Bijvoegsel behoorende bij DE EEMLANDER van Zaterdag
26 November 1910.
^;nrV"e'eon zakn,oa' w~df
ALLERLEI.
BINNENLAND.
INGEZONDEN.
Tweed b Kamer.
Bij de gister voorgezette algeinccne be
schouwingen over de slaatsbegrooting,
betoogde de heer Borgesius dat de beweriog
van Dr. Kuyper, dat de rechtsche coalitie
sterker is dan de linkscbc coalitie, geen
zin heeft. Ecu linkscbe coalitie bestaat niet.
Zij bestaat misschien alleen in de verbeel
ding van dr. Kuyper. Want dat deze sprak
tegen beter weten in, mag spr. niet aan
nemen. Of er nog eens een linkscbc coalitie
tegen óe kerkelijke ovorheersching zal
komen is mogelijk, maar spreker weet het
niet. Wanneer de rechtscho coalitie van
de linkerzijde wordt bestreden, geschiedt
dit om hare misleidende leuzo en wordt
de strijd gevoerd met eerlijke middelen
Daarom protesteerde spreker legen dr,
Kuyper's betoog met betrekking tot het
verloop van de beweging over de Borromeus-
Encycliek, als zouden de liberalen gewenscht
hebben, dat iu ons land weder de toestand
zou worden geboren van do Aprildagen
van 1853, toon niet door de liberalen,
maar door de orthodoxe protestanten, de
tegenwoordige antirevolutionairen een af
schuwelijke bcwegiug is gevoerd tegen de
instelling van oen bisdom. Spreker onder
wierp ook de verdere rede van dr. Kuyper
aan critiek. Hij begreep niet, hoe die
afgevaardigde hier een roerend tooneel
durfde ophangen van het zieleleed dat een
vader ondervindt op zijo sterfbed over het
overloopen van een zoon van rechts naar
links.
Ib dr. Kuyper dan beelemaal vergeten
wat eenige maanden geleden is gebeurd?
Is - h\j dan vergeten, de man van rechts, die
aanstonds voor geld werd aangenomen? Is
hij dan vergeten dat hij Lehman als man
van links in triomph heeft rond gedragen
en geïntroduceerd? En hoe hij dr. van de
Laar, niettegenstaande deze een oprecht
christelijk man is, afwijst, omdat hg zich
niet met de coalitie kan vereenigen? Spre
ker noemdo dit een opportuniteit van dc
laagste soort.
De Voorzitter hamerde.
De heer Roodhuizen: Waarom mag
dat niet gezegd worden?
De Voorzitter: Omdat u ook niet
zou willen, dat men tegen u zeide.
De heci Roodhuizen: Tegen mij
kuunen ze 't niet zeggen.
De heer Borgesius hoopte, dat
andere Kamerleden nooit in ue omstan
digheden zullen komen, dat men ook van
hen kan zeggen, hetgeen hij gemeend
beeft thans te moeten zeggen van Kuyper.
De lofrede die Kuyper hield op de coali
tie, nad spreker dan ook liever van ieder
ander lid van de rechterzijde gehoord dan
van deze, Bovendien waren in de rede on
juistheden.!
Wat diens lofrede op de regceriug aan
gaat, beschouwde spreker bet 46 milloen
voorstel voor de kustverdediging onder de
tegenwoordige financiecle toestanden en in
aanmerking nemende, dat niets gedaan
wordt voor de levende strijdkrachten,
waarmede het nog zoo treurig is gestold,
in tegenstelling van dr. Kuyper geen daad
van heldenmoed, maar veeleer een daad
van overmoed. Indien waar is dr. Kuyper's
lof, dat dit kabinet zich door groote ge-
matigheid gunstig onderscheidt van zgn
eigen ministerie van 1901, dau ligt hierin,
vervolgde spreker, een rehabilitatie van de
toen zoozeer door de rechterzijde gewraakte
oppositie der linketzijde tegen het op do
spits voeren der atithese. Maar spreker
was over de gematigdheid van dit kabinet
niet zoo bijzonder gerust. Want niet slechts
bij benoomingen, maar zelfs bij de toe
kenning van ridderorden en eeretnedailles
wordt onderzocht hoe 't staat met de chris
teljjke beginselen van een candidaat.
Min. Heemskerk: Dat is beslist
onwaar, noem feiten.
De heer Borgesius meende nu een
naam te moeten noemen.
Spreker deelde nu mede dat hem was
medegedeeld, dat toen een werkman bij
de Rotterdamsche firma Leis voor een
Oranjc-Nassau-Medaille in aanmerking
werd gebracht er een rechercheur bij die
firma was komen informeeren naar het
gedrag van den werkman en ook had
gevraagd of deze van positiof christelijke
begimeleu was.
Ministor T a 1 111 a: Dat kan nooit op last
vau de regocring Zijn geschied.
De heer Borgesius: Er blijkt in
ieder geval uit, dat er onder de regeering
een streven bestaat zich zoo christelijk
mogelijk voor te doen.
Minister Heemskerk (heftig): Gij
zijt bezig de regeering te boschuldigen van
iets, dat pertinent in strijd is met de
waarheid. Dat hebt gjj te bewijzen.
De heer Borgesius: Ik heb niet
anders medegedeeld dan 't naakte feit,
zooals 't mij van vertrouwde zijde is ver
teld. Dat is het feit.
Minister Kolkman: Dat zijn klets
praatjes!
In de Kamer heerschte groote beweging.
Bij het bureau voerden zeer levendig de
heeren Duymaor van Twist en De Klerk
een gesprek.
Do Yoorzi tter verzocht de heeren
naar de koffiekamer te gaan.
De heer Borgesius stapte van dit
punt vorder af en besprak nog in 't kort
het beleid der regeering. Hg betwgfeldo
of het kacinet zal kunnen voldoen aan dr.
Kuyper's eisch ten opzichte van de vraagstuk
ken, welke in 1913 tot oplossing moeten zijn
gebracht omdat anders het doodvonnis over
het kabinet zou zijn goteekend. Spreker-
hoopte echter, dat hg zich ten deze zal
blijken te vergissen en hij hoopte dat iu
1913 aan dit kabinet zal kunnen worden
gebracht de lof, welke in 1901 aan het
kabim-t Pierson is gebracht, n.l. dat het
bevorderd heeft de nationale belangen met
eerbiediging der rechten vau de minder
heden.
De heer Kooien trad in financieele
beschouwingen. Hij wees er op, dat ook
in an lere landen verbruiksbelastingen voor
opstaan bg belastingen uit bezit. Spreker
had onverzwakt vertrouwen in minister
Kolkman. Echter moest volgens spreker
de toekenning van subsidies worden inge
perkt tot die, waardoor de staatsbemoeiing
werkelijk wordt verlicht. Bezuiniging is
noodig, te meer, waar nog vele uitgaven
uoodig zijn, o.a. voor verbeteriug der
officierstraktementen.
Minister Tal ma verkreeg hierop het
woord voor een persoonlijk feit, hierin
bestaande, dat de heer Borgesius in zijn
rede hem, minister, heeft beschuldig van
mi-bruik van macht door te verklaren,dat
voor de toekenning van een eeremedaille
aan een werkman van de firma Jan Leis
te Rotterdam daarbij informatie zou zijn
genomen naar diens godsdienstige richting.
De Ministor deelde mede, dat het
hier betreft een decoratie, welke door den
burgemeester van Rotterdam en met
aanbeveling door den Commissaris dei
Koningin is aangevraagd voor P. van der
Werff, wegens langdurigen trouwen dienst
bij de firma Leis. Zondere eenig nadere
informatie heeft de Minister toon de
aanvrage tot toekenning der medaille bg
Hare Majesteit bevorderd. Als er informatie
is genomen, is dit uitgegaan van den
burgemeester.
De hoer Borgesius dankte voor de
nadere verklaring omtrent het incident.
Spreker verheugde zich, dat van de regee
ring deze verklaring is uitgegaan. Dat
resultaat is dus reeds bereikt (geroep), dat
de regeering het als een beschuldiging
beschouwt, indien haar wordt vorgeteu, dat
zij een onderzoek doet naar godsdieustige
richtingen. Spreker hoopte dat in den
lande hiervan goed nota zal worden geno
men, vooral ook bij de posterijen, w nt het
is z.i. een feit, dat in het Noorden des
lands naar le richting wordt gevraagd
(wederom geroep: ho ho).
Spreker vervolgde: De minister heeft
ook het door mij genoemde feit niet
ontkend.
Minister Tal ma: Dat kan ik niet,
omdat ik er absoluut niets van weet.
Do heer Borgesius eindigde met op
te merken, dat hij niets gezegd had, dat
hij niet kon bewijzen, nl. dat onder de
lagere ambtenaren (geroep: Nota bene, de
burgemeester van Rotterdam) een zekere
geest heerscht.
Na nog eenige discussie tusscheu de
voor itter, dc minister en den heer Borge
sius is het incident gesloten, waarna de
alguincene beschouwingen worden hervat.
De heer De Stuers besprak ook de
qusestie van sollicitatiën en benoemingen,
speciaal van katholieke. Spreker, die onder
12 ministeriën heeft gediend, weet dat er
altijd informaties worden ingesteld
en dit acht hij heel goed ook. Spr. ont
kende, dat er veel katholieken in staatsbe
trekkingen worden benoemd. Katholieke
burgermeesters worden stellig te weinig
benoemd. Onder de 242 professoren aan
onze universiteiten zijo slechts 4 katholiekeu
Ook bij de rechterlijke macht, bij de no-
tarisson en in meer andere beambten zijn
katholieken schaars. Bij benoemingen moet
het beginsel gelden: niemand beuoomen
om ziju geloof, maar ook niemand weren
om zijn geloof. Deze régeering hoeft ten
dezen absoluut niet overdreven gehandeld.
De heer Patijn hield een beschouwing
over het zoogenaamde „potje" van den
minister van Financiën.
Stel, dat hot tarief thans reeds wordt
aangenomen, zeide hg, en dat de 10 mil-
lioen, die het zal opbrengengereserveerd
blgven, dan zal do Regcering immers bij
de stijgonde tekorten ieder jaar dc aldus
behouden 10 millioen uit leening voor den
gewonen dienst moeten terug krijgen en
dan is het heele systeem niet meer dan
boerendrog: tegenover een bate komt een
oveu groote schuld te staan, waarvoor de
belastingbetalers net zooveel aan rente en
aflossing hebben te betalen als ze anders
aan belasting zouden moeten opbrengen.
Bovendien kan het plan van zoo'n potje
misschien in het hoofd van een theoreticus
opkomen, een practisch staatsman weet
toch waarlijk wel, dat hij het volk geen
hefiingeu kan opleggen voor wetten, die
nog in geen jaren in het Staatsblad zullen
staan. Na een sociale wetgeviug behooren
dc daartoe benoodigde middelen te worden
aangewozen, niet daarvoor. De heer Patijn
critiseerde ook ernstig het beleid van den
Minister, waar deze niet bij machte bleek
zijn collega's tot zuinigheid te dwingen.
Amersfoort 25 Nov. 1910.
Mijnheer de Redacteur!
Gaarne hadden wij nog eens een plaatsje
in uw veelgelezen blad. De beer van
Wijngaarden komt iu een ingezonden stuk
in uw blad van Dinsdag 1.1, op tegen ons
schrijven van Maandag j.l. Hij schijnt ons
betoog niet goed begrepen te hebben, of
laten wij zeggen, niet willen begrgpen De
heer v. VV. weet even goed als wij, wat er
bedoeld wordt mot het werk der „Bouw
commissie van de Westcrstruat" Hij heeft
pr waarschijnlijk zelf mee op ingeschreven
Of is de heer W. al vergeten, dat de 60
woningen van de H. S M dit jaar ge
schilderd zijn. Misschien frischt nu zijn
geheugen wat op.
Teu slotte wil de Heer W. in zijn
schrijven het doen voorkomen, alsof het loon
van een schildersgezel in den zomer hooger
is, dan wij publiceerden. Zooals hij het
voorrekent, is dit tegen een loon van 18
cent per uur (wat maar enkelen verdio-
nen). Wij zijn ook desnoods in staat
uurbriefjes te laten zien, waaruit zal blijken,
dat wij niet overdreven hebben, zooals do
Heer v. W. Hopende, dat de verkeerde
indruk, die de Heei v. W. teweeg bracht,
hierdoor zal ziju wegenomen, danken wij
de Redacteur voor de zoo bereidwillig
afgestane plaatsruimte.
Het bestuur der Schilders
gezellen vereeniging
„Door Eendracht Sterk."
Geachte Redactie,
De in Uw blad van Donderdag 24
November voorkomende mededeeling
omtrent pogingen in het werk gesteld
ten einde te komen lot oprichting cener
„orkest vereeniging" vereischt eene
kleine rectificatie, waardoor misschien
het trekken eener verkeerde conclusie
kan worden voorkomen.
Het daarin vermelde feit, dat de mede
werking van de Muziekschool niet ver
kregen is kunneu worden, dient aange
vuld te wordeu met de woorden: „onder
de door het Voorloopig Comité gestelde
voorwaarden". Bestuurderen der Mu
ziekschool toch hebben zich gaarne
bereid verklaard en zijn nog steeds
gaarne bereid tot het beoogde doel mee
te werken, doch kunnen dit niet doen
onder voorwaarden, die belangrijke
financieele offers van genoemde inrich
ting zouden vorderen.
U dankende voor de verleende plaats
ruimte, Hoogachtend
De Commissie van Beheer
der Muziekschool.
Vrouwenmoordenaar e-evaf
To Frankfort a/d M heeft men gisteren
een vrouwenmoordenaar gevat een 38
jarigen koffiehuisbediende, Waldschmidt
die gistermorgen i„ een schoenenwinkel
Hij bracht op den openbaren weg een
dienstmeisje een messteek toe, zonder haar
ernstig te verwouden, greep in een tappo-
on den Tr°UW,b« d« keel wierp haar
op den grond en daarna had hij in een
eieienzaak getracht het winkelmeisje aan
landen. Eerst daarna ging hij naar den
choenenwinkel, waar hg do moord pleegde.
aaiop ging hg in een naburige kroeg
en toen bg de politie de gepleegde aam
gen waren aangegeven, weid hij dnar
"PTnég en Slangen genomen.
hn werd weggebrach', viol het woe-
yolk op hem aan; hij werd deerlijk
toegetakeld en slechts met moeite kou de
politie hem in veiligheid brengen. Iu de
gevangenis deed Walschmidt een poging
- gl! verwondingen toebracht,
zoodat hg nu in de ziekenzaal ligt.
Drie dagen geleden werd te Frankfort
een dienstmeisje op straat door eeu onbo-
keuden man met een messteek ernstig ge
wond inden rug. Men vermoedt dat ook
aanrandingdoor Walschmidt is gepleegd.
Fnn~ f 6D.f iDgctd reclamebord.
Een Amerikaansch tandarts he- ft onlangs
naar de plannen van een ingenieur der
Denver Gas and Electrical Co., G. A.
Williamson een firmabord laten vervaardi-
gen, dat door zgn origineele inrichting al-
rnoïnWat, l°e door de Amerikaansche
O iTr M gepraesteerd is, overtreft.
hike^eu met gl00ie" der Wonder
lijke letters van het woord „Dentist" geeft
het boid nl eeu mutikalen toon en evenals
op elkander volgende letters het ta
vormen woord opleveren, geven de na
elkander klinkende tonen een naar wille-
keur te vanecren eenvoudige melodie
Het muziek mechanisme bestaat uit een
cylinder met een mantel van messing Te
in lange rijen geperforeerd is. Bij leder
rende opening i8 de correspondee-
rende noot aangegeven; de maat wordt
door de met een achtste, vierde, halve
noot, enz. overeenkomende afstanden tus
scheu de afzonderlijke rgen gaten geregeld
De cylinder, welke op de rol van oen
muziekautomaat gelijkt, wordt door oen
electromotor in draaiing gebracht, en bij
Zijn omdraaiing wordt door iedere opening
waarin een stalen stift zit, een snelwerken-
m m weg'ng gebracht, welke de
gowenschte noot aanslaat.
De muzikale toonladder, met haar hee-