N. V. Amsterdamsche boterhandel.
ADVERTEERT IN „DE EEMLANDER".
i 7 en 18
NOVEMBER
1911
VRIJDAG 17 en ZATERDAG 18 NOVEMBER
J
Alle week-abonnés op dit blad. die in het bezit zijn eeoer verzekeringspolis, zijn volgens ae bepalingen in die polis vermeld,
tegen ongelukken verzekerd voor een bedrag van:
9
50 eigen
Verkoophuizen.
Grootste omzet
in Nederland.
VAN DE
Hoofdkantoor: Prinsengracht 299 - Amsterdam.
=H—
DE DIRECTIE.
De ware schuldige.
GULDEN GULDEN bij GULDEN bij GULDEN by GULDEN bij GULDEN by
400 bij 300 ve,'l'eö van één 4QO verlieB van 50 yerlies van ©O verlies van Q verlies van eiken
overlyden. hand of voet. één oog. een duim. een wysvinger. anderen vinger.
GULDEN bij
2000 levenslange
ongeschiktheid.
Uitteering dezer bedragen is gewaarborgd door THE OCEAN ACCIDENT GUARENTr.E CORPORATION Lid., Directeur voor Nederl. Edward Heijman, Oude Turfmarkt 16, Amsterdam
RECLAME-DAGEN
Goedgekeurd bij Kon. Besluit, dato 22 October 1902, Staatsblad no. 27.
Grootste en soliedste adres voor t Boter, Koffie, Thee, Cacao en Suiker met Cadeaux
Filialen te Amsterdam, Utrecht, Haarlem, Arnhèm. Nijmegen, Zaandam, Hoorn, Alkmaar, Lelden, Delft, Dordrecht, Gouda
Gorlnchem, Vltsslngen. middelburg, Goes, Tilburg, Venlo, Zutphen, Deventer. Enschede, Hengelo (O.) Almelo Zwolle Amerst., HUv.
geven wij in ons filiaal te AMERSFOORT LANGESTRAAT81 aan ieder kooper van een pond Boter, Koffie, Thee of
Cacao behalve de gewone bon een prachtig, rijk niet goud gedecoreerde Kop en Schotel Extra Cadeau.
Nu de boter buitengewoon hoog in prijs is, maken wij U bijzonder attent op onze verpakte boter.
Vervangt geheel natuurboter voor tafel- en keukengebruik,
merk NAT UB A 50 cent per pond met een hcele bon. 25 cent per balt pond met een halve bon cadeau,
merk EXTRA FIJN AU cent per pond met een heelc bon, 23 cent per balt pond met een halve bon cadeau,
merk PRIMA 42 cent per pond met een heele bon, 21 rent per half pond met een balve bon cadeau.
Huismoeders, doot uw voordeel en koopt in onze winkels, daar kan men voor de bons prachtige en nuttige cadeanx bekomen, ook kan men do door ons
uitgegeven bons en spaarbons inwisselen voor Manufacturen.
P. S. Op de dagen van Extra Cadeaux worden wegens de drukto geen bons ingewisseld. Op 6uiker wordt wel bons doch geen extra cadeau gegeven.
Aanbevelend,
FEUILLETON.
(o)—
0}
Hij zoebt naar de deur, waar boven
een bas-relief was aaugebracht, dat een
volksfeest op dePontedella Caraja voor
stelde en ongetwijfeld een copie was van
een basreliëf van Lucca dtjla Robbia.
De villa was zeker eigendom van een
rijken artist of een aanzienlijk heer. Het
hek doorgaande kwam men in een tuin.
"Was het opzet of toeval, dat dit bek
openstond! Het een beetje openduwende,
zag Noel op dertig passen afstands bet
huis liggen, schijnbaar gesloten. Het was
tamelijk laag van verdieping want het
dak bestond uit een terras, dat men
bereiken kon door een overloop. De
ramen aan den voorkant waren niet
verlicht, het geheele buis leek wel uit
gestorven. Ik ga er niet in, zei Rambert
tot zichzelf, ik blijf buiten wachten.
Wanneer de man komt zal ik hem op
den drempel staande houden, hem voor
bet dreigende gevaar waarschuwen en
hem medenemen. Hij vroeg zich niet
eens af wat die jonge man met die dame
bad uit te staan, dat kon hem niets
schelen, och men kon wel begrijpen,
wat het was.
De dame bedroog zeker haar man ea
moest zeker baar minnaar spreken. Deze
stond te wachten, en de echtgenoot, die
alles te weten was gekomen, Iwilde onge
twijfeld gewapend er. tot alles in staat
dit rendezvous verijdelen. Zeker, zoo iets
was het.
Bij deze gedachte had bij bet liefst de
plaats verlaten en zich zoodoende ont
trokken aan betgeen bij zooeven nog als
een gewetensplicht had beschouwd.
Ik kies geen partij voor den bedrogene,
zeide hij. Maar zou het wel zoo zijn? En
heb je niet je woord gevevan en er geld
vcor aangenomen? Dus blijven. En hij
bl°ef. De koorstachtige opgewondenheid
der dame had hem van de noodzakelijk
heid overtuigd, en hij zou zeker als een
soldaat op schildwacht lot den morgen
hebben blijven staan om op den komende
te wachten, Maar eeusklaps hoorde hij
9temmen, of was bet een vechtpaiüj, in
iedtr geval iets bijzonders, dat uit het
huis klonk, zoodat hij onwillekeurig op
het geluid afgaande de tuin inging. Hij
overlegde niet, hij was er om te helpen,
en hij deed dus zijn plicht.
Ja, het was inderdaad een heftig dispuut
dat uit het donkere huis geheimzinnig
naar buiten drong.
„Wat? Zon ik te laat gekomen zijn?"
Hij aarzelde geen oogenblik. In drie
sprongen stond hij bij de stoep. Hij snelde
de vijf zes treden op en rammelde aan
de deur. Dicht! onmogelijk ze open
te krijgen.
„Ik zal eens rond het huis loopen",
zeide hij, „misschien vind ik daar wel
een raam."
En werkelijk viel er door een raam
van het sousterain bijna een manslengte
hoog, niettegenstaande er een dik groen
gordijn voor hing, een smalle streep
licht naar buiten. Uit die richting kwamen
ook de stemmen. Alles was stil, maar
door een opening, daar het niet geheel
en al was dicht geschoven, kon Rambert
in het vertrek zien.
Hij hield zich aau de ballustrade vast,
sprong op den uitstekenden rand, en zijn
gezicht tegen de ruit drukkende, zag hij
bij het licht eener hanglamp twee beeren:
de eene, groot en in voorname houding,
in een langen gekleedeD jas, den hoed
op, met een zwarten baard, waarover hij
met de hand streek; de andere blond, erg
bleek, blootshoofd en met de armen over
elkander leunde tegen een eikenhouten
kist, als iemand die het een of ander
trachtte te beschermen.
Tusschen hen beiden stond een tafeltje
met gedraaide pooten, waarop allerlei
kunstvoorwerpen van zilver, marmer en
brons lagen. Bij het blauwachtig licht
kon men een Andalusisch mes zonder
schede zien liggen te midden van allerlei
miniaturen van beroemde meesterwerken,
marmeren beeldjes en pressonpapier.
Het was wel vreemd, dat Noel het
eerst het mes zag en bij kromp onwille
keurig van schrik iueen.
De twee heereu waren klaarblijkelijk
tengevolge van een voorafgaande twist,
in de hevigste woede ontstoken. Aau het
verstand is dan het zwijgen opgelegd en
dan komt de natuur van het wild beest
in den mensch te voorschijn.
Zij zagen elkaar aAn met oogen als
kolen vuur. Zonder te weton, wat hij
deed, klopte hij werktuigelijk met de
eene hand tegen de ruit, zich met de
anderen aan het kozijn vastklemmende
en onafgebroken in de helder verlichte
kamer kijkende.
„U zult mij mijn eigendom teruggeven,
mijnheer", hoorde hij juist op nijdigen
toon den man met den zwarten baard
de oudste der twee zeggen.
En Noel voelde, dat hem een rilling
langs den rug liep, want hij zag dat
deze onafgebroken het oog gericht hield
op het Spaansche mes.
Rambert stond op het punteeuschreeuw
te geven en zich op hem te werpen;
waut hij begreep maar al te goed, wat
die blikken waaruit niets dan wraak
sptak, te beteekenen hadden. Rambert
meende nog, dat hij hem „nooit" hoorde
'.eggen, ongetwijfeld het antwoord op het
dreigement, en zag, daarna boe hij, sis
een adelaar, die zich op zijn prooi stort,
eensklaps het mes greep.
„Hij zal hem doodstekenl" riep Noel
heesch.
(Wordt vervolgd).
Stoowdrnkkerjj A. W, H. Eymann, Kleine Haag 0,