WEERBERICHT.
Thermometerstand
Uit de Pers.
KERKNIEUWS.
STADSNIEUWS.
MEDEDEELINGEN VAN HET
KONINKL. NED. MET. INSTITUUT
Opgemaakt voorm 10.50 unr.
De Bilt, 28 November 1910.
Hoogste barometersta id 772.7 m.M. te
Haparanda, laagste 739.4(?) te Skegness.
Verwachting tot den avond van 29 No
vember 1910. Kiachtige Westelijke later
matige Zuidelijke tot Z.-Oostelijke wind.
Gesteldheid van de lucht: Zwaarbewolkt
of betrokken, waarschijnlijk regen.
Temperatuur: Dezelfde.
Barometerstand le AMERSFOOpT
Barometerstand hedenmiddag te 12 uur
748 m.M.
Vorige stand te 12 uur 765 m.M.
te Amersfoort.
Hoogste gisterenF. 32
Laagste hedennachtF. 29
Hedenmiddag 12 uur F. 48
p apendrechti an a
Het „Ilbld." publiceert („onder de
streep') een der bladzijden van het dag
boek van een dei heeren Papeudrechtsche
psychiaters. Op de vorige bladzijden van
het dagboek is vermoedelijk sprake van
een gesprek, dat de geneesheer met
iemand had over de maan; blijkbaar liep
het gesprek over den vorm van dit
hemellichaam. De bezoeker hield tegenover
den medicus vol, dat de maan rond was.
En daarop slaat dan deze aanteekening van
don psychiater.
Nu ging me in eens 'u licht op,
ik nam m'n bezoeker eens nauwkeuriger
waar en aangezien ik ook voor m'u plei-
zior wel oen en ander doe aan psychologie,
nu psychiatrie, vroeg ik hem vliegensvlug:
2 2 4-2 3-1-4+5+7-1-8?"
'lij wist niet onmiddellijk 't antwoord; dat
wekte mijn argwaan. Ik zette m'n onder
zoek voort en gaf hem dadelijk 8973 X
7796 uit te rekenen. Dat kon hij niet
binnen de drie seconden; toen was ik
zeker met 'n imbeciel te doen te hebben.
Ik steldo hem voor 't overtuigend bewijs
nog de vraag: of 'n olifant ?n slang dan
wel 'n kikker was! Toen hij in lachen
uitbarstte, wist ik genoeg. Ik schroef in
der haast 'n briefje aan een mijner col
lega's in de zielkunde, waarin ik de zaak
verklaarde en gaf mijn patiënt dit epistel
mee met de mededeeling, dat hg nadere
inlichtingen omtreDt ons gesprek over
rondheid van de maan bij mijn collega
zou ontvangen Ik berekende hem voor dit
consult de luttele som van 10 gulden.
Nadat hij dit bedrag voldaan had, verliet
hij me, blijkbaar teleurgesteld; een ver
schijnsel, dat zich bij imbecielen meer
vóördoet, wanneer ze betalen moeten.
Denzelfden dag had ik een onderhoud
met mijn collega, die inij, onder een vloed
lofuitingen, dankbaar de beide handen
drukte. „Kerel," zei hij, „wat heb je me
daar 'u genoegen mee gedaan, wat 'n
pracht van 'n exemplaar! Ik zocht sinds
lang naar zulk 'n voorbeeld. Ik wist, dat
het in theorie er wezen moest, maar dan
is 't 'n toer er een in werkelijkheid te
vinden! Deze man is meer dan een imbe
ciel, het iB een geval van zeer bijzondere
psychose, welke men in theorie tot nog
toe slechts kende onder den naam van
hallucinaire niaan-ie."
Daarop hebben mijn collega en ik te
zamen van dit geval een deskundig rapport
opgesteld.
Protestantsche modernen en R.- Ka
tholieke modernisten.
De moderne predikant E. Giran van de
Waalsche gemeente te Amsterdam, heeft
aan de Revue Modeiniste geschreven of hij
aan dat tijdschrift der R. Katholieke
modernisten mocht medewerken. Hij schrijft:
„De tijd schgnt mij aangebroken, om
precies te zeggen wat wij meenen en alle
kerkgenootschappen die prijs stellen op
ontwikkeling, alle vrijdenkers die vatbaar
zijn voor geestelijke denkbeelden, te doen
weten dat wij overtuigd zijn van de hol
heid der versleten kerkolgke gebruiken,
van de ijlheid van alle dogmatisme van 't
gevaar van clericalisme, hetzij protcstansch
of katholiek of atheïstisch. De tijd is da&r
om aan de moderne wereld het denkbeeld
bij te brengen van een godsdieust, die
over de uiureu van alle „credo's" heen
gaat, van een spiritualisme, waarin de
niet-godgeleerde wereld zichzelf werkelijk
kan weervinden, van een meer religieus
„humanitansaio", vau een vooruitstrevend
christendom, dat, met een open oog voor
alle levenwekkende waarheden van den
ouden tijd, deu weg baant voor de geesten
ouzer dagen ter verovermg van waarheden,
die wij nog niet hebben begrepen."
Dé redactie van de Revue Moderniste
betuigt haar iustemming met Giran's denk
beelden en met zijn verlangen om met
haar saam te werken „aan dezelfde
levenstaak".
De heer P. Reyss, die hiervan gewag
maakt in het Parijsche blad Le Protestant,
voe^t er o.m. aan toe:
„Ziehier iets nieuws, dat velen onzer
geestverwanten diep zal treffen. Want het
getal noemt toe van hen, die kunnen en
willen samenwerken met de zoekers naar
de godsdienstige waarheid, die zich Katho
lieke modernisten noemen.
Er i9 ons aan gelegen eou woord van
verzet te doen hooren tegen de ietwat
sceptische, ja geringschattende houding, die
velen onder ons aannemen tegenover de
Katholieke poging tot emancipatie. De
goeden niet te na gesproken, liet men het
onder ons, in Frankrgk, maar al te veel
blijven bij zekere hooghartige terughou
dendheid, alsof er uit het Katholicisme
toch nooit iets goeds kon te voorschijn
komen. Wij wantrouwen wat niet Protes-
tansch is en bogrgpen, er niets van, waarom
deze mannen toch Katholiek willen blijven,
ja zelfs priester blijven. Daar zijn er zelfs,
die in bet modernisme niets meer willen
zien dan een Katholiek gekibbel.
„Maar dit hoogmoedig gedoe, die houding
alsof alleen de Protestantsche wereld in
het bezit zou kunnen zijn van de waarheid,
zij verre van ons. Wij moeten de kunst
verstaan van samen te werken met allen,
aan gene zijde onzer kerkelijke grenzen,
die zulks zoeken. Samenwerken. Dus
niet uitgaan van de verborgen meening,
dat men eigenlijk aan den arbeid tijgt mot
een mindere; dat men een kind brengt tot
het licht; een, die nog in dwaling verkeert,
de oogen opent voor de waarheid. Samen
werken is werken met een gelijke, zonder
uederbuigende of proselytischo bijgedachte.
„De tijd is voorbij, dat eeu ieder zich
hield achter zgu muren, om alleen voor
den dag te komen om anderen te be
vechten of hen te bekeeren. Wij blijven
ieder van ons bij onzen eigen godsdieust:
zijn geest is 't die ons vervult, uit zijn
wezen zijn wij opgebouwd; heel onze per
soonlijkheid wortelt er inhij geeft ons
het standpunt waaruit wij de dingen bezien.
Er is geen spraak van een verloochening
van onze geschiedenis; wij blijven er trotsch
op Protestanten te zijn; niets kan te kort
doen aan onzen plicht om te leven voor
onze kerkelijke gemeenten, haar rijker te
maken .in kennis en vroomheid, haar te
prikkelen tot vooruitgang. Maar vergeten
wij het niet: boven kerkgenootschappen
staat de algeineeue en ware godsdienst".
De Hervorming ueemt dit en meer uit
het artikel van Reyss met hartelijke in
stemming over. „De moderne predikant
Giran deed een goede daad".
Maatschappelijke eu
Hygiënische vraagstukken.
Tuberculose in de wasscherijen.
Dit verschijnsel is door den Italiaanschen
arts dr. Gotti nader onderzocht.
De mannen en vrouwen, die in de was
scherijen te Milaan hun bestaan vinden,
worden volgens Gotti zelden door de tu
bevculose aangetust (6 pCt. der mannen
cn 6.5 pCt. der vrouwen), terwijl ia Parijs
daar buitengewoon veel aan lijden (75 pCt),
De oorzaak verklaart Gotti als volgt:
Tc Miliauü 'wordt het vuile waschgoed niet
aangeraakt, vóórdat dc zak, die het bevat,
gekookt i9. Dan eerst wordt zij geopend
en geledigd, terwyl dit in Parys niet ge
beurd. Door eeu eeuvoudigo voorzorgs
maatregel zouden dus voor vele menscheu
leven en gezondheid behouden worden.
Geboortecijfers.
In do laatste zeventig jaren is het ge
boortecijfer in Frankrijk gedaald met plm.
27 pCt., in Engeland met plm. 18 pCt. en
iu Duitschland met plm. II pCt. In het
tijdvak 18411850 was het in Frankrijk
(per duizeud inwoners) 27.4 in Engeland
32.6, in Duitschland 36.1. En gedurende
de jaren 19061908 waren de cijfers
respectievelijk teruggegaan tot 20.1
26.6 32.4. Trouwens voor geheel Eu
ropa wordt de daling van het gtboortecijfer
geconstateerd.
Als oorzaken voor deze inkrimpende
toename der bevolking zijn op de jaarver
gadering dei British Medical Association
beschouwd de bewuste gezinsbeperking, en
verder voor Engeland het late trouwen.
Voor het vasteland toch is dc gemiddelde
huwelijksleeftijd zelfs lager geworden.
Niettegenstaande Quick I gisteren met
2 invullers naar Apeldoorn trok verloor
ze maar met I0 en dan nog onverdiend.
Waarlijk een goede prestatie. Quick had
natuurlijk Weer met pech te kampen. Kei
harde schoten van Jan de Boer en De
Bruyn werden door de Roburkeeper op
zeer gelukkige wijze gestopt. Quick was
liijua voortdurend in de meerderheid. De
verdediging was ook goed in vorm, vooral
Marin schitterde aL halfback Ook Quick's
keeper weerde zich goed. Jammer van die
eene goal dio makkeljjk te houden was
geweest.
Quick II verloor op Birkhoven met 42
van C. F. C. Wegens de onvolledigheid
van Quick I eD het ijsvermaak speelde zij
geruimon tijd met slechts 9 man. De ge
volgen bleven natuurlijk niet uit.
De vierde cursus vergadering van
mr Werker voor Bond en Vereeniging
voor Vrouwenkiesrecht wordt Vrijdag 2
December gehouden.
Bij Kou. Besluilis aan M. Leemans,
weduwe van J. ran Noordt, sergeant bij
het 5e regiment infanterie een pensioen
verleend van f 333 per jaar
De korfbalwedstrijd D. E. V. II
A. V. O. G. te Amsterdam is gisteren
niet doorgegaan.
't Vijfde, dat gisteren naar Zwolle
is geweest om P. E. C. te bekampen
mocht een 01 overwinning boeken.
Miuder goed brachten de H. V. C.'ers
het er af De Amersfoortera hebben te
Apeldoorn duchtig klop gehad, wat we ia
't geheel niet verwacht hadden A. V C
heeft, ua de papieren 60 nederlaag tegen
onze stadgenooten bijna een dito revanche
genomen, en H. V. C. met 61 naar
huis gezonden.
A. V. C. speelde boven haar kracht,
terwijl onze stadgenooten, hoewel zij zeer
goed speelden, Fortuna tegen hadden.
Zaterdagavond gaf de onderofficiers
zangvereeoiging een uitvoering in „De
Arend" met welwillende medewerking van
mej. J. Schickeudantz.
Met zeer veel genoegen hoorden we dit
koor weer zingen, dat telkens toont, onder
de leiding van den heer C. A. Heunks,
flink vooruit te gaan. Beschaafd en zuiver
werden de verschilleode nummers ten
gohoore gebracht. Het hartelijk applaus
na elk nummer was dan ook welverdiend.
Ook de zang van mej. Sch. viel zeer in
den smaak en werd luide toegejuicht.
Hot voorstel van Burgemeester en Wet
houders naar aanleiding van een verzoek
van het College van Regenten van het
Burger Weeshuis iD zake reglements
wijziging. luid als volgt:
„In uwe vergadeiiug van 8 November
werd in onze handen gesteld een sckrjjven
van het College van regenten van het
Burger Weeshuis, waarbij verzocht wordt
overeenkomstig art. 18 van het reglement
eene commissie te beuoemen, welke com
missie van 3 leden met 3 leden uit het
college van regenten een ontwerp voor
eene wijziging van het reglement zal
opmaken.
Alvorens tot de benoeming van e^ne
dergelijke commissie uit uw midden kan
worden overgegaan, moet eerst door uwe
vergadering besloten worden tot eene
reglements-herziening. Ondcrzooht moet
derhalve worden of de door regenten aange
voerde redenen aanleiding kunnen zjjn tot
een besluit van uwe vergadering tot regle
ments-herziening.
Wat aangaat de door regenten in de
eersto plaats genoemden grond, betwgfolt
ons college ernstig of deze indordaad een
reden tot reglements wijziging kan zg'D.
Het is uwe vergaderiog bekend, dat de
redactie van art. 1 gewjjzigd is bij uw
besluit van 1 April 19U2,
Art. 1 lid 1, zinsnede 1. luidde vóór deze
wijziging:
„In het gesticht worden opgenomen*
„alle ouderlooze kinderen beueden den"
„ouderdom van veertien jaren, die inge-"
„volge verklaring van het gemeentebesuur,"
„alhier domicilie van onderstand hebben*.
Tengevolge van de wjjzigiug, aangebracht
op 1 April 1902, luidt deze zinsnede thans:
„Iu het gesticht worden opgenomen alle"
„ouderlooze kinderen beneden den ouder-"
„dom van veertien jaren die, ingevolge"
„verklaring van het gemeentebestuur te"
„Aui rsfoort, tijdens het overlijden van den"
„of de laatste der ouders te Amersfoort"
„werkelijk woonplaats haddon".
De bedoeling van de in 1902 tot stand
gekomen wjjziging was in het vervolg
zoodanige weezen te weren, die geen andere
betrekking op de Gemeente Amersfoort
hebben, dan dat toevallig hun voogd daar
woont. Do redactie-wijziging had geenszins
ten doel verandering te brengen in de
vraag of voortaan onechte kinderen zouden
worden buitengesloten. Wjj meenen hierop
te moeten wgzen, omdat de regenten in
de woorden, vastgesteld in 1902, eene
aanwijzing meenen te vinden voor eene
uitlegging krachtens welke onechte kinderen
goweerd zouden kunnen worden.
Tot eene wijziging, tengevolge waarvan
onechte kinderen niet zouden worden
opgenomen, zou ons college niet gaarne
willen adviseeren, zoodat wg, indien alleen
op dien grond wijziging van het reglement
gewenscht werd, de tot standkoming van
eene commissie niet zouden knnnen bevor
deren.
De tweede reden, op grond waarvan
regenten eene reglements-wgziging wen-
schen, achten wg ook voor uwe vergadering
eene aanleiding, daartoe te besluiten,
Indien wij uwe vergadering derhalve
thans adviseeren tot eene reglements
herziening te besluiten, willen wij daarmede
niet geacht worden in te stemmen met
de meening, dat deze wjjziging in dien
zin behoort plaats te hebben, dat onechte
kinderen voortaan niet opgenomen zullen
worden.
Ten aanzien van deze kwestie zal dan
later wanneer eene eventueele commissie
een voorstel tot reglements-wijziging indient,
eene beslissing genomen kunnen worden".
Het verzoek van het College van Re
genten van het Burger 'Weeshuis luidt als
volgt:
In verband met de in ons Collega uit
gesproken wenscheljjkheid om art. 1 van
het Reglement voor het Burger Weeshuis
te herzion, hebbeu wij de eer U le verzoe
ken eene commissie, als bedoeld bij art.
18, to willen benoemen.
Ter toelichting van dit verzoek diene
het volgende. Naar aanleiding van een
dezer dagen gedane aanvrage tot opname
van een onecht niet erkend kind, i9 in
ons College ernstig betwgfeld of het wen-
schelijk geacht moet worden om dergelijke
kinderen in het gesticht op te nemen.
Men meende, dat een instelling als hot
Burger Weeshuis oorspronkelijk slechts
beoogd zoude hebben de verzorging van
wcezen, wier ouders door hun loven en
arbeiden in Amersfoort als het ware een
band met de Gemeente hebben aange
knoopt.
Naar deze opvatting zouden onechte
kinderen in ons gesticht niet thuis behooren;
zonder overigens te vergeten de ongeluk
kige positie, waarin dergelijke kinderen
zgn geplaatst, vreesde men, dat hunne
opname een beletsel zou zjjn voor anderen
om hunue kinderen aan onze verzorging
toe te vertrouwen.
De moeders toch behooren meestal tot
de onderste lagen der maatschappij; de
kindereu zijn derhalve langer of korter in
eon hoogst vederfelijke omgeving geweest,
terwijl zij trouwens bij hunne geboorte
de kiemen der minderwaardigheid mede
brengen.
Meer dan vroeger klemt dit bezwaar, nu
in latere jaren andere gestichten van