WEERBERICHT.
Thermometerstand
BINNENLAND.
Rechtszaken.
STADSNIEUWS.
Uit de Omgeving.
ALLERLEI.
MEDEDEELINGEN VAN HET
KONINKL. NEL). MET. INSTITUUT
Opgemaakt voorm 10.50 uur.
De Bilt, 16 September 1910.
Hoogste barometersta id 774.7 m.M. te
Malinhead laagste 754.6 te Ilaparanda.
Verwachting tot den avond van 17 Sep
tember 1910. Zwakke meest N.O.-lijke wind.
Gesteldheid van de lucht: 's Morgens
nevelig, daarna licht bewolkt, droog weer.
Temperatuurdezelfde.
Barometerstand te AMERSFOORT.
770 m.M.
Vorige 9tand te 12 uur 764 rn.M.
te Amersfoort.
Hoogste gisterenF. 73
Laagste hedennachtF. 51
Hedenmiddag 12 uurF. 63
AMERSFÜÜRTSCHE
BAD- EN ZWEMINRICHTING.
TEMPERATUUR van het water op Vrij
dag 16 Sept. des morgens 7 uur is 59° F.
„Afgevaardigden, uw taak zal een moei
lijke taak zijn, maar ik heb de overtuiging,
dat gij, door haar te aanvaarden met die
ijverige zorg, die de moeilijke omstandig
heden vereischen, en door bij de vervulling
van uw mandaat rekening te houden met
al uw vaderlandsliefde, uw politieke erva
ring en uw kennis van de behoeften, ge
voelens en wenschen van het Helleensche
volk, alle moeilijkheden te boven zult
komen en het werk, dat u thans wacht,
tot een goed einde zult brengen.
Aldus kunt gij voor de Kamer, die u
zal opvolgen een rechten grondslag voor
bereiden voor de functionneering van onze
instellingen en voor het tot stand brengen
van een nieuwe politieke orde die meer
dan do huidige beantwoordt aan het natio
nale ideaal."
Na het vertrek van den Koning ontspon
zich een stormachtig debat. Do Theotokis-
ten en Rhallysten eischten de onmiddellijke
aflegging van den eed op de Grondwet.
Deze eisch verwekte hevige protesten, aan
gezien deze eed de omzetting tot een con
stituante zou beletten. Ten slotte werd de
vergadering tot Vrijdag verdaagd.
In politieke kringen wijst men op de
afwezigheid in de troonrede van elke nei
ging om de herziening der grondwet te
beperken tot de artikelen door de oude
Kamer aangewezen. Zij spreekt alleen van
een algemeenen wensch om de niet-funda-
menteele artikelen te herzien, d.w.z. die
artikelen, die geen betrekking hebben op
de monarchie, den godsdienst, het parle
mentaire stelsel, den eigendom en de per
soonlijke vrijheid.
RUSLAND.
't Is in Rusland hollen of stilstaan. Het
gemeentebestuur van Odessa, waar naar men
weet, de pest is uitgebroken, past nu het
volgende paardenmiddel ter bestrijding
van de vreeselijke ziekte toe: het marktplein,
het brandpunt der epidemie, wordt een
voudig in de asch gelegd. Hondorden ge
zinnen worden hierdoor van hun dak be
roofd.
DE BEVOEGDHEID VAN DEN
GEMEENTERAAD.
Naar aanleiding van het debat in den
Am8tcrdamschen Raad over de vraag of
de Raad bevoegd is zijn mecning over de
wen8chelijkheid van aan B. en W. opge
dragen benoemingen uit te spreken, heeft
het Hbl. zich tot het lid van den Raad
van State, den oud-hoogleeraar mr. J.
Oppenheim, gewend, die het volgende
antwoord zond
„U legt in uw schryven mij de vraag
ter beantwoording voor, „of het in bijzon
dere omstandigheden, als zich in de laatste
Gemeenteraadszitting van Amsterdam heb
ben voorgedaan, den Raad geoorloofd is
zijn meening uit te spreken omtrent de
wenschelijkdeid van een ontslag, wanneer
de Raad vroeger bij verordening B. en W.
het geven van dat ontslag heeft opge
dragen".
Ik antwoord op deze vraag zonder voor
behoud met ja. Staat et in het algemeen
den Raad vrij aan burgemeester en wet
houders te doen blijken van de wijze, waar
op hij zou wenschen, dat zij de bevoegd
heden hanteeren, die hun toekomen
natuurlijk behoudens de vrijheid van bui*
gemeester en wethouders te beslissen of
zij zich naar de openbaar gemaakte wen-
scbelijkbeid willen en zullen gedragen
zeker moet die vrijheid worden erkend ten
aanzien van benoemingen, die burgemeester
en wethouders doen, en van ontslag, dat
zij verleunen uit kracht van de, door
artikel 145 der Gemeentewet toegestane,
op hen gedane delegatie door den Ge
meenteraad. De Raad, die de hem gege
ven macht tot benoemen en ontslaan van
alle gemeente-ambtenaren en bedienden,
krachtens het verlof van de wet, delegeert
aan een ander lichaam, in dit geval aan
burgemeester en Wethouders, moet zeer
zeker volledig bevoegd geacht worden om
trent de richting, waarin hij deze gedele
geerde macht wil uitgeoefend zien, wenken
te geven en wenschen te openbaren. Dit
klemt te meer, omdat hot niet boven
twijfel verheven is, dat burgemeester en
wethouders, als zij benoemen of ontslaan
(krachtens opdracht hun bij plaatselijke
verordeningen gegeven) wat streng
moet worden onderscheiden van benoeming
en ontslag, die hun bij de Gemeentewet,
name in artikel 179 o en p zijn opgedragen
daarvoor wel verantwoording schuldig
zijn aan den Raad. Zelf ben ik genegen die
verantwoordelijkheid aan te nemen, omdat
mijns inziens een benoeming gedaan ofeen
ontslag verleend krachtens de aan burge
meester en wethouders daartoe door den
Raad gegeven opdracht, mag worden aan
gemerkt als uitvoering van een verordening
van den Raad en dus. krachtens artikel 179a
der Gemeentewet, is begrepen „hot dage-
lijksch bestuur," over hetwelk, krachtens
artikel 183 dierzelfde wet, de verantwoorde
lijkheid zich uitstrekt. Maar alleszins houd
baar is ook deze redeneering, dat een benoe
ming of een ontslag door burgemeester en
wethouders gedaan of verleend krachtens
een Raadsbesluit, dat aan hen die benoe
ming of dit ontslag overlaat, is een toepas
sing door burgemeester en wethoudei-9 van
artikel 145 derGe meentewet op grond van
de op hen gedane delegatie. En bij deze
uitlegging zou, aangezien het benoemen en
ontslaan krachtens door den Raad gedane
delegatie in het limitatief artikel 179 der
Gemeentewet niet onder „het dagelijkseh
bestuur" is begrepen, door burgemeester
en wethouders met goed gevolg kunnen
worden volgehouden, dat zij voor deze
benoemingen en ontslagen geen rekenschap
schuldig zijn, als wanneer het geven van
wenken en het uiten van wenschen de eenige
wijs zou zijn waarop de Raad zou kunnen
doen blijken van zijn meening omtrent het
benoemen of ontslaan van gemeente-ambte
naren, wier benoeming of ontslag hij aan
burgemeester en wethouders heeft overge
laten.
Maar, kan gevraagd worden, staat het
niet te vreezen, dat de zelfstandigheid van
burgemeester en wethouders wordt onder
mijnd en hun verantwoordelijkheid verzwakt,
als de Raad met dergelijke wenschen en
wenken voor den dag komt?
Ik zou op deze vraag met twee weder
vragen bescheid willen geven. Zij zijn deze:
of het aannemelijk is, dat een verstandige
Gemeenteraad anders dan in zeer bijzon
dere omstandigheden zocalB die bijvoor
beeld in Amsterdam voorhanden waren in het
geval dat uw vraag aan mij in de pen gaf
zich zal uitspreken over een benoeming
of een ontslag waarvan hij heeft verklaard,
dat hij die aan burgemeester eu wethouders
wil overlaten? En of het alweder aanne
melijk is, dat een consciëntieus college van
burgemeester en wethouders zich naar den
wensch of den wenk van den Raad zal
gedragen als het ten slotte voor de opvolging
do verantwoordelijkheid niet kan of durft
dragen?"
H. IJ. 8. M. EN NEDERLANDSE HE
YEREENIGING.
Tot voor korten tijd was het de gewoont
van den Raad van Toezicht op de Spoor
wegdiensten om de directie der Hollandsche
IJzeren Spoorweg-Mij. inlichtingen te vragen
over de grieven eu aanmerkingen betref
fende de wettelijke regelingen, welke
gesignaleerd werden in het orgaan der
Nederl. Yereenigiug van Spoor- en Tram
wegpersoneel. De directie der II. IJ. S.
M. heeft nu, naar L. en V. meldt, den
Raad medegedeeld, dat zij voortaan ver
schoond wensoht te blijven van verzoek
om inlichtingen betreffende grieven in
genoemd blad voorkomende.
HET DRAMA TE LOCHEM.
Door de deskuadigen, indertijd door de
Rechtbank te Zutfeu benoemd om een onder
zoek te doen naar den geestestoestand van
Marcus Bachrach, die te Lochem zijn
ouders van het leven beroofde, is als hun
gevoelen uitgesproken dat B. lijdende is
aan een vorm van krankzinnigheid, dat hij
de feiten heeft gepleegd in een toestand
van beneveld bewustziju eu hij geacht moet
wordeu tijdens het plegen van de daad
niet in staat te zijn geweest zijn wil te
bepalen. Conform het requisitoir van 't
O. M. is nu door de Rechtbank de plaatsing
van B. gelast in een krankzinnigengesticht
voor een proeftyd van niet langer dan
een jaar.
Aangezien geen voldoend aantal leden
tegenwoordig was, moet de vergadering van
de Kamer van Koophandel en Fabrieken,
die gisteravond ten Raadhuize zou worden
gehouden, worden uitgesteld.
Yoor de beker competitie van den
Ned. Yoetbal Bond is ook ingeschreven
door de Amersfoortsche voetbalclub II. Y. C.
De kegelclub U. D. I. is bij het inter
nationaal concours te Amsterdam van den
eersten prijs afgegooid in den korpswed
strijd, door „Treffen wint" te Amsterdam,
die 275 houten gooide, terwyl „Under
Ons" te den Haag 2 staat. U. D. L staat
thans 3. In den personeelen wedstrijd
staat de heer A. Nefkens thans 8, terwijl
deze in den wedstrijd vrije baan 19 staat
met 42 houten.
De Amersf. correspondent van de
Telegraaf schrijft het volgeude:
Het St. Pieter en Bloklandsgasthuis te
Amersfoort is oen stichtmg, die reeds sedert
eeuwen een tehuis biedt aan ouden van
dagen.
Bij testementaire beschikking van wijlen
mevr. Scheltus van Leusden kwam het
bestuur (1906) in bezit van een groot
kapitaal, dat moest worden aangewend
voor den bouw van een nieuw gesticht.
Noodig was dat in hooge mate; nood-
repaties vroegen jaarlijks veel geld. Bij
do bouwplannen stond dan ook volledig
amouveeren van het oude gebouw op den
voorgrond.
Daartegen werd echter protest aange-
teekend bij ingezonden schrijven, voor
komende in het „Utrechtsch Dagblad".
Een gedeelte, dateerend van 1533, mocht
niet onder den moker komen. De regeering
mengde zich in do zaak. De oude rijks
bouwmeester Cuypers kwam er 21 Eebr.
1907 voor over en confereerde met de
heeren regenten.
Het bouwplan werd gewijzigd; het front
zou komen naar noordwest in plaats van
zuid, grond werd geruild met de gemeente,
men verlegde een straat. Yan zijn kant
zou nu het rijk de restauratie op zich
neuicn van de oude kapel met aangebouwde
mannenzaal. Het nieuwe gesticht werd
betrokken November 1907, het gespaarde
gedeelte stond daar nu als een vleugel,
die behouden bleef bij den brand van het
hoofdgebouw.
En thans, September 1910, staat het
gebouw daar nog in denzelfden toestand.
Wat moest blijven uit oogpunt van
artisticiteit is reeds jaren een oogenergenis.
Het verslag der gemeente Amersfoort
over 1909, onlang6 verschenen, bevat ter
zake dezen zin:
„De restauratie van de kapel door het
rijk laat nog steeds op zich wachten,
hoewel een belangstellende zich bereid
verklaarde het door het ryk geëischte
aandeel in de restauratiekosten bjj te
dragen".
Zal deze belangstellende zijn woord ge
stand blijven, als het talmen maar voortduurt?
EEMNES. De heer P. G. Staal, ruim
40 jaren hoofd der openbare school alhier,
heeft met ingang van 1 Januari 1911
eervol ontslag aangevraagd.
ZEIST. Woensdagavond zijn do stalling
en het koetshuis van het hotel „Parkoord"
alhier totaal uitgebrand. De in de stal
aanwezige paarden konden tijdig worden
gered. De oorzaak is onbekend. Verzeke
ring dekt do schade.
ZEIST. Het eere-comité der padden
stoelen-tentoonstelling te Zeist op 24, 25
en 26 September te houden is als volgt
samengesteld: mr. J. J. Patijn, burgemees
ter der gemeente Zeist, eere voorzitter;
mevr. De Beaufort, jonkvr. De öavoruin
Lobman, mevr. Van Romondt Vis, jkhr.
L. M. Schuurbeque Boeye, J. Blooker, jkhr.
mr. A. L J, Melvill van Carnbee, C. Gul-
densteeden Egeling, dr. 8. Heeg, jkhr.
G. F. van Tets, J. H. Wentholt; terwijl
de regelings-commissie be-taat uit: Joh.
Ruys, voorzitter der Ned. Myc. Ver., voor
zitter; L. H van Berk, J. B. Berniuck,
C. Brakman, mevr. E. Kalshoven, P. Lig-
tenberg, P. J. A. J. Meulemeester, dr. J.
Tresling, E. Ileimans, mej. dr. Joh: Wes-
terdijk, prof. D. E. Ver6chaffelt en mej.
A. Z(jm, waarvan F. A. des Tombe (Hooge-
woerd. Leiden) als secretaris optreedt.
De volgende inzendingen zijn o.a. toege
zegd: 1. Paddenstoelen en zwammen ten
toongesteld zooals zij in de natuur op mos,
gras, doode takken ouz. voorkomen; 2.
eene collectie plantenbeschadigingen dooi
zwammen; 3. eene inzending om het ex-
haleereu van blauwzuur door sommige pad
denstoelen aan te toonen; 4 eu 5. aquarellen
van Fungi; 6 en 7, modellen en uit papicr-
uiaché vervaardigde paddenstoelen; 8. een
verzameling gedroogde paddenstoelen in
herbarium formaat; 9. twee reuzeu"-pad-
denstoelen uit West-Indië; terwyl voor
oenige inzendingen door eere-comité leden
medailles ter beschikking zijn gesteld.
SOESTERBERG. Het voornemen bestaat
om van 20 tot 30 October op het vlieg
terrein te Ede een vliegweek te honden,
waaraan een zestal vliegeniers zullen deel
nemen o.a. zullen de Hollanders Wijn
malen en Hilgers meedoen. Een vlucht
naar het vliegterrein te* Soesterberg zal
onder meer gedaan worden. De bedoeling
i9 hoogte- en afstandswedstrijden te houden.
De laatste der Iersche sa
menzweerders. In een ziekenhuis
bij Dublin is in den onderdom van 78 jaren
een man gestorven, wiens naam met een
van de grootste politieke misdaden van
den laatsten tijd nauw verbonden was. De
doode is de vroegere koetsier Jamos Fitz-
harris, door zijn kennissen werd hij meestal
geitevel genoemd. Op den 6dcn Mei 1S82
werden in het park te Dublin de pas be
noemde staatssecretaris voor Ierland, lord
Frederick Cavendish, en do onderstaats
secretaris Thomas Henri Burke door leden
van het verbond der „onoverwiunclijken"
vermoord. Lord Cavendish had op den
zelfden dag, dat de onlangs overleden Carl
Spencer zijn ambt als vice koning over
nam, zijn nieuwen post als staatssecretaris
aanvaard. Om zeven uur 's avonds verliet
hij z'n bureau en in het Phoenixpark werd
hij ingehaald door Burke. Toen de beide
staatslieden voor het Phoenixgedenktceken
stonden, kwam snel een huurkoets aanrij
den, waaruit vier mannen spiongen. Ze
slopen achter de beide staatslieden en
staken ze neer. Het was klaar lichte dag
maar hoewel verscheiden voorbijgangers
getuige waren van den dubbelen moord,
gelukte het den daders, in het rijtuig te
ontkomen. In een tweede wagen, bestuurd
door den nu gestorven James Fitzharris,
zaten drie andere samenzweerders, die de
moordenaars in den rug dekten. Bijna een
jaar lang zocht de leische politie maar
vond geen spoor van de misdadigers. Door
een onbedachtzame uitlating, die een der
moordenaars in dronkenschap tegen z'n
vrouw deed, kwam de misdaad aan't licht.
Yijf samenzweerders werden ter dood
veroordeeld, terwijl Fitzharris en de koet
sier van den eersten wagen, Mullet, levens
lange tuchthuisstraf kregen. Mullet stierf
reed9 voor eenigen tijd en nu is ten 6lotte
ook de laatste man van het beruchte
complot in 't graf gedaald.