DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN.
Algemeen Kiesrecht-
No, 5.
VRIJDAG 6 JANUARI 1911.
8e JAARGANG
BUITENLAND.
DE EEMLANDER.
Hoofs) redacteur R. fl. RI.I HESS.
Bureau: KLEINE lli tti 6. Telet. Interc. 18».
Abonnementsprijs:
Per jaar(4.Franco per
post id. fö.60. Per 3 maanden id. 11.Franco per post
id. f 1.40. Afzonderlijke nummers f 0.05.
Prijs der Advertentiën:
Van 1 tot 5 regels f 0.40. Voor iederen regel meer f 0.08.
Buiten het Kanton Amersfoort per regel f 0.10. (Bij
abonnement belangrijke korting).
Tot plaatsing van advert, en reel, van buiten het kanton Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd het Alg. Binnen- en Buitenlandseh Advert.- bureau D. Y. ALTA,1 Warmoesstr. 75- 78 Amsterdam
De groote beweging voor algemeen
kiesrecht ia aanstaaude. Het zal er geen
worden van alle partijen gezamenlijk, maar in
versohillende groepen zal men zich tot de
Koningin en de Staten-Generaal wenden.
De Vrijzinnig Democratische Boud en
het Nedeiïandscb Werkliedenverbond had
den eerst een poging gedaan, om mot de
Soc.-Dem.-Arb.-Partij en de Liberale Unie
eene gezamenlijke actie op touw te zetten.
Daar, juist op denzelfden tijd, dat eene
uitnoodiging om over deze zaak te confe
reeron, aan deze beide partijen gezonden
werd, de S. D. A. P. reeds voor zichzelve tot
resultaat was gekomen over de vraag op
welke wijze zij propaganda voor 't algem.
kiesrecht wenschte te maken, kreeg de
bijeenkomst van de vertegeuwoordigors dei-
drie partijen op 15 Oct. te Amsterdam een
ander karakter dan ze anders zou hebben
gehad, en werd slechts de vraag onder de
oogen gezien, óf en in hoever en in welke
mate samenwerking plaats kon vinden bij
het volkspetitionnemect voor het algemeen
kiesrecht, op touw gezet door de S. D. A.
P. Men zal zich herinneren, dat het slot
der besprekingen was, dat op samenwer
king niet weid ingegaan. Dut de S. D.A.
P. meende door samenwerking met de
burgerlijke partijen bare kiesrechtactie te
zullen verzwakken; dat do S. D. A. P.
en het Alg. Ned. Werkliedenverbond, zoo
wel als de Liberale Unie, zich niet met
de motiveering van den eisch in het peti
tionnement konden vereenigen, en dat een
middenvoorstel van deze beide Bonden, om
naast de sociaal-democratische motiveering
er nog eene andere in het petitionnement
te schrijven, waarmede de burgerlijke
democraten zich zouden kunnen vereenigen,
zoowel door de S. D. A. P. als de L. U.
werd verworpen.
Yoor algemeen kiesrecht zullen dus de
drie hierboven genoemde groepen ieder
hare eigen actie voeren.
Dit is te bejammeren, omdat één be
tooging grootscher zou zijn geweest, doch
nu het eenmaal niet anders is, teekene
ieder op dat adres, hetwelk hom het best
aanstaat; maar in elk geval, ieder die iets
gevoelt voor algemeen stemrecht, houde
zijn bandteekening niet achterwege.
Het is sinds lang in de Grondwet neer
geschreven, dat de Staten Goneraal het
geheele Nederlandsche volk vertegenwoor
digen. Het doel behoort dus te zijn deze
vertegenwoordiging zoo zuiver mogelijk te
maken, opdat geheel het volk ook inderdaad
de Staten Generaal als zijn vertegenwoor
diging erkenne en vertrouwe.
Want wetten, zonder vertrouwen van
hen, dio haar hebben op te volgen, in wie
die wi tten hebben te stellen, baten even
weinig als wetten zonder zeden.
Nu rijst de vraag of men het kiesrecht
algemeen zal maken, van noodzakelijke
uitzouderingen afgezien.
Het is de male van vertrouwen, dat men
in '8 lands ingezetenen stelt, van vertrouwen
zoowel op den ernst van hun goeden wil
als op hun geschiktheid, die het antwoord
beheerscht.
En nu is het een verblijdend toeken, dat
in zooveel politeke partijen hier te lande
duidelijk van vertrouwen in ons volk ge
tuigenis is afgelegd.
Het was tot dusver bij tegenstanders van
algemeen kiesrecht geliefkoosde gewoonte,
don voorstanders te verwijten een natuurlijk
recht op kiezen te belijden, dat elke
zuigeling met zich ter wereld bracht.
Wellicht zal het thans met dit fabetje
uit zijn, want noch de vrijzinnig-democraten,
noch do liberale unie, noch de sociaal
democraten hebben zich aan dergelijke
natuurrechtfantasieën te buiten gegaan.
Veeleer dunkt, wat de vrijzinnige par
tijen betreft den voorstellers in het alge
meen belang de rechtvaardigingsgrond van
algemeen kiesrecht gelegen.
Uit een oogpunt van zelfbehoud voor
den Staat moet het algemeen kiesrecht
worden ingevoerd, want, zooals het Kies
recht rapport der Liberale Unie zegt,
vóór alles moet worde voorkomen, dat
de natie gesel eiden worden in twee deo-
len, waarvan het r-ene zich gaat gevoelen
als door het andere geregeerd en over-
heerscht, als verkort in zijn rechten en
geschaad in zijn belangen.
Maar dat is de eenige reden niet, die
tot invoering van het algemeen kiesrecht
noopt.
Er ziju daaraan nog andere voordeelen
verbonden.
Tot die voordeelen behoort in de eerste
plaats de grootere zedelijke kracht, die de
wet ontleent aan het feit, dat vertegen
woordigers van alle rangen en standen in
de maatschappij aan haar totstandkoming
medowerken.
In do tweede plaats verheze men niet
de opvoedende kracht van het stembiljet
uit het oog. Het genot van de rechten
des staatsburgers kweekt hot besef van do
plichten des staatsburgers.
En voorts, hoe zal men de groote massa
van het niet-kiesgerechtigd volk het doen
inzien, tenzij het zelf het ervaart, dat ook,
indien de volksvertegenwoordiging op den
meest breeden grondslag wordt gevestigd,
de wetgever niet tot meer in staat is, dan
om in de bestaande sociale nooden lang
zaam en geleidelijk verbetering te brengen
Voorloopig hebben wij hieraan niets
meer toe te voegen. Laten ook de thaus
nog niet bekeerden die voordeelen van
het algemeen kiesrecht eens met ernst
overwegen.
Rome en Dresden.
Onder dezen titel schrijft de Berlijnsche
correspondent van het Handelsblad:
„Do oneenigheid tusschen Prins Max van
Saksen en het Vaticaan, naar aanleiding
van het bekende artikel door den prieator-
hoogleeraar van vorstelijken blotdege schre
ven, was een particuliere aangelegenheid
tusschen de beide partyen. Deze strijd heeft
eenig opzien gewekt, omdat een Duitsche
prins die tot nu bekend stond als een
zeer vurig en ijverig katholiek zich de
ongenade op dea huls haalde van den
Paus. De eerlijk-denkenden in Duitschland
beschouwden, en terecht, deze quaestie als
een zuiver kerkelijke. Prins Max moest
als katholiek priester weten, wat hij schrij
ven en niet schrijven mocht. Hij had zich
eerst moeten afvragen, of hij kon opkomen
voor hetgeen hij schreef. Wel heeft het geen
zeer aangenamen indruk gemaakt, dat de
Saksische prinsdie wel het piiesterkleed
aantrok, doch nog geen afstand deed als
broeder van den regeerenden koning van
zijn recht op den troon niet de minste
of geringste poging gewaagd heeft, om voor
zijn overtuiging te vechten, dat hij, na
eerst een hooge borst opgezet te hebben
subiet omviel als een pop uit koekdeeg.
Door deze slapheid heeft Prins Max alle
sympathie in den lande vcspeeld.
Eerst werd er meegedeeld, dat de Paus
genoegen zou nemen met de onderwerping
van Prins Max, dat er in het publiek niet
meet gesproken zou worden over deze voor
hot Saksische hof onverkwikkelijke geschie
denis. 't Was dan ook welletjes. Want de
Koning zelf had ziju instemming betuigd
met de afstraffing van zijn bloeder. Anders
toch is de bekende nota in het officieele
Dresdener Journal niet op to vatten.
Toch was het nog niet welletjes
Want in zijn encycliek aan de bisschoppen
van het Oosten vertelt Pans Pius X, iioe
hij zich de samensmelting van de Room-
sche en Grieksch-orthodoxe kerk voorstelt.
En hij doet dit in zulke harde en grievende
woorden aan het adres van prins Max, dat
het wel lijkt of deze zondaar weigerde
excuus te vragen. De dwalingen, waaraan
de Prins zich schuldig gemaakt zou hebben,
worden „verdoemde vergissingen" genoemd,
hem wordt, verweten „brutale verdraaiing
van de feiten" „verderfelijke eerzucht."
Zóó spreekt niet een, die in vaderlijke
liefde vergeeft!
Voor de tweede maal moest de Duitsche
prins in ootmoed op do knieën vallen.
En nu trekt de protestantsche Duitscher
het zich wel aan, nu krijgt de geheele
zaak een politieke tint. In liet streng
protestantsche Saksen, dat geregeerd wordt
door de katholieke Wettiners heeircht
verontwaardiging over de behandeling van
het koningshuis door den Paus, een be
handeling, welke de regeorende familie
zich kalm laat aanleunen.
Nog heeft de katholieke Baron de Mat-
thies toen hij nog protestant was
heette hij eenvoudig koopman Matthies
geweigerd den koning van Saksen
verontschuldiging aan te bieden voor een
zeer ernstige beleediging. Nog heeft het
Vaticaan het niet noodig geoordeeld, den
renegaat Matthies te dwingen tot een dui
delijk, onomwonden excuus, zooals prins
Max gedwongen wordt. Nog heerscht
hierover ergernis in Saksen. En nu de
encycliek
Na de Matthies, de dubbele Max aöaire.
Of het Vaticaan ook weten zou, dat
thans het Centrum weer troef is in Duitsch
land
Moot Saksen in 1911, als in 1903, weer
rood worden
Gkoot Britan.vie.
Er zijn nog enkele quaesties betreffende
de belegering van het huis in de Londensche
Sidney-street niet opgelost. Ten eerste:
warer. er drie of twee menschen in het
huis? En ten tweede: was „Peter de
Schilder" bij de mannen, die in het bran
dende huis zijn omgekomen?
De eerste vraag is niet zoo heel belang
rijk, maar de tweede wel, want indien
„Peter de Schilder" nog ergens vertoeft,
dan is het niet geheel onmogelijk dat de
Londensche politie nog eens zulk een
belegering zal moeten honden om ook hem
onschadelijk te maken. Nu is do politie er
eigenlijk van overtuigd, dat Peter wel
degelijk omgekomen ïb in het huis, en zij
put die overtuiging uit wat er van den
man is overgebleven; dat is echter niet heel
veel en dan nog zwart geroosterd, dus
volmaakt zeker is het niet en daarom wordt
het onderzoek naar „Peter den Schilder"
nog verder voortgezet.
Wij lezen in de bladen een verhaal van
den eigenlijken bewoner van het huis, die
beweert niet geweten te hebben dat de
moordenaars van Houndsditch onder zijn
dak vertoefden. Die bewoner van het huis
beet Fleischmann, en is kleermaker voor
dames. Hij bewoonde met zijn vier kinderen
de benedenverdieping en een kamer der
eerste étage. De tweede verdieping was
aan een ander gezin verhuurd en de voor
kamer op de eerste aan een dame, gcheeten
Betty Gherzon. De dameskleermaker vertelt
nu het volgende:
„Wij werden om drie uur 's nachts door
de politie gewekt, met den raad ons huis
te verlaten, als ons het leven lief was. De
detective gaf daarenboven het bevel, om
Betty Gherzon naar beneden te halen. Ik
zei: „Voor geen duizend pond, nu ik weet
wie ge in mijn huis zoekt." Maar mijn
vrouw haalde haar met een list naar be
neden. Tot onze verwondering kwam zij
niet uit haar eigen kamer, maar uit een
daar naast. Op haar kamer, zei ze, waren
twee mannen. Zoodra zij beneden gekomen
was, naui de politie haar gevangen. Juffrouw
Gherzon woonde sinds anderhalf jaar op
haar kamer, betaalde de huur prompt en
las den heelen dag boeken; zij droeg een
bill en sprak goed Engelsch, Jiddisch en
Russisch. Ik was verstomd toen men bij
mij de moordenaars van Houndsditch zocht.
Ik begrijp niet hoe de politie er toe ge
komen is hen bij mij te zoekon."
Hoe de politie daartoe kwam, deelt de
Daily Telegraph mee.
„Betty Gherzon kende een Engelsche
dame, die in betrekking had gestaan tot
Fritz, een der in het huis omgekomen
mannen. Toen echter het plan om van uit
het huis in Houndsditch in te breken in
Harris' juwelierswinkel mislukt was, en
Fritz zich op de vlucht bevond, veranderde
de liefde dier dame in haat. Op zekeren
dag zag zij hem op straat loopen; zij
volgde hem en zag dat hij liet huis van
haar Russische vriendin Betty Gherzon
binnenging. Dat vertelde zij aan de politie!"
't Is dus begrijpelijk dat deze ook Betty
Gherzon schuldig of medeplichtig acht.
Trouwens, zij vertrouwt Fleischmann ook
niet al te best.
Portugal.
Dozer dagen zijn allerlei verontrustende
berichten rondgegaan omtrent den inwen-
digen toestand van Portugal. Van regce-
ringswege zijn deze tijdingen toon op do
meest stellige wijze tegengesproken.
Ons buiten alle voorspellingen omtrent
de toekomst houtlende, kunnen wij echter
aan de hand van officieele medcdeelingen
constateeren, dat de economische toestand
van Portugal in den laatsten tijd sterk is
vooruitgegaan.
Zoo was het cijfer van den handel vau
Lissabon in 1910 70 mil contos, d. i. onge
veer '225 millioen gulden, zijnde 20 millioen
nie.-r dan in 1909. Het bedrag van den
uitvoer heeft in 1910 het jaar 1909 met
15 millioen gulden overtroffen.
De opbrengsten der verschillende spoor
wegen zijn ook aanzienlijk vooruitgegaan.
Op de lijnen van de Portugeesche Spoor
wegmaatschappij zijn de ontvangsten met
ruim één millioen gestegen en de Staats-
spoorweglijnen met ruim l'/j millioer. gul
den.