DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN. No. 303. WOENSDAG 28 DECEMBER 1910. 7e JAARGANG ggfElj De Modernisteneed. BUITENLAND. BINNENLAND. DE EEMLANDER. Hoofdredacteur R. <4. RIJ KR NS. Bureau: KLEINE Ha iti 6. Telef. latere. 183. Abonnementsprijs: Prijs der Advertentiën: Per jaarf 4.Franco per Van 1 tot 5 regels f 0.40. Voor iederen regel meer f 0.08. poBt id. f5,60. Per 3 maanden id. f 1.Franco per post Buiten het Kanton Amersfoort per regel f 0.10. (Bjj id. f 1.40. Afzonderlijke nummers f 0.05. abonnement belangrijke korting). Tot plaatsing van advert, en reel, van buiten het kanton Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd het Alg. Binnen-en Buiteulandsch Advert.-bureau D. Y. ALTA, Warmoesstr. 76-78 Amsterdam De modcrnisteneed doet zijn duisternis verspreidenden zegetocht door de Duitsche landen. Waar Hermann Schell en Albert Ehrhard de grenzen van het dogma zoo ver mogeljjk hebben willen verruimen, ten einde de formuleering van het geloof in overeenstemming te brengen met de resul taten der wetenschap, daar zal de Rooro- sche Curie, het innerljjk van den R.Katho- liek geheel doen stollen in haar leer. Heeft het R. Katholicisme in ouden tijden nog een zekere aanpassing gezocht aan den tijdgeest, aan de Scholastiek, aan de Renaissance, nu moet het al 't leven worden ontnomen. De leer zal stil staan, zoo luidt het machtwoord van Rouie, Maar beduidt stilstand niet de dood? mag men vragen. De dood ook van het ware reli- gieuse gevoel, dat een hoofdelement uit maakt van het geloof „Alles vloeit", heeft de „duistere" der Grieksche wijs- geeren gezegd Zal de leer der Roomsche Curie als een rots blijven standhouden in den stroom der tjjdeu Moet ook hier niet allcng6 het weeke water van den nooitrustendeu geest, den bardeu steen van alle uiterlijke autoriteit ondermijnen en ten slotte wegspoelen Hoe weinig zeggend klinkt hot: „Terug naar de middeneeuwen, naar Thomas van Aquino!" al willen deze ook steeds bestudeerd, ge lezen worden? Wat de modernisteneed inhoudt, hebben wij al eens vermeld. Ook dat hij niet zal worden geëischt van do theologische pro fessoren aan de Staatsuniversiteiten; de siaat kan alleen door de vrije wetenschap gediend zjjn. Maar aan de geestelijken bleef hij voorgeschreven. Zoo wordt uit verschillende plaatsen in Duitschland ge meld, dat de eed nu door de geestelijk heid iB afgelegd. In Münster richtte de bissohop zich daarbij tot de vergaderden, waar hij op den grooten zegen wees, dien deze plechtige belijdenis en den daarmede verbonden eed van trouw aan deze belijdenis en den Apostolischen Stoel over de geheele R.-Katholieke kerk zou brengen. Overal zou de belijdenis en de eed door den clerus worden afgelegd als een teeken _van de reinheid van het geloof en de aanhankelijkheid aan de Kerk en den Apostolischen Stoel. Ook in Breslau hebben de domgeeste- 1 ijken en andere kerkautoriteiten in tegen woordigheid van kardinaal Kopp den eed afgelegd. De bladen brengen echter ook reeds berichten van geestelijken, die zich op de een of andere wijze aan den geeste lijken dwang trachten te onttrekken. Zoo ging in München de aan de St. Kajetans-, Hof- en Domkerk verbonden dr. Johannes Heldwein, die de aflegging van den eed tegen het modernisme geweigerd had, tot de oud-Katholiek. Kerk over. Mist men materieele onafhankelijkheid, dan beteekent een weigering verlies van ambt en bezoldiging. De armoede staat dan voor de deur. Zoo is het mogelijk, dat velen zich buigen met een stil voorbehoud. Het innerlijk van den menscb laat zich nu eenmaal niet knechten. Maar blijft dau ook niet in de kerk een element, dat men juist wiido verwijderen, een element, dat zjjn gisting zal blijven voortzetten? Frankrijk. Op het adres om gratie voor den ter- doodveroordeelde Durand, welk adres eer gisteren door den afgevaardigde Paul Meunier, aan President Fallières werd overhandigd, heeft deze laatste geantwoord, dat hem het dossier over de zaak nog niet door den Minister van Justitie was mede gedeeld, en dat do commissie voor het verleenen van gratia haar advies nog niet gereed had. Verder deelde de President mede, dat de onderteekenaars van het adres er zeker van konden zijn, dat hij alle processtukken mot de grootste aandacht zou onderzoeken en dat, indien een der onderteekenaars soms een gewichtig feit in het voordeel van den beschuldigde had te doen, hij, Fallières, dezen gaarne in audiëntie zou ont tangen. Verder zou de President van het adres mededeeling doen aan de com missie voor gratie verleening, opdat deze er bij het opmaken van haar advies, reke ning mede zou kunnen houden. Duitschland. Wij hebben onlangs de meening vermeld van don Duitschen admiraal Traugott, die den Keizer per.-oonlijk kent, daar hij ge zagvoerder geweest is van de Hohenzollern, en die meent dat Keizer Wilhelm in zijn hart eer katholiek of vrijdenker is dan protestant. In verband hiermee is zeer belangwekkend een artikel, dat de bekende professor Ernst flaeckel, uit Jena, geschre ven heeft in het tijdschrift Das Freie Wort: een artikel waarin Haeckel zijn afscheiding van de Duitsche evangelische kerk verklaart en waariu hij betoogt dat deze onder den invloed van den Keizer een „citadel der reactie" is geworden. Wilhelm II heeft sinds den dag van zijn troonsbestijging een andere godsdienstige richting gevolgd dan zijn grootvader en Bismarck. Dezen waren eenvoudige lieden, vioom, maar de piëtisten der evangelische orthodoxie verachtten zij evenzeer als de ultramontanen. Wilhelm II evenwel lijkt meer op zijn oudoom Frie- drich Wilhelm IV, met wien hij ook in andere opzichten veel gemeen heeft: hij beschouwt zich eveneens als een van God gegeven souverein, werktuig des Heeron; hij meent dat troon en altaar elkaai moeten steunen, kortom dank zij hem heeft een katholieke richting post gevat in het protesianteche christendom. Aldus Haeckel. De Vorwarts deelt mede, dat de socia listische pei-B in Duitschland, zonder nog de organen der vakbeweging te rekenen, thans 1.160.(100 abonnés telt, verdoeld over 78 dagbladen. Op het einde van het jaar 1904, bedroeg dit cijfer nog geen zesmaal honderdduizend. Rusland. De „Nowoje Wremja* drukt een brief af van Tolstoï aan zijn vrouw, die dertien jaar geleden geschreven is eD die eeret na zijn dood mocht worden geopend. Uit dat schrjjven blijkt, dat Tolstoï reeds in 't jaar 1897 gedacht heeft over een vlucht naar de eenzaamheid. Hij bekent, dat hein reeds lang de tegenstrijdigheid tusschen leer en leven had gekweld: ,Ik kan je niet dwingen van levenswijze te veranderen, want ik zelf heb er je aan gewend. Ik kan ook niet van je weggaan, omdat ik miju invloed op <ie kinderen niet verhezen wil. Maar zóó loven, als ik deze zestien jaren geleefd heb, kan ik in do toekomst niet, daar ik met je strijden moet en vrees voor de verleidingen te bezwij ken, die de kracht der gewoonte laten gevoelen. „Ik heb besloten dat te doen, wat ik reeds lang voornemens was, nameijjk heen te gaan, omdat dit leven mij tot last wordt en ik de afzondering zoek. Niemand zal mij missen. Zooals iedere godsdienstige grijsaard zijn laatste levensjaren aan God wil wijden, zoo haak ik bij den aanvang van mijn 70e levensjaar met dengeheelen aandrang van mijn'ziel naar rust eu eou- zaamheid en wil, hoewel geen volle overeenstemming, dan toch ook geen schreeuwende dissonans tusschen mijn levenswijze en mijn overtuigingen. Wanneer ik dezen stap in 't openbaar deed, zou ik misschien voor je smeekbeden, bezwijken. Mjjn beslissing moet echter uitgevoerd worden; vergeef mij daarom, wonneer ik je verdriet aandoe. Maar laat m|j iu vrede trekken, zoek mij niet en veroordeel mij ook niet. Wanneer ik van je wegga, dan gebeurt dat niet, omdat ik ontevreden over je ben, maar omdat ik weet, dat je niet voelen kunt als ik, dat je geen offers brengen kunt voor hetgeen je niet erkent. „Ik denk met liefde en dankbaarheid aan «ie vijfendertig jaren van ons gemeen schappelijk leven. Je gaf mij, wat je kon In de laatste vijftieu jaren scheiddon zich onze wegen De schuld valt noch op jou, noch op mij. Vaarwel!" Den 14n Juli van dit jaar schreef Tolstoï zijn vrouw: „Ik zou voort kunnen gaan op deze wijze te leven, wanneer ik het leed, datje drukt, verdragen kon, maar ik kan 't niet. Ik heb mijn besluit genomen en dat is nu onveranderlijk. Mjjn toestand in huis wordt onduldbaar. Ik kan niet langer in weelde leven en wil mijn laatste levensdagen in eenzaamheid doorbrengen. Zoek mij niet. Mijn beslissing zal je niet omstooteö. Ver geef mij, zooals ik ook jou vergeef." Zooals de dochter Tatjana verklaard heeft, wist de familie van het voornemen van Tolstoï; alleen was haar het tijdstip der uitvoering onbekend. Aan den voor avond van zijn vertrek vermoedde niemand nog iets. Om vier uur in den vroegen morgen klopte hij hard op de deur van de kamer van zijn dochter Alexandra en zeide: „Ik ben 't, Leo Nikolajewitsj. Ik ga vcor altijd hier vandaan." Bulgarije. De oud-minister Pajakof overleed gisteren tengevolge van een beroerte, juist op het oogenblik. dat hij in de Sobranje kwam, om nadere verklaringen te geven naar aanleiding van hot feit, dat hij in staat van beschuldiging was gesteld. De Sobranje verdaagde de zitting, die op 23 dezer verlengd was, tot Donderdag a.6. Turkije In do Turksche Kamer greep Zondag bij de behandeling van de supplementaire credieten voor de cholera-bestrijding een heftig tooneel plaats tusschen den Minister van Binnenlandsche Zaken, Talaat Bey, en den voorzittor der gezondheidscommissie, den Jong-Turk Ismet, De Minister noemde Ismet een boef, welke qualificatie door Ismet met een aantal gelijksoortige termen word beantwoord. Ook de Jong-Turk Said, schold den Miuister uit. Ten slotte ontstond er een zoo hevig lawaai, dat de zitting moest worden ouderbroken. Ten gevolge van dit incident gingen er geruchten, dat de Minister zou aftreden. Volgens betrouw bare mededeelingen scheen Talaat Bey dit ook aanvankelijk van plan te zijn, maar werd hij door den grootvizier en enkele ambtgenooten er toe bewogen voorloopig er van af te zien. Gisteren zou eene ver gadering van het Jong-Turksche comité plaats hebben, waarop de Minister de uitsluiting van Ismet, Said en nog enkele afgevaardigen die aan het tumult deelnamen, zou verlangen. Mocht deze eisch echter worden teruggewezen, zoo zou Talaat Bey werkelijk aftreden. Ned. Zionistenbond. In de vergadering van den Nederland- scheti Zionistenbond werd de rekening, sluitende met een nadeelig saldo van f153 goedgekeurd. Tot hoofdredacteur van liet orgaan werd benoemd de heer D. CoheD te 's Gravenhage, terwijl in het hoofdbestuur staande de vergadering werden herkozen de heeren mr. I. Cohen Hzn., J Herzberger, dr. L. S. Ornstein en dr. A. Van Raaltc. Besloten werd geen can- didaat te benoemen voor het groote Actions- comité, maar dit uit te stellen in afwachting van het nieuwe Organisationstaiut. Tot leden van den raad van beroep werden benoemd do heeren J. Zody, M. J Vas Diaz, D. Roos, dr. Fngors en J. Perzon. De volgende algemeene vergadering zal te Rotterdam worden gehouden. Een voorstel van het Bondsbestuur, be- oogende, dat de afdeelingen jaarlijks voor elk lid behalve den shekel oen gulden aan den penningmeester van den Bond, als lands-shekel, afdragen, werd aangenomen. Evonzoo een voorstel van het Bondsbestuur, dat de vertegenwoordiging van bet Joodscbe nationale fonds voor Nederland zal berusten bij het Bondsbestuur. Een reglement werd voor die vertegenwoordiging vastgesteld. Aangenomen werd een voorstel der afd. Rotterdam, waarbjj aan het Bondsbestuur wordt opgedragen met do afdelingsbestu ren overleg te plegen om te komen tot het instellen van plaatselijke commissies voor de propaganda in de kleine gemeenten. De referaten over de Zionistische actie in do gemeenten konden wegens tijdgebrek niet gehouden worden. Mr. J. D. Vekgsns. j- Na een korte ongesteldheid is gister avond te 's Gravenhage in 65-jarigen ouderdom overleden de heer mr. J. D. Yeegens, oud-Minister van Landbouw, Handel en Nijverheid. In het jaar 1881 werd hij, als opvolger van zijn vader benoemd tot griffier der Tweede Kamer, in welke functie hij zich ondersoheidde door zijn doorwrochte hel dere verslagen. Reeds in 1888 ruilde hij de griffiers plaats voor het lidmaatschap der Tweede Kamer, dat hij 13 jaar laDg onafgebroken bekleedde. B|j de verkiezingen in 1901 werd hij voor het district Hoogezand niet her kozen.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1910 | | pagina 1