WEERBERICHT.
Thermometerstand
STADSNIEUWS.
Raadszitting.
MEDEDEELINGEN VAN HET
KONINKL. NED. MET. INSTITUUT
Opgemaakt voorm. 10.50 uur.
De Bilt, 27 September 1910.
Hoogste barometerstand 770.2 m.M. te
Munckcn laagste 759.8 te Haparanda.
Verwachting tot den avond van 28 Sep
tember 1910. Meest matige Z.-lijke wind.
Gesteldheid van de lucht: Zwaar bewolkt,
weinig of geen regen.
Temperatuurdezelfde.
Barometerstand te AMERSFOOpT.
767 mM.
Vorige stand te 12 uur 767 m.M.
te Amersfoort.
Hoogste gisterenF. 67
Laagste hedennachtF. 50
Hedenmiddag 12 uurF. 64
AMERSFOORTSCHE
BAD- EN ZWEMINRICHTING.
TEMPERATUUR van het water op Dins
dag 27 Sept. des morgens 7 unr is 55° F.
Vergadering van den Raad der Gemeente
Amersfoort op Dinsdag 27 September 1910,
des namiddags te half twee.
Voorzitter: de Burgemeester.
Afwezig met kennisgeving de heereu:
Kroes, Gerritsen en Ruys.
I)e notulen worden ongewijzigd gear
resteerd.
Ter tafel komen verschillende ingekomen
stukken, waarvan wij noemen:
Een adres van het Hoofdbestuur van het
Genootschap voor Landbouw en Kruid
kunde te Utrecht, waarbij eene subsidie
gevraagd wordt, in verband met de in
Amersfoort in 1911 te houden groote natio
nale en provinciale landbouwtentoonstelling.
Gesteld in hauden van B. en W. om
prae-advies.
Een dankbetuiging van den leeraar J.
C. A. Havinga voor de hem toegekende
periodieke verhooging van jaarwedde.
Voor kennisgeving aangenomen.
Een schrijven van II. Stolp e.a waarbij
zij hunne meening to kennen geven betref
fende het voorstel inzake eene ruiling met
de N. V, Amersfoortsche Rijwiel- en
Automobielenfabriek voorheen D. H Eysink.
Zal worden behandeld bij punt 10.
Aan do orde komt vervolgens de agenda.
1. Voorloopige vaststelling van de ge
meente rekening over 1909.
De commissie heeft geen bezwaren hier
tegen.
De rekening bedraagt in ontvangsten
f 833,787,29 en in uitgaven f 7S6,884,65',
zoodat het batig saldo bedraagt f 46,852,63'.
De rekening wordt met algemeenc stem
men voorloopig goedgekeurd.
2. Vaststelling van de rekening van het
stratenfonds over 1909.
De ontvangsten bedragen f 1,570,86', de
uitgaven f 1,198,88', en dus het batig saldo
f371,98.
Met algemeene stemmen goedgekeurd.
3. Vaststelling van de rekening van
het Burgerlijk Armbestuurover 1909.
De ontvangsten bedragen f 14,030,38,
de uitgaven f 14,000,38, dus het batig
saldo f 30.
Mot algemeene stemmen goedgekeurd.
4. Vaststelling van do rekening van
het Burgerweeshuis over 1909.
De ontvangsten bedragen f 13,217,20',
de uitgaven f 10,416,84', dus het batig saldo
f 2,800,36.
Met algemeene stemmen goedgekeurd.
(Bij deze vier punten onthielden de
Wethouders zich van stemming.)
5. Benoeming van tijdelijke leeraren
aan de Burgeravondschool.
Benoemd worden de heereu E. II.
Buytenhuys (Ned. Taal), F. Faber (natuur
kunde), H. Mooijen Jr. (handteekenen),
H J. Huurdeniau (lijnteekenen), P. Nie-
rop (idem) en H. J. Dijkstra (idem); allen
met algemeene stemmen.
6. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot vaststelliug van jaarwedden en
pensioensgrondslagen voor het personeel,
verbonden aan het Hooger en Middelbaar
Onderwijs.
Zonder hoofdelijke stemming goedge
keurd.
7. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot het verleenen van eervol ont
slag aan de onderwijzeres in do nuttige
handwerken Mej. 11 Buytenhuys-Mooy.
Wordt zonder Hoofdelijke stemming
eervol verleend met ingang van 15 Nov. a.s.
S. Beuooming van 2 leden van de
Commissie van Toezicht op het Middelbaar
Onderwijs.
De voordracht luidt:
a. vacature-J. C. Rolandus Hagcdoorn:
1 H. Stolp, ingenieur
2 Jhr. Dr. E. Teixeira de Mattos.
b. vacaturc-Dr. A. H. C. van Driel.
1 Jhr. Dr. E Teixeira de Mattos.
2 H. de Jong, inspecteur der registratie.
Benoemd wordt in de vacature Rolan
dus Hagedoorn de heer H. Stolp met 12
van de 14 uitgebrachte stemmen. In de
vacature-van Driel wordt benoemd Jhr.
Dr. E. Teixeira de Mattos met 10 van
de 14 uitgobrachte stemmen.
9. Nader rapport en voorstel van Bur
gemeester en Wethouders betreffende een
adres van de Vereeniging „Johan van
Oldenbarneveld"
De VOORZITTER deelt mede, dat B.
en W. zich alsnog hebben vereenigd met
de bemerkingen van eenige raadsleden, die
het standbeeld nog 3 Meter wenschen ver
plaatst te zien in Noordelijke richting,
terzijde van het station.
De heer PLOMP blijft bij zijn opinie,
dat het standbeeld op een andere plaats
dient te komen in 't belang van het ver
keer. In de toekomst zal blijken, dat het
standbeeld in den weg staat. En komen
daar te veel wegen tezamen. Bovendien
zal het standbeeld ter bestemder plaatse
nooit tot zijn recht komen. Mensc'nen, die
van 't station naar de stad gaan, zullen hun
blikken schier nooit in de richting van het
beeld wenden. Spr. blijft het coniferen-
perk veel geschikter achten, indien metter
tijd dit perk veel kleiner gemaakt wordt,
want ook dit perk zal in do toekomst een
verkeersbelemmeriug blijken te zijn.
In de toekomst ziet spr. een uitbreiding
van het Stationsplein. Mocht men op het
voorBtel van B. en W. ingaan, dan zou
daaraan verbonden moeten worden de
voorwaarde, dat B. en W het stand
beeld later mogen verplaatsen, indien het
verkeer dit eischt. Door plaatsing van het
beeld in liet coniforen-pork, zou tevens
de verlichtings kwestie opgelost zijn.
De heer VAN ESVELD gelooft, dat de
plaats der commissie verreweg de beste is
en geeft den Raad in overweging het beeld
een zoodanige plaats te geven, dat iedereen
het zal zien. Dus in een verkeerscentruin!
De heer PLOMP zet zijn standpunt
nader uiteen en bestrijdt de meening van
den heer Van Esveld.
Wethouder KAM vindt de plaats zeer
goed gekozen. Komt men van 't station
zoo zal men het beeld van terzijde zien,
terwijl het dan een mooien achtergrond zal
krijgen. Een belemmering voor 't verkeer
zal het niet blijken te zijn. Hot zal even
tueel een goed milieu voor een vluchtheuvel
ziju. Plaatsing in het coniferen-perk acht
spr. ongewenscht.
De heer PLOMP is er niet van over
tuigd, dat ter plaatse ooit een vluchtheuvel
zal noodig ziju, als het verkeer niet be
moeilijkt wordt.
Wethouder KAM bepleit de wensche-
lijkheid van een vluchtheuvel midden op
een open plein, waar zooveel wegen te
zamen komen.
Do heer VELS HEYN gelooft ook, dat
het standbeeld beter zal uitkomen op de
plaats van het coniferenperk.
De heeren KAM en VAN ESVELD
maken nog eenige opmerkingen in verband
met de plaatsing van het Deeld.
In stemming gebracht wordt het voor
stel van B. en W. aangenomen met 11
tegen 3 stemmen.
Tegen de heereu: Jorissen, Plomp en Veis
Heyn.
10. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders naar aanleiding van een verzoek
van de Naamlooze Vennootschap Amers
foortsche Rijwiel- en Automobielenfabriek
voorheen II. Eysink tot ruiling van
gronden.
Voorlozing wordt gedaan van een adres
van de heeren Stolp, Donncr, Noest, Pie
pers en anderen, luidende als volgt:
„De ondergeteckenden, allen inwoners
van de Gemeente Amersfoort en woonachtig
in de omgeving van het Juliaua-plein,
geven met verschuldigde achtiug te
kennen, dal zij met leedwezen hebben
kennis genomen van het voorstel van Bur
gemeester en Wethouders aan uw College
tot aangaan van een ruiling van terreinen
aan het Julianaplein met de N. V. „Amers
foortsche Rijwiel- en Automobiel-fabriek
voorheen D. H. Eysink".
Wij zijn overtuigd, dat door het weg
nemen van het plantsoen het aanzien van
het Juliana plein en omgeving veel minder
mooi zal worden, terwijl het zeker is, dat
door het oprichten van fabrieksgebouwen
de welstand van de geheele omgeving
zal geschaad worden.
Moge het plantsoen op dit oogenblik de
daarachter gelegen fabrieksgebouwen nog
niet geheel aan het oog onttrekken, zocdra
de boomen en struiken grooter worden,
zal zulks zonder twijfel het geval zijn.
Ook zouden later indien door eene
of andere omstandigheid de thans bestaande
fabriek kwam te vervallen de opvolgende
eigenaar der terreinen een nog onooglijker
aanzien aan de omgeving kunnen geven.
t Welk doende, enz."
De heer VAN KALKEN betreurt het
voorstel van B. en W. om het plantsoen
op het Julianaplein te doen vervallen. Juist
door zijn plantsoen is het pleintje zoo aar
dig, indien het vervalt zal veel van het
aantrekkelijke ervan verloren gaan en
moeten wij verliezen, wat wij met zooveel
moeite hebben gekregen? Indien B. en W.
hadden voorgesteld het plantsoen uit to
breiden, dan zou hij dit zeer toejuichen,
maar met deze voordracht kan spr. niet
medegaan.
Spr. begrjjpt eenvoudig niet, hoe B. en
W. tot deze voordracht zijn gekomen en
zal er zich dan ook met hand en tand
tegen verzetten.
De heer HAMERS gelooft ook niet, dat
we erop vooruit zullen gaan door de voor
gestelde ruiling en vraagt of het geen
gevaar voor liet verkeer zal opleveren,
wanneer er daar steeds met automobielen
heen en weer gereden wordt. Er komen
daar nog al veel schoolkinderen.
Den heer PLOMP spijt het ook, dat het
plantsoentje, weggaat en vraagt of liet niet
mogelijk is, dat we er geen uitgang voor
ue fabriek krijgen en zoodoende het plant-
soen kunnen behouden. Wij hebben inder
tijd het wonen aan het pleintje aantrekke
lijk gemaakt en nu gaan wij de bewoners
dat aautrekkelijke ineens ontnemen. Bui
tendien gelooft Spr., dat het bestaan der
fabriek niet gemoeid is met de kwestie.
Als wij de zaak eens aanhielden en een
nader onderzoek instelden!
Vervolgens levert spr. eenige kritiek op
deu vorm van het voorgestelde contract
met de firma. Een boetesysteem zou spr.
er niet in toegepast willen zien en tevens
wil hij er in opgenomen hebben, dat het
ter verbetering geschiedt.
De heer JORISSEN gelooft ook niet,
dat wij het plantsoen zoo maar moeten
prijsgeven Spr. voelt echter voor de door
den heer Plomp voorgestelden middenweg.
De heer OOSTERVEEN is vóór het
voorstel van B. en W. Indien de fabriek
een front zal krijgen aan het Julianaplein,
dan zal dit voor plein en omgeving
een royaal enflinkaanziengeven De toegang
van den Arnhemschen weg kan dadelijk
breeder worden, terwijl mogelijk in de
toekomst de Leusderweg ook breeder zal
kunnen worden. Spr. zou zelfs niet op het
denkbeeld van den heer Plomp in willen
gaan.
De heer A AN ESVELD wijst er op, dat
indertijd bij aankoop van het terrein voor
het pleintje, de vooropgezette idee bestond
om den overblijvenden grond te doen be
bouwen. 't Overblijvende stukje was echter
voor huizenbouw te klein, doch nu wij
den grond tegen goeden prijs kwijt kunnen
moeten wij dit doen. Al was het alleen
maar om den toestand van den Leusderweg
te vei betereu. Dat is een gemeentebelang
De opoffering van het plantsoentje zou ge
ëlimineerd kuunen worden door den aanleg
van een bloemperk midden op het pleintje.
Een leelijk fabrieksgebouw zooals adres
santen doen voorkomen komt er in »een
geval. Iotegeudeel: het aanzien voor de
gemeente zal er op verbeteren.
De heer VAN KALKEN begrijpt den
Raad niet, die marchandeeren wil met dit
stukje park.
Dat heeft indertijd bij aankoop van deu
grond toch nooit voorgezeten. Waarom
toen niet met de firma Eysink in overleg
getreden, en nu wel, nu wij er zooveel
offers voor hebben gebracht. Laten wij
toch vasthouden wat wij eenmaal hebben.
De heer RIJKENS viudt het eem'gszins
euphemistisch uitgedrukt van den heer van
Kalken, waar deze sprak over een park.
Hij voor zich vindt het boschje precies
goed genoeg om er een urinoir in te
verstopppen. Maar het aspect zal door
dien bouw blijkens de teekening zeer ver
beteren.
Doch meer dan het aspect van dit terrein
weegt de quaestie van het bevorderen van
een Amersfoortsche industrie. Daarom zal
hij het voorstel van B. en W. steunen en
is hij tegen uitstel.
De heer VELS HEYN is vóór het voor
stel van B. en W., waar er een respec
tabele gevel zal komen, welke slechts do
de schoonheid van Amersfoort kan ver-
hoogon
De VOORZITTER deelt mede, dat B.
en W. zich v n.l hebben laten leiden door
het denkbeeld een industrie in stand te
houden en te bevorderen.
De heer VAN DUINEN wijst nog eens
uitdrukkelijk op de verbering van Arnhoin-
sche- en Leusderweg door de ruiling. Zelfs
indien de firma niets wilde betalen, zou
Spr. de ruiling toejuichen. Van opoffe
ringen voor het plantsoentje indertijd gedaan
is geen sprake. Het bleef indertijd bij
de uitvoering der bebouwingsplanncn van
het gemeentebestuur over. Ook in 't be
lang der industrie zou Spr. de voordracht
willen zien aangenomen.
Wethouder KAM resumeert, dat aan den
eenen kant verschillende voordeelen staan
n.l. van eene mooie verbetering van het
plein, van den Leusderweg van den Arn-
hemschcweg en bovendien bevordering
onzer industrie, terwijl van den anderen kant
slechts eenige boomen gemist zullen worden.
De heer PLOMP dient een amendement
in betreffende eenige aau de firma Eysiuk
op le leggen voorwaarden. Spr. wil daarmee
sterk doen uitkomen, dat B. en W. het
geheele plan moeten goedkeuren, terwijl hij
tevens bet tijdstip wil aangegeven zien,
waarop het werk moet gereed zijn (n.l'
binnen 2 jaren).
Dit amendement wordt door B. on W
overgenomen, waarna het aldus geamen-
deerde voorstel van B. en W. in stemming
woidt gebracht. Het wordt aangenomen
met 11 tegen 3 stemmen.
Tegen de heeren: Jorissen, Hamers en
vau Kalken.
11. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot het vaststellen van een rooilijn
aau den Leusderweg.
Een en ander in verband met voren
staande beslissing.
Zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
12. Vaststelliug van eene opgave voor
de benoeming van 3 leden van het Collego
van Zetters voor 's Rijks directe belastingen.
De opgave wordt vastgesteld als volgt-
1- B. A. Siddré (aftr.) 2. C. van der
Zoo de Jong (aftr.) 3. J. ter Schuur (aftr.)
l!' TaD ^anj- h- A. M. van Tromp van
Holst. 6. H. Noorman.
13. Voorstel van Burgemeester en Wet-
tot heffing van vuur-, haven- en tongeld
voor het bevaren van de Eem.
Zonder hoofdelijke stemming wordt be
sloten H. M. de Koningin te verzoeken
deze gelden weer tot 1 Jan. 1915 to
mogen heffen.
14. Vaststelling van liet 2e aanvullinge-
191C>er T3D C'6 ^'—belasting, dmnst
Wordt zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld op f 769.—
y°orste' T!|h Burgemeester en
Wethouders tot het verleenen van afschrij
ving van inkomstenbelasting wegens ver
trek en overlijden, dienst 1909 en 1910.
Woidt zonder hoofdeijjke stemming
vastgesteld op f 10.— over 1909 en
op f 608.50 over 1910
16. \oorstel van Burgemeester en
Wethouders naar aanleiding van een ver.
zoek van de onderwijzeres J. M. de
Bruyn tot vrijstelling van het geveu van
onderwijs m de handwerken.
Voorgesteld wordt aan Mej. de Bruyn
deze vrijstelling te verleenen.
k Zonder hoofdelijke stemming goedge-
T-i?^a de rJ0D(lTraag de heer RIJ-
er de aandacht op, dat hij bij het
voorstel van B. en W. naar aanleiding van
de adressen betreffende wijziging van
de schoolgeldheffing voor do scholen le
klasse en het leerplan voor die scholen
met heeft gevonden een advies van de
Commissie van Toezicht op het Lager
Onderwijs? 6