THANS Sigaren GEBR- VOLMER. B. RUITENBERG Hzn. Alle week-abonnés op dit blad, die in het bezit zijn eener verzekeringspolis, zijn volgens ae bepalingen in die polis vermeld, -tegen ongelukken verzekerd voor een bedrag van: - 2000 levenslange 400 bij 300 Teilies vau één verlies van 0(J verlies^van verlies van Qverlies van eiken Louis Klein flzn. Melange Boter Krommestraat 8. B E H A N G E R IJ - - - STOFFEERDER IJ VERHUIZINGEN - Methorst Van Lutterveld. m ia a. - - Verleunen crediet onder persoonlijke of zakelijke Incasso's. Vreemd De Nieuwste Stoffen TELEFOON 206. J. VAN GINKEL -> HOOGEWEG 76. Polmaise Anthraciet3050 f 1.65 - 2030 f 1.60- - 12120 f 1.20. ^5* (5(cZICL XX&ac&di „Gloria" VULKACHELS TEGELPLATEN Firma J, KOOL zoowel in eenvoudige als luxe verpakking. - Zeer ruime keuze. L. van Achterbergh, Arnhemschestraat 1 - Telefoon 155. De ware schuldige. GULDEN bij GULDEN GULDEN bij GULDEN bij GULDEN bij GULDEN bij GULDEN bij tJitkeerins ongeschiktheid. overlyden. dezer bedragen is gewaarborgd door THE OCEAN ACCIDENT van een iv-i verlies van veruea vau hand of voet. één oog. een duim. een wijsvinger. anderen vinger. GUARENTE.E CORPORATION Lid., Directeur voor Nederl. Edward Heijman, Oude Tnrtmarkt'16, Amsterdam VLEll OF. Ia S - OH(i ELS 'iano$ Knnstspelpiano's Muziek 5" UTRECHTSCHESTRAAT 3. is bet voor U de beste gelegenheid> om ter vervanging der dure Room boter, onze prima van t 0.45 per stukje van een pond te probeeren. Deze Boter is onverpakt, dus niet in carton of iet6 dergelijks, zoodat het alleen aan de kwaliteit besteed wordt. Deagcwenscht wordt ze ook zonder prijsverhooging aan huis bezorgd. Aanbevelend, Zuid HollaudNehe Boter* en Kaashandel BERGSTR. 34. KAMPSTR. 46. (Commanditaire Venuooteu II. OVRNS A KOVEN, te Amsterdam.) AMERSFOORT, Huurhuizen 15 BAARN, Mollerusstraat 88. Telefoon 49. Telefoon 141. KANTOOR GEOPEND van !>-5 uur. UTRECHTSCHESTRAAT 21. TELEF. 243. ONTVANGEN VOOR HET AANSTAANDE SEIZOEN. Alleen verkoop voor Amers- foort der Hollandia Dames en Heeren Regenmantels en Jassen. zJoimaiée yin/fmiciefr wan/ ^A/zufe u/améc/is y/eya&u>ey?i/nJiJy wew&egejae/ -zziAAe<n/ -£4ts ïa/melinq /i^ewrrieAaencu riaa,m/ wan/ Bestelhuis J. HOFLAND. Varkensmarkt. /Zuwüófiïcunb&vtb CcX*. (fjoc^ioopl Hou JOVnilofiUT DÖV ybic&t tëpxikiö owzxt Skijzcoiizavit ntcttLxbOht^iKvi^ on attestor* UOH OVV7A2 oc »to^cfto->v Sè^oCptUtC-H r JUutfcw Jol lizA dp tjiAcf(«cmU ciicw CUnezsfoozl' en de nieuw model VERHOOPT 33 UTRECHTSCHESTRAAT 33 AMERSFOORT - T E L E F O O N No. 195. Sigarenmagazijn „DE GRAAF VAN ATLONE". FEUILLETON. -(?>- 32) Andermaal moest hij zich aan de blik ken der nieuwsgierigen blootstellen. Zoo lang bij in de gevangenis was, had hij geen stap kunnen docD, of men bad bem aangegaapt; en dat was niet de geriugste van zijn Kwellingen geweest, en nu was de marteling te grooter omdat het nu meuschen waren, met wie hij dagelijks in aanraking was gekomen. In zijn eigen woning en in tegenwoordigheid van zijn jongen den smaad eener zoo vreeselijke aanklacht te moeten ondergaan, ziet, dat werd te veel voor bem. Hij klom haastig de trappen op, en daar de trap donker was struikelde bij meer malen. Op den overloop aangekomen, waar zijn zolderkamertje lag, en waar het net zoo donker was als beneden, sliet hij tegen een oud man die naast hem woonde, met wien hij vroeger vaak een pijp tabak of een stuk brood gedeeld bad; hij vroeg hem kortaf: „Waar is mijn jongen?" Hij dacht alleen maar aan zijn kind. De oude keek Rambert aan, alsof hij een spook was, en antwoordde: „Hij is hier hij is goed verzorgd. Wat jij bent het Rambert?" Noel had de deur van zijn kamer reeds opengeduwd, en zoodra hij met den ageni was binnengegaan, riep hij op luiden en benauwden toon: „Jacques! Jacques!" Een kiudeilijke heldere stem riep hem blijde toe: „Papa! O, daar is mijn papa!" Eu de kleine wierp zich bevend inde armen van den ongelukkigen man, die hem tegen zijn borst drukte, hem kuste tn streelde, nogmaals aau de borst drukte en hem sprakeloos telkens weder kuste. De kleine lachte, en met de handjes door het ruwe haar van den werkman gaande, riep hij uit: „O, wat beu ik blij! Nu zult u mij niet meer alleen laten, niet waar, ondeugende papa?" De agenten waren reeds begonnen met het onderoek vau het ellendig kamertje, zij openden een ledige kast, lichtten de versleten matrassen op en keerden de zakken in de afgedragen kleederen van den armen drommel om. Zij keken achter den gebarsten spiegel, haalden de laden uit, waarin nog enkele lorapeü waren, die nog niet naar den lommerd waren verhuisd, zochten op het gereedschap naar verdachte roestvlekken, welke bloed op ijzer achterlaat. Misschien waren er in dat armzalig verblijf van dit arme, opgejaagde wild nog wel bewijzen voor andere misdaden te vinden. Noel bekommerde er zich niet om, en herhaalde slechts met heesche stem: „Kijk mij aan, Jacques! Wat zie je er bleek uit, miju arm schaap —En je hebt donkere kringen om je oogen. Zeg, je bent toch niet ziek? Heeft de coucierge goed voor je gezord? Geef mij een kus, mijn lieve, beste jougen. Weetje liet? Zij wilden mij niet meer naar je toe laten gaan. Neen, dat wilden ze niet. Kun je lat begrijpen? Zeg mij toch, Jacqu.,*, mijn kleine, lieve Jacques, heb je aan iets gebrek gehad, toen ik hier niet was?" „Neen?" gaf Jacques glimlachend ten antwoord, „hij is gekomeu om mij te halen!" „Wie?" vroeg Rambert. Het kind keerde zich om en wees met de hand op een langen man, die melde armen over elkaar tegen het raam stond te praten met mijnheer Dubois. Noel, die op de knieën lagen liet kind in zijn armen hield, keek op om den mau te zien. Hij herkende hem niet en kon in het halfdonker slechts zien, dat hij lang van gestalte was en er streng uitzag. „Hoe heet hij, die daar?" vroeg Ram bert heel zacht aan den kleine eenigszins ODgerust. „Mijnheer Pascal Arthez," antwoordde Jacques. Noel sprong omhoog, en ging met den jongen aan de hand naar mijnheer Arthez, om hem met iunige blijdschap aldus aan te spreken: „Wat? U hier, mijnheer Arthez? O, u zult ook wel aan hem zeggen dat ik geen moordenaar ben niet waar?" „Een moordenaar!" herhaalde het kind met groole oogen. ötoomdru kierjj A. W. H. Ejwaiin, Kleine Haag 8, Arthez had zijn plaats veriaten, en op Rambert afgaande, keek hij hem aan met een blik van diep medelijden. Daar sprak velerlei uit: smartelijke twijfel, out- zettende angst, een "ragen zonder woor den; en deze eerste oogopslag, welke Noel zoo goed begreep, scheen den ouge- lokkige vreeselijker te zijn, dan beschul digingen, waartegen hij zich sinds de misdaad gepleegd was, trachtte te verde digen. „O God!" zei hij, „zou hij mij ook voor schuldig houden?" HOOFDSTUK VI. Arthez was een dier menschen, die mannelijke vastberadenheid aan goedheid van karakter paarden, die iedereen on weerstaanbaar aantrok, en welkj nog meer dan zijn persoonlijke moed, hem groote o ermacht op de massa verschafte, en op al degenen, die in den strijd voor vrijheid en voor recht ouder zijn bevelen hadden gestaan. Zoo was ook Rambert in de woelige Februari eu Meidageu Arthez overal gevolgd, want hij stelde een onbepaald vertrouwen iD zijn aan voerder, geloofde in hem met bijDa kin- derlijke genegenheid en bewees hem de meest otuerholen hoogachting. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1911 | | pagina 4