DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN.]
No, 281.
DONDERDAG 1 DECEMBER 1910.
7e JAARGANG.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
DE
LANDER.
Hoofdredacteur It. O. HIJ KG N S.
Knreau: KI.KIAE HaiVU 6. Telet. Interc. 18».
Abonnementsprijs:
Prijs der Advertentiën:
Per jaarf 4.Franco per
Van 1 tot 5 regels f 0.40. "Voor iederen regel meer f 0.08.
post id. f 5.60. Per 3 maanden id. f 1.Franco per post
Buiten het Kanton Amersfoort per regel f 0.10. (Bij
id. f 1.40. Afzonderlijke nummers f 0.05.
abonnement belangrijke korting).
Tot plaatsing van advert, en reel, van buiten het kanton Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd het Alg. Binnen-en Buitenlandseh Advert.-bureau D, Y. ALTA, Warmoesstr. 76.78 Amsterdam
Verkiezingsleuzen in Engeland.
Het is den conservatieven ten langen
leste gelukt, een verkiezingsleuze te vinden,
die met ecnigen kans op succes gesteld
kan worden tegenover het „tegen het veto
recht der Lords", van de liberalen. Wij
bedoelen het denkbeeld van een lefercnd-
dum, een volksstemming: een referendum
over Home-Rule, een referendum over vrij
handel en protectie, een referendum over
eiken belangrijken maatregel, dien het
toekom8tigen huis der Lords mocht afkeu
ren. Ziedaar de nieuwe verkiezingsleus die
Balfour gisteren naar voreu gebracht heeft,
vooral door het volk een referendum te
boloven over tariefhervorming, indien de
conservatieven het mochten winnen. Eerst
hebben de conservatieven de regeering
willen bcstrgden met den uit Amerika
terugkeerenden Redmond die, de zakken
vol Amerikaanach goud, Engeland kwam
bevechten; toon met de bewering dat deze
parlement8-ontbiuding door de Ieren afge
dwongen is; daarop met de houding der
Ulster-unionisten in Ierland. Maar al
die leuzen zouden toch de hoofdzaak,
waarom het gaat, uiet aantasten. Nu heeft
men het gevonden: tegenover het beroep
op het volk dat thans de regeering doet om
het veto-recht der Lords te vernietigen,
stellen do conservatieven hun bereidwillig
heid om in alle groote quaesties die Eugeland
verdeeld houden, het volk direct te laten
beslissen. Dit in verband met de bang
makerij voor Ierland's afval van het Ver-
eenigd Koninkrijk moet de overwinning
aan de stembus voor do conservatieven
bevechten.
De liberalen komen tegen het denkbeeld
van een referendum op. Wij houden 't er
niet voor dat zij zooveel bezwaren tegen
het denkbeeld op zichzelf hebben, maar uu
de conservatieven het opeens vooruitschui
ven, als ware het tegengesteld aan wat
de liberalen verlangen voor Engeland, be
strijden zij het. Zij doen dat door te be-
toogen dat het geheel in strijd is met heel
Let Britsche regeeringsstolsel. Dit is ver
tegenwoordigend, niet „plebescitair" gelijk
b.v. in Zwitserland hot geval is, Het
Engekche staatsrecht is gebaseerd op de
verantwoordelijkheid der ministers jegens
het Lagerhuis, dat op zijn beurt zich aan
het oordeel des volks moet onderwerpen
op geregelde tijden, of wanneer de re
geering het onmogelijk acht, de zaken
verder te drijven zonder vernieuwing van
den steun des volk». Onder dat stelsel
vormt het volk partgen en neemt leiders,
waardoor het zijn wil kenbaar maakt, en
het laat aldus een breede marge van vrijheid
open voor de eigenlijke wetgevers, zichzelf
echter de macht voorbehoudend om te
oordeelen over de groote lijnen. Een
referendum past allerminst in dat stelsel.
Het is wel een merkwaardig verschijnsel
wat wg op het oogenblik in Engeland
waarnemen. Do fijn-aristocratische Lords
werpen zich, als laatste redmiddel, op het
meest democratische van alle instellingen:
het referendum. Eu de democratische libe
ralen zien zich daardoor genoopt dat middel
te bestrgden. Zal het kiezersvolk den
toestand goed doorzien P Zal het begrijpen
dat het allerminst democratische beweeg
redenen zgn, die de Lords naar dat refe
rendum doen grijpen Zal het inzien, dat
bet ook na de invoering Lansdowne's her
vormingsplannen die immers het refe
rendum voor belangrijke gevallen inhiel
den steeds conservatief blijvende Huis
het referendum alleen zal inroepen tegen
over liberale voorstollen, die daardoor op
gehouden en bemoeilijkt zullen worden,
terwijl de maatregelen van een conservatief
Lagerhuis alle ongehinderd wet zullen
worden Zullen de kiezers begrgpen, dat
op die wijze de zoozeer verlangdo gelijkhe.d
van beide groote partgen in Eugeland
die zelf door do regeeringsvoorstellen
nog niet eens geheel bereikt wordt
schier even ver af zal zijn als thans Het
is te hopen en de liberale leiders zullen
niet nalatig blijven het volk er op te
wijzen. Maar zeker is het dat de manoeuvre
door de conservatieve leiders allerhandigst
is uitgevoerd en dat do liberalen alle
krachten zullen moeten inspannen om het
oordeel der tegenpartij te niet te doen.
Frankrijk
Er worden in Frankrijk tal van verga
deringen op touw gezet tegen do terdood-
veroordeeliug van Durand, den vakvereeni-
gings-secretaris in Rouaan, die tot den
moord op den werkwilligen Dongé zou heb
ben geraden. Protestvergaderiugen worden
gehouden in Parijs, Rennes, Lyou, Marseille
en Havre, en aan de muren wordt een
protest geplakt. De weduwe van Dongé,
den vermoorde, vraagt zelf den president
om gratie voor Durand. Zij doet dat als
arbeidersvrouw, zegt ze.
Intusschen is Durand in hooger beroep
gekomen.
Rusland.
Uit Petersburg wordt aan de Times
gemeld, dat enkele dagen geleden gedele
geerden van socialistisch revolutionaire ver
eenigingen en van de arbeiders in de
voornaamste steden van het rijk ergeus in
Finland zijn bijeengekomen en daar hebben
besloten, naar aanleiding van de algemeene
ontevredeuheid, die in het land heerscht,
en die om. gebleken is uit de ongeregeld
heden na het overlijden van Tolsioj,
betoogiDgen te houden in het geheele rijk.
De revolutionairen zouden beloofd hebben
te zorgen voor wapens en ontplofbare
stoffeD.
Naar het heet, heeft Savinkuf, die
Garsjoeni is opgevolgd als hoofd van de
strijdorganisatie, die bijeenkomst geleid.
Toen de politie don wind kreug van
hetgeen er gebeurd was, arresteerde zij
eenige leiders van de centrale arbeiders
organisatie; het moet echter gebleken zijn,
dat dezen geheel buiten de zaak stonden.
Door de autoriteiten te Petersburg
zoowel als in de provincie zijn maatregelen
genomen om te verhinderen, dat de bladen
van het gebeurde melding maken of zich
ook zelfs de onschuldigste toespeling ver
oorloven op de jongste betoogingen van
studenten en anderen.
Tweede Kamer.
Bij de gisteren voortgezette beschouwin
gen over de Staatsbegrooting was eerst de
heer Troelstra aan het woord. Hij vraagt
of deze Regeering wel het recht had,
Kamerleden te verwijten het gemis aan
grooten stijl. Nooit vertoonde toch oen
Ministerie kleiner, holler, stijlloozer betoo-
gen dan dit Kabinet. Eu zolden sprak een
Min. van Financiën zoo weinig tot den
weienschappeljjken zin van zijn gehoor als
de heer Kolkman. Deze regeering mag dus
allerminst de diepte en breedte der rede
voeringen veroordeelen.
Over de antithese hebben wg alleen
nieuwe woordon gehoord, moeiljjk-verstaan-
bare woorden, die slechts nieuwe verwar
ring kunnon stichten, Intusschen. is opnieuw
gebleken, dat do rechterzijde en Regee
ring het niet eens zijn.
Het onzinnige en holle van do nieuwe
klanken is reeds nu gebleken!
Spr, constateert verder, dat het vrijzin
nige Kabinet-De Meester ;neer deed voor
Zondagsheiliging dan dit „christelijke"
Kabinet. En reeds staat vast, dat ecu deel
der anti-rovolutionnairen tegen het eedswetje
zullen stemmen!
Dr. Kuyper erkende zelfs, dat de speci
aal antirev. wenschen moeten wachten tot
de antirev. meerderheid zgn; welnu, ieder
weet, dat dit nooit zal geschieden. Die
wenschen worden dus nooit ingewilligd, zij
zijn ad calendas graecus uitgesteldI
Op algemeene ph asen, zooals nu weer
van Dr. Kuyper gehooid, bouwt men geen
politiek; men verkettert eenvoudig de ware
basis voor een goede politiek.
Over het christelijke van het Kabinet
maakt Spr. zich niet ongerust: Het echt-
scheidings-ontwerp is reeds „in nadere
overweging" genomen en zoo zal het gaan
met al die zedelijkheidswetjes, die tot
walgelijke toestanden zouden leiden: huiche
larij, prostitutie enz.
Een coalitie links zal niet noodig zijn:
spr. vreest van dit Kabinet geen kerkelijke
overheersching, de Ministers zullen wel water
in hun wijn doen!
Opnieuw bestrijdt spr. de financieele
politiek der Regeering, die anti-progressief
is; zij moet de b-zittende klasse ontzien.
Vandaar de tariefverhooging als plecht
anker voor de sociale wetgeving. Natuur
lijk komt er zoodoende geen perspectief in
den financieelen toestand.
Wat de sociale wetgeving aangaat, de
Regeering heeft nu vau di. Kuyper de
waarschuwing, aanmaning of dwangbevel,
thuis gekregen. In 1913 zullen we elkaar
weer spieken, zeide dr. Kuyper en hij
somde precies op, wat er dan in hot
Staatsblad zal moeten staan. Als de voor
stellen niet doorgaan zal dit liggen aan
het gemis aan beleid bij minister Talma,
getuige het gebeurde bij de Bakkerswet
ten. waarbij spr. tegenover minister Heems
kerk volhoudt, dat hg alle recht heeftom
critiek uit te oefenen op het beleid, dat
de heer Talma toen toonde. Spr. vreest,
dat er niet genoeg tijd zal zijn voor
afhandeling van al die gewichtige ontwer
pen, waarvan du nog slechts de Ziekever-
zekering ons bereikt heeft. Spr. en de
zijnen zullen niet tevreden zgn met een
mededeeling, als door minister Heemskerk
in zake de herziening van de Ongevallen
wet toegezegd: wij zullen die herziening
gebeel voor ons moeten hebben voor wij
de .Ziekteverzekering kunnen beoordeelen.
Spr. komt evenals de heer Hugen-
holtz beslist op tegen het misbruik, dat
van God gemaakt wordt bjj de landsde-
fensie. Wat gemeene dingen zijn niet reeds
aan de Godheid toegeschreven door de
belijders! Daarom we:d tijdens dr. Kuyper's
rede geroepen: laat God er buiten! Spr.
beroept zich op Tolstoï, die toch ook
belijder was, al werd hij buiten de Kerk
gesloten en die zooht de geboden Gods
niet in do belangen van het oogenblik; hij
was anti-militarist ingevolge hot gebod: Gg
zult niet doodenl
Ja, maar wij moeten onze onafhankelijk
heid tooh vordedigea. Maar dan vraagt
spr. of God dan onderscheid maakt tusschcn
de verschillende landstreken. Ontnemen wij
in den Archipel niet aan de volkeren hun
onafhankelijkheid? Of maakt God verschil
tusschen kleur van haar en huid?
De heoren beschouwen zich als de man
nen van Gods wil. Maar er zijn er, die er
anders over denken. Spr. zelf spreekt zich
niet uit: hij heeft niet, zooals de heeren,
het monopolie van Gods woord. God wil
niet het militarisme, maar het kapitalisme
wil het. De volkeren willen geen oorlogen
met elkaar voeren; zij willen slechts een
eerlijk stuk brood. Maar het zijn de petro-
leumbaronnen en tabaksplanters,die in Indië
belang hebben bij den oorlog. Men zegge
eerlijk: het tegenwoordige stelsel eischt het
zoo en zoo, maar kome niet met God aan
bg gebrek aan betere argumcuten.
De heer Do Visser wraakt het beioep
van den heer Troelstra op Tolstoï; op
diens stellingen is geen staatsgebouw op
Ui richten.
Wat de tegenstelling: autouoom-hetero-
noom aaugaat, spr. ouderscheidt deze
stacdpunteu niet zoo scherp. De stelsels
van do heeren Kuyper en Troelstra trach
ten de maatschappij beiden te vervormen
en te verwringen naar eigen vooropgezet
stelsel.
Spr. keert zich vervolgens tegen den
heer Borgesius, die een vroegere rede van
spr. trachtte uit te spelen tegen hetgeen
hij bij deze Algemeene Beschonwingen
heeft uiteeugezet. De heer Borgesius, ud-
ders zoo scherpzinnig, was zeker op dit
punt stompzinnig, heeft spr. blijkbaar niet
begrepen. Hij heeft altijd hetzelfde stand
punt ingenomen: hg acht de Ziekteverze
kering uiet urgent; van de 100.000 arbei
ders zouden geen 1000 voor de prioriteit
van de Ziekteverzekering stemmen. Daarom
heeft hij 't betreurd, dat de Ouderdoms-
en Invaliditeisverzekenng niet voorop gaan
en verder was hij tegen de splitsing vau
Ziekteverzekering en Ongevallenverzekering
en van Ouderdouis- en Invaliditeitsverzor-
ging; maar een complex wetgeving op dit
gebied heeft spr. niet aangoroerd en dus
niet aanbevelen. Eenzelfde moeilijkheid als
nu met de Ongevallenwet ondervonden,
zou men gekregen hebben bg behandeling
van Veegens' ouderdomsverzekering, los
van invaliditeitsverzekering. Spr. komt met
kracht op tegeu het onjuiste verwjjt van
den heer Borgesius en eveneens tegen het
verwijt, alsof spr. do Woningwet en' Ge
zondheidswet als onchristelijk zou hebben
voorgesteld: zjjn qualificaties over de On
gevallenwet en Armenwet handhaaft spr.
ten volle.
Zich tot de Regoering wendende, zegt
spr., dat bet antwoord van den Bremier
hem in zake Zondagsrust niet bevredigd
heeft. Spr. herhaalt daarom zgn vragen
aan de Regeering over dit vraagstuk. De
Minister drage, in overleg met dc Veree-
niging voor Zondagsrust, een nieuwe wet
voor.
In zake Ziekteverzekering dringt spr. er
ten slotte nog eens op aan, dat het ont
werp geschikt zal zijn om er op voort te
bouweu bij de verdeie arbeidersverzekering.
Do heer Borgesius wees er op, hoe
zeer hij het eens is met de beschouwing van
den heer Lohman over de benoemingen.