<êS!!M§ DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN. No. 227, DONDERDAG 28 SEPTEMBER 1911. 8e JAARGANG Verdacht. BUITENLAND. DE EEMLANDER. Hoofdredacteur: Mr. D. -1. wan Schanr«leuburg. Bureau: KLKDH1 Ki.Ki Telet. latere. 18S. Abonnementsprijs Prijs der Advertentiën Van I tot 5 regels f 0.40. Voor iederen regel meer f 0.08. post id. f5.60. Per 3 maanden id. f 1.- Franco per post Buiten het Kanton Amersfoort per regel f 0.10. (Bij id. f 1.40. Afzonderlijke nummers f 0.05. abonnement belangrijke korting). Tot plaatsing van advert, eii reel, van bniten hot kanton Amersfoort in dit blad is .uitsluitend" gerechtigd het Alg. Binnen-en Buiteulandsch Advert.- bureau D. Y. ALTA, Warmoesstr. 76- 78 Amsterdam Zij, «lie /icli met 1 October abouiieeren op dit blad, ontvan gen de tot die» datum verschij- neude nummers gratis. In haar jongste nummer wijdt de Eem- bode 'n korte beschouwing aan de Rijks- begrooting en maakt daarbij oenige opmerkingen, waarmede wij en ver moedelijk iedereen in 't algemeen wel accoord gaan, al zijn wij niet zóó pessi mistisch om te vroezon, dat 't weldra „secuur mis" zal loopen, zoo er niet meer bezuinigd wordt Yoor het jaar 1912 wordt de geheele dienst geraamd in uitgaven op ruim 222 millioen, in ontvangsten op ruim 202 millioen, een tekort dus van nagenoeg 20 millioen. Jaar op jaar stijgen de uitgaven voor allerlei doeleinden en wanneer er niet eindelijk eeDs paal en perk wordt gesteld aan 't opdrijven van bestaande en 't opnemen van steeds meer nieuwe posten, loopt het secuur mis. Wanneer alle leden zonder uitzondering het heilig voornemen maakten tj gaan bezuinigen waar 't kan en dat voornemen dan ook ten uitvoer brachten, zou de minister vao financiën vrij wat minder zorgen hebben dan nu. Er dient dus bezuinigd te worden, dat is goed, want er is een tekort van 20 millioen, maar geef dan ook aan, hoe en waar bezuinigd kan worden. Dat zullen' we, zegt de Eembode en geeft een proeve van bezuiniging. „Waarom" zoo schrijft 't blad „bijv. niet gebroken met 't subsidieeren van openbare leeszalen, stichtingen voor 'n zeer groot deel des volks onaan nemelijk." Haar waarom nu juist bezuinigd op de subsidie voor de Openbare Leeszalen, zou men geneigd zijn te vragen. Alle tezamen krijgen zij niet meer dan f 10.000; zou dit 'n noemenswaardige bezuiniging zijn op 'n tekort van 20 millioen? En welke waarde heeft 't argument, dat de Eembode ter versterking aanvoert? Sinds wanneer is do „onaannemelijkheid voor 'n zeer groot deel des volks" maatstaf voor de al of niet subsidiecring van instellingen? Wil de Eembode heusch dezen maatstaf aangelegd hebben, laat 't blad dan liever voorstellen de subsidies voor de bizondere school af te schaffen; want er ie niet één 8ectariscbe school, die niet voor 'n zeer groot deel, ja die niet voor de overgroote meerderheid des volks onaannemelijk is. En de aldus uitgespaarde millioenen zouden 't tekort zeer aanzienlijk verlagen, meer dan de simpele 10.0000 guldens voor <le Openbare Leeszalen dit zouden doen. En als wo dan doorgingen met te schrappen al wat voor „'n zeer groot deel des volks onaannemelijk" is wel dan twijfelen we niet of 't reusachtig te kort zou wehjra veranderd zijn in 'n nog reusachtiger tegoed. De Openbare Leeszaal, dit ominentc middel tot volksontwikkeling, schijnt de gemoedsrust van do Eembodo te verstoren. Reeds vaker is gebleken, dat ditrooinsche orgaan zich niet op z'n gemak gevoelt, als er gesproken wordt van volksontwikkeling en openbare leeszalen. De Openbare Leeszaal is tegenwoordig de nachtmerrie van de rosmsche pers. En geen wonder. Ternauwernood is de eenzijdige opvoeding van de jeugd in veilige haven binnen geloodst, of er wordt alweer 'n aanslag gepleegd om de volwassenen te ernanci- peeren eD onder ten domper, waaronder ze na zooveel strijd gevangen zijn, vandaan te balen. Dat moet mot alle macht verhinderd en bij de Hetze tegen de Openbare Lees- zaal ziet de roomscbe pers er geen been in naar toevlucht te nemen tot de meest belachelijke middelen. Want waarlijk wij kunnen de aangehaalde zinsnede uit de Eembode niet anders dan belachelijk noemen; want wat is nu 'n bezuiniging van f 10.000 op 'n te kort van 20 millioen. Neen, Eembode, beken 't dan maar liever ronduit: 't is u niet te doen om „bezuiniging" maar om de subsidie voor de Openbare Leeszaal geschrapt te krijgen. Een merkwaardig man. Een man, die eens in Afrika een groote rol heeft gespeeld, is van het tooneel ver dwenen. Zijn naam was eens op aller lippen. In den laatsten tijd werd bij nauwelijks nu en dan genoemd en velen zijn door zijn sterfbericht herinnerd aan het feit, dat hij nog leefde. We bedoelen Arabi-Pasja. Ilij was Egyptenaar, de zoon van een rijk geworden Fellah, bij Zagazig in de Delta geboren. Zijn vader was hoofd van zijn dorp en hij erfde diens goederen en invloed. Maar hij wilde meer. Hij was niet geboren voor landbouwer onder zoo ongunstige omstandigheden als het leven van de Fellah's drukken. Hij werd soldaat. Zijn vader had hem naar eeno vermaarde Arabische universiteit gezonden en hij had ijverige Koranstudiën gemaakt, die hein later te pas kwamen. Ook klom hij spoedig op in het Egyptische leger. Op zijn acht tiende jaar was hij kapitein, op zijn negen tiende majoor en op zijn twintigste luitenant- koloDel. De promotie ging vlug in het Egypte van die dagen. l)e jonge officier werd adjudant van den onderkoning Said Pa6ja. Het gebeurde dat deze een boek, waarin hij eenigen tijd had zitten lezen wegwierp. Hij had gelezen van den veld tocht in Egypte door Napoleon ondernomen en zich geërgerd aan de houding der 1 Egyp'.enaren in dien tyd. Arabi nam het boek op en bestudeerde zorgvuldig de Napoleontische veldtochten die daarin waren i beschreven. Hij nam zich voor te doen wat hij kon om zjjne iandgenooten tot zelfstandigheid op te voeden. Geen andere Napoleon moest hen weer zoo gemakkelijk verslaan Said-Paeja stierf en werd opge volgd door Ismael. Ismael werd tot straf voor zijne zonden door den Sultan afgezet en Tewfik-Pasja volgde. Onder Ismael was het gedaan met de promotie van Arabi. Hij bleef twaal jaren luitenant kolonel. De nieuwe onderkoning, de khedive, stolde blijkbaar geen vertrouwen in do Egypto- naren en trok de Turken voor. Dat was een reden voor Arabi om den omgang mot zijno Iandgenooten op te zoeken en hen to wijzen op het treurige lot waartoe zoovelen hunner waren gedoemd onder de Turksche heerschappij. Hij werd de verdediger van hei Egyptische volk, van de onderdrukte Fellahs. En nu kon hij gebruik maken van de kennis die hij verkregen had op de Arabische Koran school. Het den Koran als met den Bijbel kan men veel doen. Met eene zending te Alexandrië belast, maakte bij kennis met vele Christenen en hg had de gelegenheid zijn gezichtskring uit te breiden. Hij werd het hoofd der ontevredenen en de soldaten hingen hem aan. De beweging waarvan hij het middelpunt was werd steeds sterker en richtte zich niet alleen tegen de zwakke regeeriog vau de onderkoningen en de Turken, maar ook tegen den invloed van Frankrijk en Engeland. In 1881 drong hij met drieduizend soldaten door tot het paleis van den khedive en eischte de soldij, die zijne troepen reeds lang had moeten worden uitbetaald, en het verdwijnen van de Fransche Engelscho oontróle. Ten slotte kwam het tot een geweldigen opstand. Arabi begreep, wat or zou gebeuren en dat zoo niet Frankrijk, Engeland onmiddel lijk maatregelen zou nemen. Hij versterkte Alexandrië. De stad werd door de Engel- sche vloot gebombardeerd en een Engelsch leger ontscheept. Aiabi, die thans Egypto feitelijk als dictator regeerde, wachtte het Engelsche leger af bij Kafr Damar. Haar de Eugelschen onder lord Wolseley vielen het» daar niet aan en hij moest zijn plan veranderen. Ten laatste kwam het bij Tel el Kebir tot een gevocht. De Engelschen behaalde een gemakkelijke overwiuniug. Hen zeide indertijd dat zij met zilveren zoo niet met gouden kogels geschoten, dat is, dat zij de onderbevelhebbers van Arabi omgekocht hadden. Sind3 houden de Engelsche troepen Egypte bezet en zij zullen ongetwijfeld den Nijl niet verlaten dan door dwaog. Arabi werd ter dood veroordeeld. Hij was immers opstandeling en Engeland, had zooveel kosten moeten maken om hem ten onder te brengeu! Haar men begreep toch dat de uitvoering van dit doodvonnis een zeer slechten iudruk zou maken en Arabi werd naar Ceylon vorbannen. Hen gaf hem zelfs een behoorlijk jaargeld. Tien jaren geleden werd hem toegestaan zich weer in zijn vaderland te vestigen. Hij bracht zijne laatste levensdagen grootendeels door te Kairo en bemoeide zich met niets: een rustig, een vergeten grijsaard. Hij is eenenzeventig jaar oud geworden. Tripoli. Uit Konstantinopel wordt gemeld, dat de Tanin meent, dat Frankrijk ten opzichte van Italië een welwillende onzijdigheid in acht zal nemen. Men gelooft, dat Engeland zich niet in de zaak zal mengen. Onder handelingen hebben op 't oogeoblik plaats tusschen Oostenrijk Hongarije, Turkijo en Duitschland. Het blad gelooft aan de mogelijkheid van een oorlog, uitgelokt door een aanval van Italië. De Berliner Lokal-Anzeiger meldt: De berichten van andere bladen over de aan gevangen bemiddelingspogingen van de groote mogendheden, in het byzondci van Duitschland, zijn reeds daarom ongeloof waardig, omdat noch van Italiaansche, noch van Turksche zydo een dergelijk verzoek aan de kabinetten van de mogendheden, die daarvoor in aanmerking komen, is gericht. Voor een bemiddeling moet ook volgens hot volkenrechtelijk gebruik de wensoh daartoe door de beide oneenige partijen te kennen zijn gegeven. Dit sluit echter niet uit, naar wij reeds by herhaling nadrukkelijk hebben gezegd, dat de Euro- peesche diplomaten, en met hen ook de Duitsche, or onder do hand naar streven, zoowel te Konstantinopel als te Rome, vriendschappelijke voorstellen te doen, die beoogen het uitbreken van een botsing te voorkomen en tijd te winnen voor het openen van onderhandelingen. Onder deze omstandigheden schijnt het niet uitgesloten te zijn, dat het conflict tusschen Italië en Turkije nog tot een vreedzame oplossing zal komen. Groot-Bkitannie. Reeds Bedert eenige dagen heerscht on der do dokwerkers aan den zuidelyken oever van de Theems ontevredenheid om dat de arbeiders meenen dat do indertijd getroffen schikking niet juist wordt uitge voerd. Gisteren is het tot een uitbarsting gekomen, 5Ü0 arbeiders aan hot Dead Man's Deck te Deptford hebben den arbeid ge staakt. De arbeiders elders schijnen voornemens te weigeren de „besmette" goederen uit dit dok verder te behandelen. De leiders der arbeidors doen pogingen om een schikking tot Btand te brengen teneinde een ernstiger conflict te voorkomen. De zaak zal aan het oordeel van den Board of Trade worden onderworpen. De gemeenteraad van Manchester heeft met algemeeno stemmen de volgende ver ordening goedgekeurd, die wellicht bij klagers in andere gioote en kleine steden over „burengerucht,'' een licht gevoel van jaloerschheid zal wekkeu: „Niemand zal in zijn huis, gebouw of erf eenig lawaaimakend (noisy) dier houden, dat ernstige laat en hinder veroorzaakt aan de buren". Wanneer twee weken na een cfficieele waarschuwing, op grond van een klacht door minstens drie buren ondertee kend, het „noisy animal" niet is verwijderd, kan de eigenaar daarvan met een boete van hoogstens 40 shilling gestraft worden. Een amendement om het getal protea- teerende buren, noodig voor de klachtin- indiening, tot vijf te verhoogen, werd ver worpen. Rusland. De Petersburgeche correspondent van het Berliner Tagcblatt seint: De rechterzijde is outevreden over de benoeming van Kokoftzof en verspreidt het gerucht, dat hij zich niet lang op zijn post zal kunnen

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1911 | | pagina 1