DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN.
No. 53.
VRIJDAG 4 MAART 1910. 7e JAARGANG.
m hh
Samenwerking van Gemsenten.
FEUILLETON.
Quinnion de Philosoof.
BUITENLAND.
EMLANDEB
Hoofdredacteur R. Gr. RIJKE INS.
Bureau
BREEDESTRAAT 18. Telefoon
Interc. 62.
ABONNEMENTSPRIJS
Por jaar mot geïllustreerd Zondagsblad f 4.Franco por
post id. f5.60. Per 3 maanden id. f 1.Franco per post
id. f 1.40. Alzonderlijke nummers fO.C5.
w
Van 1
Buiten
PRIJS DER ADVERT ENTIEN
tot 5 regels f0.40. Voor iederen regel
het Kanton Amersfoort per regel
abonnement belangrijke korting.)
meer <0.08.
f0.10. (Bij
Tot plaatsing van advertentiën on reclames van buiten het kanton Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd het Algemoen Binnen- en Buitenlandsch Advertentiebureau D. Y. ALTA,Warmoesstraat 76-78 te Amsterdam.
Dr. D. Bos heeft in de vereeniging
van Vrijz. Dem. Gemeenteraadsleden
in Nederland eene rede gehouden over
bovengenoemd onderwerp, dat in de
laatste tijden aan de orde is gekomen.
Het kenmerkend karakter der laat
ste driekwart eeuw is de reusachtige
vermeerdering van kracht door ver
eeniging op elk gebied, op economisch
terrein door de gemakkelijke samen
voeging van kapitalen, in naamlooze
vennootschappen onder leiding van
enkelen, waarbij controle van het pu
bliek en van den wetgever dat leiding
niet misleiding wordt, zeker niet
overbodig is gebleken.
Door die samenvoeging wordt ver
kregen dat aan de maatschappij be
langrijke diensten kunnen worden be
wezen in een omvang en op een wijze
als vroeger nooit kon worden gedroomd.
Ons verkeerswezen, vooral dat met
overzeesche gewesten, is zonder dezen
grooten vorm van vereeniging van
kapitalen haast ondenkbaar. Evenzoo
de matige lichamen, die onze tijd be
hoeft voor het voldoend gebruiken
van machines, die den arbeid verge
makkelijken.
Verder heeft men de volgende
vormen van s .menwerkingcoöperatie,
vakvereenigingen van ondernemers en
van arbeiders en op hetgeen de vrije
vereeniging op het terrein der vor-
hooging van de geestelijke krachten
van ons volk heeft tot stand gebracht,
vooral zou zijn, gesteund uit de alge-
meene geldmiddelen van Staat, Pro
vincie en Gemeente, onder toezicht
geplaatst van de organen, die het
publiek belang in het oog hebben te
houden e i te behartigen, een krachtig
leven kunnen voeren (vakopleiding,
bibliotheek- en leeszaalwezen enz.)
VAN
GUY BOOTHBY.
5)
Weer bekeek zjj mij van het hoofd
tot de voeten.
Zij schudde het hoofd blijkbaar
kende zij mjj nog niet.
Voor zoover ik weet, zei ze,
heb ik u nooit meer gezieD, dus help
mij uit den droom.
Ben je dan jongeheer Cyril ver
geten, die gewoon was je zoo te pla
gen, toen je te Deepdale woonde
Wel, wel, dat zou ik nooit van je ge
dacht hebben, Betty. Zelfs al zie ik er
nu niet precies zoo netjes uit als ik
in die dagen placht te doeD, toch ben
ik dezelfde.
Zij viel sprakeloos van verbazing
achteruit tegen de bufïetplanken,
waarop flesschen limonade en an
dere matigheidsdranken stonden uit
gestald.
Eindelijk vond zij haar spraakver
mogen terug.
Gemeenten met veel grooter ver
mogen dan particulieren, zullen bij
samenwerking, wanneer zij actief zijn
en doordrongen van h; t besef, dat de
gemeenten een groote rol hebben te
spelen in de sociale verheffing van het
geheele volk, veel kunnen tot stand
brengens. Volgens de art. 121 en 122
der Gemeentewet kunnen de besturen
van twee of meer gemeenten, gemeen
schappelijke zaken, belangen, inrich
tingen of werken na machtiging en
onder goedkeuriug van Ged. Stateu
regelen. Bij weigering beslist de Kroon,
die ook de machtiging moet goed
keuren als de betrokken gemeenten
in verschillende provincies zijn gelegen.
De kosten uit die regeling voort
vloeiend, worden gedragen door de ge
meenten naar he belang, dat elk
erby heeft, terwijl de geschillen daar
over worden behandeld als in de Prov.
Wet is omschreven. Ook by de Prov.
besturen vat de meening post, dat een
dergelijke samenwerking veelal noodig
zal zijn. Verplichting om tot gemeen
schappelijke regeling te geraken, kent
onze wet niet. 't Valt echter te be
twijfelen of men in het algemeen met
deze bevoegdheid kau volstaan. De
ervaring, o.a. met de uitvoering der
L. O. Wet leert, dat niet zelden samen
werking achterwege blijft.
Eveneens bestaat de vraag of niet
bij uitbreiding der steden als econo
misch geheel beschouwd, in landelijke
gemeenten, samenwerking tot het ver
krijgen van een goed bebouwingsgeheel
moet worden bevolen, zoover grens-
verandering niet kan baten.
In het afgetrokkene kan men om
het groote primaire belang van volks
ontwikkeling en gezondheid overhel
len tot dwangsaraenwerkiug, maar
dringt men in deze iets dieper door,
dan ervaart men de waarheid van
het oude spreekwoord met onwillige
U, jongeheer Cyril riep zij uit.
Lieve hemel. En wat zie u er uit
wat heeft u in vredesnaam uitge
haald U ziet er zoo armzalig moge
lijk uit.
In haar opwinding verviel zy weer
in haar dialect van vroeger dagen.
Het ergste van alles was, dat zy de
zuivere waarheid sprak. Haar ik had
nu geen tijd Jaarop in te gaan. Ik
moest om die arme stakkers daarbui
ten denken. Gelukkig was er op dat
oogenblik niemand in de gelagkamer.
Luister eens, Betty, ter wille van
onze goede verstandhouding in vroe
ger dagen wou ik je nu vragen mij
een vriendschapsdienst te bewijzen,
begon ik.
Een vriendschapsdienst noemt u
dat? antwoirdde zij. U deed verstan
diger het niet zoo te noemen. U weet,
dat ik alles voor u zou willen doen,
was het dan niet om uwentwille, dan
ten minste toch om uw arme, lieve
moeder een plezier te doen. Wat wil
u van my
Je moet weten, Betty, dat er een
arme, uitgehongerde vrouw met een
kind buiten staan. Ik vond ze in een
zijstraat bij het Strand. Ik geloof.dat
zij geen halve cent bezitten, en het
arme stakkertje van een kind schreit
honden is het slecht hazen vangen.
Anders is echter de indirecte dwang
zooals o.m. bij het subsidieeren van
Gem. H. B. S., men lette echter op
de geheel vrijgelaten samenwerking
van de gemeenten die gemeenschap
pelijke belangen gemeenschappelijk
beter kunnen behartigen dan afzon
derlijk.
Samenwerking vooral voor kleine
en middelgroote gemeenten is van
belang, ofschoon ook groote gemeen
ten daarbij baat kunnen vinden. De
Ongevallenwet b.v. heeft aan tal van
gemeenten aanleiding gegeven tot
oprichting van of aansluiting bij eeu
onderlinge risicovereeniging.
In soortgel jke gevallen is vorming
van een naamlooze vennootschap meer
aangewezen. Gemeenten met een
goede brandweer zouden op deze wyze
gezamenlijk zeer goed tot een onder
linge brandassurantie kunnen komen
op zeer voordeeligen grondslag.
Voor kleinere gemeonten is samen
werking noodig ter vervulling der
sociale taak, allereerst op het geb ed
der volksgezondheid. Er komen reeds
tot stand gemeenschappelijke rege
lingen van gemeenten tot inrichting
van een gemeenschappelijk bouw- en
woningtoezicht.
By het ontwerpen van belangrijke
sociale wetten waren wellicht in die
wetten bepalingen op te nemen, die
konden gelden als gemeenten zich
aaneensloten ter uitvoering dier wet
ten.
Van meer belang is evenwel wat
tot dusver nog geen wettelijke ver
plichting is, maar wat wel gevoeld
wordt als gemeentebelang.
Voor gemeenschappelijke regeling
komen in aanmerkiDg een goed geleid
ziekenhuis, in centraal gelegen plaatsen,
ten platte lande, gasfabrieken, electri-
sche centralen gemeenschappelijke
om eten. Nu heb ik een shilling gekre
gen en daarvoor moet je zooveel ge
ven, als je maar kunt. Het sneed
mjj door de ziel het kind te hooien
schreien. Jy zult ze helpen, is 't niet,
Betty
Ik nam de shilling uit mijn zak en
schoof haar over de toonbank heen
naar haar toe. Zy wierp haar veront
waardigd terug.
Geen halve cent, riep zij uitu
moest mij daarvoor te goed kennen.
Waar zyn zij Zei u niet, in de straat?
Breng haar binnen en zy zullen
het beste hebben, wat ik haar kan
geven.
Dat was echt iets voor de oude
Betty. Ik hield haar aan haar woord
en ging naar de deur. De vrouw stond
nog, waar ik haar had achtergelaten,
de sneeuw viel in groote, dichte vlok
ken op haar neer. Ik verzocht haar
binnen te komen, en langzaam, en
nog altijd half achterdochtig, deed zij
dat. Betty kwam als de echte vrouw,
die zy was, toeloopen, om haar te be
groeten.
Arme ziel, zei ze, en er klonk
oprecht medelijden uit haar stem. Kom
binnen. Je bent hartelijk welkom.
Maar je moet hier niet blijven, in
deze groote, tochtige kamer. Kom Ue-
waterwerken voor watervoorziening,
ook zou samenwerking bij goede be
strijding van waterverontreiniging
goede diensten kunnen doen.
Dan zijn het ook de eischen van
het verkeer, die zich vooral doen gel
den.
Wat betreft den vorm, waarin die
samenwerking kan geschieden, de
gewone vorm van art. 121 en 122
G. W. schijnt aanbevelenswaardig voor
eenvoudige regelingen als Woningtoe
zicht, aanleg van straatwegen, een
voudig geregelde ziekenhuizen enz.
Voor verkeersondernemingen is het
vaak van veel belang dat de provin
cie medezeggenschap heeft evenzoo
bij waterleidingen, waardoor natuur
lijke zeeweringen kunnen worden ge
schaad. Ook kan het wenschelyk zijn,
dat particulieren met hun practische
opvattingen in de onderneming belang
hebben en medebesturen, al hebben
de gemeenten de overhand, zooals bijv
bij het electriciteitsbedrijf in de veen-,
kolonies en de tram Enschedé Lonne-
ker. In dezelfde gevallen schijnt een
naamlooze vennootschap, waarvan de
gemeenten aandeelhouders zyn, wel
aanbevelenswaard.
DUITSCHLAND.
De kiesrechtcommissie van het
Pruisische Huis. van Afgevaardigden
nam het kiesrechtvoorstel der Regee
ring in tweede lezing met 15 stem
men van conservatieven en centrum
tegen 13 stemmen der andere partijen
aan.
By de behandeling van de leger-
begrooting in den Rijksdag is de
bondsraadvertegenwoordiger van Beie
ren met bijzonderen nadruk er teg^n
ver in mijn eigen klein heiligdom
daar is bet warmer
Zij ging ons voor naar de deur aan
den linkerkant van de toonbank eu ik
volgde haar. Ik hoorde de vrouw een
zucht slaken, toen zij de warme met
gas verlichte kamer binnenkwam,
1 waar het vroolyk vuur in den haard
brandde en de tafel gedekt was met
een beider wit tafellaken en glinste
rend glaswerk.
Na de sneeuw en het slijk van de
straten moet het de arme ziel daar
een hoekje van het Paradijs hebben
toegeschenen.
Toen nam de vriendelijke Betty
het kleintje van haar over en bracht
het op een veilige plaats, waarna zy
haar hoed en shawl aannam, die beide
doorweekt waren van den regen,
toen de armzalige, versleten schoe
nen, die wel van vloeipapier gemaakt
schenen.
Het kleintje met haar donkere
oogen, zat intusschen bleek en boven
haar jaren ernstig, beel hongerig een
beschuit op te eten in een grooten
armstoel aan den anderen kant van
den haard.
(Wordt vervolgd).