DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN. No. 39. WOENSDAG 15 FEBRUARI 1911. 8e JAARGANG. NA DEN DOOD VAN SINGER. BUITENLAND. DE EEMLANDER. Hooi «1 re «1 acteur K- B1JKBHS. Abonnementsprijs: per jaarf 4.Franco per post id. f5.60. Per 3 maanden id. II.Franco per post id. f 1.40. Afzonderlijke nummers f 0.05. Rureau: HLBINE HaAO G. Telei. latere. 18». Prijs der Advertentiün: Van 1 tot 5 rogels f 0.40. Voor iederen regel meer f 0.08. Buiten het Kanton Amersfoort per regel f 0.10. (Bij abonnement belangrijke korting). Tot plaatsin; van advert, en reel, van buiten het kanton Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd het Alg. Binnen-en Buiteulandseh Advert.- bureau D, TALTA, Warmoesstr. 76.78 Amsterdam Toon Paul Singer overleden was en be graven, door een lijkstoet van tienduizenden gevolgd, door bijoa allo partijen gehuldigd, zeide men dat zijn heengaan waarschijnlijk van grooten iuvloed zou zijn op den ont wikkelingsgang van de socialistische partij in Duitschland niet alleen, maar in alle landen. Want Singer was tot zekere hoogte een internationaal man. Door zijn dood, meendo men, zou de baud die naar het tvoord van Mars het zoogenaamde proletariaat in alle landen moet verceuigeu, uiet verbroken maar zwakker worden. Maar er was iets anders van meer gewicht. Singer behoorde tot de radicale richting die geene afwijking wil duldeu van het partijdogma. Zooals meu weet zijn echter vooral in Zuid Duitschland, om van het bunenland niet te spreken, vélen afvallig geworden De revisionisten, zooals zij heeten, trachten de partij te vervormen min of meer tot eene radicale arbeiderspartij, staande op don vasteu bodem van de geworden toestanden, die langzamerhand en zonder omwenteling moeten gewijzigd worden. Als men afziet van rovolutionnaire neigingen en leeringen is er niet tegen om samen te gaan met de burgerlijke partijen, die ook naar her vorming streven. Maar daarvan willen de radicalen uiet weten. Volgens hun zijn hunne proletariërs eene gesloten schare, staande tegenover do reactionnaire massa, tot welke alle overige partijen behoo- ren. Singer was van die loer. Hij behoorde tot het geslacht dat heengaat. Hij en de anderen stonden nog ooder den onmiddel- lijken invloed van Harx, die in hunne oogen de groote man was en het licht der eeuwen. Zij konden niet uitstaan, dat op leemten of op onjuistheden in de leer werd gewezen of beweerd, dat de dingen zich anders hadden ontwikkeld dan de groote leeraar zich had voorgesteld. Op het oogenblik nog baudhaaft Bebel do orthodoxe leer en hij is meer populair dan Singer was, maar kan toch niet alles. En voor en na dunnen de gelederen der oud strijders. De revisionisten hebben nooit gezwegen, al werden zij op de partijcongressen overschreeuwd en in den ban gedaan. Thans, nu Duitschland eerlang voor eene groote beslissing, voor Rjjksdagvcrkieziugcu staat, doen zij zich krachtig hooren. Het is de vraag of de socialisten al dan niot zullen samengaan met de burgerlijke partijen. Die vraag wordt besproken in een socialistisch maandschrift, door cru dei- revisionisten uit Baden. De schrijver neemt aan, wat de meoete zijuer partijgenooten doen en althans niet onwaarschijnlijk is bij de heerschende ontevredeuheid over het bestaande regime en de macht der reactie, dat de sociaal democratische partij bij de verkiezingen groote overwinningen zal behalen. Hij acht het niet onwaarschijnlijk dat het getal socialistische afgevaardigden zal stijgeu tot honderd en meer. Maar er zal niets gewou- nen zijn als de conservatieven en hunne bondgenooten even sterk blijveu als zij zijn. AIë de sociaal-democraten weigeren met de vrijzinnige partijen samen te gaan, geven zjj een uitstekende kans aan de rechterzijde. Dan hebben zij overwonnen en hunne macht getoond, maar ten bate van de reactie. Gaan zij daarentegen met de vrijzinnigen, komen zij hier en daar de vrijzinnige candidatcn te hulp, dan verzwakken zij de reactionnaire partijen. Willen zij echter dat de vrijzinnigeu ook de socialistische candidaton steunen, dan moeten zij afzien van de catastropheutheorie, niet altijd galmen van de revolutie en den weg dor geleidelijke hervorming opgaan. De tegen woordige maatschappelijke ordening met revolutionnair geweld te bestrijden, leidt tot niets. Het is cone illusie te meeneu, dat in afzienbaren lijd de sociaal-democraten, de politieke macht in handen zullen krijgen Eu gesteld dat dit gebeurde, dat zij de meerderheid hadden in den Rijksdag, wat zouden zij dan nog? Zoo dringt men dan aan van revisi onistische zijde op samenwerking met de burgerlijke partijen, die ook do reactie bestrijden. Met Singer en Bebel hebben de Berlijnsche partijgenooten zich daartegen Btesds verzet, maar hunne tegenstanders groeien niet kracht cn zij verzwakken de leiders verdwijnen. Duitsche politiek. De liberale bladen in Duitschland klagen over de bonding, die de Duitsche regee ring in den lantsten tijd tegenover het parlement aanneemt. Zij dient een voor stel in, maar wordt er gedurendo de bespreking daarvan een belangrijke wijzi ging aangebracht, dan is zij terstond klaar met te zeggen dat het ontwerp daardoor voor haar onaannemelijk is geworden tenzij, natuurlijk, de verandering aange bracht mocht zijn door dc conservatief- clericale meerderheid, wier gehoorzame dienaresse de regeering is. Het is alsof de regeering de voorstellen die zij indient, beschouwt ab een goedgunstigheid harer zijds, die de rijksdag heeft te aanvaarden of niet, maar die zij terugtrekt zoodra het parlement ze anders wil dan de regeering ze verlangde te geven. Zoo is het gegaan met het wetsontwerp tot verleening van een grondwet aan het rijksland, dat de regeering onaannemelijk verklaarde toen de commissie uit den rijksdag een araen dement aannam dat Elzas-Lotharingon tot een bondsstaat moest maken, en zoo is het ook weer geschied met de voorstellen tot hervorming van het strafproces: de rijksdag heeft een artikel aangenomen, waardoor in de hoven van hooger baroep in strafzaken leekenrechters zullen plaats nemen, evenals dat in eerste instantie ge schiedt, cn terstond verklaart de regeering, dat indien dit in derde lezing onveranderd mocht blijven, de regccring do strafproces horvorming zal intrekken en alles bij het oude laten. Inderdaad is dit een zonderlinge houding voor een regeering in een parlementairen staat, maar in Duitschland heeft het rijks bewind zijn [positie nu eenmaal altijd anders opgevat dan de regeering in andere landPii. Mocht bij do aanstaande verkie zingen (Januari 1912) de conservatief- clericale meerderheid vernietigd worden, hetgeen geenszins ouwaarschijuiijk is, dan zal de vijandige houding van de rege'ering jegen6 het parlement zeker nog verer geren, Niettemin begint men in vrijzinnige kringen nu reeds sterk te werken voor de vorkiezingen van het volgende jaar. Er verschijnen in de bladen oproepingen aan de lauwe liberalen. En van verschillende kanten wordt weer aangedrongen op een bondgenootschap tusschen de linkerzijde en de sociaal-democraten, het zoogenaamde „Gross block". Ook in de socialistische gelederen zijn er die hiervoor voelen, hoe wel natuurlijk niet de radicalen, die in de meerderheid zjjn. Maar de zoogenaamde revisionisten, in 't bijzonder de socialistische leiders in Zuid Duitschland, bepleiten het samengaan van hun partij met den linker vleugel van het liberalisme zeer sterk. Zij geven daarvoor goede gronden op: al winnen do sociaal-democraten zoo zeg gen zjj bij de aanstaande verkiezingen zooveel zetels dat zij hun groep in den rijksdag op honderd brengen, dan hebben zij daar practisch nog niets aan wanneer niet het blauw zwarte blok zijn meerderheid verliest. Daarom moet het 't doel zijn vau alle vooruitstrevonden in Duitschland, deze meerderheid te vernietigen en daarvoor is dc aaneensluiting van sociaal-democraten en vooruitstrevende vrijzinnigen een uit muntend middel. Een opzienbarende rede. Prins Heinrioh van Pruisen, de broeder des keizers, heeft Zondagavond op oen feest van officieren van het 35e regiment infanterie een rede gehouden, die in Duitschland sterk de aandacht heeft ge trokken. Hij verklaarde n.l. dat Duitsch land een buitenlandschen vijand niet meer behoef; te duchten, dat echter waakzaam heid ia geboden tegenover den binnenland- sclicn. „Oudo en jouge soldaten", zeide de prins, „moeten zich daarom scharen om onzen keizer en oppersten bevelhebber in den strijd tegen den steeds dreigcuder wordenden binnenlandschen vjjand." „Het is verre van ons", zoo vervolgde hij, „iemaad zijo politieke overtuiging kwalijk to oemen of bot heai euvel to duiden, wanneer hij daarover op wettelijke wijze blijk geeft. Waar echter de bodem vau de wet verlaten wordt, rust op elk van ons de plicht de overheid te onder- steunen en er voor te zorgen, dat recht cn orde niet in de verdrukking komen. Zooals wij allen weten zal in het komen de jaar, binnen niet te langen tijd gelegen heid zjjn bewijzen te geven van trouw aau koning eu rijk bij alle overig verschil van meeuing. De hcchtste steun vau deu Staat is en blijft echter het leger." Zooals de „Köluische Zeitung" reeds voorspelde, heeft deze rede nogal opzien gebaaid en den sociaal democratischen afgevaardigde Lcdebour aanleidiug gegeven iu den Rijksdag, bij gelegenheid van de behandeling der maiiuebegrootiug, deu minister van marine daarover te iuterpel- leeren. Hij vroeg dan wat de minister wel te zeggen had van deze verkiezingsrede van een admiraal in actieveu dienst De minister van marine Von Tirpitz verklaarde, te moeten protesteeren tegen de voorstelling, die van de rede van prins Heiurich was gegeven. Hij meende, dat iu die rede niets vooikwain, wat de prins niet had mogen zeggen. Overigens was het ook geen verkiezingsrede geweest, maar eeue toespraak ia een besloten kring van kame raden. 'Verder had de afgevaardigde Ledebour, volgens den minister het recht niet als belastingbetaler over den prins to spreken gelijk hij deed, daar deze van de marine noch pensioen, noch traktement ontvangt. De „Frankfurter Zeitung" meent echter, dat met do „gelegonheid", waarvan prins Heinrich gewaagde, wel de verkiezingen zijn bedoeld en dus de toespraak als eene vorkiezingsredo moet worden opgevat, die wel buiten de taak ligt, welke voor een Duitschen prins is weggelegd. Het blad meent, dat prins Heinrich voorzichtiger had moeten zijn na reeds een maal minder goede ervaringen te hebben opgedaan bij eeue politieke redevoering. Ten overvloede toekende het blad aan, dat er niots van bekend is, dat de „bin- nenlandsche vjjand" voornemens zoude zijn, buiten de perken der wet to gaan. Intusschen vernam de Vossische Zeitung van lieden, die zeiven do rede van den prins hadden aangehoord, dat hetgeen omtrent diens toespraak was medege deeld, uiet met do werkelijkheid overeen kwam. Zoo moet de prin9 zelfs in het geheel niet hebben gesproken van een steeds dreigender optredenden binnenland schen vijand. Frankrijk. De „champagne-oorlog" iu de omstreken van Epornay is geëindigd. Maandag zjjn de troepen, die gezonden waren om de orde te handhaven, weder naar hunne garnizoenen vertrokken en de dorpen worden weder als vanouds bewaakt door slechts enkele gendarmen. Onder de wijnboeren heerscht uitbundige blijdschap. De plaatselijke bonden hebben besloten, Donderdag a.s. groote delimitatie- feesten te houden in geheel Champagne, als uiting van vreugde, nu een einde is gekomen aan de schandelijke bedriegerijen en een nieuw tydperk van bloei voor de wijnindustrie is aangebroken. De geneesheer-en, die een onderzoek hebben ingesteld naar den geestestoestand van Gizoline, die in de Kamer op den minister-president schoot cn den heer Mirman trof, hebben den beklaagde geheel ontoerekenbaar verklaard. Hij zal dus van rechtsvervolging worden ontslagen en weder in een krankzinnigengesticht worden opgenomen. Duitschland. Dr. Friedel geeft in het Borliner Tage- blatt den uitslag weer van ecu door hem ingesteld ernstig onderzoek naar de duurte van het leven in Berlijn nu en 10 jaar geleden. Hij komt tot de slotsom, dat, afgezien nog van de vermeerderde weelde, alle prijzen met circa 25 a 30 percent gestegen zijn. Al waren de Berlijnsche dames bereid om zich even eenvoudig te klcedeu als tien jaar geleden, dan zouden zij toch voor hun kleeding 30 i 40 percent meer moeten betalen dan toen. En de steenkoolbriketten waarmee de groote porseleinen kachels worden gestookt die de middenstand gebruikt, zijn gestegen van een mark per honderd op anderhave mark. Ylcesch is 25 percent opgeslagen. Het brood is vrijwel even duur srebleven. Zelfs begrafenissen zijn duurder geworden: een mooie begrafenis kostte vroeger f 300 nu f 400 De oorzaak van dit alles? De bescher mende rechten en de indirecte belastingen.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1911 | | pagina 1