WEERBERICHT. Thermometerstand BINNENLAND. Uit de Pers STADSNIEUWS. MEDEDEELINGEN VAN HET KONINKL. NED. MET. INSTITUUT Opgemaakt voorm 10.50 uur. De Bilt, 26 October. 1910. Hoogste barometerstand 777.0 m.M. te Riga laagste 755.6 te Scilly. Verwachting tot den avond van '27 Oc tober 1910. Zwakke tot matige meest O.lijko wind. Gesteldheid van de lucht: Nevelig tot lichtbewolkt, droog weer, mogelijk nacht vorst. Temperatuur: Dezelfde. (Barometerstand le AMERSFOORT. 768 m M. Vorige stand te 12 uur 765 m.M. te Amersfoort. Hoogste gisterenF. 52 Laagste hedennachtF. 38 Hedenmiddag 12 uurF. 50 Daarna is bij koninklijk besluit het par lement ontbonden. De verkiezingen voor de nieuwe revisio nistische Kamer zijn bepaald op 28 Novem ber on do opening van de zitting zal plaats hebben op 8 Januari 1911. TURKIJE. Nu de Turkscho leening in Frankrijk volkomen mislukt is, ondanks alle moeiten, die de Fransche Ministers Cochéry en Pichou zich hebben gegeven, om de over eenkomst nog ter elfdei ure to doen slagen, hebben de Duitscheu financiers aan de Turkscho regeering kennis gegeven, dat zij ten allen tijde bereid zijn de leening over te nemen. De onderhandelingen tus- schen de Turksche regeering en het Duit- sche consortium worden thans geregeld voortgezet. Over den koers der leening is nog niets bepaald, wel over het aandeel, dat iedere deelnemende fiima er in krijgen zal. De Duitsche groep bestaat uit de Duitsche bank, het huis Bleichröder, de Dis conto-maatschappij, de Dresdensche Bank, de Nationale Bank en de Schatfhausensche Baukvereeniging. TWEEDE KAMER. De Kamer heeft gister de algemeene beraadslaging over de Bakkerswet (afschaf fing van Zondagsarbeid en nachtarbeid in bakkerijen) voortgezet. Eerste spreker was de (a.r.) heer Elhorst die het ontwerp met warmte heeft verde digd. Hy zeide dat de ontwerpen met enthousiasme door de bakkers ontvangen zyn. De bezwaren, togen de uitvoerbaar heid van de Bakkerswet in het midden gebracht, erkende spr. geenszins. Het alge meen belang, meende hij, eischt de wet, en men zal zich gemakkelijk aau hare voorschriften weten aan te passen. De wet heeft bezwaren, zoowel voor het kleine als voor het groote bedrijf, doch deze zul len in de praetyk worden overwonnen. Spr. ontkende dat het brood ten gevolge van de wet duurder zal worden. Dat de Bak kerswet in het huiselijk leven ingrijpt, weer sprak de heer Elborst. Hij heeft zijn bak kerij nooit als zijn „huis" beschouwd. De wetgever grijpt immers zoo dikwijls in het bedrijfsleven in. Waarom dan hier niet De heer De Klerk (U.L.) begon met een bestrijding van de rede van mr. Van Idsinga, van verleden weck. Spr. bracht den minister hulde voor de ontwerpen, doch erkende, zooals ze nu luiden, er tegen ernstige bezwaren te hebben. Het eerste bezwaar richt zich tegen de Bakkersraden. Zijn tweede bedenking is, dat in het ontwerp geone regeling van den arbeidsduur wordt gegeven. Spr. beval het amendement van de eociaal-dcmocratcu aan. Spr.'s derdo bezwaar is, dat het ontwerp tegen den ontwikkelingsgang van het be drijf ingaat. Ten slotte betoogde de heer De Klerk, dat het ontwerp den nachtarbeid slechts in naam, niet met de daad zal beëindigen. Dit laatste is slechts bereikbaar door in voering van het drieploegenstelsei. Spr. beval dau ook met overtuiging aanneming van het desbetreffend amendement Borge- sius aan. De heer Ankerman (C.H.) was voor het ontwerp, mits aan do bezwaren der chris telijk historische partij door wijziging worde tegemoet gekomen. Het ontwerp benadeelt de groote bedrijven. Indien de minister onverzettelijk blijft tegenover de amende menten, zou spr. tegen het ontwerp stemmen. Spr. kwam in verzet tegen het verbod voor do patroons om te werken. nrj raadde den minister aan, het ont werp op de Bakkersraden in te trekken. Do heer Bos (V.D.) had met vreugde 's ministers poging begroet. Maar men moet de beteekenis van deze wet niet overdrijven. Lange arbeidstijden zullen blijven bestaan, ook al wordt het grootste euvel, de continu-nacharbeid, afgeschaft. Algeheel verbod van nachtarbeid voor allo bedrijven achtte ook spreker niet mogelijk. Dat zou de ontwikkeling 7an het bedrijfsleven in haar geheel belem meren. Spr. bepleitte verder, dat het beter ware geweest, het in beperking van den arbeids duur te zoeken, en maande tot voorzich tigheid bij deze materie aan. Hij verde digde de bevoegdheid der overheid, in het bedrijf in te grijpen. De spreker behandelde vervolgens de rede van den heer Aalberse. Wat de Bakkersraden aangaat, sloot spreker zich in hoofdzaak bij de critiek van mr. Borgesius aan. Spreker en zijne partijgenootcn zullen tegen het ontwerp op de Bakkersraden stemmen. De heer Tydeman (V L.) sloot zich aan bij het betoog van mr. De Beaufort. Hij besprak verder de Bakkerswet als in haar opzet verkeerd en doctrinair, en verdedigde de mogelijkheid van een regeling, waarin voor nachtarbeid plaats is. Spreker verwachtte niets van opbouwende critiek en verzocht intrekking van het ontwerp. De heer Lohman (C. H.) bestreed het OLtwerp, waarvan z. i. het effect zal zijn bevoordeeling van het kleinbedrijf tot nadeel van de groot-industrie. DE BENOEMING VAN LANDWEER OFFICIEREN. Naar aanleiding van de aanschrijving van den minister van oorlog, waarbij bepaald wordt dat onderofficieren van het reserve- personeel der landmacht en gewezen onder officieren van het leger hier te lande voor- loopig niet in aanmerking kunnen komen voor eene benoeming tot officier bij de landweer, heeft het hoofdbestuur van „Ons Belang" (Vereeniging van onderofficieren enz., behoorende tot de Nederlandsche land macht) zich met een verzoek tot den minister van oorlog gericht, mededeolende dat het met leedwezen vau deze bepaling heeft kennis geuomen en verzoekende te willen voortgaan met de benoeming van landweer-luitenants uit de reserve-onder officieren, die zich hebben verbonden inge volge art. 2 punt 6 der Pensioenwet voor de Landmacht, en, zoo daaraan niet zal kunnen worden voldaan, althans die onder officieren nog te benoemen, welke voor den rang geschikt zijn, en hun verlangen daar toe te kennen geven of reeds gaven, in het eerste geval binnen een aan te geven termijn. Als motieven van het verzoek wordt o.m. aangevoerd, dat deze officieren voor de landweer beter geschikt zijn dan die, welke zijn voortgekomen uit de categorie militie-luitenants en het reserve-personeel der le categorie van het reserve-kader, dat zootang de instelling van reserve- en militie-officieren er is, er zeer weinig redenen bestaan, zeer verdienstelijke onderofficieren van eene benoeming uit te sluiten, omdat zij belangrijk beter practisch eu theoretisch als militair zijn onderlegd en dus als instructeur bij het Voorbereidend Militair Onderricht en de Schietoefeningen tot ver hooging van '8 lands weerkracht beter geschikt zijn. Voorts wordt nog aangevoerd, dat de bepaling het aanzien der onderofficieren belangrijk verkleint, hetgeen met het oog op den tegenwoordigen geest ouder het kader wordt betreurd, teleurstellend is voor hen, die deu dienst verlieten in de ver wachting e' -ne benoeming te mogen erlangen en rekening hielden of moesten houden met de toelage ad f 250 als aanvulling van het inkomen. Eindelijk wordt nog gezegd, dat de tcleurgestelden er door iu moeilijk heden zijn geraakt, een gevolg van het plotseling staken der benoemingen, zonder eenigo waarschuwing aan de belangheb benden. WETTELIJKE MAATREGEL TEGEN ONEERLIJKE CONCURRENTIE. In de jougste troonrede is o a. een wets voorstel tegen de oneerlijke concurrentie toegezegd. Naar wij vernemen zal dit voorstel strekken tot wijziging van art. 1401 van het Burgerlijk Wetboek. Dit artikel luidt als volgt: „Elke onrechtmatige daad, waardoor aan een ander schade wordt toegebracht, stelt dengene door wiens schuld, die schade veroorzaakt is, in de verplichting om dezelve te vergoeden." De moeielijkbeid is echter wat men onder „onrechtmatig" heeft te verstaan. In een arrest van den Iloogen Raad van 6 Januari 1905 werd daarvan, naar men weet, zulk een interpretatie gegeven, dat de oneerlijke concurrentie er vrijwel buiten viel. De minister van Justitie is nu voornemens art. 1401 zoodanig te wijzigen, dat oneer lijke concurrentie er zonder twijfel door getroffen wordt, WETSONTWERP TEGEN DE VERVALSCHINGEN. Naar wij vernemen, is do regeering thans bezig aan de samenstelling eener „Codex alimenterius" en „Codex commerciales", welke reeds sinds geruimen tijd in voor bereiding was. Deze beide reeksen voorschriften, do eerste van de eischen, welke aan de velschillende levensmiddelen gesteld moeten worden, do tweede vau do voorwaarden, waaraan de overige handelswaren moeten voldoen, zullen tot grondslag diegen van een ontwerp-wet tegen de vervalsching van levensmiddelen en andere handelswaren, wel ke bij de departementen in voorbereiding is. ONTSLAGAANVRAAG ADMIRAAL VAN DEN BOSCH. Aan de Zutph. Crt. wordt meegedeeld, dat tot de ontslag-aanvrage van vice- admiraal J. van deu Bosch, nog een andere oorzaak moet hebben meegewerkt, dan het incident met den vloodpredikant Een paar maanden geleden hebben (zooals ook destijds in De Eemlander is mcêge deeld) eenige zee-officieren in Den Helder op straat oneenigheid gekregen met enkele middernachtzcndelingen. Die middenacht- zendebngen stonden onder aanvoering van ds. C, van dor Voort van Zijp, lid der Tweede Kamer. Deze heeft toen in 't volle bewustzijn van zijn macht, als zoodanig een klacht ingediend bij den minister van Marine, speciaal tegen een zeeofficier, thans op non-activiteit. Het gevolg van die aauklacht is geweest, dat door den minister een comissie van onder zoek werd benoemd, die, na verhoor haar dossier ter beschikking van den krijgsraad heeft gesteld. De krijgsraad verklaarde zich eveuwel onbevoegd. En nu moe', de verstoordheid van don minister over het in 'tzand loopen van de heele kwestie zich geuit hebben in een schrijven aan vice-admiraal Van den Bosch, wat dan mede de aanleiding moet zijn geweest tot deze ontslag aanvrage. KAMER VAN KOOPHANDEL. Gisterenavond hield de Kamer van Koophandel en Fabrieken een openbare vergadering ten Raadhuize, onder voorzit terschap van den hoer J. Ger Kleber. Aanwezig zijn allo leden. Na opening der vergadering door den voorzitter leest de secretaris de notulen van 1 October, die worden goedgekeurd. DE VOORZITTER deelt mede, dat zijn ingekomen verschillende periodieken, han- dolsverslagen en verslagen van Kamers van Koophandel enz. die zullen worden ter visie gelegd bij den secretaris. 2. Van den mini9tei van Landbouw, Handel en Nijverheid, bericht dat hij heeft afgezien van maatregelen inzake nachtar beid op s'rijks kanalen. 3. Een schryven van do Kamer te Rotterdam inzake het wetsontwerp op de Naamlooze Vennootschappen. 4. Een missive van de Maatschappy van Nijverheid inzake handstopperij in den handel met maatregelen om daaraan paal en perk te stellen. Deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen. Van de vorige vergadering is nog ter behandeling gebleven het adres van de Kamer te Velsen inzake verrekenpakketten bij de posterij. Het is der Kamer te Velsen opgevallen, dat bij de posterijen voor verrekenpakketten een geheel auder tarief bestaat dan bij de spoorwegen. Velsen zou willen, dat dit tariefverschil wordt wegenomen. Geen der leden verlangt het woord er over, waarna de heer Eysink voorstelt het adres te ondersteunenon, hetgeen wordt aangenomen. Verder is nog het adres van de Slagcrs- vereeniging te Zwolle van de vorige vergadering overgebleven. In verschillende plaatsen zijn keuringen ingevoerd in abattoirs en dan mag geen ander vleesch worden ingevoerd dan even eens gekeurd in abattoirs. De keuring van rijkskeurmeesters is niet voldoende. Dat wil de Zwolsche Slagersvereeniging afge schaft zien. DE HEER MEURSING gelooft wel, dat strenge keuring goed is, maar hij acht het onbillijk, dat de keuring van den rijks keurmeester niet voldoende wordt geacht want niet iedere gemeente kan zich do weelde van een abattoir veroorloven. DE VOORZITTER vindt het vleeacb- verbod van andere plaatsen onzinnig. Toen indertijd de abattoirs werden ingericht hebben de slagers zich er nog al tegen verzet en nu vermoedt hij dat het verbod van invoer heeft dienst moeten doen als pleister op de wonde. Voor Amersfoort is het zeker een zaak van weinig belang maar in Ovcrijsel zijn nog al plaatsen die er veel belang bij hebben, DE HEER MEURSING stelt voor het adres te ondei steunen. DE HEER VAN HASELEN voelt veel sympathie voor het steunadres. In de eerste plaats omdat er in wordt aangedrongen een belemmering voor den handel op te heffen en in de tweede plaats omdat gevraagd wordt om een rijkskeuring. Ook gelooft hij, dat de zaak voor Amersfoort wel degelijk van belang is, hetgeen hij nader aantoont. Besloten wordt het adres te ondersteu nend. DE VOORZITTER deelt mede, dat in de couranten en bericht heeft gestaan, dat de Amersf. Kamer een verzoek heeft gericht aan de Amsterd. Kamer inzake de post verbinding AmersfoortAmsterdam. Dat bericht is niet geheel juist. De secretaris heeft een schrijven gezonden aan den secretaris der Kamer te Amsterdam inzake die postverbinding. Uit Amsterdam is een antwoord inge komen, waarin in overweging wordt ge geven de personen die de correspondentie te laat ontvangen uit te noodigen hun klachten in te dienen by de Amsterd. Kamer. DE VOORZITTER zegt hierna: Geachte secretaris. Het is 25 jaar geleden dat ge werk zaam zijt aan de Kamer. Met veel ijver hebt ge altijd uw werkzaamheden vervuld. Die werkzaamheden zyn in den loop der jaren verdubbeld, uw salaris helaas niet. Mogelijk zal dat in de volgende eeuw gebeuren, maar daar zult ge wel niet van profiteeren. Indertijd hebt ge uw voornemen kenbaar gemaakt af te treden, maar op ons aan dringen zijt ge gebleven. Wij waardecren dat ten zeerste en willen u nu een blijk dier waardeering aanbieden in een oud puntje van Amersfoort. Een fraaie ets van Dirk Harting wordt den heer van Haselen aangeboden, waarbij de volgende oorkonde: Door de loden van de Kamer van Koophandel en Fabrieken aangeboden aan den heer H. P. van Haselen, ter gelegenheid van zijn 25-jarig jubileum als souvernir der Kamer. DE HEER SINNIGE brengt hierna den secretaris hulde en dankt hem voor de bereidwilligheid en hulpvaardigheid, waar mee hij hem steeds ter wille is geweest. Tevens deelt de heer Sinnige mee, dat hij voornemens is als lid der Kamer te bedanken. DE VOORZITTER hoopt, dat de hoer

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1910 | | pagina 2