DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN. rechtsgevoel. buitenland. "bïnnenland! No. 52. DONDERDAG 2 MAART 1911. 8e JAARGANG. DE EEMLANDER. Hoofdredacteur It. (3. BIJ KE N S. Abonnementsprijs: Per jaarf 4.—. Franco per post id. f5.60. Per 3 maanden id. f 1.Franco per post id. f 1.40. Afzonderlijke nummers f 0.05. Bureau: KI.EIftK ll.i itt O. Xelef. Interc. 18». Prijs tier Advertentifn Van 1 tot 0 regelB f 0.40. Voor iederen regel meer f 0.08. Buiten het Kanton Amersfoort per regel f 0.10. (Bq abonnement belangrijke korting). Tot plaatsing van advert, en reel, van buiten het kanton Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd het Alg. Binnen-en Buitenlandseh Advert.-bureau D. Y. ALTA, Warmoesatr. 76-78 Amsterdam Bij de geleerden der oudheid was de 9chare, die de wet niet kende, vervloekt. Geen wonder; daar immers bij die geleerden de kennis der wet een bloote kennis was van dorre bepalingen, welker geest werd verkracht en die zq gebruikten als middel om het domme volk lasten op te leggen, die zij zelf met geen vinger aanroerden. Wanneer het volk zou moeten worden veracht omdat het de wetten niet kent, dan zou die verachting osk nog wel heden ten dage zijn deel zijn. Maar toch vragen wij: waar zou het heen moeien, als iedereen wetgeleerde wilde wezen en zijn studie maakte van wat over het algemeen ver boven zijne bevatting valt en in den regel ook niet strookt met zijn aanleg en ontwikkeling? Het zou slechts aanleiding geven tot allerlei verkeerde voorstellingen en scheeve opvat tingen en er zou niet iuoer recht in de wereld komen, omdat de wet er meer gelezen werd. In de zaak-Dreyfus, die destijds gansch Frankrqk in beroering bracht, en later te onzent, in de zaak-Hogerhuis en in de Papendrechtsche zaak, hebben wij weer duidelijk kunnen zien, wat ook her haaldelijk bij andere gelegenheden gebleken was, dat het volk zich over zulke dingen warm maakt en er zich voor inte resseert, dat het partij kiest, vóór of tegen; dat het eene veronderstelde rechterlijke dwaling met alle geweld wil hersteld zien. Dat het volk daarbij vaak mistast, dikwqls de maat te buiten gaat, dikwijls veroordeelt, waar zelfs het vellen van een oordeel zeer moeilqk is, dit alleB is begrqpelijk en ten deele ook wel te verontschuldigen. Voor ons brengt het verschijnsel het bewijs mede, dat het volk gevoel heeft voor recht. Men zal, het is volkomen waar, eene krachtige uiting van de meerling des volks, dat er eenig onrecht geschied is. vooral vernemen, wanneer de verongelijkte zelf tot de volksklasse behoort. Maar, wie zal dit niet billijken? Dat een verdachte uit de hoogere en meer ontwikkelde klassen der samenleving vaak betere middelen van verweer zal kunnen vinden en aanwenden, is niet tegen te spreken. Bovendien, en dit kan men natuurlqk slechts betreuren, leeft het volk veelal in den waan, dat er eene zoogenaamde klassenjustitie bestaat en er voor de hoogere standen meer en beter recht is dan voor de lagere; dat onze rechtsinstellingen, door de bezittende klassen gemaakt, het volk minder ten goede komen, en dat er op die wijze in de wereld van het recht gemeten wordt met twee maten. Wij zullen de oorzaken van dit met andere zaken samenhangende verschijnsel thans niet onderzoeken; maar wij weten dat het bestaat en dat het de oorzaak is van een voortdurend wantrouwen in hen, die de wetten maken, en in hen, die geroepen zijn om ze uit te yoeren en te handhaven. Dat ook de justitie het lot van al het ondermaansche deelt en dus onvolmaakt is, dat de rechters kunnen dwalen en de politie vergissingen kan begaan, wordt natuurlijk niet altoos bedacht en dat moest toch ongetwijfeld wel het geval zqn. Maar aan den anderen kant, wat zou men zeggen, wanneer het volk voor de rechtspleging, voor de handhaving der orde volkomen koud en onverschillig was en zich niets van die zaken aantrok? Wan neer het zich nooit eens warm maakte om een vermeend onrecht, over een veronge lijking door het gezag of over aene ge rechtelijke dwaling; wanneer het zich voor een nader onderzoek, voor herstel van grieven nimmer interesseerde; wanneer het de herstelliDg van een werkelijk begano gerechtelijke dwaling of misslag van hot openbaar gezag niet van harte toejuichte? Dan zou men met grond kunnen zeggeo, dat in bet volk geen rechtsgevoel leefde. Het tegendeel is waar, en dat gevoel wordt ook wel degelijk levendig gehou den, al uit het zich dan soms in andere vormen dan men in zeer beschaafde kringen gewoon is te bezigen. Daarom achten wij het zulk een gewensch- te zaak, het recht-gevoel bij het volk te vet - sterken en te trachten hot te leiden in het rechte spoor. Daartoe schijnt het vooral gewenscht de kennis van het recht onder het volk te verspreiden of, waar het bestaat te vermeerderen. Dat is heel wat anders dan schriftge leerden te willen kweeken. Het onderscheid springt duidelqk in het oog. De kenuis van het recht is ook een zaak van onderwijs en opvoeding, al 6chijDt bet, oppervlakkig gezien, anders. Waarom geeft men op de middelbare en andere scholen onderwijs in de kennis vae het Neder- landsche staatsbestuur? Immers, om goede staatsburgers te vormen, die een gezond oordeel, op kennis gegrond, over de publieke zaak hebben, maar tevens om belangstelling in de publieke zaak op te wekken. Wij zouden de eenvoudige kennis vaD de hoofdtrekken van on9 staatsbestuur nog meer en nog meer opzettelijk willen ver breiden. Maar tevens wilton wij er hier op wijzen, dat niet uitsluitend het recht, dat ons openbare leven beheerscht, maar het recht in het algemeeD geen onbekend land voor het volk mag ziju. Ook en vooral in de onderlinge samenleving, in de dage- lijksche aanraking niet onze medenienschen moet het rechtsgevoel leven en zich telkens openbaren, en dat zal beter gaan, wanneer dat gevoel, dat in ons leeft van dor jeugd af aan door eenige kennis gelouterd en in een bepaalde richting geleid is. In onzen veelbewogen tijd komt dat sterk uit. Wij zien menschen, die niet het geringste begrip hebben van de wetten en instellingen van den staat. Maar zij hooi uu veel in openbare bijeenkomsten, en zij lezen veel in sommige blaadjes, b v. over die gevreesde klassenjustitie en over de voor rechten, die de bezittende klassen hebben op elk gebied van bet recht. Justitie cn politie en alle ander gezag ziju maar voor die bezittendeo. Eu wanneer er zicli dan eens zulk een geval voordoet, zulk een duistere zaak, die eigenlijk nooit geheel tot klaarheid komt, en er komen daaromtrent verhalen in de wandeling van rechterlijke misgrepen, dwalingen van het gezag en verongelijking van oen uit bet volk, dan is begrijpelijkerwijze dadelijk het wantrou wen opgewekt. Dan fluistert men heden en zegt bet morgpn overluid, dat er weer zoo'n schandaal heeft plaats gehad en niemand denkt er aan, dat de kuapste rechters en advocaten de grootste moeite gehad hebben om het kluwen te ontwarren. I Men draaft door, niet omdat hot aan gevoel voor waarheid en recht ontbreekt, maar omdat het mangelt aan de meest elernen taire kennis ervan. Is het geen waarheid dat omtrent het burgerlijk recht en het strafrecht, omtrent de wijze vooral, waarop de misdrijven worden vervolgd en berecht, de jammer- lijkste wanbegrippen heerschen? Op geen enkel gebied dan het besprokene is het bijgeloof grootei'. De grootste kwakzalver heeft hier het meeste gezag. En dit bijgeloof kan zeer goed door het licht der waarheid worden verdrongcu. wanneer eenvoudige, maar gezonde be grippen van het recht en zijne instellingen niet langer in de volksopvoeding zoo schromelijk worden verwaarloosd als thans het geva! is. „Het volk moet, zooals een schrijver het volkomen juist heeft uitge drukt, door opvoeding en onderwijs, in woord en schrift, doordrongen worden van het besef, dat die duistere regelen en schqnbaar zonderlinge instellingen een samenhangend en op redolijke gronden steuuend geheel vormen; dat zij zedelijk heid, zekerheid, orde en veiligheid beoogen; dat er één recht is voor allen en niemand dat straffeloos kan verkrachten,". Op welke wijze? Dat doet eigenlijk minder tot de zaak; wij zijn overtuigd, dat menige weg hier tot hetzelfde doel zal leiden. Wie een warm hart hebben voor de waarachtige volksbelangen, mogen dit bel.ng wel een belang bq uitnemend heid achten. Onderwijzers en opvoeders, zij die arbeiden ouder het volk, door woord of schrift, dus ook de in onze dagen zoo invloedrijke pers, zij zullen hier wel in de eerste plaats mogen genoemd worden; maar allen, al ware het slechts ieder in zijn naa9te omgeving, zullen door woord of daad iets, hoe weinig ook, tot bevor dering dezer kennis kunnen bijdragen. Duitschland. De Duitsche bladen hebben het druk over de uitlatingen van den minister van oorlog, omtrout de quaeetio der Israëlieten in het leger. Vooral de- liberale bladen vinden 's ministers uitlatingen al heel on- voldoendo en dwaas. De Joden kunnen reserve-officier worden, jawel, maar id dertig jaar is het Diet voorgekomen. Voor de wet en volgens do dienstorders mag er n'et op geloof of stand gelet worden, maar een feit is het, dat nergens zooveel als juist daarop wordt acht geslagen. Eu de minister zegt dat hij dit afkeurt, maar dat hij er machteloos tegenover staat. Ziedaar nu de Pruisische discipline zoo roepen de liberale bladen bladen uit. Het opperste legerbestuur, ja de Keizer is niet eens bij machte, een erkend misbruik uit het leger te weren. Zou het alleen onmacht zijn bij de hoo gere militaire autoriteiten of ook heimelijke onwil. Amerika. In Spokane, in den staat Washington, zqn 16 gevallen van builenpest ontdekt. Hoe deze plotselinge ontdekking van zoo vele gevallen geschied is, wordt niet ver meld Alleen, zoo seint de correspondent van de „Frankf. Zeit." er bij, treedt de ziekte blijkbaar niet zoo boosaardig op als in Mandsjoerije. Dat volgt evenwel reeds uit het feit, dat hetgeen longen- doch builenpest is. Intusschen vluchten de be woners bij honderden. Italië. De minister van justitie van Italië heett een staatscommissie benoemd om wijzigin gen in de wetboeken te ontwerpen, met het doel den toestand der vrouw in de wet geving te verbeteren. Het eerste werk dezer commissie zal zijn de echtscheiding eenigszins behoorlqk te regelen. Spanje. De Matin-correspoDdent te Madrid heeft een onderhoud gehad met den minister president Canalejas, die hem verklaarde, vast besloten te zijn zoo spoedig mogelqk over te gaan tot de verwezenlijking van het tweede gedeelte van zijn werkprogram: de indiening van de wet op de vereenigingen- Hieraan moet voorafgaan een beslissing van de hangende quaestie tusschen het Yatikaau en de Spaansche regeering, de vraag, n.I. of de laatste met de curie in voorafgaand overleg zal treden betreffende de bepalingen van die wet. Canalcj is stelt zich op het standpunt, dat het Spaansche volk deze quaestie zelfstandig moet uitmaken, van welke mcening hq Maandagochtend den koning mededeeling heeft gedaan, met de bijvoeging dat de geheele liberale partij op hetzelfdo stand punt staat. In deze maand nog wordt het wetsont werp bij de Cortes ingediend. Zoodra de commissie van rapporteurs benoemd ib, zal deze alle personeu hooien, die op- of aan merkingen over het wetsontwerp wenschen in het midden te brengen, waartoe zich ook de bisschoppen kunnen aanmelden. De re geering wil den Heiligen Stoel in de gelegenheid stellen, aldus langs indirecten weg wenschen betreffende de definitieve redactie van de wet ter sprake te brengen. Uit het gister meegedeelde bericht van de Diario Universal, schqnt intusschen te mogen worden afgeleid, dat alle onder handelingen afgebrokou zijn tusschen het Vaticaan en Madrid. China. Men maakt melding van een gerucht, als zouden in de verbodeu stad van Peking dynastieke intrigues gevoerd worden. Een telegram uit Wlsdiwostok meldt dat in de Chineesclio hoofdstad een troonsvorwisseling wordt voorbereid cn men deze voorbereiding daarom geheim houdt, wql men voor Euro- peesche bemoeiingen bovreesd is. Uit China zelf kwam tot dusver nog geen enkel bericht, aangaande de bevestiging dezer geruchten. De landvkkhcizersquaestie De maatregelen, door de Regeering ge nomen tegenover de heer Timsley, ver tegenwoordiger van de Uranium lijn te Rotterdam, moet een gevolg zijn van de poging door zijn maatschappij gedaan om de Russische landverhuizers, door de Vol- turno te Rotterdam aangebracht, in strijd met het nadrukkelijk verbod van de politie op de terugreis van Rotterdam naar den

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1911 | | pagina 1