Donkern Schaduwen
/y^
DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN.
No. J£2r
DINSDAG 21 JUNI 1910.
Te JAARGANG
De waarheid breekt door.
FEUILLETON.
EEMLANDER
Hoofdredacteur R G. RIJKENS.
Bureau BREEDESTRAAT 18. Telefoon Interc. 62.
ABONNEMENTSPRIJS
Per jaar met geïllustreerd Zondagsblad f 4.—. Franco per
post id. f5.60. Per 3 maanden id. 11.Franco per post
id. f 1.40. Afzonderlijke nummers fO.C5.
1HI
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 5 regels 10.40. Voor iedoren regel meer 10.08.
Buiten het Kanton Amersfoort per regel fO.10. (Bij
abonnement belangrijke korting.)
Tot plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het kanton Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd hot Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentiebureau D.Y.ALTA,Warmoesstraat 76-78 te Amstcrdai
Wel wat laat, Zaterdag 11 Juni,
kwam de Standaard met de leuze
voor de Statenverkiezingdie leuze
zou zyn „Voor het Kabinet 1"
Het behoeft geen betoog, dat die
leuze op zich zelf geen beteekenis
heeftbezien, iu verband met de po
litieke omstandigheden, beteekent die
leuze echter genoeg. Dan immers be
teekent ze, dat do anti-revolutionaire
partij in het huidige ministerie een
kabinet naar haar hart ziet, beteekent
ze, dat de anti-revoiutionaire party
zich, afgezien van kleinigheden, die
men ook in een bevriend kabinet wel
anders zou willen, geheel bevredigd
voelt door de gedragingen van het
kabinet-Heemskerk.
De zwenking van de Standaard ten
gunste van het ministerie kon niet
uitblyven en in zooverre is deze
provinciale stembusleuze teekeuend 1
nadat het ministerie eindelijk be
zweken was voor den aandrang uit
de pen van den van God gegeven
leider en een „als het dan moet, voor
uit dan maar" binnenhoudend, einde
lijk zich zelf het epitheton „christe
lijk" had toegekend.
Toen was de „zoen" gesloten het
kabinet had zich omhangen met den
mantel der antithese. Het Kuyperia-
nisme mocht tevreden zijn, want de
gematigde, beminnelijke heer Heems
kerk, die wel op den rechtschen wor
tel stoelt, maar met een zeer bewege-
lyken stengel daaraan verbonden is,
boog zich op hoog-Kuyperlyk bevel,
althans in woorden en dit is in
deze „christelijke" kringen voldoende
naar de noodlottige, leugenachtige
antithese-politiek.
Zoo is de leuze „voor het kabinet"
ten slotte slechts eene verzachte
Naar het Duitsch
DOOR
PAUL HENKES.
12)
Wie weet, verdacht is de gehee
ls geschiedenis in ieder geval, zei de
commissaris. Dat graveermes geeft
veel re denken, ofschoon het mij aan
den anderen kant al heel gek voor
komt, dat een misdadiger die zooveel
overleg en koelbloedigheid schijnt te
bezitten, zoo onvoorzichtig zijn zou
om zijn moordwapen daar achter te
lateD, waar het hem noodwendig ver
raden moest.
Nu, in elk geval gaan wij, zoo
dra ons werk hier achter den rug is,
naar het huis van den kunstsloten
maker, besloot Alberti.
Toen wendde hy zich tot een p ditie-
agent, die om hem een boodschap
over te brengen, juist in diensthou-
ding voor hem kwam staan.
Wat heb je te vertellen
editie van de gebruikelijke leuze ter
rechterzijde en de propagandisten in
woord en geschrift hebben dan ook
nu weer op den reeds door ouderdom
dof geworden trommel der geloofs-
leuze geslagen.
Voor wie goed toeluisterde bleek
het geluid niet slechts dof, maar ook
valsch. Het breede gebaar bij de ver
kondiging der allesbeheerschende ge-
loofs-antithese wordt hoe langer hoe
meer theatraal, onechtde pathos bij
het uitspreken er van, hoe langer hoe
meer onoprecht.
Geen wonder. Ook in het gemoed
van den zuiveisten man van rechts
mo?t er in den laatsten tijd twijfel
zijn gerezsn aan de waarheid van zijn
standpunt. Is men iu de kringen der
anti-revolutie nog niet gekomen tot
erkenning van de dwaling, waarin men
sinds jaren leeft, wil meu nog niet
het zoo lang ingenomen standpunt
prijs geven, men voelt toch wel, dat de
gebeurtenissen van den laatsten tijd
al zeer weinig in staat zyn het ver
trouwen in de steeds vooropgestelde
noodzakelijkheid der „christelijke" coa
litie to bevestigen.
Reeds klonken er stemmen van
beslist anti-revoiutionaire mannen
(anti-revolutionair in breedereu zin),
van Mr. Dr. van de Laar, van Ds. van
Hoogonhuyze en van Dr. Keucbenius,
die reeds inzagen, dat de reehtsche
politiek geenszins een politiek is ge
richt op handhaving der christelijke
beginselen, maar dat die politiek
slechts gericht is op macht en succes.
Het moet den coalitievrienden niet
aangenaam hebben aangedaan, te hoo-
ren, dat de oude Keucbenius, de stoere
Calvinist, de anti-revolutionair bij uit
nemendheid, in een nagelaten schrift
uur reeds 17 jaar geleden heeft gewaar
schuwd tegen de machts- en succes-
politiek der gecoaliseerde partyen te
De agent berichtte, dat het den slo
tenmaker zooeven gelukt was de
brandkast te openen.
Laat ons dan in huis teruggaan,
zei de rechter.
Hy liet de verbindiugsdeur weer af
sluiten en stak het stalen sleuteltje
bij zich.
Toen zij in de werkkamer terug
kwamen, stond de brandkast open.
De slotenmaker deelde den rechter
mee, dat de rechte sleutel in de brand
kast gelegen had, en dat de deur al
leen, maar dichtgeslagen w .s geweest.
Op het eerste gezicht scheen de in
houd van de brandkast onaangeroerd
gebleven te zyn. Zelfs pijnlijk netjes
op orde lagen daar de papieren van
waarde, in kleine bundeltjes saarage-
bonden verdeeld in de verschillende
vakjes.
De commissaris onderwierp den in
houd aan een nauwkeurig onderzoek.
Een lyst van de voorhanden pa
pieren van waarde is nergeDS te vin
den, antwoordde hij op een desbetref
fende vraag van zijn superieur. Het
zijn voornamelijk pandbrieven en ef
fecten. Baar geld schijnt heelemaal
niet voorhanden te zijn.
De dienaar viel hem verbaasd in de
rede.
vernemen, dat diens zoon, een onver
dacht antirevolutionair, van meening
is, dat de coalitie hoe eerder, hoe beter
dient verbroken.
Durfde Mr. Loeff er aan twijfelen
of Dr. van de Laar wel rechts stond
en kon hij zoodoende zich onttrekken
aaD de moreele mokerslagen, waarmede
deze christen-staatsman den coalitie
leugen heeft getroffen, nu de schimmen
der waarheid uit alle hoeken tevoor
schijn komen, nu wordt het vele op
rechte christenen bang om het harte.
„La vérité est en marche." De gees
ten aan de rechterzijde worden wak
ker, zij het langzaam. De zinsbegoo
cheling, de suggestie der Kuyperiaao-
sche antithese wijkt.
In dezen tijd is het onze plicht het
onze er toe bjj te dragen om die ont
waking te bespoedigenmeer dan
ooit is het nu gebod-m den driesten
leugen der politieke tegenstelling, die
een periode vaQ stilstand heeft ver
oorzaakt in de wetgeving, de losse
flarden die zyne naaktheid Dog dek
ken van het lijf te rukken.
Hoe wordt het ons gemakkelijk ge
maakt. Eenerzyds zyn het de prote-
stantsch-christelyke mannen, die wij
zooeven noemden, die het hunne doen
om hunne medestanders in te lichten
omtrent den waren aa'd derpolitieko
verhoudingen aan den anderen kant
komt Rome zelf den genadeslag toe
brengen aan de onoprechte leuze der
verbonden clericalen.
Door zyn Boromaeua-encycliek,
waarin de Hei vorming voor een stel
sel wordt uitgemaakt, dat de zede
loosheid ten top beeft gevoerd, heeft
de Paus zelf den „gemeenschappelyken
wortel des geloofs" doorgebakt.
En hoe reageeren nu de stoere Cal
vinisten op den hoon, huunen geeste
lijken vaders toegebracht Geen kloek
ter verantwoording roepen van den
Jawel, zeker! Er moet baar geld
voorhanden zyn. Ik moest gis-eren by
onzen bankier tienduizend mark op
een cheque gaan halen, riep hij met
de grootste overtuiging uit. Een van
de bankbiljetten wisselde ik om eeni-
ge kleine rekeningen te kunnen beta
len, de overige moeten echter nog iu
de kast aanwezig zyü, want mynheer
de baron heeft verder niets verzon
den.
De commissaris keek alles nog eeDS
na.
Er is niets voorhanden, zei hij
toen hoofdschuddend tot zyn supe
rieur.
Maar zij moeten in de kast zijn
hiold de dienaar met aandrang vol.
De rechter van instructie wierp zijn
inferieur een snellen, veelzeggenden
blik toe.
U heeft de nummers natuurlijk
niet opgeschreven? vroeg hij dend'e-
naar als terloops.
Deze knikte echter ijverig met zijn
hoofd en haalde een zakboekje te
voorschijD.
Jawel, ik ben in geldzaken heel
voorzichtig, meende hy. Jaren geleden
heb ik eens een bankbiljet van hon
derd mark van den baron verloren en
toen moest ik het geld teruggeven,
man, die het hun heilige neerhaalt,
geen woedend protest tegen don be
lager van lmnne beginselen. Een
flauw, zwak geluid, waarin zoo iets
als matte boosheid klinkt en dan een
toegestoken hand aan Rome, met
hulp waarvan immers politieke wiDste
te behalen is.
Van de zij le, waar men bet pau
selijk betoog nog het krachtigst weer
stond, in de „Nederlander", kon men
het vernemen, dat de Roomschen in
ons land niet de Roomsche, maar de
Protestantsche beginselen zien toe
gepast.
Maar daarmee is dan implicite er
kend en daarvan ,'dient acte ge
nomen dat dus „christelijk" regce-
ren in ons land niot beteekent rn-
geeren volgens de begiuselen der
rechterzijde d. i. van orthodoxe pro
testanten en katholisken le zamen,
maar slechts van de protestanten.
En ook in die erkentenis ligt hot
opgesloten, dat de jaren lang voorop
gezette, volgens de hoeren van rechts
natuurlijke en noodzakelijke antithese,
een politieke pbraso zonder inhoud is
geweest-
Maar volgens welke christelijke be
ginselen wordt dan wèl geregeerd in
ons land? Volgens de antirevolu
tionaire
Ook dat niet. „De Siandaard" heeft
Patrimoniums opmerking gereleveerd,
dat de Zondrgsrust onder dit Kabinet
niet beter is verzekerd dan onder
linksch bewind„dat er nu weer
nieuwe Zondagstreinen zijn ingelegd."
„De Standaard" heeft, er op wijzende
dat geen enkele anti-revolutionnaire
eisch onder het tegenwoordig bewind
voor inwilliging vatbaar is, wel aan
geraden voor eigen b-ginselen te plei-
teD, maar „ditmaal by de Provinciale
Stembus geen woord ervan."
Zoo zien wij hoe de christelijke be-
omdat ik het nummer Diet had opge-
teekeDd. Sinds dien tyd schrijf ik al
le nummers op.
Alberti nam bet zakboekje in ont
vangst en las: „09S,463 tot098,472".
U kreeg dus op éenvolgonde num
mers?
Juist, Edelachtbare.
Welk bankbiljet heeft u laten
wisselen
Het eerst genoteerde.
Op een wenk van den rechter maak
te de commissaris voor zich een aan-
teekening. Toen gaf de beambte den
dienaar het zakboekje terug.
De rechter wilde al order geven de
kast weer te sluiten om te verzegelen,
toen de commissaris zich plotseling
bukte en een kreet van verbazing uit
stiet. Meteen scheen nij iets tusschen
de deurvoegen te willen uittrekken.
Hier, hier, mijnheer de rechter,
kijk eens. Wat is dat?
Meteen liet hij twee kleine met
amethysten ingelegde stukjes goud
zien van ongeveer twee centimeter
groot, die blijkbaar bij een groot hals
sieraad behoord hadden en daaruit
losgeraakt waren. Het goud was rijk
en kunstig gegraveerd, terwijl de
steenen prachtig mooi en heel zeld
zaam waren. (Wordt vervolgd.)