DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN.
No. 98.
DONDERDAG 28 APRIL 1910.
7e JAARGANG
Pensioen wegens
zijdelingsche diensten.
FEU1LLETON.
Quinnion de Philosoof.
RUITEiNLAND.
DE EEMLANDEH
Hoofdredacteur 2& G RIJKENS.
Bureau BREEDESTRAAT 18. Telefoon Interc. 62.
ABONNEMENTSPRIJS
Per jaar met geïllustreerd Zondagsblad f4.—. Franco per
post id. f6.60. Per 3 maanden id. f1.Franco per post
id. f 1.40. Afzonderlijke nummers f0.05.
pvuS
PRIJS DER ADVERT ENTIEN
Yan 1 tot 5 regels 10.40. Voor iederen regel meer 10.08.
Buiten het Kanton Amersfoort per regel fO.10. (Bij
abonnement belangrijke korting.)
Tot plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het kanton Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentiebureau D.Y.ALTA,Warmoesstraat 76-78 to Amsterdam.
Ingediend is een wetsontwerp hou
dende bepalingen omtrent de ver
gelding met pensioen van in dienst
van ambtenaren of een college of van
met dezen bier gelijk gestelde com
missies of particulieren den stad be
wezen diensten.
Blijkens de Memorie van Toelich
ting bestaat voor het totstand brengen
van zulk een regeling naar de mee
ning van den Minister van Financiën,
die de Memorie heeft onderteekend,
inderdaad goede grond, daar de
diensten waarvan hier sprake is,
slechts schijnbaar van particulieren
aard zijn en in het wezeu der zaak
hetzelfde publieke karakter dragen
als die, welke krachtens de Burger-
Jfjke Pensioenwet met pensioen ver
golden worden.
Het wetsontwerp geeft niet .een
algemeene omschrijving van de
diensten, waarop de ontworpen rege
ling betrekking heeft, doch de ver
schillende functiën in zjjdelingschen
staatsdienst worden in de wet zelf
genoemd. Daartoe zijn een tweetal
staten van betrekkingen aan het
wetsontwerp toegevoegd,samengesteld
uit door de verschillende Departe
menten samengestelde gegevens. Het
ontwerp behelst nl. twee verschillende
regelingen, eene voor het in rekening
brengen van in de toekomst zijde
lings aan den Staat te bewijzen
diensten en eene voor den inkoop van
vroeger gepraesteerde diensten van
dien aard (waarop een aantal betrek
kingen voorkomen die thans z(jn ver
vallen.)
Op de staten komen voor sommige
betrekkingen bij Rijkscommissies (in-
VAN
GUY BOOTHBY.
46)
Maar gedane zaken nemen geen keer,
het eenige wat ons nu te doen staat,
is te trachten hem te vinden. Ik ben
echter bang, dat het gelijk staat met
hel zoeken van een naald in een hooi
berg, vooral als, wat ik vrees, de man
niet recht wel bij het hoofd is. Nie
mand is zoo scherpzinnig als een
krankzinnige. Wat de Natuur hem in
één richting ontrooft, schijnt zij hem
in andere opzichten dubbel en dwars
te vergoeden.
Yan die gedachte vervuld, keerde ik
naar de studeerkamer terug, om daar,
zooals ik verwachtte, juffrouw Sylvia
op mij te vinden wachten. Omdat ik
daartoe mijn woordenkeus niet ge
noeg tot mijn dienst heb, kan ik niet
hopen, u te doen begrijpen, hoe be
koorlijk zij er uitzag in haar nette,
donkergrijze japon met de wit linnen
boord en manchetten.
genieur, rekenaar, schrijver enz. bij
de Rijkscommissie voor grondmeting
en waterpassing en ambtenaar bjj eene
commissie van toezicht op den door
tocht en het vervoer van landverhui
zers), benevens eenige functiën in
dienst van aannemers van Rijkswerken
of Rijksdiensten, alsook van verhuur
ders van vaartuigen ten behoeve van
den publieken dienst (werkman by
het onderhoud der Rijksgebouwen van
booger onderwijs, vaste arbeider bij
het onderhoud van geniewerken, werk
man bij de Landsgebouwen, arbeider
bij de wegen, rivieren, kanalen,haven
en zeewerken, kanaalbearabten en par
ticulier schipper en particulier matroos
aan boord van een klaringsvaaituig of
van een vaartuig voor de ambulante
recherche te water bij den dienst dei-
invoerrechten enjaccijnzen.)
Aan de vergelding van deze diensten
met pensioen zijn zekere voorwaarden
en verplichtingen verbonden.
lo. moeten zij of onmiddellijk ge
volgd zijn door eene aanstelling in
eene burgelijke betrekking in den
zin der Burgerlijke Pensioenwet of
gedurende minstens twee achtervol
gende jaren zijn bewezen !e moeten
zij slechts voor vergelding met pen
sioen in aanmerking komen voorzoo
ver de praestatie steunde op eene
bepaalde dienstbetrekking en ook van
het niet ontbroken hebben hiervan
moet uit een bewijsstuk blijken 3o.
zal de belanghebbende voorzooveel
zijne in het verleden bewezen dien
sten betreft, gege- ens moeten over
leggen waaruit van den duur der
dienstbetrekking blijkt4o. zal hij
zich een geldelijk offer moeten ge
troosten. Evenals de tijdelijke en op
denzelfden grond als deze moeten ook
de zijdelingsche diensten worden in
gekocht voor de in de toekomst te
bewijzen diensten bedraagt de inkoop-
Toen ik de kamer binnen kwam, was
zij bezig de bloemen opnieuw te rang
schikken, als sneeuwvlokken lagen z(j
op de tafel, terwijl haar vlugge hand
jes ze met zooveel bekwaamheid ieder
op haar plaats wisten te brengen, dat
het leek of er een tooverroede over het
geheel was heen gestreken.
Goeden morgen, mijnheer Armi-
tage, zei ze, mij met een glimlach be
groetend, die mij duidelijkei dan met
woorden te kennen gaf. dat zij tot nu
toe nog niets wist van de catastrophe,
die had plaats gehad. U en oom zijn
allebei heel laat vanmorgen. Ik ge
loof, dat u niet opstaat als u geroe
pen wordt. Weet u misschien ook of
oom nog lang denkt boven teblijveD,
want als dat het geval is, moet ik de
dingen naar beneden zenden om ze
warm te houden.
Er bleef mij nu niets anders over,
dan haar met het nieuws bekend te
maken. Maar hoe ik dat doen moest,
zag ik nog niet duidelijk in. Ik wilde
haar niet bang maken, maar hoe
moest ik dat aanleggen Zij merkte
blijkbaar mijn aarzeling op, want
haar gelaat werd plotseling bleek, en
z(j zette de vaas, die zij in de hand
hield weer op haar plaats. Wij keken
elkaar een oogenblik aan zonder te
som 2% der gedurende den in zijde-
lingschen Staatsdienst doorgebrachten
tijd genoten belooningen, terwijl bij
de berekening van de inkoopsom nog
zekere grenzen zijn gesteld ten aan
zien van de in het verleden bewezen
diensten moet voor elk jaar van het
in zijdelingschen Staatsdienst doorge
bracht tijdvak 4 °/0 betaald worden
van de bijdrage, die wegens op dat
tijdvak gevolgde eerste aanstelling in
een burgerlijk ambt was verschul
digd. Ook voor dezen inkoop is ech-
een maximum bepaald.
Aan de wet wordt terugwerkend#
kracht verleend tot 1 Januari 1908.
GROOT BRITANNIË.
Het nieuwe in Farnborough ge
bouwde Engolsche militaire luchtschip,
is Maandag door een plotselinge,
hevige orkaanstoot vernield.
Het luchtschip was tot inspectie uit
de loods gesleept, toen een heftige
storm opstak en den ballon meevoerde.
De manschappen, die het luchtschip
vasthielden, konden zich nauwelijks
staande houden. Het omhulsel werd
geheel aan flarden gereten en het ge
raamte in stukken geslagen.
Het luchtschip had zyn eerste
vlucht in Februari gedaan en in Al-
dershot toen een vaart van 17 mijlen
gehaald. Het was 150 voet lang, had
een inhoud van 75.000 kubieke voet
en was behalve het omhulsel van
Engelsch fabrikaat.
Koning Eduard, die te Biarritz
vertoefde, schijnt spoediger vertrok
ken te zijn dan sommigen hadden
verwacht.
Het gevolg daarvan was, dat men
zich verdiepte in gissingen over de
spreken, en toen kwam z(j, om de ta
fel heen naar m(j toe.
Mynheer Armitage, zei ze, ik kan
aan uw gezicht zieo, dat er iets ergs
is gebeurd. Wat is er Ik smeek u, bet
rnjj te vertellen. Betrefthet mijn oom.
Juffrouw Sylvia, u heeft goed ge
raden, het spijt mij, dat te moeten zeg
gen, was mijn antwoord. Ik heb in
derdaad slecht nieuws voor u. Maar
u moet mij belooven dapper te zijn,
anders kan ik het u niet vertellen.
Ik zal dapper zijn, antwoordde
zij, terwijl zij met haar mooie oogen
vol vertrouwen naar mij opkeek. Ver
berg mij alstublieft niets, vertel mij
alles, zoodat ik overtuigd kan zijn,
dat ik het ergste weet. Wat is mijn ar
men iom overkomen U wil toch niet
zeggen, dat hij dood is?
Neen zoo erg is het gelukkig
niet, antwoordde ik. Maar hij is ner
gens te vinden. Wij vonden vanmor
gen zijn deur gesloten. Ik brak haar
open, alleen om tot de ontdekking te
komen, at zijn bed niet beslapen, en
hij verdwenen was.
Maar kan hjj ook zijn uitgegaan
voor een wandeling vroeg zij. U
weet, dat hij dat dikwijls doet voor het
ontbijt. Wat is er voor angstigs in het
feit, dat u hem niet in zijn kamer
vraag, wat dit vervroegde vertrek
wel kon beteekenen.
Een correspondent van de Gil Bias
te Biarritz deelt nu mede, dat de
KoLing om twee redenen deze bad
plaats verlaat, zonder zelfs op zijn
terugreis Parijs aan te doen.
In de eerste plaats zou hij het
Kabinet-Asquith te bulp willen ko
men, door zyu invloed aan te wen
den op de conservatieve oppositie.
En in de tweede plaats is de aan
wezigheid des Konings te Londen
noodig, omdat Keizer Wilhelm zich
gereedmaakt omj Turkije te steu
nen, wanneer dit zich verzet tegen
de annexatie van Egypte door Enge
land. Duitscbland zou het er op toe
leggen om Turkije in een oorlog te
wikkelen. En het zou onder voorwend
sel zijn vrienden, de Jong-Turken te
steunen, 100.000 soldaten naar Afrika
zenden, om zich van het Suez-kanaa!
en van Egypte meester te maken.
De correspondent verklaart, dat hij
dit nieuws heeft van iemand uit de
omgeving des Konings, wiens naam
bij onder geen b«ding wil mededeelen.
Het Berliner Tageblatt noemt dit
alles kletspraat, dm de moeite van het
tegenspreken niet waard is.
In het Lagerhuis heeft de afge
vaardigde Feil minister Grey ge
vraagd, of hij uit Egypte verontrus
tende berichten had ontvangen, dat
de invloed van Engeland snel aan bet
verzwakken is en dat de Engelsche
ingezetenen in vele plaatsen nist kun
nen uitgaan, zonder de kans te loopen,
beleedigd te worden.
Mc. Kinnon Wood antwoordde, dat
de jongste berichten aangaande den
toestand in Egypte, in het bizonder
wat betreft den moord op Boetros
pasja, niet zoo bevredigend zijn als
men wel wenschen zou.
vondt en dat de deur gesloten was?
Heel waarschijnlijk zal hij den sleutel
hebben meegenomen.
Ik schudde met mijn hoofd. Ik kon
zien, dat zij tegen haar eigen overtui
ging in sprak. Ik vertelde haar daar
om, dat de deur aan den binnenkant
gesloten was en dat de sleutel nog in
het slot stak. Dat wij het venster open
hadden gevonden en dat er tot onze
verbazing geen enkele hoed of jas van
hem verdwenen was van den kleeren-
banger in de hal. Toen ik zooveel ge
zegd had, was er geen enkele reden
waarom ik nog iets voor mij zou hou
den, daarom vertelde ik haar van het
raadselachtig verdwijnen der eetwa
ren uit de provisiekast. Zjj luisterde
naar mij, zonder mij een oogenblik in
de rede te vallenhaar gelaat was
nog heel bleek en haar lippen beefden,
alsof zij ieder oogenblik zou kunnen
beginnen te schreien.
Wat kan de reden van dit alles
zijn snikte zij. Ik wist, dat bij ziek
was, dat heb ik al een tijd lang gewe
ten, maar ik heb nooit gedacht, dat
het hiertoe zou komen. Wat kan hem
bewogen hebben ons zoo te verlaten
(Wordt vervolgd.)