weerbericht.
kerknieuws!
Thermometerstand
Langs den Weg.
INGEZONDEN.
STADSNIEUWS.
MEDEDEELINGEN VAN IIET
KONINKL. NED. MET. INSTITUUT
Opgemaakt voorm 1U.50 uur.
De Bilt, '21 November 1910.
Hoogste barometersta id 7G9.S m.M. te
Coruna, laagste 753 0 te Kopenhagen.
Verwachting tot den avond van 22 No
vember 1910. Zwakke tot matige N. lijke
tot W.-lijkc wind.
Gesteldheid van de lucht: Gedeeltelijk
bewolkt, weinig neerslag.
Temperatuur: Dezelfde.
Barometerstand te AMERSFOORT.
Barometerstand hedenmiddag te 12 uur
762 m.M.
Vorige Btand te 12 uur 762 m.M.
te Amersfoort.
Hoogste gisterenF. -14
Laagste hedennachtF. 32
Hedenmiddag 12 uur F. 42
boerinnen die hij ontmoet dezelfde vraag
eens stellen, en hij zal verbaasd zyn en
bedroefd, want onder zijn landgenooten zal
hij vele imbecillen vinden.
Maar daarmede is nog geenszins gezegd,
dat zijn schifting juist is. „God is een
geest" zal wel niemand antwoorden. „God
is geest" een enkele. Anderen zullen een
leerstellige definitie afdraaien, die zij van
den predikant hebben geleerd Zijn zij
daarom minder ontwikkeld dan wie ant
woordt: „Ik weet het niet"? Eu de een
voudige, die gelooft in een persoonlijken
God, en denkt aan God den Vader,
en dan antwoordt: „een man", zal hij
wegens teaort aan abstract voorstellings
vermogen als imbecil moeten worden
gebrandmerkt?
De vraag is volstrekt ongeschikt voor
de geestelyke waardeering van deze onont-
wikkelden, al past zij op het voorschrift
van de boekengeleerdheid. Veelmin kan
zij een aanwijzing uitlokken, dat hy die
een ander antwoord geeft dan de heer
Jelgersma wenscht waarschijnlijk liegen
zal, wanneer hij beweert, door veldwach
ters te zijn mishaudeld. De vraag is slechts
geschikt om een geloovige te hinderen.
Een veel voorkomend verschijnsel bij
psychiaters is een diepe verachting voor
het gepraat van leeken, wien de geheimen
der heilige wetenschap niet of slechts op
pervlakkig zyn geopenbaard, ook al hebben
zij niet met imbecillen te doen. Zoo worden
veelal opmerkingen, door het gezond
verstand ingegeven, abusievelyk domheden
gehouden.
Psychiaters kunnen zich ook vergissen.
Deze geleerden werken buiten het prac-
tische leven van gezonde menschen.
Hieraan zijn vele hunner misvattingen toe
te schrijven. In de Papendrechtsche zaak
is de fout geweest, dat zij met hunne
wetenschappelijke gegevens zijn gaan
opereeren op terrein, waar zij door den
reenter niet hadden moeten worden toege
laten; het gold de waardeenng van een
feiten-comphx, onafhankelijk van de per
soonlijke gesteldheid der handelende
individuen. Daar waren de psychiaters
leeken, liefhebbers; of, in de taal van
prof. Jelgersma „onkundige elementen".
Dat zij zich daar als deskundigen gedroe
gen was onwetenschappelijke aanmatiging.
Tweede Kamer.
Gisteren zijn de algemeeue beschou
wingen begonnen over de Staatsbegrooting.
De heeren Roodhuyzen (L. U.) en Tydeman
(V. L.) leidden het debat in.
De groote grief van den afgevaardigde
van Brielle ia gericht tegen het tekort
schieten van de Kabinetten der rechterzijde
(niet alleen het Kabinet-Heemskerk), ten
opzichte van de sociale wetgeving De
tegenstelling tnsschen den grooten opzet
en de hoog klinkende beloften aan de
cóne, en do werkelijkheid aan de andere
zijde, is allertreurigst. Daarby bederft men
do zaak nóg meer, door de Ziekteverzeke
ring te laten voorop gaan, terwijl intusschen
de uitbreiding dor Ongevallenwet en de
Ouderdoms en Invaliditeitsverzekering, die
niet deze één onverbrekelijk geheel van
sociale maatregelen zouden vormen, achter
wege blijven. Datgene wat het allernoodigste
is, de Ouderdomsverzekering, loopt daardoor
gevaar geheel op den achtergrond te
geraken, en de voorspelling van De
Standaard, dat niet vóór 1915 de arbeiders
in het bezit van hun ouderdomsuitkecring
zullen zijn, dreigt te worden verwezenlijkt.
Tegeuover deze traagheid staat een ver
rassende ijver op een ander gebied: het
verscherpen der antithese door allerlei
partijdige handelingen (de benoemingen
o. a.), die slechts aautoonen dat men aan
de Kegeeringstafel het landsbelang verwart
rnet het coalitiebelang.
De heer Tydeman zette het mes in het
beleid oer Regeering. Vooral haar financieel,
„nóg zorgwekkender dan haar politiek
beleid", zoo drukte de heer Tydeman zich
uit, had het hurd te verduren.
De bekende passage in bet Yoorl. Verslag
over de leiding der coalitie, keerde de
afgevaardigde met een zeer gevatte wending
tegen de Regeering en wel op een andere
manier dan dat van antirev. en R. K. zijde
reeds is gedaan. De coalitie, redeneerde do
heer Tydeman, is het by all9 verschil
diérover eens, dat zij deze Regeering wil
steunen. Doch dit breugt de facto mede,
wat men van haar verlangt, nl. dat zij de
leiding heeft. Immers zij moet daartoe
rekening houden met de verschillende
fracties der coalitie, en zij heeft zelve
verklaard dit te doen door haar uitdrukking:
iedere partij krijgt haar beurt.
Zeer klemmend was het beteog van den
afgevaardigde van Tiel waar hij den fioan-
cieelen toestand besprak. Meer dan ooit is
het thans noodig, betoogde hij, een Minister
van Financiën te hebben, die vooruit ziet,
eu niet leeft van de hand in de tand. Maar
behalve perspectief ontbreekt aan 's Minis
ters financieele politiek ook de kracht om
te weerstaan aan de wenschen zijner col
lega's, hetgeen in dezen niettemin zijn eerst
aangewezene plicht behoort te zijn. In
politiek opzicht was ook zeer juist de op
merking, dat de Minister met voorstellen
bij de Kamer komt, voor welker aanneming
niet deze, maar hij, de Minister, aansprake
lijk is. Zoo bv. de verhoogiug der ofF-
cieratraktementon. De Kamer kan deze,
nu zij gedaan zijn, niet afstemmen, en zij
zal het ook niet doen, zooals tegenwoordig
trouwens in het algemeen genomen de
tijd voorbij is toen bezuinigingen door de
Volksvertegenwoordiging konden worden
aangebracht. Maar de volle verantwoorde
lijkheid komt dan ook neer op den Miuiste
en niet op de Kamer.
De heer Tydeman bracht ook de quaestie
van den vloot-predikant ter sprake. Een
oogenblik kon men verwachten daarvan
méér te zullen hooren. De geschiedenis
met het bock, aldus de redenaar is
op zichzelf onbóteekeneud; er is meer
gebeurd; ik geloof tiet, dat de Kamer dooi
den Minister volledig is ingelicht.
Mgr. G. Gul.
Gister was het 40 jaar geledon dat
monseigneur Gul, Oud-Katholiek aartsbis
schop, tot priester werd gewijd.
De dag ging op verlangen van mgr. Gul
in alle stilte voorbij. Enkelen zijn hem
wezen feliciteeron, maar daar is het ook
bij gebleven. Het was de wensch van dezen
bescheiden man, dat men van zijn herden
kingsdag geen notitie zou nemen, en die
wensch is door de gemeenteleden geëer
biedigd.
Mgr. Gul werd 26 October 1847 te
Egmond aan Zee geboren, 21 Nov. 1870
tot piiester gewijd eu aanvaardde 11 Mei
1892 de hoogc waardigheid, welke hij
thans bekleedt.
Zondag a.s. wordt de dag kerkelijk
herdacht.
(Amersfoortsche Kroniek en Critiek)
XXXVI
Zoo is dan de quaestie van een nau-
delsschcol in ouzo gemeeute weer een be
langrijke stap nader tot de uitvoering
gekomen.
Ik voor mij juich dit ten zeerste toe;
2le n" ,le; 'deaal opdagen van middel
baar onderwijs aansluitend bij de praktijk
van t leven. Dat is, dunkt mij, de groote
betoekenis van do nieuwe school, dat zij
niet, zooals andere inrichtingen van onder
wijs, de leerlingen wil gelukkig maken
met theoretische kennis alleen.
Om iets te noemen, de leerlingen zullen
er warenkennis opdoen, opdat zij de zui
verheid van de stoffen kunnen onderzoekeu
en zooveel opdoen van de theorie, dat ze
later het résumé van een scheikundig rap
port kunnen begrijpen. Er zal natuur- ou
scheikunde worden gegeven, maar heel
anders ingericht, dan do bestaande leerboe
ken aanwijzen: het zal meer handelsschei-
kunde zyn, enz
Wat er precies zal worden onderwezen
zal door het bestuur, dat ijverig over alles
confereert, wel binnen kort worden aan
gegeven.
Eu ook heb ik reeds vernomen, dat men
zal zoeken naar oen man, dia van de
praktijk van den handel ter dege op de
hoogte is, om aan het hoofd van de school
te plaatsen.
Dat is zeer toe te juichen, want de
keuze van een directeur kan beslissend
zyn voor het lot van de school.
En van de gemeente zal men nu wel
allen mogelyken steun mogen verwachten,
zoodat ik voor mij wel moed heb op de
toekomst, wat «leze nieuwo inrichting betreft.
Dien moed heb ik ook, wat de reorga
nisatie van ons brandwezen betreft, nu een
paar manuen van de practijk zijn aange
wezen om met hun raad in deze reorgani
satie by te staan.
Nu ik hierover schrijf, moet het mij van
hot hart, dat het mij ten hoogste heeft
verbaasd, dat geen der raadsleden is op
gekomen tegen de uitspraak van den heer
"Ti a'B zou er by een eigen water
leiding niet voldoenden druk geen plaats
meer zyn voor een vrijwillige brandweer.
Ik zou willen zeggen, nu is er meer dan
ooit reden voor een corps vrijwilligers.
Als hot met onze waterleiding, wat druk
enz. betreft, in orde zal zijn, komt alles
op snelheid aan. Het zal er dan op aan
komen om met slangen wagentjes zoo spoedig
mogelijk op het terroin van den brand te
zyn; zoo snel mogelijk de slangen aan de
waterleiding te koppelen on in een mini-
yan tijd water te geven.
»„^ltÖdu»6? °veraI uu Zijn -vrijwilligere
eerder by de hand, dau voor dit doel be
zoldigde lieden. Waar geen beroepsbrand
weer is en die kunnen wij voorloopig
nog met betalen doet uien verstandig
zekeren0 P vrijwilliSer8 'e ver-
Ik voor mij zou die motorspuit liever
terugkeken CD vriJwilliSer'! zien
Nu ik den naam van den heer Plomp
heb genoemd, denk ik aau de vacature
die iu den Gemeenteraad zal ontstaan. Ik
heb gehoord, zonder dat ik echter geheel
voor de waarheid van het bericht kan
.nstaan, dat de verkiezing van ecu nieuw
lid niet zoo spoedig zal plaats hebben, als
men eerst had verwacht.
Het schijnt toch zeker te zijn, dat de
lieer Plomp to: Januari hier zal blijven en
dn gemeente-wet zegt, dat binnen het half
jaar de verkiezing moet plaats hebben,
welnu dau zou men kunnen wachten tot
de algemeene verkiezingen in Juni a.s. aan
gaat alles in een moeite door.
weDa|kh|kt m0 ,n0g Z"° kwaad "iet, want
e hebben anders wel wat veel politieke
vechtpartijen.
'k Hoor anders bij de vrijzinnigen
een drietal candidaten die er allen
mogen zijn. Aan dien kant schynt men
dus reeds gereed te fcijn.
Publiek denkt anders tegenwoordig nog
meer aaD uitgaan dan aan verkiezingen.
Er is in de laatste tijden veel te doen op
allerlei gebied. Vergadermgeu volgen op
vergaderingen Soms zelfs meer dan één
op een avond. Dat behoefde met zoo te
zyn. Iwee maanden van te voren heeft
uien byv. uit de agenda van dit blad
kunnen zien, dat op den 13den December
de eerste uitvoering van Toonkunst zou
zyn en nu zie ik dat op denzelfden avond
eee lezing van pastor Brown is gesteld.
Waarom dat nu? 'k Zou den hoer Brown
gaarne hebben gehoord, maar ga nu, al
zou et alleen zijn om te protesteeren,
kaalt °0ukun9t- Wle eer8t komt, eerst
rVan T°°"kllD!it gesproken, ik verneem
u t goede bron, dat het Bestuur van de
afdeehng hier ter stede op het voorstel
van den Gemeenteraad is ingegaan eu dat
we du» mogen verwachten, dat het volks
onderwijs in de zang hier flink zal worden
aaugepakt.
Het goede in de wereld bestaat uit tal
van kleine factoren, waarvan do beteekenis
dikwijls onmogelijk precies onder cyfers
kan worden gebracht of kan worden aan
getoond en een van die kleine factoren
lijkt mij volks-zangonderwijs.
FLANOR.
Amersfoort, 22 Nov. 1910.
Aan de Redactie van de Eemlander.
Geachte Redactie!
Gaarne had ik naar aanleinding van het
ingezonden stuk van het Bestuur der schil-
dersgezellenvereeniging, een plaatsje in
uw blad.
Het bestuur van bovengenoemde gezellen-
vereeniging is bepaald niet goed ingelicht,
want
le wordt in de Westerstraat niet door
een Commissie gebouwd eu ten tweede
bevat het schilderwerk-bestek van 12 wonin
gen, waarvan ik de oer heb aannemer te
zijn, geen enkele bepaling, om over een 10
urendag en evenmin wordt er in geiept
van een uit te betalen loon, hoe dan ook.
In bedoeld stuk wordt, wel niet in ver
band met het werk in de Westerstraat,
maar soms daarmede te vereenzelvigen een
weekloon vau f 10.70 voor een gezel ge
noemd, bij een werkdag van 6 tot 7, mot
3 */a uur schaftijd, is daar betaald plm. f 12.
Dit laatste voor mogelyke combineering
als bovenbedoeld.
Gaarne zal ik, zoo gcwenscht, inzage
verleenen van Bestek en t.jd(loon)briefjes
Met dank voor de plaatsing,
Uw abonné,
L. VAN WIJNGAARDEN,
Arnh. weg 39.
De strijd aan de Schoenfabriek.
Gisterenavond vergaderden de uitgesloten
zwikkers gemeenschappelijk met de op
dezelfde fabriek werkende machinearbeiders
die ziju aangesloten bij de Nederlandsche
Vereenigiug van Fabrieksarbeiders, waar
van tevens de secretaris, den heer Stenhuis
van Hoogezand, aanwezig was; de laatst
genoemde had de leiding. Namens do
uitgeslotenen zette de heer Schidon don
stand der zaken uiteen. Hij betoogde dat
de zwikkers onmogelijk deze loonsverlaging
konden accepteeren. Daarna verklaarden
de ongeorganiseerde, nog werkende arbei
ders, dat zij het werk der stakende
zwikkers niet zouden aanvaarden.
De. heer Stenhuis doelde daarop mede,
dat zijne organisatie eveneens besloten
had, dat hare leden niet bereid zullen
worden gevonden het work der zwikkers
op te vatten. Mocht daarvan het gevolg
zijn dat dezo arbeiders' op straat komen,
dau zal de bond hen steuneu. Verder zal
de orgauisatie zich niet met de staking
inlaten tenzij de stryd in een ander sta
dium. mocht komen, waardoor het belang
der leden een andere houding vorderde.
Van een en ander zou de directie he
den mededeeling worden gedaan.
Tevens weid besloten dat getracht zal
worden heden met de directie over het
geschil te confcreeren.
Daarne werden door de heer Stenhuis
aan de stakers nog verschillende wenken
gegeven. Op hun verzoek zal hij hen bij
het vaststellen en uitvoeren van verschil
lende maatregelen heden nog behulpzaam
zijn.
Omtrent de conferentie deelt men ons
mede, dat deze door de directie bereid
willig werd toegestaan. Er werd gecon
fereerd door de statcers Schidon en Dek
kers en den heer Stenhuis.
Na een uitvoerig onderhoud, waarin dooi
den heer Stenhuis gewezen werd op de
onjui6to wyze waarop hier getracht was
een nieuwe loonregeling in te voeren hy
meende dat wanneer de directie van plan
was een nieuwe werkregeling in te voeren
waardoor onder de nieuwe tarieven toch
een behoorlijk loon kan worden verdiend,
dau eerst die nieuwe werkregeling er
moest zyn.
Door de stakers werd uiteen gezet
waarom onder de tegenwoordige omstan
digheden onder het nieuwe tarief niet kon
worden gewerkt.
Tenslotte deed de heer Stenhuis het
volgende voorstel;