STADSNIEUWS.
Gemeenteraad.
WEERBERICHT.
Thermometerstand
MEDEDEELINGEN VAN HET
RONINKL. NED. MET. INSTITUUT.
Opgemaakt voorra. 10.50 uur.
De Bildt, 28 Juni 1910-
Hoogste barometerstand 771.1 ra.M. te
Horta, laagste 743.7 m.M. te Christiansund
en Malinbead.
Verwachting tot den avond van 29 Juni 1910.
Matige tot krachtige Z.W.-l. tot W.-l. wind.
Gesteldheid van de lucht: Betrokken,
regenbuien.
TemperatuurDezelfde.
Barometerstand te AMERSFOORT.
Barometerstand hedenmiddag te 12 uur
754 m.M.
Vorige stand te 12 uur 755 m.M.
te Amersfoort.
Hoogste gisterenF. 64
Laagste hedennachtF. 56
Hedenmiddag 12 uurF. 62
AMERSFOORTSCHE
BAD- EN ZWEMINRICHTING.
TEMPERATUUR van het water op Dins
dag 28 Juni des morgens 7 uur is 58° F.
begraven. Natuurlijk zijn direct maat
regelen genomen om deze menschen
beter in te lichten.
Wat de eigenlijke zaak Killinger
betreft, is het eenige nieuws, dat
ook Bandison thans heeft bekend. De
eenige die nu nog blijft ontkennen,
is Jattan. Deze toont zich dus in
dit opzicht standvastiger dan de aan
legger zelf van het complot.
Openbare vergadering van den Raad
der gemeente Amersfoort op Dinsdag
28 Juni 1910, des namiddags te half
twee.
Voorzitter: de Burgemeester.
Aanwezig: 15 leden.
Afwezig: de heeren Veis Heijn en
Hagedoorn, de eerste met kennis
geving.
Onmiddellijk na de opening wordt
de openbare vergadering veranderd in
eene met gesloten deuren.
Te 2 u. 55 wordt de openbare ver
gadering heropend. De heer Hage
doorn is aanwezig.
Medege'eeld wordt dat o.a. zqn in
gekomen de volg mde stukken
Een adres van het Bestuur dei
Vereeniging „Handelsschool voor
Amersfoort en omstreken' om voor
het jaar 1911 eene subsidie uit de
gemeentekas van f4000.
Naar B. en W. om advies,
Ook is ingekomen het volgend adres
Aan den Gemeenteraad
van Amersfoort.
EdelAchtbare Heeren
Geven met verschuldigden eerbied
te keDDen
Philip Martin Putman en Evert an
de Beek, aannemers van publieke
wei ken voor gezamenlijke rekening,
woi.ende te Amersfoort.;
dat zij bij de op Donderdag den
23 Juni j.l. door Burgemeester en
Wethouders van Amersfoort gehouden
aanbesteding vanie. de uitvoering
van herstellingswerken aan het Oes
ter- en Westerhoofd van de rivier de
Eem, en 2e. het vernieuwen van
eene schoeiing aan de Kleine Melm,
de laagste inschrijvers bleken te zyn,
voor de som van f 1774,
dat de uitvoering van genoemde
werken echter niet aan hen, maar aan
G. Wassink, wonende alhier, door ge
noemd College is gegund, in weerwil
van de omstandigheid, dat deze voor
een bedrag van f 1868,dus f94 hoo-
ger dan adressanten had ingeschreven
dat in het bestek betredende voor
melde werken geen enkele voorwaarde
voorkomt, aan welke Burgemeester en
Wethouders het recht kunnen ontlee-
nen de werken te gunnen aan een
ander dan den minsten inschrijver,
althans geen enkele bepaling behelst,
waaruit met eenigen grond 's af te
leiden, dat zij zich dat recht hebben
voorbehouden, als aannemer en borgen
aan de daarbij gestelde eischen vol
doen
dat zij vermeenen dat zjj, als aan
nemers, en de heeren Theodorus Wil
helmus Bonte, .-.anneraer, en Albertus
Theodorus Hogenboom, mr. bakker,
beiden wonende te Amersfoort, als
borgen, door hen gesteld, aan de in
14 van het bestek gestelde eischen
voldoen moetende toch adressanten,
en zeer zeker adressant van de Beek,
welke laatstgenoemde tal van jaren
hei- en grondwerken heeft uitgevoerd,
geacht worden terzake kundig
te zijn, en, evenals de borgen, gunstig
bekend en voldoende gegoed
om zich hoofdelijk te verbinden voor
de deugdelijke uitvoering der voor
schreven werken en het doen van de
daarvoor gevorderde leveringen
dat zjj om voormelde inschrijving
te kunnen doen, verschillende reizen
hebben gedaan en ernstige berekenin
gen hebben gemaakt, waaraan zij,
natuurlijk, kosten en moeite hebben
opgeofferd, die zij verwacht hadden
vergoed te zullen krijgen in de ver
diensten aan voornoemde werken te
maken
dat, nu de gunning aan een ander
heeft plaats gehad, van eene zoodanige
vergoeding geen sprake kan zjja en zij
dus, behalve de teleurstelling in hunne
verwachting een geldelijk voordeel te
behalen, zich eene schade zien berok
kend van plus minus vijl-en-
twintig gulden;
dat, afgescheiden van deze mate-
r i e e 1 e schade, adressanten door de
willekeurige wyze vau handelen van
Burgemeester en Wethouders in deze,
m o r e e 1 e schade van enormen om
vang is toegebracht
dat toch de uitslag der aanbesteding
in onderscheidene nieuws- en adver
tentiebladen wordt gepubliceerd, en
door de uitsluiting, zonder opgaaf van
redenen, van adressanten als aanne
mers, de meening post vat by het
publiek, speciaal by grossiers en leve
ranciers, dat er aan de gegoedheid van
adressanten iets mangelt of dat zyin
ander opzicht minder gunstig bij het
gemeentebestuur hunner woonplaats
bekend staan
dat die gevolgen daarvan moeiiyk
met juistheid incyferszijn te brengen,
en dat kan worden nagelaten in dit
geval, waarin het adressanten om die
geldeiyke vergoeding niet te doen is;
dat zij deze zijde der zaak by deze
dan ook slechts hebben wenschen aan
te roeren, om blijk te geven dat zij,
in de handeling van Burgemeester en
Wethouders een benadeeling zien in
hun goeden naam als eeilyke aannemers
die hen ernstig heeft gegriefd, een
handeling tot welke niemand, en zeer
zeker niet een college als dat van
Burgemeester en Wethouders, mag
overgaan, tenzij daartoe aanleiding
bestaat en ernstige grieven en beden
kingen aan overwegingen van mate
rieels en moreele soliditeit van de be
trokken personen ontleend, daartoe
grond opleveren
dat, waar die aanleiding in deze
niet bestaat en bedoelde gronden,
gelukkig, niet aanwezig zijn, zy de
handeling van Burgemeester en Wet
houders niet begrijpen en gaarne de
redenen zouden vernemen die B. en W.
tot hun besluit hebben geleid
te minder begrypen zij de handel
wijze van B. en W. na hetgeen by de
in dit voorjaar gehouden aanbesteding
der baggerwerken is geschied, by welke
gelegenheid die werken werden gegund
aan iemand terzake volslagen on
kundig, iemand, die, zooal ooit een
baggerbeugel heeft gezien, er althans
nimmer een heeft gehanteerd, en die
evenmin uit anderen hoofde, geacht
kon worden met de uitvoering van
baggerwerk te zyn vertrouwd
dat zulk willekeurig handelen, naar
de bescheiden meening van adressan
ten, scherpe afkeuring verdient, wyl
dat onwillekeurig, aan bevoordeeling
van den eenen persoon boven den
ander, ten nadeele nogwel van de ge
meente, doet denken
dat zy dan ook tegen de ten hunnen
opzichte gepleegde handeling van Bur
gemeester en Wethouders een ernstig
woord van protest wenschen te doen
hooren, en daaraan vastknoopen het
beleefd verzoek
Burgemeester en Wethouders uit
te noodigen aan Uwe vergadering,
en ervolgens aan adressanten, ken
baar te maken de moti -ven waarop
de niet-gunning van voormelde werken
aan adiessanten berust, opdat zy
mogen weten wat Burgemeester en
Wethouders tot die behandeling heeft
geleid, en adressanten daarmede, by
eene volgende gelegenheid, rekening
kunnen houden.
Hetwelk doende enz.
Yan UEdel Achtbaren
de dienstwillige dienaren,
PH. M. PUTMAN,
E. VAN DE BEEK.
Amersfoort, 24 Juni 1910.
Op verzoek van den heer Jorissen
deelt de wethouder Sanders mede,
dat B. en W. het recht hebben zonder
opgaaf van redenen een inschrijver te
weigeren. De informaties gaven B. en
W. aanleidiDg niet te gunnen aan den
laagsten inschrijver. De heer Putman
is bekend als brandstofTenhandelaar.
De heer Van de Beek heeft nooit een
werk van dezen omvang uitgevoerd.
Daarbij komt nog dat het hier geldt
een zeewering, ei n arbeid dus die ver
trouwen eischt. Het toezicht op den
laagsten inschryver zou reeds meer
kosten dan de f 94.die de laagste
inschryver lager is dan de volgende in
schryver.
De heer Kroes merkt op, dat
de borgen zeer solide zijn en ook bij
gunning niet aan den laagsten inschry
ver toezicht zal worden uitgeoefend.
Spr. wyst er op, dat een der firman
ten van de laagste inschryving een
man is van groote ondervinding, die
zij het al niet voor eigen reke
ning dan toch in betrekking groote
werken heeft helpen uitvoeren. Spr.
meent, dat er geen reden was, den
laagsten inschrijver te passé ren.
Naar aanleiding van een opmerking
van den heer Jorissen leest de heer
Kroes een gunstig getuigenis voor over
een arbeid, stratenaanleg, door den
laagsten inschryver, uitgevoerd.
De heer Rykens meent ook,
dat de laagste inschryver benadeeld
is in zyn crediet.
De Wethouder Sanders
wyst er op, dat B. en W. niet gezegd
hebben, dat de laagste inschryver
onbekwaam is, doch hy niet bewezen
heeft bekwaam te zyn. Z. i. heeft
de gemeente in een dergelijk geval
geen leergeld te betalen; ook lijdt
z. i. niet iemands crediet, indien hem
een aanbesteding ontgaat.
De heer Kroes vraagt nog
nadere inlichtingen. Iemand moet een
maal beginnen met dergelyken arbeid,
en inen moet z.i. hem kaos geven. Den
heer Van de Beek acht spr. zeer goed
in staat het werk te volbrengen. Spr.
stelt de vraag of B. en W. den twee
den inschryver in staat achten zon
der toezicht bet werk te volbrengen.
De heer Rykens blijft van
oordeel, dat wel dPgeiijk de laagste
inschrijver moreel en in zijn crediet
wordt geschaad. Spr. vraagtstaat
de tweede inschrijver zoo ver boven
den laagsten? Z.i. hadden B. en W.
den laagsten inschryver hun oordeel
kunnen mede deelen.
De heer Salomons herinnert
er aan, dat het vorig jaar ook een
werk gegund is aan lieden, die nog
nooit een dergelijk werk hadden uit
gevoerd.
De WethouderSanders. ejv
dedigt nader het standpunt van B.
en W. en deelt mede, dat in zyri
practijk hem gebleken is, dr.t eenj
combinatie van een vakman en een
niet vakman niet steeds een geluk
kige is.
Hiermede was de bespreking ten
einde.
Een adres van het Bestuur van de
Vereeniging van Directeuren van Hoo-
gere Burgerscholen met 5 jarigen
cursus, daarbij verzoekende eene re
geling tot stand te willen brengen
betreffende het in den regel verleenen
van ontslag aan leeraren aan een
Hoogere Burgerschool op 65 jarigen
leeftyd.
Naar B. en W. om advies.
Een adres van de afdeeiing Amers
foort van den Bond van Nederlandsche
onderwijzers waarbij zy wijziging vau
de salarisverordening voor het onder
wijzend personeel verzoekt.
Naar B. en W. om advies.
Eene dankbetuiging van A. J. de
Jong, leeraar aan het Gymnasium en
de Hoogere Burgerschool voor de hem
toegekende verhooging van jaarwedde
wegens diensttijd.
Voor kennisgeving aangenomen.
Een verzoek van den Gemeente-
Secretaris hem van 11 Juli tot en met
6 Augustus verlof te willen verleenen.
Dien overeenkomstig besloten.
1. Benoeming van 3 tijdelijk buiten
gewone leeraren aan het Gymnasium,
wegens het eindigen van de tijdelijke
aanstelling van de leeraren, S. de Vries,
A. K. Hovens Greve en Dr. A. A. Pulle.
Benoemd worden de heeren De
Vries, Hovens Greve en Dr. A. A.
Pulle.
2. Voorstel van B. en W. betreffende
het verlof te geven aan de onderwij
zeres Mej. M. B. Eykelboom.
Wordt z. h. o. conform besloten.
De voorzitter deelt mede, dat
als spoedeischend geval dient te wor
den behandeld het voorstel om een
verlof wegens ziekte te verleenen aan
den onderwijzer Fölkel aan de school
de Puntenburgerlaan.
Aldus besloten.
3. Voorstel van B. en W. tot het
geven van eervol ontslag op verzoek
aan den onderwijzer W. H. Tick.
Wordt z. h. o. conform besloten.
4. Voorstel van B. en W. tot wij
ziging der begrooting, dienst 1909.
Wordt z. h. o. conform besloten.
5. Voorstel van B. en W. tot be
handeling van de nader gewijzigde
concept-l-ouwverordeniog met daar
mede verband houdende verordeningen
tot wijziging van 4 strafverordenin
gen.
De heer Rykens: Mijnheer de
Voorzitter, ik wil beginnen met een
woord van lof te brengen aan hen,
die deze verordening in elkaar hebben
gezet. Het schijnt mij toe een knap
stuk werk te zijn en zoo denken ook
vakmaonen, buiten den Raad er over,
die ik over deze verordening heb ge
consulteerd. Een woord van erkente
lijkheid schijnt my dus hier op zyn
plaats en ik wil dat gaarne uitspreken.
Primitief was het mijn plan ge
weest, mijnheer de voorzitter, een
voorstel te doen, om overal waar
sprake is van het verleenen van vrij
stelling van de voorschriften dezer
verordening, in de plaats van „B. en
W." te lezen „de Raad". Ik heb ech
ter gezien, dat dit soms tot prac-
tiache bezwaren aanleiding zou geven
en zal dus dit voorstel acnterwege
laten, doch hoop dat B. en W. wan
neer zich zulk een geval voordoet, dat
van ingrijpenden aard is, dat zij dan uit
zich zeiven den Raad eens zulten
raadplegen.