DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN.
No. 81.
VRIJDAG 8 APRIL 1910.
7e JAARGANG
BUlTEiNLAND.
FEUILLETON.
Quinnion de Philosoof.
DE EEMLANDER
Hoofdredacteur 3£. G-. RIJKEN S.
ABONNEMENTSPRIJS
Per jaar mot geïllustreerd Zondagsblad f 4.Franco per
post id. f6.60. Per 3 maanden id. f 1.Franco por post
id. f 1.40. Afzonderlijke nummers fO.05.
Bureau BREEDESTRAAT 18. Telefoon Interc. 62.
Van 1
Buiton
PRIJS DER ADVERTENTIEN
tot 6 regels 10.40. Voor iederon regel mee 10.08.
het Kanton Amersfoort per regel f0.10. (Bij
abonnement belangrijke korting.)
Tot plaatsing van advertantiën en reclames van buiten het kanton Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd hot Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentiebureau D. Y. ALTA,Warmoesstraat 76-78 te Amsterdam.
DE STAKING IN DUITSCHLAND.
De sedert laDgen tijd dreigende
staking in het bouwbedrijf over ge
heel Duitse! iland, is dan eindelijk
gekomen.
Eergisteren hebben alle arbeiders
organisaties, de neutrale, zoowel als
de Christelijke en de Hirsch-Dunker-
scbe op een algemeene bijeenkomst
onder groote geestdrift tot de staking
besloten.
Bovendien werd een motie aange
nomen, waarbij de arbeiders ver
klaarden, zich gedurende den tijd, dat
de staking duurt van alcohol te zul
len onthouden.
Niet alleen dat alle organisaties in
het Duitsohe Rijk haar steun hebben
toegezegd, maar de offervaardigheid
is ook bij de ambtenaren der organi
saties in bet bouwvak zoo groot, dat
zij een groot deel van hun salaris
hebben afgestaan voor de weerstands-
kas.
Bij de metselaars en opperlieden
hebben de ambtenaren der organisa
ties voor den tijd van veertien dagen
afstand van hun salaris gedaan. Bij
de timmerliedenorganisaties dragen
de ambtenaren 25 procent van hun
loon tot de weerstandskas bij en de
ambtenaren der Christelijke vakver-
eeDigingen willen 75 tot 100 mark
per maand bijdragen.
De atyd gaat, zooals men weet
tegen hot nieuwe arbeidscontract, dat
de werkgevers irganisaties hebben op
gesteld en tot de aanneming waarvan
zij de arbeideis willen dwingen.
In dit contract zijn de voorwaar
den voor de arbeiders aanmerkelijk
slechter dan in het thans geldende
contract, dat linnenkoit afloopt.
Zoo willen de werkgevers o. a. het
VAN
GUY BOOTHBY.
30)
Op den hoek van den Haymacket
was een paard voor een cab gevallen
en een menigte menschen duwden en
stompten elkander, om toch maar iets
te zien te krijgen van wat zy waar
schijnlijk al honderd maal te voren
gezien badden. Wij van onzen kant
bleven niet staan, om er naar te
kijkeü, maar liepen door in de rich
ting van het bureau van bet departe
ment van oorlog.
Uit de verschillende clubs kwamen
leden Daar buiten, hoofdzakelijk ge
zeten en achtenswaardige menscheD,
die elf uur laat genoeg vonden voor
een getrouwd man, om zijn huis
weer op te zoeken. Sommigen riepen
rijtuigen aan, anderen waren van plan
te gaan wandelen.
Eén man in't bijzonder werkte mijn
belangstelling op. Het was een reus
van een kerel van minstens zes voet
loon, dat thans als bet gemiddelde
wordt aangenomen, voortaan slechts
aan de uitstekende arbeiders uitbeta
len.
Maar wat wel de meeste veront
waardiging ODder de arbeiders heeft
gewekt, dat is dezelfde quaestie, die
ook in de mijnstreken de gemoederen
zoo hevig in beweging bracht, en die
ook daar misschien spoedig tot een
reuzenstaking zal leideu.
Het is de quaestie van de gedwon
gen plaatsingsbureaux, waardoor de
arbeiders, om zoo te zeggen, met ge
bonden handen en voeten aan hun pa
troons worden uitgeleverd.
De werkgevers richten dan kantoren
op, waar de arbeiders om werk kun
nen vragen, en zich kunnen informee-
ren naar de plaatsen die opengevallen
zijn. Het spreekt echter vanzelf, dat
arbeiders, die in staking of uitgesloton
zijn, of die op andere wijze bet
mis loegen hunner patrooDS hebben ge
wekt, in deze door de werkgevers
beheerde bureaux nooit werk zullen
kunnen krijgen.
In de groote te Berlijn gehouden
vergadering, waar tot de staking werd
besloten, zei de Rijksdagafgevaardigde
Bömelburg, dan ook onder algemeene
instemming der aanwezigen, dat de
arbeiders gaarne bereid waren, bemid
deling van welke zijde ook, te aan
vaarden, doch dat de onmisbare voor
waarde voor zulk een bemiddeling was,
dat de werkgevers vooraf verklaarden,
dat zy de aan de arbeiders onaanne
melijke bepalingen uit het contract
terugnamen.
„Nooit of te nimmer mogen wij bij
voorbeeld aan bemiddelaars of aan
een scheidsgerecht de beslissing over
laten in zake de plaatsingsbureaux.
Deze vraag is voor ons beslist."
Het Berliner Tageblatt, waaraan wij
deze bijzonderheden ontleeneD, deelt
laog, terwijl zyn schouders breed ge
noeg waren, om een middelmatig
ruime deuropening geheel te vallen.
Hy had een gang als van een beer
en droeg zijn parapluie op den schou
der alsof bet een knuppel was.
Zoo nu en dan bleef hij staan en
keek dan de straat op en neer, alsof
hij iemand verwachtte. Dan, als was
hij teleurgesteld in zyn verwachtingen,
schudde hy zyn massief hoofd en ver
volgde zyn waggelenden gang.
Daar hebben wij weer een ander
karakter, en een ander dat waard is,
bestudeerd te worden, als ik mij niet
vergis merkte mijn metgezel op.
ik zal myn best doen de hand op
hem te leggen, als 't wil gelukken.
Maar boe ben je van plan, dat
aan te leggen vroeg ik, want ik
begreep niet, boe dal moest worden
klaargespeeld. De vreemdeling
scheen er mtf de man niet naar, die
gemakkelijk tot iets was over te halen.
Laat dat maar aan my over,
zei hy. Ik weet wel een manier
om dat klaar te speleD, maak je daar
over niet ongerust. Blijf zelf achter
hem loopen, maar ga voora' niet ver
der dan naar Marlborough House op
den hoek.
Met die woorden stak hij de straat
verder nog mede, dat de Regeering
pogingen zal doen tot bemiddeling.
Heden zal in het Ministerie van
Binnenlandsche Zaken een conferentie
plaats hebben, waartoe de vertegen
woordigers der strijdende paitjjen zyu
vertegenwoordigd.
Uit de door het blad ingewonnen
inlichtingen blijkt echter, dat voor zoo
ver Westphalen en de Rijnprovincie
betreft, er niet veel kans is. dat deze
poging zal slagen.
Te Berlijn schijnt echter voor een op
het laatste oogenblik nog te treffen
schikking, meer kans te bestaan.
GROOT BRITANNIË.
De berichten uit Biarritz over Ko
ning Edward's gezondheid waren tot
dusver bijster gunstig, maar nu komt
opeens de correspondent van de Daily
News vertellen, dat die berichten on
juist zyn geweest en dat de Koning
ernstig influenza gehad beeft, wat hem
veel kwaad heeft gedaan. Zyn stap is
niet meer „veerkrachtig", hij beweegt
zich moeilijk en hij lijkt ouder ge
worden. Ook schijnt de monarch over
werkt en overspannen te zyn. „Is de
iucht van Biarritz niet te zwaar voor
hem", vraagt de correspondent, „voor
een ouden en moeden man
De eerste veto-motie die ver
klaart, dat het Hoogerbuis by wet
verhinderd moet worden begrootings-
wetten te verwerpen of te wijzigen,
werd gister door bet Lagerhuis met
339 tegen 237 stemmen aangenomen.
De Iersche nationalists steunden
de Regeering.
RUSLAND.
Volgens berichten uit Petersburg
houdt het besluit van de Doema, om
de 11 millioen roebels voor nieuwe
oorlogsschepen van de begrooting te
schrappen, verband met een ander
over en liep in vluggen pas in de
richting van de St. Jamesstraat. Ik
kon zien, dat het zijn plan was, zoo
vlug mogelijk aan het eind van de
straat te komen, om dan de
straat weer over te steken en op zijne
voetstappen terug te komeD, waardoor
hij den man in kwestie zou ontmoeten,
voordat hy aan het St. James Paleis
kwam.
Dit plan was echter niet bestemd
tot uitvoeiing gebracht te zullen wor
den, want hij was nog geen vijftig
meter ver aan de overzijde van de
straat gegaan, toen een mar, die vlak
achter bem de straat dwars over
gestoken was, en die tot nn toe
eenige passen aebter hem geloopen
had, hem inhaalde en op den schou
der klopte.
Quinnion bleef dadelijk staan, en
ik kon zien, dat er een levendig ge
sprek tusschen hen beiden gevoerd
werd.
Mijn instructies opvolgend, ver
volgde ik mjjn weg tot ik bij Marl
borough House op den hoek aan
kwam, waar de reusachtig groote
man, die zoozeer myn belangstelling
had opgewekt, links omsloeg en in de
richting van de Mali doorliep.
Toen keek ik om, om te zien wat
besluit der volksvertegenwoordiging,
bij hetwelk de wensch wordt uitge
sproken, het departement van marine
te onderwerpen aan een onderzoek, te
houden door een senator. Goetsjkof,
de Doema-voorzitter, moet over dat
plan reeds met minister Stolypin ge
sproken hebben, die bet goedgekeurd
heeft, en zoo verwacht men spoedig
een keizerlijke oekase, waarby een of
meer senatoren belast zullen worden
met het onderzoek naar de misstan
den op de keizerlijke marine. Mod
vermoedt, dat onder de hooge ambte
naren der marine (die in den tijd van
den Japanschen oorlog reeds betrek
kingen hadden) een paniek zal uit
breken, omdat hun geweten ver van
zuiver is.
TURKIJE.
De opstand in Albanië neemt een
zeer ernstig karakter aan. Te Pristina
is de staat van beleg afgekondigd. 12
bataljons zij n ter plaatse bijeengebracht.
De toestand in Albanië is zorgwek
kend.
Een vergaderiDg vaD Albaneezen te
Pelara besloot te weigeren belasting
te betalen.
De grootvizier gaf last met de
grootst mogelijke kracht op te treden,
wanneer de Albaneezen in opstand
blyven. In de buurt van Pristiua is
een ernstig gevecht aan den gang.
Men hoort te Saloniki den donder van
het geschut.
De Ministerraad besloot 34 batal
jons naar Albanië te zenden, de op
marsch zijnde inbegrepen.
FRANKRIJK.
De gister door ons meègedeelde
„onthullingen" der Matin over het
verblijf van Duitsche officieren in de
legerplaats te Cbalons, waar zij quasi
voor eigen rekening zich met de tech-
er van Quinnion was geworden. Tot
mijn verbazing was hij nog steeds in
ernstig gesprek gewikkeld met den
man, die hem had aangesproken. Zy
stonden nog precies op dezelfde plek,
waar ik hen het laatst had gezien.
De klok van het Paleis vertelde
mij, dat het nu tien minuten over elf
was. Het zou spoedig tijd voor ons
zyn, als wij op afgesproken tjjd en
plaats den jongen man van Trafalgar
Squura wilden ontmoeten. Weer ging
er een kwartier voorbij en nog bleef
Quinnion met den vreemdeling staan
prateD. Wie kon by zijn? En wat had
hij met mijn chef te maken? Ik
kende den laatsten goed genoeg, om
overtuigd te zijn, dat hij op dat uur
van den avond zyn tyd niet in onbe-
teekenend gebabbel zou verbeuzelen,
vooral niet, omdat hy wist, dat ik op
hem wachtte.
Eindelijk, toen ik zeker wel voor
de vijfde maal de st aat op en Deer
gewandeld bad, verbet bij zijn gezel
schap en kwam Daar mij toe.
Er was stellig iets belangrijks ge
beurd, want ik kon dadelijk zien, dat
by in een toestand van groote op
gewondenheid verkeerde.
(Wordt vervolgd).