig be- leedigd. 's Avonds was er natuurlijk weer vergadering van de beambten. DaaV' werd tot de staking besloten. Niette min was den volgenden morgen heel de dagploeg op haar post, maar men voelde dat er iets broeide. Het kwam dan ook werkelijk tot een staking van drie uren. Inmiddels was de minister gewaar schuwd en zonder verwijl vaardigde hy een besluit uit, datwanneer de heeren en dames niet terstond weer aan het werk gingen, zij zich als ont slagen konden beschouwen. Dat hielp en op enkele uitzonderingen na was men tegen een uur of vijf weer aan het werk. Zoo gunstig is de toestand echter niet gebleven. Want er zijn natuurlijk straffen uitgedeeld door den secretaris-generaal Simyan. Naar aanleiding daarvan gingen de beambten van het centrale „bemoei u niet met my, ik heb uwe hulp niet noodig.' Hy lachte luid en hield een lange toespraak tot baar in het Spaansch, waarvan ze geen syllabe verstond. „Zaten de touwen erg stijf?" Ja, anders zoudt u er afgevallen zijn I „Ik Alfonso, beschouw het als myn plicht om u het leven te redden. U hebt het koud, maar de wjjn zal u wel verwarmen. Hier is de posada van Vic Dessos wij zullen gaan eten en drinken Signorita. Kunt u eten en drinken. Nou, ik kan het wel, als u het niet wilt I" De zonneschijn en de mildere lucht in het dal maakten dat Esther's bloed weer sneller door hare verstyfde lede maten vloeide en ofschoon zij zich zeer onpasselijk en duizelig gevoelde en haar moed, bij elk woord dat hij zei, weer in haar schoenen zonk, ant woordde zy toch niets en deed zij ook geen beroep meer op zijn mede lijden. De plek, waar zij halt hadden gehouden was een kleine met gras bedekte verhevenheid boven de bed ding van een bergbeek. IVordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1909 | | pagina 1