DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN.
No. 172.
DINSDAG 25 JULI 1911.
8e JAARGANG.
Staatstoezicht op
Levensverzekering-Maatschappijen.
BUITENLAND.
DE EEMLANDER.
Hoofdredacteur: Mr. D. J. vau Schaardenburg.
Abonnementsprijs:
per jaarf 4.Franco por
post id. f5,60. Per 3 maanden id. H.Franco per post
id. f 1.40. Afzonderlijke nummers f 0.05.
Bureau: KLEINE Ha tb Telet. Interc. 18».
Prijs der Advertentiën:
Van 1 tot 5 regels f 0.40. Voor iederen regel meer f 0.08.
Buiten het Kanton Amersfoort per regel f0.10. (Bij
abonnement belangrijke korting).
Tot plaatsing van advert, en reel, van buiten het kanton Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd het Alg. Binnen-en Buitenlandseh Advert.-bureau D. Y. ALTA, Warmoesstr. 78*78 Arasterdam
In het programma vau deu Vrijzinnig-
Dernocratischen Bood wordt de wen6chelijfc-
heid van Staatstoezicht op Levensverzeke
ring maatschappijen uitgesproken, en, hoe
wel niet in alle programma's der andere
staatspartijen uitdrukkelijk genoemd, wordt
zij toch wel door geeno dier partijen be
twijfeld. Integendeel. Meermalen is ge
bleken, dat aan alle zijden die wonschelijk-
heid wordt govoeld. En ook de betrokken
maatschappijen zelve, op welke dat toezicht
dus zal worden uitgeoefend, hebben niet
allocn daartegen nimmer bezwaren ge
opperd, maar steeds op invoering daarvaD
aangedrongen. Gerust kan gezegd worden,
dat algemeen toezicht van staatswege wen-
9chelijk en noodig wordt geacht.
En dat is ook waarlijk geen wonder.
Wanueer men nagaat de grootc belangen,
wier behartiging aan die maatschappijen
is toevertrouwd, de enorme verplichtin
gen, welke die maatschappijen op zich
namen, de rampzalige gevolgen voor
een groot deel onzer samenleving, indien
die vorplichtigen eens mochten blijken
niet te kuuner. worden nagekomen, eu
wanneer men dan bedenkt, dat ten deze
elk wettelijk toezicht ontbreekt, dan ge
voelt men, welk eene leemte hier in onze
wetgeving bestaat en hoe hier het algetneeo
belang dringend aanvulling daarvan cischt.
Wil rnen ter beoordeeling van de groote
zaak, die het hier geldt, een cijfer, dan
zij verwezen naar de opgaven in Wiebes'
Jaarcijfers, waaruit blijkt, dat op 1 Januari
1910 het verzekerd kapitaal bij de grootere
Nederlandsche maatschappijen (die van do
eerste groep, zooals Wiebes zegt) niet
minder dan 1031 millioen guldens bedroeg
eu dat alleen in 1909 do vermeerdoring
bedroeg 52 millioen. Daarbuiten zijn nog
bij tal van kleine maatschappijen, fondsen
en fondsjes, en niet te vergeten, bij vele
buitenlandeche maatschappijen enorme
kapitalen verzekerd. Welk een ramp voor
nagelaten betrekkingen, voor weduwen en
weezen, indien ten tijde dat de verzekerde
bedragen moeten worden uitgekeerd, de
oumacht daartoe der maatschappijen bleek 1
Menige regeeriog heeft dan ook de nood
zakelijkheid van wettelijke tusschenkomst
ingezien. Twee Staats-commissiën werden
benoemd, respectievelijk in 1883 en 1892,
zij gaven verslagen en zij gaven ontwerpen,
maar op den huidigen dag heeft een
regeeriugs-ontwerp de Stateu-Gencraal nog
niet bereikt. Gelukkig, dat in don Ter-
loopen tijd op dit gebied zich ten onzent
geene groote rampen hebben voorgedaan,
maar die omstandigheid ontheft den wet
gever niet van zijn verplichting om in
dezen te handelen, te meer niet, omdat
niemand in staat is de soliditeit van eenige
levensverzekeringmaatschappij te beoordee-
len, omdat zelfs de eene maatschappij de
soliditeit eener andere niet kan beoor-
deeien, ook niet uit verslagen en publica
tion, indien niet wordt berekend de
fmantieele verplichting, die op do maat
schappij rust, en daartegenover wordt
geconstateerd het aan die maatschappij
toebehoorend vermogen, met andere woor
den, boe groot do som is, die de maat
schappij moet bezitten om in de toekomst
aan hare verplichtingen te kunnen voldoen
en daartegenover of z|j inderdaad die som
bezit. Nederland is vrg wel het eenige
land, dat de verzekerden en candidaat-
verzekerden in den blinde laat rondtasten, j
En niet alleen is wettelijke rcgoling in
het belang dier verzekerden en candidaat-
verzekerden. Zij is ook in het belang der
levensverzekering maatschappijen zelve en
vandaar dat deze de thans bestaande
vrijheid en wetteloosheid gaarne zien plaats
maken voor gebondenheid door wettelijk
toezicht.
Voor die maatschappijen toch ia eerste
eisch het vertrouwen van het publiek op
haar soliditeit. Maar hoofdzaak is en blijft
het belang der verzekerden en dat van
hen, die zich wenschen te verzekeren,
een algemeen belang, dat de wetgever
niet mag verwaarloozen.
Hoe nu een wetteljjke regeling er zou
moeten uitzien, op welke wjjze dat toezicht
zou moeten worden geregeld en uitgeoe
fend, daarover kan men van meening ver
schillen en verschilt men ook inderdaad
van meeniug. De wetten in verschillende
landen hebben verschillende regelingen. De
Engelsche wet bijv. huldigt het zooge
naamde Btelsel van „vrijheid en openbaar
heid", laat de maatschappijen vrij in de
keuze der grondslagen en in het beheer,
maar schrijft voor jaarlijksche publicatie
van eene rekening en verantwoording in
een voorgeschreven vorm, en op bepaalde
tijden een technisch onderzoek naar den
finantieelen toestand door een actuaris. De
opeubaarmaking dient om voor zooverre
mogelijk het publiek tot oordeelen in staat
te stellen. De Duitscbe wet gaat veel ver
der, eischt eene concessie van Staatswege,
die niet wordt vcrlceud dan nadat aan tal
van voorwaarden is voldaan, en grijpt in
in het beheer en de administratie. Yoor
het doel van dit schrijven is hot onnoodig
hierop verder in te gaan. Wolko regeling
voor ons land de beste is, zal door de
wetgevende macht worden of moeten wor
den beslist. Maar hoe die vorm ook zij
de hoofdzaak dient in het oog te worden
gehouden en die hoofdzaak kan, ons crach-
tens, niet worden gediend, dan door vast
stelling natuurlijk na gedaan onderzoek
van het bedrag, dat de maatschappij-
moet bezitten om aan al hare verplichtin
gen voor do toekomst te kunnen voldoen,
en door deskundigen kan dat bedrag
worden vastgesteld, maar tevens door
daarnaast te constateeren eveneens
natuurlijk na gedaan onderzoek het
bedrag van het vermogen, dat de maat
schappij bezit. Is dit laatste gelijk hot eer
ste: goed; is het hooger dan het eerste:
des te boter; is het lager on beduidend
lager dan hot eerste, ja dan
Maar kwalificatie of appreciatie is van
Staatswege onnoodig. Onnoodig, indien
de bedoeldej na onderzoek geconstateerde
cijfers van noodig bedrag en van feitelijk
bezeteD bedrag worden openbaar gemaakt,
hetzij van Staatswege, hetzij door de ver
plichting daartoe op de maatschappij zelve
te leggen, hetz|j op beide wijzen. Dan
kan het publick zelf oordeelen en geen
beter beoordeelaar, dan hij, in wiens belang
bet toezicht wordt gewenscht.
Moge Nederland op dit gebied niet lang
meer een unicum zijn, de betrokken groote
belangen roepen om behartiging en be
scherming!
V. D.
Reusachtige brand te Konstantinopel.
We meldden reeds in ons nummer van
gisteren, dat een geweldige brand woedde
in Stamboel (Turkscho naam van het eigen
lijke Constantinopel) waar een vierde ge
deelte van de stad reeds in het vunr was
opgegaan. Een krachtige wind wakkerde
de vlammen nog aan.
Nader wordt nog gemeld, dat het moei
lijk ia aan te nemen, dat deze brand niet
door misdadige handen is aangesticht. Het
was bij golegenheid van het voor de derde
maal gevierde vrijhoidBfeest, tijdens de
troepenparade, dat het vuur Zondagmorgen
z|jn vernielend werk aanving. Reeds eenigo
dagen sprak men er van, dat voor den dag
van gisteren bijzondere gebeurtenissen
werden verwacht.
Om 10 uur 20 's avonds bood Stamboel
van de overzijde van den Gouden Hoorn
een schrikaanjagend, doch grootsch schouw
spel aan. Helle vuurtongen laaiden op ver
schillende plaatsen op; de uit alle deelen
der stad toegestroomde brandweerkopsen
schenen machteloos to zijn tegenover deze
ontzettende ramp. Ongeveer twee duizend
huizeo, doch ook de universiteit en het
gebouw van don genoralen staf waren reeds
afgebrand.
Om 10 uur 40 woedde de brand tusschen
de moskee van Soleiman en de moskoe
van Mohammed den Veroveraar. Twee
regimenteu waren daar te zien. De op
groote, vrije pleinen liggende gobouwen
van de ministeries van Financiën en Oor
log zijo voor do vlammen behouden geble
ven, audera is alles in dit stadsdeel tot een
puinhoop geworden, en wel een reeks
voorname konaks, elf moskeeën en, zooals
reeds gezegd, een tweeduizendtal huizen.
De commandant van het eerste legerkorps,
Zeky pasja, leidde persoonlijk den reddings
dienst. Onbeschrijfelijk waren de zich af
spelende tooueelen. Met een: „Redde zich,
wie kan" stortte iedereen zich op straat met
medeneming van enkele kleinigheden. De
cavalerie herstelde later met moeite de orde.
De geteisterde stadswijken zijn doorgaaus
Mohammcdaanscbde brand brak waar
schijnlijk het eerst uit in de onmiddelijke
nabijheid van het grootste warenhuis der
stad, Orosdi Back, en verspreidde zich
binnen 15 minuten over de reeds veel
verder gelegen hoogten van het ministerie
van Oorlog.
De minister van Oorlog, Machmoed Sjef-
ket pasja, was onmiddellijk naar het bran
dende gebouw van den goneralen staf ge
sneld om zelf maatregelen te treffen. Hierbij
werd de generalissimus door 'n neerstor
tenden balk zwaar gewond.
Ook de grootvizier en de audere ministers
waren in Stamboel, dat daghelder n den
donkeren nacht lag.
Men spreekt van een veertigtal doodeo,
dio het slachtoffer van den brand zouden
zijn geworden.
Frankrijk.
Misdadige „saboteurs" hebben opnieuw
gepoogd een sneltrein op den Franscben
"Westerspoorweg en wel de lijn Havre
Parijs te laten verongelukken, 't Is
een wonder dat er geen groot ongeluk
heeft plaats gehad. De schavuiten hadden
namelijk een onveilig sein weggehaald,
tengevolge waarvan de sneltrein noodzakelijk
op een goederentrein had moeten loopen,
wanneer had meu niet b|jtijds bemerkt
nad wat or gaande was.
Groot- Britannik.
Buitengewone tooneclen van wanorde en
rumoer in het Lagerhuis vielen voor bjj
de opening van het debat over het voor
stel, dat het Huis de amondementen van
de lords op de Parliament-Bill in over
woging zou neuien.
Asquith werd bij het binnentreden van
't Huis ontvangen met een grootsche ovatie
van de miuiaterieeleo. Do nationalisteu
(Ieron), die opstonden van hun zeteL,
juichton uitbundig en zwaaiden met zak
doeken.
Toen Asquith echter opstond om con
verklaring af te leggen aangaande de
politiek der regecriug, kwamen uitrocpon
van „verrader" uit enkele hoekon van do
oppositiezyde en het lawaai was zoo groot,
dat do minister-president niet in staat was
to sprekon. Iedere maal, dat h|j zijn rede
wilde aanvangen, begonnen de interrupties
van de oppositie opnieuw, in weerwil van
het ernstige beroep van den speaker op
de uoionistischo lcdon, die de woorden
van den premier telkens weer onderbraken.
Alleen do slotzin van de redevoering
was hoorbaar; deze hield in, dat een
nieuwe toestand was geschapen uit welken
op constitutioueele wijze slechts één redding
mogelijk was.
Indien de lords het wetsontwerp niet in
ziju oorsproukclijkcn staat herstellen met
eventueelo redelijke amendementen, welke
bestaanbaar zijn met zijn beginsel en doel
zullen wij gedwongen zijn het prerogatief
van de Kroon in te roepeo.
Aan het slot der rede stondeu de aan
hangers der regecring opnieuw op on be
reidden Asquith een grootsche ovatie.
Portugal.
Het prachtige landgoed van oud-Koningin
Maria Pia van Portugal, bij Seiial gelegen,
zal door de republikeiuscbe regeeriog
verkocht worden. Uit de opbrengst worden
de schulden der Koningin jegens den
staat en particuliere personen voldaan.
Het overschot zal dan op de credit zijde
van de rekening der koninklijke familie
geschreven worden.
Hetzelfde zal geschieden met oud-Koning
Mauuels goederen in de provincie Galiciëu.
Manuel's schulden werden tot dusver be
taald door afhoudingen van zijn maande-
l|jksche uitkeeringen, maar men acht het
nil eenvoudiger om zijn goederen to ver-
koopen en de schulden in ééns te betalen.
Men schat do waarde dezer koninklijke
goederen op twaalf millioen gulden.
Turkije.
Een spoor van Richter. De rooverbende
die hem gevangen houdt is gezien toen
zij het dal van deu Haliakmon doortrok.
Men zag dat er een verkleede vreemdeling
deor de roovers werd meegevoerd. Hamid
Bey de aanvoerdor der vervolgers, heeft
terstond z|jn oude spoor verlaten eu is nu
in deze richting gaan zoeken.
Amerika.
President Taft hoeft in een redevoering
gezegd dal het Amerikaansch-Britsche
arbitrage-verdrag binnen tien dagen getee-
kend zal zijn; voorts dat Frankrijk zich