DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN. No. 79. WOENSDAG 6 APRIL 1910. 7e JAARGANG Euh ^2^ Nabetrachting over den Gemeenteraad. FEUILLETON. Quinnion de Philosoof. BUITENLAND. DE EEMLANDER Hoofdredacteur H. G. RIJKENS. Bureau - BREEDESTRAAT 18. Telefoon Interc. 62. ABONNEMENTSPRIJS PRIJS DER ADVERTENTIEN Per jaar met geïllustreerd Zondagsblad f 4.Franco per post id. f 5.60. Per 3 maanden id. f 1.Franco per post id. fl.40. Alzonderlijke nummers f0.06. i Van 1 tot 6 regels 10.40. Voor icderen regel mee 10.08. Buiten het Kanton Amersfoort per regel fO.10. (Bij abonnement belangrüko korting.) Tot plaatsing van advertentiSn «n reclames van buiten het kanton Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentiebureau D.Y.ALTA,Warmoesstraat 76-78 te Amsterdam. 't EiDde van het verslag over de zitting van gisteren luidt aldus .Hierna wordt de vergadering ge sloten en ging de Raad over in eene zitting met gesloten deuren." Ik kan begrijpen, dat er onder de lezers van de krant geweest zullen zijn, die zeggenwat is er nu weer aan het handje, wie moet er nu weer over do knie gelegd worden Want de mooie zitting van gisteren heeft duidelijk aan het licht gebracht, hoe dergelijke onder-onsjes met suc ces kunnen misbruikt worden. En dat uit pure collegia liteit! De heer Sanders is wel vriendelijk. Als 't bloed je niet al te langzaam door do aderen stroomt, dan kan ik me levendig voorstellen, dat je van dergelijke goedheden niet gediend wilt zijn. De heer Rijkens we bedoelen de hoofdredacteur heeft gemeend in het publiek belang openbaarheid te moeten geven aan een schrijven, van B. en W., dat hem niet in zijn qualiteit als Raadslid, maar als redacteur wordt meegedeeld en heeft niet geschroomd daar in het openbaar zijn meening over te zeggen, zonder zich af te vra gen, of de openbaarmaking van het schrijven en zijn oordeel daarin aan den heer Sanders wel aangenaam was. En daarover moest hij in een ge heime zitting er nu eens geducht van langs hebben. Trouwens het Raadslid Rijkens had wel wat verdiend en we waarschuwen de heeren van Duinen en Gerritsen, want op een goede keer worden zij VAN GUT BOOTHBT. 28) Het was een bitter koude avond, waarop wij uitgingen, met iets dat aan vorst deed denken in de lucht. Quinnion deed als een schooljongen, die vacantie heeft. Hij vertelde mop pen en lachte voortdurend, en deed mij meer denken aan den man, dien ik in de Doodenlaan had ontmoet, dan ik hem nog gekend had, sir.ds ik mijn intrek in zijn huis had genomen. Na tien minuten lang flink door- geloopen te hebben, en ik kan u ver zekeren, dat het noodzakelijk was op zoo'n avond stevig door te wandelen, kwamen wij in de Fleetstraat, waar wjj in een cap stapten, om ons naar de Lowther Arcade te laten rijden. Ik had die plek niet weer gezien sinds dien gedenkwaardigen avond, waarop ik de vrouw en haar kind uit die donkere zijstraat had meegenomen en onder de goede zorgen van Betty had ook nog eens onderhanden genomen. De heer Rjjkens is lastig. Hij cri- tiseert te veel. Raadslid A. en B. en C. de lezers bedenken de namen maar zijn heel wat gemakkelijker. Zonderling klinkt het in den mond van den wethouder tot deu heer Rijkens, dat als deze meent, dat iets niet in don haak is, dat hjj dat dan in den Raad moet brengen. Alsof hij daarvoor ooit geschroomd heeft 1 Wonderlijk, dat dat de Raad, be halve de heer Gerritsen, zich niet in de zaak heeft willen mengen. En dat niettegenstaande de heer Sanders bij herhaling gedreigd heeft, de Raad uitspraaktezullen laten doen, als de heoren Gerritsen en Rijkenshunne woorden niet terugnamen. Hoewel de beide heeren uitdruk kelijk verzekerden, dat ze huu woor den niet terug wilden nemen, heeft de heer Sanders zjjn bedreiging niet verwezenlijkt. Trouwens de Raad zou er niet toe te bewegen geweest zijn, zooals blijkt uit de stemming over de motie van orde van den heer Van Kalken, die met algemeene stemmen werd aangenomen. Daar kan de wet houder mee naar huisgaau. Een leuke zet van den heer San ders wist hij nog geplaatst te krijgen, voor men tot stemming overging. „Wat ik in de geheime zitting heb gezegd, was niet persoonlijk, maar objectief en in 't belang van de ge meente". We kunnen ons voorstellen, dat de wethouder er in geslaagd is zich zelf te suggereeren, dat de onverhoedsche aanval, waaraan de heer Rijkens in de geheime zitting heeft blootgestaan, door hem niet bedoeld was, als een welkome gelegenheid om met dat gesteld. Ik vroeg mij af, wat er na dien tijd van haar geworden zou zijn? Had zjj dat briefje naar mijn achtenswaardige tante gebracht, en zoo ja, zou de laatste dan in staat ge weest zijn haar te helpen Mijn metgezel plaagde mij met mijn stilzwijgendheid, en vroeg mij, waar aan ik dacht. Ik vertelde het hem, waarop hij vrooljjk zei Een prachtig idéé; ik zal je zeg gen, wat wjj zullen doen, Armitage. Wat wij vanavond zullen winnen, want ik ben overtuigd, dat jij mij ge luk zult aanbrengen, zullen wij naar je tante zenden ter wille van de vrouw in kwestie. Wat vindt jij daarvan Van ganscher harte stem ik daar mee in, antwoordde ik, opnieuw ge troffen door zijn edelmoedigheid. Laten wij in dat geval hopen, dat het for tuin ons heel gunstig zal zijn. Zijn wij hier niet aan de Lowther Arcade Wij zouden geen bel ere plek kunnen vinden, antwoordde hij, terwijl hjj van zjjn plaats opsprong en het portier van de cab opendeed. Ik zal den koetsier betalen, en dan zullen wjj met onzen onderzoekingstocht be ginnen. En zoo deden wij ook, langs Picca dilly gingen wij naar Trafalgar Squa- lastige raadslid eens af te rekenen, maar dat er heusch een gemeentebe lang mèe gemoeid is. Vaar hoe het hem gelukt is, zich zelf wijs te maken, dat hij objectief is geweest, en niet persoonlijk, dat is nog al kras. Wenschelijk ware het de notulen van de geheime vergadering eens te publiceeren. Misschien zou daaruit blijken, dat de wethouder in 't geheel niet gezegd heeft, dat de Redacteur Rijkens als publicist dingen gedaan had, die nog erger waren dan de so ciaal-democraten zich wel eens in hun pers veroorlooven. Enfin met de patriarcbaal-autocra- tische collegialiteit van den heer San ders zal het nu wel uit zjjn. En hier mede stappen we van het piquaute deel van de raadszitting af. Met den heer Gerritsen vragen we hoe lang duurt het nog, voordat de toegezegde loonregeling voor de ge meentewerklieden komt. 't Komt ons voor, dat de heer Ger ritsen niet verstandig gedaan heeft, door indertijd zjjn motie, waarin hij B. en W. uitnoodigde voor Januari met een regeling te komen, in te trekken. 't Is druk op het stadhuis. Wil men van het Rijk nog sub sidie krijgen voor een eventueel te stichten handelsschool, dan moet die aanvraag voor 1 Mei inkomen. Volgens het antwoord van den Burgemeester schijnt er nog niet veel aan die zaak gewerkt te zjjn. Voor Mei komt er vast niets van. De heer van Duinen was niet te vreden over de toelichting van B. en W. omtrent een betere verlichting van Langestraat en Utrechtsche straat. Het schijnt, dat de technische kwestie, daaraan verbonden, niet na der uitgelegd kon worden. re, sloegen toen rechts om en gingen den kant van de Nationale Galery uit. Op den hoek stond op den rand van het trottoir een jonge man, waar schijnlijk ongeveer acht-en-twintig jaar oud. Hij droeg een prachtigen pelsjas, een monocle en een zijden hoed, die in het gaslicht blonk. Als ik mij niet vergis, is dat onze eerste studie merkte Quinnion op. Blijf dicht in de buurt en doe je best je zooveel mogelijk van ons gesprek te herinneren. Ik zal hem aanspre ken. Met die woorden liet hij mij alleen staan en naderde den vreemdeling, daarbij beleefd zijn hoed afnemend. Ik vertrouw, dat u mij zal ver geven, dat ik zoo vrij ben u aan te spreken, waarde heer, begon hij, maar ik ben niet zoo gek, als u misschien denkt. Als ik u mijn ka rakter mag blootleggen na zoo'n on vergeeflijke kennismaking, dan moet ik zeggen, dat ik een man ben, die niet kan leven zonder den prikkel van opwinding. Heeft het u nooit getrof fen, dat de ware speler, dat wil zeg gen de man, die het spelersinstinct in hooge mate heeft, precies is als de dichter hij is daarmee geboren, het is niet aangekweekt? De hartstocht De heer van Duinen zal, net als wjj, maar mootenjwachten, tot hij de lichtjes ziet. V. Z. D. ROOSEVELT EN DE PAUS. De oud-President der Ver. Staten Roosevelt had het voornemen om tij dens zjjn verblijf te Rome den Paus een bezoek te brengen. Van Pauselijke zijde was hem echter de voorwaarde gesteld, dat hij dan niet de metho disten-kerk aldaar mocht bezoeken, zooals zijn voornemen was. Als vrij burger liet Roosevelt, zich dergelijke voorwaarden niet stellen en het be zoek bleef achterwege. Dit incident zal den Kardinaal staatssecretaris, den oppermachtigen en bjj velen gehaten Merry del Val, vermoedelijk nog heel wat onaange name oogenblikken bezorgen. De doorgaans uitnemend ingelichte correspondent van de Frankfurter Zeitung te Rome, schrijft o.m. Merry del Val gaf een bewijs van zijn politiek onverstand door de Pro- testantsche staatshoofden van Enge land en Duitschland zonder bezwaar te ontvangen, maar met den verte genwoordiger van de groote Ver- eenigde Staten, die, ofschoon hij niot in betrekking is, geheel Amerika re presenteert, d.w.z. de geheele moderne wereld, een uitzondering maakt en zich intransigent toont. In clericale kringen heerscht ont-' stemming. Wanneer Merry del Val voortgaat zoo intransigent te zijn, loopt hij de kans zjjn betrekking te verliezen, want aangezien Europa weinig Pieterspenning meer opbrengt, is het Vaticaan op Amerika aange wezen. De Amerikanen zullen er ech- er voor blijft bestaan ook al zijn de middelen om er aan toe te geven, bij na verdwenen. Mag ik vragen, of u mijn woorden volgt Ik wou, dat je naar den drom mel „liep, antwoordde de jonge man woest. Wat heb ik te maken met uw hartstochten en uw middelen om daaraan toe te geven Ik heb geuoeg met mijzelf te doen, om mij niet druk te maken over u. Hoe ruw die woorden ook waren, mijn vriend was er in het minst niet door beleedigd. Integendeel, zijn hou ding werd nog vriendelijker dan te voren. Het spijt mij zeer op te merken, zei hij, dat u vanavond niet in de beste stemming is. Hoe goed kan ik dat gevoel. Dan schijnt men er niets meer om te geven, wat er ook ge beurt. Ik wil mijn best doen, uw ge dachten te verstrooien. Ik zou u raden het te probeeren, want het is een voorschrift, dat zelden doel mist. Ze ker heeft u wel een shilling in uw zak (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1910 | | pagina 1