DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN. No, 23 VRIJDAG 27 JANUARI 1911. 8e JAARGANG BUITENLAND. DE EEMLANDER. Hooldred acteur B. O. RIJ KB NS. Abonnementsprijs: Per jaar4.Franco per poat id. 15,60. Per 3 maanden id. f 1.Franco per post id. f 1.40. Afzonderlijke nummer» f 0.05. Bureau: KLEIIG HAAG 6. Telef. Inter?. IS». Prijs der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels f 0.40. Voor iederen regel meer f 0.08. Buiten het Kanton Amersfoort per regel f0.10. (By abounement belangrijke korting). Tot plaatsing van advert, eu reel, van buiten het kanton Amersfoort in dit blad is „uilsluitend" gerechtigd het Alg. Binnen-en Buitenlandseh Advert.-bureau D. Y. ALTA, Warmoesstr. 74*78 Amsterdam Naar aanleiding van de versterking van Vlissiugen. De vele artikels in de Franschc bladen over de bevestiging van Vlissiugen, hun bezorgdboid voor de zelfstandigheid van België wekt oude herinneringen, Reeds is er in de Duitsche pers op gewezen, dat men vroeger in Frankrijk minder eerbied toonde voor de onafhankelijkheid der kleine volken en van België in de eerste plaats. liet is bekend dat onder hel kei- zerrijk pogingen werden gedaan om invloed in België te verkrijgen het voorspel van een latere annexatio. Tijdens den oor log met Duitschland zouden Bazaine en Hac-Hahon geen bezwaar hebben gezien in de schending van het Belgische grond gebied. De tocht van den laatste naar Sedan was niet bestemd om daar te eindi gen. Waarschijnlijk wilde men over België een inval doen in Duitschland, in den rug van den vyand eu althans het toonccl van den stryd naar het naburige kleine land overbrengen. Dat werd onmogelijk door de snelle nadering der Duitsche troepen, die het leger van Mac Mahon insloten in Sedan, waaruit geen ontkomen mogelijk was. In de Revue des deux Mondes schrijft tegenwoordig de heer Emile Ollivier, die eens minister was van Napoleon III en wel liberaal minister, lange verhandelingen over de laatste dagen van hot derde kei zerrijk. Hij tracht aan te toonen, dat hij en zijn ministerie onschuldig waren aan de bloedige gebeurtenissen die volgden en aan de vernedering van Franryk. Hij tracht zich te rechtvaardigen. In een opzicht zal hem dat niet helpen zijne rol in Frank rijk is uitgespeeld. Hij is daar „de nood lottigo man". Maar hij kan altijd hopen dat het nageslacht hem recht zal doen. Ongelukkig gaat hij een weinig ver in zyne verdediging. Het is moeilijk op zijn gezag aan te nemen, dat gelijk zijn collega van oorlog Leboeuf indertijd zeide, het Fransche leger meer dan gereed was voor den strijd en zelfs de beroemde knoop aan de slopkousen niet ontbrak. Ollivier beweert dan dat het denkbeeld tot annexatie van België dat langzamerhand vasten vorm aannam, keizer Napoleon listiglijk door Bismarck was ingegeven. Dit alleen met het doel om den keizer en de Fransche politiek in de oogen van Europa te compromittecren. Geheel anders denkt daarover do schrijver van een boek dat juist verschenen is en de Dnitscho pers zeer te pas komt, nu men weer spreekt van België's onzijdig heid dio door de Nederlaudsche plannen, waarvan misschien niets terecht komt, zou worden in gevaar gebracht. Het boek is eene levensbeschrijving van den vroegeren Belgischeu staatsman Frère Orban en de schrijver is Paul Hymans die beschouwd kan worden als een geestelijk opvolger van zijnen held. Men mag dat laatste woord hier gebruiken; inderdaad heeft Frère Orban als een held de zelf standigheid van België verdedigd tegenover eene groote mogendheid, die toon de eerste rol speelde in Europa. Volgens de voor stelling van Hymans was de geheele regeering van Napoleon eene bedreiging voor België. Aanvankelijk zou de keizer niet tegen geweld hebben opgezien. Bladen die in nauwe betrekking stonden tot het hof bevatten telkens beschuldigingen tegen over België. Het lam maakte het water troebel dat de wolf wilde drinken en had dus de doodstraf verdiend. De bladen zeiden vooral dat België een gevaar voor Frankrijk was, want het verleende gast vrijheid aan uit Frankrijk verbannen per sonen, wat trouwens de waarheid was en België later meer goed dan kwaad heeft gedaan. Maar toen men te Parijs zag dat de Belgen begrepen uit welken hoek de wind waaide, werd eene andere methode beproefd. Napoleon verzekerde telkens den Belgen dat hy hunne onafhankelijkheid hoog waardeerde, maar intusschen zocht men naar een middel om daaraan een einde te maken. Toen Pruisen Oostenrijk had verslagen, zonder dat Frankrijk tusschen beide was gekomen, wat later dikwijls aan het keizer rijk ia verweten, toen men met leedwezen en wantrouwen zag hoe Pruisen grootcr eu sterker word, zocht inen eeue compensatie. Met den koning der Nederlanden werd onderhandeld over den afstand van Luxem burg, men onderhandelde met Pruisen over België. De Oosterspoorwegmaatschappij, die reeds de Luxemburgsche sporen beza', zou ook een paar Belgische lijnen koopenj In België begreop men dat de Fransche regeering achter de Fransche maatschappij Btond en de aankoop der spoorwegen dn eerste stap zou zijn tot de annexatie. De minister Frère Orban wist, door do Kamer een voorstel te doen aannemen waarbij bepaald werd dat spoorwegmaatschappyen die zich van hun eigendom wenschton te ontdoen, de toestemming noodig zouden hebben van de regeering. De aanneming van die bepaling gaf in de Frausche pers aanleiding tot groote bewoging. De bladen, de officieuse bladen vooraan, bedreigden België. Het heette dat de Belgen op de hand van de Pruisen waren zooals het thans heet dat de Neder landers als zij toestemmen in liet plan hunner regeering, daarmede getoond hebben, dat zij aan de zijde staan van het Drievoudig Verbond. Ten slotte begaf Frère Orban zich naar Parijs en hij slaagde er in de Fransche machthebbers te overtuigen, dat de onafhankelijkheid van België ten minste voor het oogenblik een voordeel voor Frankrijk was. Do keizerlijke regeering liet vooreerst af van verdere plannen. Olli vier schijnt er nooit van gehoord te hebben. Frankrijk. Do Fransche ministerraad heeft den toestand in Champagne besproken en be sloten een wetsontwerp te vervaardigen met het doel, het toezicht op de verval- sching der champagne te verbeteren. Intusschen is het in Champagne tot nieuwo onlusten gekomen. De Boldaten die de orde moesten bewaren hebben met de wijnboeren eeuigermate gemeene zaak gemaakt, daartoe gebracht door heel wat flesschen wijn. Het gevolg daarvan is dat de weinige wijukelders in Daméry die gespaard waren gebleven, thans ook ver nietigd zijn. De regeering heeft nu beslo ten andere soldaten, naar zij hoopt minder toegankelijk voor omkooperij, naar Cham pagne te zenden. In Epernay beginnen de arbeiders op de champagnefabrieken te murmureeren. Zy begrijpen dat zij ontslagen zullen worden, daar de fabrikanten niet meer wyu durven maken uit vrees voor de wijnboeren. Duitschland. Het wetsontwerp tot invoering eener belasting op de onverdiende waardever meerdering van onroerend goed in Duitsch land is door den rijksdag in tweede lozing aangenomen. D.w.z. dat het zoo goed als zeker is, dat het definitief aangenomen zal worden. Alweer een nieuwe belasting dus, nadat nog geen twee jaar geleden, na een langen en moeilijken parlementairen strijd, een aantal belastingen ingevoerd is waardoor 's rijks inkomston met 500 mil- lioeo mark jaarlijks zijn vermeerd. Tegen de uicuwe belasting op zichzelf is waarlijk niet veel in te brengen, maar het werpt toch wel een droevig licht op de geldzaken des Duitschen rijks, dat deze belasting noodig is. De financieele nood van het rijk is door den minister van financiën, Wcrmuth, bij zijn verdediging van dit ontwerp openlijk toegegeven. De belasting, zei hij, is noodig, omdat anders de weerbaarheid van het Duitsche rijk gevaar zou loopen! Men begrijpt, dat do liberale bladen, die indertijd de financieele hervorming zoo vinnig bestreden hebben, deze uitlating met eenig leedvermaak weergeven. De Rijksdag ving gisteren aan met de eerste lezing van het wetsontwerp in zake een grondwet voor Elzas-Lotharingen. De Staatssecretaris Dolbrück motiveerde het wetsvoorstel, en besprak afzonderlijk de vraagstukken, in het ontwerp geregeld. Hij verklaarde dat do instelling van een Hoogerhuis in de eerste plaats berust op de noodzakelijkheid, om do werking van hot algemeen kiesrecht te verzwakken, dat zooals de ervaring leert, handel, industrie en ambacht niet tot hun recht laat komen, en bovendien op de noodzakelijkheid om het tot nog toe door den Bondsraad uitgeoefendo toezicht aan het Hoogerhuis over te dragen. De Staatssecretaris besprak daarna de positie van den keizerlijken stalhouder en de quaestie van de vertegenwoordiging van Elzas-Lotharingen in den Bondsraad. Hij wees er op, dat het niet aangaat een stad houder voor het leven te benoemen wijl daardoor do iuvloed van den Keizer op de verhoudingen in Elzas-Lotharingen geheel en al zou worden uitgeschakeld. Het'raoet niet kunnen voookomen, dat de stadhouder den vertegenwoordiger van Elzas-Lotha ringen in den Bondsraad andere instructies geeft, dan die, welke de Pruischo verte genwoordigers krijgen. Iedere andere vorm van vertegenwoordiging zou immers invloed oefenen op de stemmenverhouding in den Bondsrand ten nadcele van Pruisen. En overigens is het gevoel, dat Elzas- Lotharingen onafscheidelijk verbonden is met het Ryk, welk gevoel immers de grondslag voor de positie van Bondstaat vormt, nog niet heel sterk ontwikkeld juist in die kringen, welke het luidst vragen om autonomie. België. De laatste berichten omtrent de slaking der Belgische mjjuwerkers, luiden, dat de toestand gaandeweg verbetert. In sommige mijnen duurt de staking wel is waar nog voort, doch de terugkeerenden zijn dage lijks talrijker. By een referendum to St. Gilles stemden er op de 1113 mijnwerkers inmiddels nog 775 voor de staking tot het uitersto. De afgevaardigden der „Vrye Mijnwer kers" hebben een nieuw onderhoud gehad met den Minister van Arbeid, een onder houd, dat niet minder dan drie uren duurde. De afgevaardigden bespraken niet alleen den huidigen toestand, maar ook de quaes tie der mynwerkerspensioonen, de voor waarden van neerdaling en opstijging en andere punten. Teu slotte heeft de Minister beloofd pogiugen aan te wenden, opdat by de staking gcea slachtoffers zouden vallen. Turkije. Turksche bladon beweren, dat de opstand in Jemen krachtig gesteund wordt door Izzet pasja, gunsteling van don oud-Sultan Abdoel Hamid, die naar Cairo gevlucht is. Zijn huis zou hot centrum van de Arabi sche opstandige beweging zyn. Volgens berichten uit Saloniki zou de Imaui Jahia zich gereedmaken ook do havenstad Hodcidah aan te valleu. Ook bedreigden de rebellen Manabe en naderen zy Kasas in hot gebied van Oumram. Italië. Volgens de Italiaansche bladen leveren papieren die bij don gevaugon „camorrist" Rapi in beslag genomen zijn, stof tot onthulling betreffende de politieke betrek kingen der Camorristen. Rapi heeft alle brieven, briefjes en zelfs alle visitekaartjes die hij ontving, bewaard en dat alles is nu door de politie in handen van den rechter vau instructie gesteld. In een der blieven wordt aan Rapi, die wegens valsch spelen uit Parijs vorbanuen werd, een consulaat beloofd. Na de gevangeneming van de Camorris ten zyn de provinciale verkiezingen te Napels herhaaldelijk ongunstig voor de candidaten der regeering uitgevallen en d, Prefect moet in een openhartige bui hebben gezegd: „Wat is er aan te doen? De karabiniers hebben onze beste verkie- ziugsageuten gevangen genomen". Dom Cirio Vitozzi, do Camoristische priester, ligt nog steeds ziek in de gevan genis te Napels. Hij kan wegens zyn toe stand niet overgebracht worden naar Viterbo, waar het proces wordt behandeld. De priester die in betrekking stond met allerlei dieven hoog- en laaggeplaatste is behulpzaam geweest bij het stelen vau kostbaarheden uit graven, van hoofdhaar der der dooden, soms zelfs ook van de lykcn zelf. Barones Fenna o. a. werd op haar ver langen gebalsemd, met fraaie kleederen eu al hare kostbaarheden aan en in een glazen kist bijgezet in Vitozzi's kerk, waai de famillie elke week kwam bidden bij de doode. Op zekeren dag vond men de glazen kist stukgeslagen en de kostbaar heden, ter waarde van '20,000 lire, gestolen. Vitozzi was toen heftig verontwaardigd over die lijkschenuis. Maar thauB is geble ken, dat hij de schuldige was. Japan. Een gewichtige rede over Japan's bui- tenlandsche politiek, is gehouden door minister Graaf Komoera. Ten eerste vertelde de minister dat het Britsch-Japansche bondgenootschap nog gewonnen heeft in kracht en vastheid, en

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1911 | | pagina 1