DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN.
No. 108.
WOENSDAG 11 MEI 1910.
7e JAARGANG
Nabetrachting over den
Gemeenteraad.
FEUILLETON.
Quinnion de Philosoof.
BUITENLAND.
EEMLANDER
Hoofdredacteur X& G-. RIJKENS.
Bureau BREEDESTRAAT 18. Telefoon Interc. 62.
ABONNEMENTSPRIJS
Per jaar met geïllustreerd Zondagsblad f4.—. Franco per
post id. f6.60. Per 3 maanden id. fl.Franco per post
id. fl.40. Afzonderlijke nummers f0.05.
fens
PRIJS DER AD VER') ENTIEN
Van 1 tot 6 regels f0.40. Voor iederen regel meer f0.08.
Buiten het Kanton Amersfoort per regel fO.10. (Bij
abonnement belangryko korting.)
Sommige dingen schijnen langzaam
te gaan in deze gemeente.
Raadslid A. vraagtWanneer komt
nu toch eens dat reglement op het
middelbaar onderwijs, dat al lang in
de maak is.
Raadslid B. En wanneer komt de
bouwverordening.
En het vertrouwen in het goede
beleid van B. en W. laat ook wel
eens wat te wenschen over.]
De heer v. Duinen krygt een re
primande, omdat hij in een andere
qualiteit vertelt, dat B. en W. zich
een mooie kans hebben laten ont
glippen om een handelsschool te
krijgen.
Hebben ze die wezenlijk zich laten
ontgaan
Kom toch inlichtingen vragen op
het Stadhuis, zegt de Burgemeester,
die intusschen ook aan den heer van
Duinen heel leuk verweet, dat zijn
„oratorisch talent" hem parten had
De heer van Duinen vertelde, dat
hij geen lust had om inlichtingen in j
te winnen ten Stadhuize.
Waarom niet?
Uit de discussie blijkt niet, waarom
de heer v. D. niet meer van plan is
naar het Stadhuis om inlichtingen te
gaan.
Intusschen schijnt de burger-
meesterlijke vermaning niet zoo heel
veel indruk op dit Raadslid gemaakt
te hebben.
Dat was het einde van de zitting.
De belangrijkste kwestie, die er in
den Raad behandeld is geworden, dat
was zeker de kwestie van progressie
VAN
GUY BOOTHBY.
56)
Ik had nu niet meer mij zelf alleen
om aan te denkenik moest ook
Sylvia de Marcelle beschermen, en
om dat te kunnen doen, zou ik vech
ten, niet alleen tegen Gilbert Fe-
versham, maar ook tegen ai zijne
handlangers. Het idéé alleen, dat dit
mooie en onschuldige meisje doorzijn
toedoen hulpeloos en zonder thuis
aan de genade van de wereld zou zijn
overgeleverd, was voldoende, om mijn
bloed aan het koken te brengen.
Want nu moet ik iets bekennen, dat
ik misschien al eerder had moeten
zeggen ik had haar lief! Een paar
woorden maar ik had haar
lief en toch, hoeveel beteeken-
den zij niet voor mij, meer dan het
leven zelf. Hoe zou het mogelijk ge
weest zijn, haar niet te beminnen
zoo ief, zoo zacht, en zoo mooi als
zij was? Omdat ik alle dagen met
in de Belasting.
Geen wonder dat de belastingspo-
cialiteit bjj uitnemendheid, de heer
Plomp, de spits afbeet.
De heer Plomp dit te noteeren
verklaart zich vóór het beginsel,
maar is tegen de toepassing er van
in Amersfoort en daarom ook tegen
het benoemen van een commissie.
Hjj is het dus met de voorstellers
in beginsel eens, maar heeft de zeker
heid persoonlijk dat de zaak hier
niet lukken zal, voor Amersfoort niet
goed zal zijn.
Waarom dan geen commissie
Waarom wil men geen onderzoek?
Zou 'took niet kunnen zijn, dat er
een plan ontworpen werd, waarbij
een zeer matige progressie werd in
gevoerd, terwijl tege'ijkertijd wat meer
geld binnenkwam
't Ware toch wel de moeite waard
geweest dit te onderzoeken.
Bovendien komt hier nog niet een
ander beginsel dan voordeel voor de
gemeentekas bij te pas
Waarom is men in de eerste plaats
voor progressie.
Toch omdat die rechtvaardiger is?
Christelijker zoo men wil om de
zwaarste lasten op de stevigste schou
ders te leggen.
In de discussie komt de moreele
zijde van het vraagstuk niet tot zjjn
recht.
De heer Sanders heeft gezegd dat
men niet aan de belasting moet
veranderen, indien er geen bepaalde
behoefte bestaat aan geld.
Gelukkig Amersfoort?
Gaat het hier ter stede niet zoo
Wanneer Raadsleden vragen naar
maatregelen in het belang van arbei
ders of minder goed betaalde beamb
ten dan luidt het
De gemeentekas kan het niet dra
gen 1
haar omging, was ik bestemd, haar
slaaf te worden. Of zij mijn liefde be
antwoordde, kon ik niet zeggen, en
er waren redenen, waarvan u er één
minstens zal billijken, waarom ik het
haar niet kon vragen. Terwijl ik on
der verdenking bleef van de beschul
diging, die tegen mij was ingebracht,
was het voor mij onmogelijk, dit on
derwerp bij haar aan te roeren, en
toch wist ik niet, hoe ik ooit in staat
zou zijn, mij daarvan te bevrijden.
Intusschen was ik besloten, haar te
beschermen, zooals ik dat mijn eigen
zuster zou doen, totdat Justus zou
zijn teruggekeerd, of er op andere
wjjze over haar toekomst zou zijn be
schikt.
Ik had juist mijn brief af, en was
bezig, er het adres op te zetten, toen
er aan de deur getikt werd en Al-
phonse binnen kwam, om volgens
gewoonte mij te berichten, dat hij het
huis gesloten had en op het punt
stond naar bed te gaan.
Ik verzocht hem mij eerst nog wat
heet water te brengen. Toen hij ook
dit gedaan had en mij „goeden-
nacht" had gewenscht, maakte ik mij
een warm grogje klaar, stak een
nieuwe pijp aan en ging zitten lezen.
Ik was niet in de stemming, om te
Tracht men een onderzoek in te
stellen, naar de mogelijkheid van een
rechtvaardiger belasting, die tevens
wat meer opbrengt dan is het
De gemeentekas heeft op het oogen-
blik geen versterking noodig.
Zoo blijft men steeds in hetzelfde
vicieuse cirkeltje. Onbillijk was het
verwijt van den heer Jorissen aan
de progressie-voorstellers
Ze hadden met een bepaald voor
stel moeten komen.
Is het zóó gemakkelijk
Zijn daar niet tal van gegevens
voor noodig, die een officieel door
den Raad benoemde commissie ge
makkelijker zich kan verschaffen, dan
eenige Raadsleden
De fout van de discussie lag voor
een groot deel o. i. daarin, dat men
is gaan oreeren over de progressie
zelve inplaats van te praten over
de wenschelijkheid van een onderzoek.
We wenschen den heer v. Duinen
niet te volgen ia zijn beschouwingen
over het uitbreidingsplan, dat ver
dedigd werd door den heer Sanders.
Wel heeft het ons verwonderd, dat
de bouwspecialiteiten er hun licht niet
eens over hebben laten schijnen.
Deze heeren zullen er toch zeker
wel evenveel studie van gemaakt heb
ben als de heer van Duinen
We moeten gulweg erkennen er
geen oordeel over te kunnen vormen,
maar het komt ons begrijpelijk voor,
dat er een meerderheid te vindeu was
voor een uitstel om zoodoende het
advies van de Gezondheidscommissie
meer tot zijn recht te doen komen.
't Is in den regel geen dankbaar
werk om in dergelijke adviseerende
Colleges zitting te hebben. Men krijgt
vaak den indruk, dat de adviezen maar
pro-forma gevraagd worden.
Bij de stemming over de Baden,
(Volks- en Schoolbaden) leden B. en
gaan slapen, en ik wist heel goed, dat,
als ik naar bed ging, ik niets anders
zou doen dan rnjj uren achtereen om
en omdraaien, mij ongerust makend
over Justus en over mijn eigen sch jn-
baar onoverkomelijke bezwaren.
Het was intusschen bijna kwart
over elf geworden een vochtige,
buiige avond, niet weinig lijkende op
dien, welken vooraf was gegaan aan
den dag, waarop ik Quinnion voor
het eerst ontmoet had.
Terwijl ik daar zat voor het vroo-
Hjk vuur, mijn voeten warmend en
mijn grog proevend, bedacht ik, hoe
ongelukkig de bordjes verhangen wa
ren. Toen was ik de verworpeling ge
weest, de bedelaar, en hij had mij ge
vonden en opgenomen, nu had hij
mijn plaats ingenomen, en was het
mijn beurt te trachten hem te vin
den.
Mijn hart zonk in de schoenen, toen
ik aan hem dacht, en aan de overijlde
daden, waartoe hij misschien gedre
ven zou worden. Als de politie maar
de hand op hem kon leggen, voordat
dit kon gebeuren.
Om deze afschuwelijke gedachten
van mij af te zetten, trachtte ik mij
te interesseeren voor het boek, dat ik
had gekozen, maar te vergeefs. Zelfs
W. een nederlaag. Toch niet geheel ver
diend, naar het ons voorkomt.
Niet duidelijk is het, waarom er
geen proef genomen had kunnen wor
den voor 1 jaar met subsidie aan de
inrichting van den heer v. Achter
bergt), misschien met eenige wijziging.
De idealisten, die meenden, dat hier
het minder goede de komst van het
betere zou kunnen beletten, kondeu
zich wel eens vergissen. Dat betere
een flinke gemeentelijke bad- en
zweminrichting voor minvermogenden
is de vogelenzwerm in de lucht.
Ze hadden beter gedaan het eene
beestje, dat te krijgen was, maar
binnen te halen.
't Zal nog wel een jaar of vijftien
duren voor er een Volks- en School-
badhuis in Amersfoort verrijst.
Laat ons hopen, dat wij ons hierin
vergissen. S.
OPNIEUW DE CRETA-QUAESTIE.
Wat reeds lang van te voren ge
vreesd werd, is geschied. De Christen-
leden van de Cretenziscbe volksver
tegenwoordiging hebben den eed van
trouw aan Koning George ran Grie
kenland afgelegd, in wiens naam de
zitting door den voorzitter voor ge
opend werd verklaard. De orthodoxe
geestelijkheid heeft de vergadering
gezegend en de medeaanwezige 16
Mohammedaanscbe leden bepaalden
zich tot het indienen van geschreven
protesten, eerst tegen het openen der
vergadering, daarna tegen het afleggen
van den eed. Het tweede werd door
een Griekschafgevaardigde verscheurd.
Intusschen riepen de menigte buiten
en de afgevaardigden binnen om het
hardst: „leve de annexatie I" entoen
de fijne geestigheden van den be
roemden schrijver waren niet vol
doende, om het gewicht, dat zoo
zwaar op mij drukte, weg te nemen.
De eene pagina voor, de andere na
sloeg ik achteloos om, maar altijd
kwam ik weer terug op het oude, ha
telijke onderwerp.
De klok op den schoorsteenmantel
tikte voortdurend door, het vuur be
gon langzamerhand minder lel te
branden, uit de boekenkast kwam een
muis te voorschijn, die naar kruimels
op den grond begon te zoeken, tel
kens even stil zittend, om zich te
overtuigen, dat ik te vertrouwen was.
Langzamerhand,^ en zoo onmerk
baar, dat ik er mij maar half bewust
van was, kwam er een gevoel van
slaperigheid over mij. Daarop ben ik
zeker in slaap gevallen, want ik her
inner mij niets meer, totdat ik wak
ker werd, juist toen de klok twee
uur sloeg, de lamp op het punt stond
uit te gaan en het vuur al totaal uit
gegaan was.
Ik was koud en stijf, en maakte er
mij zelf een verwijt van, dat ik zoo
idioot geweest was, om in mijn stoel
te gaan slapen, iets, wat ik bijna
nooit doe.
(Wordt vervolgd.)