DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN. No. 232. DONDERDAG 5 OCTOBER 1911. 8e JAARGANG 5>W7 BUITENLAND. DE EEMLANDER. Hoofdredacteur: Mr. D. J. wan Schaardenburg. - Bureau: KLEItttt 'BVlef. Iutere. 1*3. Abonnementsprijs: Prijs der Adyertentittn: Per jaarf 4.Franco per Vau 1 tot 5 regels f 0.40. Voor iedoreu regel meer f 0.08. post id. f5,60. Per 3 maanden id. f 1.Franco per post Buiten liet Kanton Amersfoort per regel f 0.10. (R:j id. f 1.40. Afzonderlijke nummers f 0.05. abonnement belangrijke korting). Tot plaatsing van advert, en reel, van buiten bet kantor: Amersfoort in dit blad is .uitsluitend" gerechtigd het Alg. Binnen-en Buitenlandsch Adrert.- bureau D. Y. ALTA, Warmoesstr. 76-78 Amsterdam Roomsche Oranjeliefde. Eenigen tijd geleden viel ons de Eem- bode aan, omdat wij niet hare, maar in 't algemeen der ultramontanen Oranje liefde in twijfel hadden durven trekken. Wij zijn niet gewoon zonder grond, zoo maar luk raak 'n oordeel uit te spreken en wij willen dus gaarne nader toelichten onze uitlating, waaraan de Eembode zich geergerd schijnt te hebben. In ons hoofdartikel van 30 Augustus schreven wij: Tevergeeft poogt men van rood- en zwart-internationale zijde die Oranjeliefde te smoren. In eigen, kleiuen kring moge dit gelukken, de betere helft der bevolking wil van dit onnationale gedoe niets weten. 'n Paar jaar geleden hadden wij 't voor recht deel uit te maken van 'n commissie der Evangelische Maatschappij, belast met 't instellen van 'n onderzoek naar de wijze, waarop onze Vaderlandsche geschiedenis ondorwezen wordt op de roomBche scholen. Wij hebben daartoe onder oogen gehad 'n aantal geschiedenisboekjes, alle kerkelijk goedgekeurd, die algemeen gebruikt wor den op roomsche scholen; 't was dus on- vervalsehto ultramontaaueche waar, uit be kende ultramontaanscbo geschiedenisfabrie- ken, die ons geboden werd. Hoewel de resultaten van dat onderzoek zeer interessant waren en wij de lezing van 't rapport der commissie gaarne aan bevelen, kunnen wij er hier niet over uitweiden en willen wij ons beperken tot die uitlatingen, die den grootsten der Oranjes, den grondlegger van onze vrijheid betreffen. Over Willem van Oranje, zijn do ge- schiedenisfabrikaDten zeer slecht te spreken. Hij heet wel iemand van veel bekwaam heden, maar niet do weldoener des vader lands, in tegendeel de grootste weldoener van zich zelf. Om z'n heerschzucht te voldoen waren hem alle middelen heilig. Het derde deel van den buit der Wa tergeuzen stelde hem in staat 'n leger te vormen. Verzwegen wordt natuurlijk, dat hij voor dat zelfde doel ook al z'n kost baarheden te gelde maakte. Dat Oranje list tegen list stelde, dat hij iu den eersten tijd vaak aarzelde, wordt broed uitgemeten, zoo ook z'n vroegere Teelde hem als misdaad aangerekend. Hij heet vorder onverschillig op 't punt van godsdienst, omdat hij eerst roomsch, daarna lutheraan en eindelijk calvinist werd. Steeds wordt 't voorgesteld, alsof de Prins van Oraoje zich verrijkte met 't ge stolen kerkegoed, maar verzwegen wordt alweer, dat hij na 't dempen van 't Ant- werpscho oproer de 5000 gulden, hem dooi de Staten aangeboden afwees. Erkend wordt dat hij 'n aantal muite lingen strafte, maar in 't geheim blies hij toch den opstand aan. Van z'n dood wordt gezegd: „Wat een ongelukkige dood! Want schrikkelijk is het te vallen in do handen der goddelyke gerechtigheid na zulk een leven!". Hoewel roeds lang door ïruin weerlegd^ wordt 't nog altijd voorgesteld, als zouden de bekende laatste woorden van deu Prins 'n verzinsel zijn van den hofprediker. Ondanks de alom bekende tegenspraak van Prof. Blok, komen nog op't répertoire voor de lasterpraatjes over Bodewijk van Nassau, die zich schuldig gemaakt zou hebben aan kerkroof eu heiligschennis en 't aanrichten van 'n bacchanaal met altaar- beuoodigdheden op öoeden Vrydag. Wij mogen ook wel even vermelden de zinsnede, die wel geen invloed kan hebben op de Oranjeliefde van de roomsche jeugd maar toch toekenend is voor deu geest van 't onderwys: „Van Alkmaar begon de victorio van den vijand". Wat zullen die kinderen trotsch worden op onze, ook hun vadorlandsche geschie denis! Ons lijkt de gevolgde methode beter geschikt om de Oranjeliefde te ondermijnen dan aan te kweeken. Waar de Oranjeliefde van on« volk z'n meest vaste basis heeft in onze roemrijke his torie vragen wij ons af, wat er van overblijft, zoo inon dien grondslag er aan ontneemt. Zeker, wij willen niet ontkennen, dat op de roomsche scholen den kinderen eerbied voor 't gezag en dus ook voor onze Koningin ingeprent wordt (al is natuurlijk 'n ultraniontaan hoogcreu eerbied verschuldigd aan 'n hooger gezag); maar tusschen 'n de'gelijken eerbied en on-<e Oranjeliefde bestaat toch 'n reusachtig verschil De Oorlog. Gisteren kwam het bericht van de in neming Van Tripoli; welnu thans wordt dit reeds weer ontkend. Hot bombardement is volgens een bericht uit Rome gistermorgen hervat en word tot 6 uur in den avond voortgezet. Er is geen enkele bevestiging van het bericht dei- overgave ontvangen. Ook staan, mag men de berichten uit Konstautinopel gelooven, de ondorhande- lingen weer op losse schroeven. Het is ODjuist, zoo seint men van daar, dat er. onderhandelingen, welke ook, door tusschenkomst van Duitschland of een andere mogendheid gevoerd worden, ten eiude het Tripolitaausch geschil te beëindigen. De regeering is vast besloten wederstand te bieden; zij zal aanstonds tegen de in Turkije verblijvende Italianen een iei_ks maatregelen treffen en zal een economischen oorlog beginnen. Zij is eveneens besloten elke verwikkeling in deu Balkan te ver mijden en zal waarschijnlijk aan de mogend heden vragen met het oog op de hand having van den vrede, haar tusschenkomst bij de Balkan-Staten te verleenen. De Italiaansche minister van Marine heej last gegeven, dat de Turksche schepen welke zich in de havens bevonden op het oogenbhk der oorlogsverklaring en onkundig waren van deze verklaring, een vrijgeleide voor Turkije of eenigo andere bestemming kunnen krijgen, doch dat de andere Turk sche schepen in beslag genomen moeten worden. Wat de Turksche schepen aan gaat, welke uit nood een haven zyn binnen gevallen, moet aan deze de tijd worden gelaten, welke strikt noodzakelijk is om hun rei6 veilig te kunnen voortzetten. Omtrent koopwaar toebehoorend aan on- zijdigen, welke zich aan boord bevindt van een in beslag genomen schip, moet aan deu Minister van marine nadere instructies wordon gevraagd. En Turkije gaat intusschen voort met deu economischen strijd tegen Italië. De regeering heeft, volgons het Berliner Tage- blatt, een nota gericht tot alle diplomatieke vertegenwoordigers, waarin medegedeeld word, dat alle goederen van Italiaansche afkomst geconfisceerd moeten worden. Zelfs op het douanekantoor werd beslag gelegd op Italiaausche goederen. Maatregelen tot onmiddellijke verbanning van alle Italianen worden getroffen. Al deze berichten geven weinig hoop op een verzoening. Bij volkomen gebrek aan betrouwbaar nieuwe, vinde hier de volgende bittere ironie, door Clement Vautel in de Matin geschreven, een plaats: De bouw van het Vredespaleis in Den Haag maakt groote vorderingen.... Het is zelfs zeer ontrustend. Inderdaad brengt dit vredelievende ge bouw ongeluk. Bewijzen: Er wordt tot den bouw besloten: de oorlog in Zuid-Afrika breekt uit. De plannen worden goedgekeurd: Rus siscb-Japaniche oorlog. Eerste steenlegging: keizer Wilhelm gaat naar Tandzjer; begin van de Marokkaansch- Europeesche verwikkelingen. De eersto verdieping is klaar: Oostenrijk maakt zich van Bosnië en Herzogowina meestor. Tweede verdiepiug gereed: Fransch- Duitsch gehaspel. Het dak er op: Italiaansch-Turkschc oorlog. Met angst en beven, zegt Vautel, volg ik het werk van de metselaars in het Vredespaleis in den Haag. Net omgekeerd als in Balzac'6 Peau de Chagrin wordt de toestand erger naarmate dit grooter wordt. Denk eens aan, dat de glazenmakers, de behangers, de stoffeerders nog niet eens met hun werk begonnen zijn. Ik heb hooren praten van groote schilderingen, symbolen van do zegepraal van de vredes beweging... Past er opl Iedere keer, dat zoo n schilderstuk op zijn plaats gozet wordt, zal er ergens een regen van shrap- uells ueerkomen. Er is ook sprake van beelden (Pax, Lux, Labor, enz.), waaruiee de galerijen zullen versierd worden. Elk beeld zal duizenden menschon levens kos- teu. En op den dag, dat die redcsteuipcl ingewijd zal worden berg je dan maar: 't zal een algemeen gevocht worde-i Waarom Vautel dan ook verzoekt het Vredespaleis eenvoudig af te breken. Dk Marokko Quaestie. Er is gisteren melding gemaakt van het plan van Duitschland en Frankrijk om als er in de toekomst geschillen mochten rijzen ovor de uitlegging vau het te sluiten Ma rokko vordrag, deze te onderwerpen aan het arbitragehof iu Den Haag. Een voor stel in dien geest is echter, volgons de latere berichten, nog niet gedaan. Minister-president Caillaux moet dezer dagen aan eenige leidende politici hun oordeel hebben gevraagd over het verdrag omtrent Marokko. Zij zouden ziek echter niet hebben willen uitlaten en slechts ge zegd hebben, dat de verantwoordelijkheid rust op dengene, dio de macht heeft. Uit hetgeen te dezer zake bekend is geworden, zou gebleken zijn, dat iu het parlement geen meerderheid te vinden zal zyn tot goedkeuring van het verdrag en zouden eenige hoofden vau groepen zelfs willen trachten het ministerie omver te werpen, dadelijk by den aanvang van do zitting en voor het einde der onderhande lingen, teneinde te voorkomen, dat men gesteld zou worden voor het voldongen feit, dat de overeenkomst reeds geteekend was. Het ongeluk tan de „Libbrté." De redo door don Minister van Marine bij de begrafenis der slachtoffers van de „Liberté" gehouden, geeft de „Figaro" aanleiding het volgende op te merken. Do Minister heeft op onTerichrokkon toon ge zegd, dat hij het Yreoselijko geheim, het welk het ongeluk der „Liberté' omgeeft, wil doorgronden. Is hot dan werkelijk waar dat dit geheim zoo ondoorgrondelijk i9 Elke commissie van onderzoek, gelijk de heer Delcassé zoo gaarne iu het leven riep toen hij nog naar den ministerieelen zetel dingen moest, zal hem kunnen vertellen, dat de oorzaken van deze ramp, zonder wedergade in Fraukrijks geschiedenis, niet anders zijn, dan gebrek aan ministerieele instructiën, en verwaarloozing van de maat regelen, na hot ongeluk met de „Jena" voorgeschreven. De toestand in Portugal. Uit Spanje komen nog eenige berichten omtrent den opstand der kouingsgezinden in iPoriugal. De Portugeesche berichten worden door de censuur ingehouden en wat er uitlekt wordt door de regeering tegen gesproken. Nu heeft de gouverneur van Badajoz aan dcoSpaauschen minister van binnenlund- 8ch zaken geseind, dat volgun9 mededeo- Imgcn van reizigers, die uit Oporto kwamen, twee bommen waren noorgelegd op een brug bij Entroncamento, van welke bommen een ontplofte eu groote schade, maar geen verlies van menscbenlevens veroorzaakte. Die reizigers verhaalden verder, dat aan den opstand te Oporto verscheidene politie agenten hebben deelgenomen en dat er onder de gevangenen ook twee majoors zijn. Er loopen allerlei tegenstrijdige geruch ten. Volgeus de koningsgezindon is de togeurevolutie algemeen. Een gedeelte van het garnizoen te Guimares zou zich by Couceiro en zijn 4000 man hebben aango- sleten; Ie Viaua Castello en Figueira do Foz, dicht bij Opoito, zouden, do konins- gezinden lieer en meester zijn, enz. Maar volgens de republikeinsche berichten is er niets van dat alles waar en is het overal rustig in Portugal. Te 'Setubal zoo wordt aan de K61- nischo Zëiting bericht heeft een volks-

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1911 | | pagina 1