STADSNIEUWS. WEERBERICHT. Thermometerstand BINNENLAND. AGENDA. ALLERI iEl. MEDEDEELINGEN VAN HET KONINKL. NED. MET. INSTITUUT. Opgemaakt voorm. 10.50 uur. De Bildt, 11 Mei 1910 Hoogate barometerstand 773.3 m.M. te Skudesnaes, laagste 751.4 m.M. te Nice. Verwachting tot den avond van 12 Mei 1910 Krachtige tot matige N.O-lijke wind. Gesteldheid van de lucht: Meest betrok ken, waarschijnlijk regenbuien. TemperatuurDezelfde. Barometerstand te AMERSFOORT. Barometerstand hedenmiddag te 12 uur 763 m.M. Vorige stand te 12 uur 763 m.M. te Amersfoort. Hoogste gisterenF. 54 Laagste hedennachtF. 42 Hedenmiddag 12 uurF. 48 het tumult ten langeleste bedaard was, werd een voorstel tot het zen den van een telegram van rouwbe klag wegens het overlijden van Ko ning Edward met algemeens stemmen aangenomen. De Cretaquaestie is dus weer in een acuut stadium gekomen. Voor de zooveelste maal kunnen we er by- voegen. En voor de zooveelste maal is er weer ernstige reden tot bezorgd heid, ook al is men er zoo langzamer hand aan gewend geraakt te gaan denken, het loopt toch wel met een sisser af. FRANKRIJK. Het Quartier Montmartre te Parijs, werd eergisteren in opschudding ge bracht door een revolvergevecht, dat daar tusschen twee partyen anarchis ten heeft plaats gehad. Een troepje hunner drong onder aanvoering van den anarchistische redenaar Paraf- Javal de woning van hun vroegeren bondgenoot Dubois binnen, om diens huisraad kort en klein te slaan. Toen Dubois de deur opende, scho ten de anarchisten hun revolvers in de corridor af, waarbij Dubois aan den heup werd getroffen. Eenige van Dubois' vrienden beant woordden het vuur en dreven de aan vallers op de vlucht. De politie, welke tusschen beiden kwam, arresteerde meerderen der vechtersbazen. Aanleiding tot deze vechtpartij schijnt de omstandigheid geweest te zyn, dat Dubois en de zijnen zich van Paraf Javel hadden afgekeerd. ITALIË. Een Reutertelegram geeft eenige bijzonderheden over een aangrijpend diama, dat zich eergisteren te Rome heeft afgespeeld, nl. de zelfmoord van den ongeveer 60-jarigen afgevaardigde Pompili, oud-staatssecretaris van Buitenlandsche Zaken, die tot deze wanhoopsdaad kwam uit verdriet over den dood van zyn vrouw, de hoogst- begaafde dichteres Vittoria Aganor Pompili, welke den vorigen nacht in de kliniek van prof. Pompemi was overleden. By haar lijk schoot Pompili zich dood. Mevr. Pompili, die tot de eerste dichteressen van Italië behoorde, was ven Armenische afkomst, maar uit Venetië geboortig. Zij was 45 jaar oud. Pompili had tweemaal het ambt van Staatssecretaris van Buitenl. Zaken bekleed en was ook do gedele geerde voor Italië op een der Haagsche Vredesconferenties. Hij stond bekend als een zeer fijne geesten als .gentle man" van top tot teen. De tragische gebeurtenis was nog aanleiding tot een derde sterfgeval. Pompili's stiefvader, de schoolraad Palmucci, schrok bij het vernemen van wat er geschied was, dermate, dat hy door een beroerte getroffen, dood ineenzakte. Mr. Troelstra's antwoord op het voorloopig verslag. Verschenen is mr. Troelstra's memorie van antwoord op het voorloopig ver slag over zijn enquête voorstel om trent de handelingen van minister Kuyper ter zake van de bekende de- coratie-quaestie. De heer Troelstra betoogt o.a. naar aanleiding van de beweringen van vele leden, dat de bedoeling van zyn voorstel niet kan zyn de uitlokking eener strafvervolging, op grond van art. 362 van het Wetb. v. Strafrecht. Dit volgt reeds hieruitdat de feiten waarover de enquête zou moeten loopen, al grootendeels zyn verjaard. Juist ten opzichte van de verleende decoratie aan den heer R. Lehmann in 1903 geldt dus niet, wat de heer De Savor- nin Lohman tegen het voorstel aan voert: „Het is dus slechts te doen om een strafrechtelijk onderzoek en om niets anders." Dat door het instellen eener en quête het algemeen belang niet kan worden gediend, is naar de meening van den heer Troelstra, een bewering, die door hare eigen nadere motivee ring wordt tegengesproken. Is het nader bevestigen en licht verspreiden omtrent de genoemde feiten wel degelijk een zaak van alge meen belang, dit, zegt de heer T., eischt voornamelijk opheldering over hetgeen daarbij niet wordt genoemd het verband tusschen ontvangen gel den en verleende of te verleenen de coraties (vraag 5o.); het belang van het wederzijdsch optreden van dr. Kuyper en mej. Westmeyer en de omvang hunner verhouding van weder zijdsch dienstbetoon, ook buiten de decoratie-quaestie en de corresponden tie over de Utrechtsche Universiteit (vraag 2o). De meening, dat door het versprei den van meer licht in dezen de eer des lands niet zou worden verhoogd, pleit voor hem, die die eer niet zoekt in het bemantelen, doch in het open baren en uitroeien van kwade prak tijken, meer voor dan tegen het voorstel. Hierin toch, zegt de heer T., ligt opgesloten de overtuiging, dat een nader onderzoek, waarbij de ver schillende in de zaak betrokken per sonen worden gehoord, den slechten indruk, door de bekend geworden feiten opgewekt, niet zoude kunnen wegnemen. Daarmede echter wordt dan ook toegegeven, dat de zaak is van zoodanig bedenkelyken aard, dat het niet aangaat, waar zy eenmaal in de Volksvertegenwoordiging een punt van onderzoek en discussie heeft uitge maakt, zonder dat dit tot een bepaalde conclusie en oplossing van verschil lende vragen heeft gevoerd, haar te laten loopen zonder dat alle middelen, om nadere gegevens te verkrijgen, zyn uitgeput. In overeenstemming met hen, die in het Voorl. Verslag wijzen op het onvoldoende van een eereraad ter beslissing in deze zaak, blijft de heer Troelstra zijne bezwaren handhaven. Aan deze voegt hy toe, dat van de opdracht, de wyze van werken en de bevoegdheid der benoemde parti culiere commissie niets aan de Kamer bekend is, terwijl het evenmin vast staat of en in hoeverre er by hen, die voor haar getuigenis der waarheid zullen moeten afleggen, zij het ook buiten eede, daartoe geneigdheid be staat. Zelfs wettigt de naam dezer com missie de opvatting, dat zij niets anders zal hebben te doen dan haar oordeel uit te spreken over de reeds bekende en niet weersproken feiten, maar geen onderzoek zal hebben in te stellen. Doch al ware dit wèl het geval, zoo schijnt bet, merkt de heer T. op, moeilijk te weerspreken, dat de Kamer, indien zij werkelijk meent meer licht te moeten brengen in deze zaak, hare taak in deze niet aan particulieren, op verzoek van den beschuldigde benoemd, kan overdra gen, ook al wordt aan de integriteit en bekwaamheid der benoemde per sonen door niemand getwijfeld. Dat een parlementaire commissie van enquête door het politieke ka rakter harer leden minder onpartijdig zou zijn dan eene particuliere com missie kan, naar de meening van den heer Troelstra moeilijk worden vol gehouden. Hij merkt te dezer zake onder meer op, dat waar de meerder heid der Kamer in eene dergelijke commissie de meerderheid zou moeten vormen, eventueele partijdigheid tegen den beschuldigde meer dan over wogen zou worden door partijdigheid te zijnen voordeele, zoodat zijne rech ten en belangen voldoende tegen elke miskenning zouden zijn beschermd. Wat betreft die enkele leden, die zich bereid verklaarden, over hunne bezwaren tegen een enquête heen te stappen, indien bleek, dat dr. Kuyper die te zijner rechtvaardiging wenschte, merkt de heer Troelstra op, dat dezen daardoor toonen dat die bezwaren door hen niet als ernstige beletselen tegen het voorstel worden gevoeld. Overigens beschouwen zy z.i. zoodoende de zaak te veel van het persoonlijk standpunt van den gewezen minister en zien zij het publiek belang er van over het hoofd. Waar in het Voorloopig Verslag nog wordt herinnerd aan de ver klaring, afgelegd van de zijde van politieke medestanders van dr. Kuy per, dat zoolang het verband tusschen diens handelingen en het ontvangen van gelden voor de partijkas niet is geleverd, men geen voldoende reden heeft te twijfelen aan de juistheid zyner verklaring dat zoodanig ver band niet bestond, daar is hetgeen sedert is bekend geworden omtrent het oordeel, in den kring der geest verwanten zelve geveld over de waarde in het algemeen te hechten aan verklaringen van dr. Kuyper, weinig geschikt, om dit beweren te ondersteunen. Vrijzinnige propaganda. De Bond van Vrijzinnige Propaganda- vereenigingen, teldende 58 aangesloten vereenigingen, zal baar jaarlykscbe algemeene vergadering houden op 15 Mei a.s. te Utrecht in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen. De beraadslagingen zullen ten deele gewijd zijn aan de bespreking der op handen zijnde verkiezing. De Utrechtsche Vrijzinnige Studie- en Propaganda-Ve eeniging, die de afgevaardigden en leden der onder scheiden vereenigingen zal ontvangen, heeft voor de ochtendvergadering als 3preker uitgenoodigd den heer A. Roodhuizen, lid van de Tweede Ka mer voor Brielle, die zal spreken over het onderwerp „Vrijheid." De Bond is gedurende het afgeloo- pen jaar een 500-tal leden rijker ge worden, telt thans ongeveer 4200 leden en zal een aandeel nemen aan den komenden verkiezingsstrijd, o. a. door vlugschriften, terwijl in het Noorden des lands een reeks van landdagen zal worden gehouden. Minister Nelissen. Bjj K B. is lo. met ingang van 11 Mei aan mr. A. P. L. Nelissen, op zijn verzoek, een eervol ontslag verleend als Mi nister van Justitie, met dankbetui ging voor de vele en gewichtige diensten, door hem aan Hare Majesteit en aan den Lande bewezen 2o. tijdens de ontstentenis van een Minister van Justitie het beheer van et Departement van Justitie ad interim, opgedragen aan den Minister van Binnenlandsche Zaken, mr. Th. Heemskerk. Door de politie is tegen twee Bunschoter vischverkoopers proces verbaal opgemaakt wegens het venten met visch zonder vergunningsbewijs. De verkoopers meenden, daar de wijzors van het uurwerk van den Lieve Vrouwentoren stilstonden, dat het reeds 8 uur was, toen zij wachtten op den Keurmeester. Daarom waren zij zonder bewijs vertrokken. Dit geval vestigt echter de aan dacht op iets anders. De visch hier door de Bunschoters aangebracht, komt tusschen vier en vijf uur'soch- tens uit het water. Om acht uur heeft hier de keuring plaatsdus is het half negen, dat de verkoopers kunnen vertrekken van de keurings plaats. Voor zy het Bergkwartier be reikt hebben is de meeste visch dan dood. Nu rijst de vraagZou men niet verstandiger doen met de keuring éen uur vroeger te stellen, dat is om zeven uur. Dan kan men ten minste in Amersfoort levende visch koopen. Aan de universiteit te Utrecht slaagde voor het theor. apoth. exa men mej. A. E. van Laaren. De kapitein L. Noest van heil. 5e regiment infanterie wordt tot 1 October van dit jaar gedetacheerd by, het le regiment veld-artillerie. We herinneren aan de verga dering van Handel en Nijverheid, welke morgenavond negen uur in de Zwaan wordt gehouden. De agenda vermeldtIngekomen stukken en Mededeelingen. De Bond van Leeraressen by het Huishoudonderwys heeft besloten, dat de examens voor koken en voe dingsleer zullen afgenomen worden aan de school in de Laan van Meer de: voort in Den Haag en voor huis houdkunde en waschbehandeling aan de Nieuwe Huishoudschool te Amster dam en de Amersfoortsche Industrie-- en Huishoudschool. Bij de oefeningen op de-heide is hedenmorgen een paard van de veld-artillerie doodgebleven. De totaal opbrengst van den verkoop der bloemen op 30- April voor de Vereeniging tot bestrijding der tuberculose bedraagt f503.20. Er zyn verkocht 2500 celluloid bloemen en nog 1180 andere bloempjes en strikjes. Daar de onkosten zeer gering zyn zal er een bedrag overblijven, voldoende om 10 k 12 kinderen voor een maand ujt tje zenden. Gisteren werd aanbesf;d0cj j,e(. uitvoeren van buitengewone bestra tingen op den Rijksweg Apeldoorn— Zutphen, behooreiyèe tot de Rfiks groote wegen in de provincie Gelder land. Laagste inschrijver was T. W. de Bonte te Amersfoort voor f2S79.' (Hieronder worden gratis opgenomen aankcnd' van vergaderingen, uitvoeringen enz (fl® 12 Mei. Handel en Nijverheid in j MCi' dVe6Aren°dCieteit "Ecn£gCÏ t p 0 n w e d 0 ƒ"- Byij den veehouder J. Pauws, te Schelli.agwcmciQ j3 eer_ gisternacht eene k-J0 in de wejdedoor den bliksem doodgeslagen Zaterdagavond is de bliksem gesla gen in den grooten watermolen van c v ,"o o gaster Veenpolder, te Rohel (Schoterland). Een der roeden geraakte in brand. De molenaar wist ondanks l et noodweer, den molen han dig uit den wind to zetten, en het vuur tot die ééne roede te beperken. In Zeeuwsch-Vlaanderen heeft Za terdag het onweder zeer hevig gewoed,

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1910 | | pagina 2