DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN. No. 64, DONDERDAG 16 MAART 1911. 8e JAARGANG. De Successiewet. BUITENLAND. DE LANDER. Hool«lre«lactenr R. fi. B 1.1 UC H S. Abonnementsprijs per jaarf 4.Franco per post id. fö.60. Per 3 maanden id. 11.Franco per post id. f 1.40. Afzonderlijke nummers f 0.05. Kureiiu: KLKINe HaA« 0. Telef. luiere. IS». Prijs der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels 10.40. Voor iederen regel meer 1 0.08. Buiten het Kanton Amersfoort per regel 10.10. (Bg abonnement belangrgke korting). Tot plaatsing vau advert, en reel, van buiten bet kanton Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd het Alg. Binnen-en Buitenlandsch Advert.-bureau D, Y. ALTA, Warmoesstr. 71.78 Amsterdam Zooals men weet, is in de algeloopen week het ontwerp tot wijziging der sue- cessie in de Tweede Kamer behandeld en aangenomen. Als men eeD hond wil slaan, kan men licht een stok vinden, zegt het spreekwoord. En er waren talrijke stokkeu om te slaan. In het eerst scheen het alsof werkelijk de rechterzijde de stokken zou gebruiken. Er werd togen de klippen op gecritiseerd. Men wilde geen progressie en geen suc cessiebelasting in de rechte lijn en men had liever indirecte belastingen gezien en men klaagde over de boeren, die zoo vreesclijk zwaar getroffen werden inder daad louter stokkeD. En als er eens een man van rechts kwam, die voor sprak, gebeurde dat of met heel, heel veel be zwaren of hoel, heel kort met oen heel zuur gezicht door een der mindere broeders. Waarlijk zoo ooit, dan hebben wij dezo week toch wel weer gezien, dat in de rechterzijde hot conservatisme do baas is. Hevig verlangen naar een belasting, die met de draagkracht rekent, is er al evenmin als de overtuiging, dat over het geheel de directe belastingen de voorkeur verdienen boven do iudirecte belastingen. Al heeft minister Kolkman hier nu werke lijk een verhoogiug vau een directe belas ting gegeven, het is toch maar een klei nigheid tegenover zijn indirecte belasting plannen. En deze minister gaat do rech terzijde zoo zells nog te ver 1 Het is een mooi vooruitzicht, dut de discussies der afgeloopeD weck voor ons geopend hebben. Wij gaan met onze belastingpolitiek beslist de antipathieke Pruisische richtiög op, gelijk een der sprekers van links terecht gezegd heeft. En het merkwaardige vau de week was, dat de warme woorden die de minister nog heeft mogen hooreu, vrgwel uitsluitend van links kwamen. Niet, dat links voldaan was. Vooral do heeren Treub en Patijn hebben met nadruk betoogd dat dit niet het g- val was en wij sluiten ons gaarne bij het betoog dezer uitnemende deskundigen aan. Er was heel veel beweging om Diets, om „een omelet" van 11 ton. Al die progressie, al die ver hooging, diende ten slotte voor niets dan voor de afschaffing van de rechten van overgaDg, voor een billgker ontlasting van de min welgosteldeu en voor 11 ton, terwijl bedoelde hoeren terecht van mee ning waren, dat men de belastingopbrengst zonder eenig bezwaar tot 4, 6 millioen meer bad kunnen opvoeren. Zouder eenig bezwaar wanneer do heele kamer zoo ruim democratisch dacht als deze beide woordvoerders en hunne partijen. De rechterzijde wil natuurlijk wèl, wil zelfs heel gaarne. Het is een gemakkelijk te betalen belasting, en mot een flinke progtessie is het zelfs een uitstekende belasting, omdat dan veel betaalt wie veel krggt, juist op het oogenblik dat hij veel krijgt. Doch de rechtsgrond vaD de belasting en die van de progressie is zoek en dus zouden velen zelfs dit magere verhoo- ginkje verworpen hebben, als zij hun eigen zin maar hadden durven doen. Nu hebban zij met een lang gezicht voor geBtemd, in de overtuiging dat hun in politiek opzicht alleen de stem voor, niet ook het lange gezicht zal worden aange rekend. Intusschen hier was nu een gelegen heid om te getuigen, hier veel beter dan in het maken vaD dubieuse zedelijkheids- 8trafwetjes. Hier hadden nu de vooruit- strevenden ter rechterzijde van hun voor keur voor een zoo billijke belasting kuunen getuigen, die de la6t daar legt, waar zij het gemakkelijkst gedrageu kan woiden. Hier had men nu pressie op den minister kunnen uitoefenen om verder te gaan, om niet 11 ton maar versoheiden millioenen meer hieruit te haleu. Doch men zweeg vrijwel. Tbaus was het aan de linkerzijde om to getuigeD. En wij hebben die getuigenis met heel wat meer iustemmiDg gehoord, daarin meer heil voor de zedelijkheid gevonden dau in veel van wat een week vroeger gezegd is. Het is waar, de sociaal democraten heb ben het wat al te grof gemaakt. Z\j hebben een kolossale verhooging voor gesteld door volgens het naar het ons voorkomt niet heelemaal goed opgevat Engolsch voorbeeld successiebelasting te heffen zoowel van de nalatenschap als van de verkrijgers. Dit amendement zou do verhooging van 11 ton iDeens gebracht hebben op 12 millioen. Het ligt voor de hand, dat dit excessief is, dat men boven dien een regeering niet 12 millioen cadeau kan doen waarnaar zij niet vraagt. Niemand kan één oogenblik geloofd hebben, dat dit amendement ook maar één stem zou heb ben gekregeu buiten de voorstellers. Dit was zuiver „getuigen." Maar .vaarom hebben de handige tactici, die deze sociaal-democraten zijn, daarna nu niet een stap verder gedaan en voor gesteld de successie belasting met een klei nigheid te Terhoogen? Zoowel do heer Patijn als de heer Treub hebben terecht verklaard geen amendemen ten te zullen indienen, omdat zij een minister van financiën Diet het geld willen geven waarom hij niet vraagt. Doch waarom hebben nu dc sociaal democraten niet oon kleine verhooging voorgesteld? Daarin had links wellicht kunnen meegaan en dan had men rechts een schifting kunnen krijgen tusschen wie werkelijk van ganscher harte meegaau en wie dat doen tegen wil en dank. Intusschen het is niet geschied en de afgevaardigde van Assen heeft niet nagelaten er de aandacht op te vestigen, dat hij vooral daarom dit (toch zoo weinig gevende) ontwerp niet vreugde had begroet, omdat de rechterzijde thans gedwougen was een belastinghervorming te aanvaarden, die zij van een linksch babinet nooit tor wereld zou hebben geaccepteerd. Een opezibnarknde rede. In het Engelschc Lagerhuis is een opzienbarende rede gehouden door minister Groy, betreffende Engeland's bei eidwillig- hoid om, indien het voorstel mocht komen, een algemeen arbitrage-verdrag met de Vereenigde Staten aan te gaan. Sir Edward Grey 6prak als volgt: „Ik kan mij slechts één ding denken waardoor wij werkelijk de ontzaglijke militaire en maritieme uitgaven zouden kunneu beperken, Wg zullen daar niet toe geraken, dau wauueer de naties doeD, wat I de individuen reeds larig gedaan hebben: een beroep op de wet als de uatuurlijke gang van zaken voor naties beschouwen, inplaats van een beroep op do wapenen. Ik zou dc zaak niet aangeroerd hebben en den tijd van bet Huis hiervoor niet in beslag hebben genomen, indien niet de President der 'Vereenigde Staten tot twee maal toe een stap vooruit iu dc zaak arbi trage had aangegeven, eon stap, verder gaaud en gewichtiger dan uog ooit een practisch staatsman in zijn positie hooft durven aangeven. Zie hier de twee uitla tingen: „Persoonlijk zie ik niet iu, waarom zaken van nationale eer niet evengoed voor hoven van scheidsrechters behandeld zouden worden, als quaesties van particu lier of nationaal eigendom. Ik weet dat dit verder gaat dan de meeste menschen willen gaan, maar ik zio niet in waarom quaesties van oor niet onderworpen zouden kunnen worden nan rechtbanken, bestaande uit mannen van eer, die do quaesties begrijpen en ze kunnen uitmaken door hun besliasiog evengoed als andere zaken van geschil tusschen naties? En de tweede: „Indien wij kuDnen onderhandelen over en tot staod brengen afspraken met andere naties, om elk geschil dat niet door onderhandelingen uit de wereld te ruimen is, te laten berechten door de uitspraak vau een Internationaal Hof van Arbitrage, onverschillig welk een zaak het betreft, of het eer, grondgebied of geld aangaat, dau zullen wq een groote stap vooruit hebben gezel, door te bewijzen dat het mogelijk is, althans voor twee naties, om tusschen elkander hetzelfde stelsel ie laten gelden, als dat wat uit kracht van de wet tusschen de individuen geldt onder een regeeriDg!" Dit zijn stoutmoedige woorden. Wij heb ben daarmee nog geen voorstel voor ous, en indien dc publieke opinie het denkbeeld niet opneemt en bespreekt, als hot geen groote beweging wordt in de meening dei- wereld, dan kan het Diot tot uitvoering komen. Maar onderstellen wij, dat het gebeurt. Laten wij aannemen dat twee van de grootste naties ter wereld door zulk eeu overeenkomst duidelijk aan do menschheid laten zien, dat zij onder geen omstandig heden ten oorlog zullen gaan dan durf ik zeggen dat de uitwerking van dat voorbeeld op heel de wereld hoogst weldadig zou zijn. 't Is waar, hat het uog mogelijk zou zijn, dat de twee naties werden aangevallen door een derde, buiten het verdrag staande, maar ik neem aan, dat hun verdrag zou gevolgd worden door eeu tweede afspraak dat zij elkaar zullen helpen, indien een hunner in oorlog mocht komen met een natie die weigert het geschil aan arbitrage te onderwerpen. Ik heb van dit alles gesproken, omdat ik meen dat het woord van den Presidont der Vereenigde Staten niet zonder antwoord mocht blijven. Kwam men inderdaad tot zulk een overeenkomst, dan zou men wel licht iets van zijn nationaleD trots u.oeten opofferen. Doch wanneer er een voorstel van die soort, zoo verstrekkend als het is, aan ons werd gedaan, dan zouden wij er verrukt over zijn. Ik zou echter voelen dat het zoo iets gewichtigs en verreikends was, dat ik niet zou willen volstaan met de onderteekening door beide regeeringen, maar de weloverwogen en stellige sanctie van het parlement zou vragen, en ik geloof dat ik die ?ou verkrijgen. Ik weet, dat om zulke zaken tot stand te brengen, de politieke opinie moet rgzen tot een hoogor peil dau waartoe zg in gewone tijden in staat is, hoogcr ook dan, naar ik meen, sommige leden der oppositie denkon dat zij kan rgzeu. In gewone tijden kan dat zoo zijn, maar do tgden zijn Diet gewoon mot doze ontzaglijke kosten voor de bewapening en zij zullen het nog minder zijn, indien die koBten nog mochten stijgen." In de wandelgangen van het parlement echter was gisteren Grey's verklaring hot groote onderwerp van allo gesprokken, on algemeen was men het er over eens, dat zij van een zeer vergaande strekking is. YVauuuer zulk een verdrag gevolgd woidt door cukole dergelijke zoo zeiden velen in het bgzonder tusschen Groot- Brittanie cn Duitschland, dan is daarmee de vrees voor een grooten oorlog afge wend, en de wereldvrede zoo goed als verzekerd. Zoo luidde de grondtoon van vele gesprekken. Internationale Zeeliedenstakino Volgens de Brusselsche „Peuple" is in do conferentie van het centrale comité der internationale federatie van zeelieden, bijeengekomen te Antwerpen, beraadslaagd over het voorstel van Engeland, een inter- nationale workstaking te organisceren om verbetering van den toestand te verkrijgen. Duitschland, Engeland, België, Nederland, ZwedeD, Noorwegeu, Deuomarkcn en do Vereenigde Staten waren vertegenwoordigd. Duitschland verklaarde, dat de Duitschc zeelieden, na een vermeerdering van salaris verkregen te hebben, moeilijk aan do be weging zouden kunnen deelnemen. België zou eerst de vakvereenigingscommissie moeten raadplegen. De Vereenigde Staten doelen mede, dat ten minste de Atlantische havens voor do staking zijn. Noorwegen, Denemarken, en Nederland zgnhetEngel- sche voorstel gunstg gezind. Eindelijk werd besloten een internationale commissie te benoemen om don toestand Da te gaan en een staking voor to be- reiden, indieu deze noodig mocht zijn. De Vereenigde Staten en Mexico, Men zegt, dat in New York onderhan delingen worden gevoerd tusschen den daar verwijlenden Mexicaanschen minister Liinantour en de vertegenwoordigers van do Moxicaansche opstandelingen, over de staking der vijandelijkheden. Do voor naamste ei8ch dor revolutionnairen oeno zeer billijke eisoh is, dat er in Mexico eerlijke verkiezingen gehouden zullen worden, zonder dat do regeering invloed oefent of het resultaat vervalscht. Minister Limautour beloofde dat daar waarborgen voor gegovun zullen worden. Men verwacht dat de regeuring te Was hington geïnterpelleerd zal worden over de trocpcnzending naar de Mcxicaansche grens cn haar houding zal verdedigen met eeu beroep op haar plicht om de neutra liteit van het gebied der Vereenigde Staten te doen eerbiedigen. President Diaz lijdt aan aderverkalking, maar neemt niettemiD aan de openbare leven deel. Roosevelt heeft in het kamp van Antonio 2000 militie-officieren geïnspecteerd, die bereid waren naar de grens te trekken. Onder de Mcxicaanschc opstandelingen vecht een kleinzoon van Ganïbaldi. Meu

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1911 | | pagina 1