stadsniêUwsT" WEERBERICHT. Thermometerstand Gemeenteraad. MEDEDEELINGEN VAN HET KONINKL. NEP. MET. INSTITUUT. Opgemaakt voorm. 10.57 unr. De Bilt, 2 Jauuari 1912. Hoogste barometerstand 776.7 m.M. te Müochen, laagste 739.7 te Haparaoda. Yerwachting tot den avond van 3 Januari 1912. Zwakke tot matige meest Z.W.-lijke wind. Gesteldheid van de lucht: Nevelig tot betrokken, weinig neerslag. Temperatuur: Dezelfde. Barometerstand hedenmiddag te 12 uur 772 m.M. Vorige stand te 12 uur 765 m.M. te Amersfoort. Hoogste gisterenF. 48 Laagste hedennachtF. 45 Hedenmiddag 12 uurF. 48 Later wordt gemeld, dat het telegra- phisch verkeer met Tebriz is hersteld. De Russische troepenafdeeling, welke op 27 Dec. uit Dsjoelfa naar Tebriz vertrok, is aldaar aangekomen. De automobielen be wijzen op de wegen naar Tebriz bij het vervoer van troepen en munitie goede diensten. Het Eogelsche oorlogsschip „Fox" heeft met het oog op mogelijke gebeurtenissen, 169 man infanterie te Busture aan de Perzische Golf aan land gezet. Vergadering van den Raad der Gemeente Amersfoort op Dinsdag 2 Januari 1912, des namiddags te 3 ure. Voorzitter do Burgemeester. Aanwezig alle leden. De Voorzitter: Mijne Heeren. Reeds den tweeden dag brengt ons samen, waardoor ik in de gelegenheid ben U mjjn gelukwemchen aantebieden. Ik hoop, dat het U wel zal gaan U en Uw huisgezin, 't Valt me moeiljjk de wederwaardigheden van het jaar in het kort weer te geven. Niet uit vree» voor den stenograaf, die voor 't eerst onze zitting bjjwoonl, maar omdat er zoo veel is voorgevallen. Ik wil alleen constateeren, dat een opgewekt leven in de gemeente-huishouding heeft geheerscht. Gij zijt er in voorgegaan en alle ambtenaren hebben zich niet onbetuigd gelaten. Ik dank U voor hetgeen gy gedaan hebt en ook de ambtenaren, vooral den secretaris en hoop, dat de belangen der Gemeente U steeds nauw ter harte zullen gaan. (In-, stemming). De heer Van Kalken: Mijnheer de Voorzitter. Als oudste lid van den Raad ver trouw ik de tolk te zijn van alle leden, wanneer ik U meedeel, dat U immer op den steun kunt rekenen van alle leden, als het geldt de belangen van de Gemeente. Ik hoop dat God U nog lang zal sparen voor Uw werkkring en dat de leden van den Raad, nauwlettend de ernstige belan gen, die ons wachten zullen behartigen. Ik hoop dat God U en Uwe echtgenoote nog lang de gelegenheid zal schenken den bloei van onze gemeente mede te maken. (Instemming). Ingekomen zijn: Van Burgemeester en Wethouders van Amersfoort het proces verbaal van kas opname bij den Gemeente-Ontvanger op 22 December 1911. Van Ds. II. J. Meiner» een bericht dat hij zijne benoeming tot curator van het Gymnasium aanvaardt. Van T. van Daal een bericht dat hij zijne benooming tot adviseerem' lid van de commissie van bijstand in het beheer der Gemeente-reinigiDg aanvaardt. Van G. Bersma een bericht dat hij onder dankzegging voor het in hem gestelde vertrouwen de benoeming tot lid der com missie van toezicht op het lager onderwijs aanvaardt. De heer Gerritsen: Mijnheer de Voorzitter. Ik kan zeer kort zjjn, daar het voorstel om in hooger beroep te gaan mijn volle goedkeuring heeft. Het is echter noodig, dat ik nog enkele onjuistheden van Gedeputeerde Staten nader in het licht stel. De opmerking, die Ged. Staten maken met betrekking tot het aantal zielen is niet juist, daar het aantal miliciens niet wordt medegerekend bij de officieele telling. Bovendien hebben we het gelukkig ver schijnsel in de laatste jaren gezien, dat min gegoeden en paupers uit de gemeente zijn vertrokken en we daarvoor belastingschul digen in de plaats hebben gekregen. Met andere woorden, de conolusie van Gedep. Staten, dat de bevolking niet erg vooruit gaande is, kunnen we buiten beschouwing laten. Wil Amersfoort groot worden, dan moet de uitbreiding naar mèer dan één kant kunnen geschieden. Bovendien, ik heb het reeds herhaaldelijk opgemerkt, niet ieder een wil op den Berg wonen. Men zoekt rustiger plekjes met booinen en prachtigor omgeving. Waarom wordt én de „Hertekop" én „Oud-Leusden" zoo druk de» zomers be zocht Zeker voor een groot gedeelte door hot prachtige „Nimmerdor". Een andere onjuistheid wil ik aanwijzen in de overwegingen van Gedeputeerde. Nimmerdor ligt geen half uur gaans van de stad; nog niet de helft, vanaf hetJuli- ana-plein gerekend. Ten slotte de koopprijs. Deze is wel zeer billijk te achten, daar bij slooping van boomen en gebouwen, de bezitting op circa f60000 is getaxeerd; de grond zal dus niet meer dan ll5 cent per vierkanten meter kosten en niet zooals Gedeputeerde Staten uitrekenen, 17 cent. De heer Veis II e y n: Met veel be langstelling en met andere gevoelens dan de heer Gerritsen, heb ik het besluit van Ged. Staten vernomen. Ik kan me daarbij volkomen nederleggen en zal stemmen voor het voorstel van de minderheid, om niet in hooger beroep te gaan bij H. M. de Koningin. De heer Jorissen: Op dezelfde gronden als iu Sept., heb ik er niets tegen, meneer te leggen bij het besluit van Ged. Staten. Maar er zijn nog andere redenen, We wotcn, dat er een combinatie van inge zetenen was, die Nimmerdor iu handen had. Die combinatie heeft de gemeente den voorkeur gegeven. Dat is te prijzen. Zou het nu wel aangaan nogmaals van de goedheid van die combinatie gebruik of liever misbruik te maken. Laat het nu aan die combinatie over. Er wa6 haast bij, zooveel haast, dat we geen vier dagen konden wachten, tot de nieuwe leden waren geïnstalleerd. Sinds dien zijn 4 maanden verloopen, buiten de schald van den Raad, maar als het nu nog 2 maanden aanloopt, maken we misbruik van des heeren Boetzelaer's goedheid, die zooveel spoed had. De heer Oosterveen: Ik ben tegen den aankoop, dien ik niet wenschelijk acht voor onze gemeente en die ons steeds zal drukken. Amersfoort is geen rijke gemeente en heeft zich gelukkig [kunnen behelpen met een belastingpercentage van 3 pet. Gelukkig is de heffing vergroot in de laatste jaren en daardoor heeft de gemeente in tal van zaken kunnen voorzien. Maar ondanks die verhooging van het bedrag hebben we den belastingdruk niet kunnen verminderen. Bovendien zjjn er nog tal van zaken, die voorziening eischen, als marktwezen, be strating, overkluizing Kortegracht e. d. Er wordt gesproken van een nieuwe H. B. S. en uitbreiding M. U. L. onderwijs, alle zaken, die groote uitgaven eischen en B. en W. zullen dan ook niet knnnen ver zekeren, dat het percentage niet zal ver hoogd behoeven te worden in de toekomst, Ook draagt de aankoop een te speculatief karakter. De opbrengst die er van te maken is, staat ongeveer gelijk met de waarde. Zeker ie, dat de Gemeente nieuwe lasten zal krjjgec; zeker is, dat Nimmerdor ver af ligt en zeker is, dat als Nimmerdor be bouwing krijgt in de toekomst, wat m. i. nog zeer twijfelachtig is, dat de tusschen gelegen gronden zeer in prijs zullen stijgen, zoodat er dan geen sprake van is. dat we de prijzen der grondenspeculanten zullen kunnen drukken. Wethouder R ij k e n s. Mijnheer de Voorzitter; ik geloof, dat we thans de dis cussies over deze zaak gerust kunnen staken. Vóór- en tegenstanders beide heb ben, naar ik aanneem, zóó gesproken, als zij, naar innige overtuiging meenden, dat het belaug der gemeente vorderde. Als zoodanig kan men elkanders meening respec teeren. Toch zou ik gaarne zien, dat de beslis sing der Kroon werd ingeroepen. Deze zal het advies inwinnen van mannen, wier kennis en ernst door ons allen worden erkend en de partij, die in het ongelijk wordt gesteld, zal dan gemakkelijker er kennen, dat ze het toch vermoedelijk niet bij het rechte eind heeft gehad. Dat kan ik op dit oogenblik nog niet, mijnheer de Voorzitter, omdat ik eenigszins verbaasd ben, niet over het besluit van Ged. Staten, maar over de wijze waarop dit college de zaak heeft behandeld. Niet minder dan drie en een halve maand hebben Gede puteerden noodig gehad, om een besluit te nemen, gecompileerd uit de verslagen van de Raadszittingen, plus een paar onjuistheden. Na verloop van circa drie maanden, kwam een spoedbrief toen scheen er plotseling haast te zijn oin maar eens terstond te willen opgeven: de revenuen, die het landgoed thans afwierp, terwijl men toch kon weten, dat die revenuen door allerlei bijzondere omstandigheden beneden de mogelijke moesten blijvon. Gedeputeerde Staten hebben voor deze beslissing bijna twee maal zooveel tijd voor zich geëischt, als ons hoogste Staats college bij de wet is toegestaan. En aan gezien er helaas geen middel is om [Gede puteerde Staten in zulke zaken tot spoed te dwingen, wensch ik voor mij persoonlijk op deze wijze te prolesteeren, want als het met andere zaken in het vervolg ook zoo mocht gaan, dan kan onze gemeente daarvan te een al' ander tijd schade ondervinden. Een andere reden voor mij, om in hooger beroep te komen, is gelegen in de meening, die ik ben toegedaan, dat Gedeputeerden zich hier mengen in een zaak, die geheel aan den Gemeenteraad moest worden over gelaten. Ik bevind mij, wat doze meening betreft, in goed gezelschap. Prof. Oppen- heim, tegenwoordig lid van den Raad van State, zegt in zjjn bekend werk „Het Nederlandsch Gemeenterecht" over het toezicht van Ged. Staten op den Gemeente raad, o. a. het volgende: „Stellig woidt tegen den geest van de bepalingen van de grondwet, van welke dit toezicht het uitvloeisel is, gezondigd, als de gedeputeerde staten zich plaatsen op de stoelen van de gemeenteraadsleden." Dit deden mijns inziens de gedeputeerde 6taten van Gelderland, toen zij den Raad van Arnhem dwarsboomden iu zjjn voor nemen een buitengoed aan te koopen, ten einde Arnhem nog meer dan het geval is, voor inwoners en vreemdelingen aantrek kelijk te maken door haar natuurschoon en hare heerljjke omstreken, in den vol- sten zin hare „levensaderen". De gedepu teerde staten vreesden van dezen aankoop eeue verineedering van belastingdruk, die zij voor de ingezetenen niet wenschelijk oordeelden. Maar ging dit hun rechtstreeks aan? De raad meende terecht van niet en kwam bij de kroon in beroep." Tot zoover professor Oppenhoiui. Ik hoop, dat deze raadsleden, hetzjj zjj vóór- of tegenstanders van den aankoop zijn, zullen denken als hij en in hooger beroep gaan. De heer Van der Wal: Mijnheer de Voorzitter. Hoewel eerst mjjn plan was hot thans aan de orde zijnde punt nog eens te bespreken ben ik daarvan bij her haalde lezing teruggekomen omdat in de memorie van toelichting reeds alle bemer kingen van Gedeputeerde Staten op ieder punt volkomen worden weerlegd. Ik wil dan ook B. en W. mijn oprechten dank betuigen voor doze sobere maar niettemin alles zeggende Memorie van Toelichting. Slechts dit ter versterking. Op pag. 19-5 zeggen B. en W. „dat de koopprijs aan zienlijk is kan evenmin door den Gemeen teraad worden toegegeven. Indien men de „waarde der gebouwen geheel buiten reke ning laat bedraagt de koooprjjs 171/, „cent per M2. Hieraan zoude ik nog willen toevoegen: daarbij neme men nog in aanmerking dat 6000 strekkende meter nu reeds aan breede verharde wegen ligt, dat is: 200 bouwterreinen met 30 Meter frontbreedte gereed ter verkoop. De hei.r van Kalken: Het had mo gelijk kunnen zjjn, dat voorstaoders tegen standers en tegenstanders voorstanders had den kunnen worden in den tijd, dien Ged. St. noodig hadden om een besluit te nemen. Maar de toestand is dezelfde gebleven. En we hebben nu een vraag te stellen on wel: Is het gewenscht ons neer te leggen bij het besluit vau Ged. Staten? En ieder ernstig Raadslid zal moeten antwoorden, met den Voorzitter volmondig ja. De voorstanders zullen toch moeten erken nen, dat het te gewaagd is, er is te veel risico aan verbonden. Men moet erkennen, dat Nimmerdor geen punt is, dat bebouwd zal worden. Wanneer men de gemeente naren hoort, is het maar hoogst zeldzaam, als men iemand spreekt, die het niet eeus is met het besluit van Ged. .Staten. De heer Van Esveld: Toen het besluit tot aankoop van Nim merdor werd genomen, stelde de Raad zich op het ruime beginsel dat eene ge meente uiet lijdelijk mag blijven afwachten op welke wijze uitbreiding der gemeente zich zal ontwikkelen. Integendeel werd het beheerBchen van de uitbreidingsplannen niet alleen wenscheljjk maar ook nood- zakeljjk geacht. Gedeput. namen een enger standpunt in en meenen dat eerst dan sprake van aankoop zou kunnen zijn wanneer ook zonder dien aankoop van gemeentewege bebouwing van hot landgoed zoude plaats vinden en hierbij ongewenschte toestanden zouden ontstaan. Het spreekt vanzelf, dat de Gemeente dan met de nachtschuit komt, dit wil zeggen te laat. Beide beginselen zjjn dus met elkander in lijnrechten strijd. Niets is nu natuurlijker dan dat de Raad in hooger beroep gaat om zoodoende eene eindbeslissing tusschen beide opvattingen te verkrijgen. Mjjninziens is het van belang voor onze gemeente, dat ook de tegenstanders van den aankoop van Nimmerdor dit voor stel tot hooger beroep steunen. Want bij de opvatting van Ged. zou elke ver dere poging tot vooruitbrengen Tan onze Gemeente op geljjke wijze voor goed den kop kunnen worden ingedrukt. De heer Roland us Hagedoorn: De heer van Kalken heeft gesproken van ernstige Raadsleden en nu wil ik wel zeggen, dat als ik het woord voer, dat ik dit doe als ernstig lid. En dan wil ik mjjn dank uitspreken voor het voorstel van de meorderheid van B. en W, We hebben voor onze takken van dienst onze directeuren, die zich in de zaken_onzer gemeente inwerken en de belangen er van naar hun beste weten voorstaan. Wanneer nu eenmaal een besluit is genomen, op een voorstel door die directeuren voorbereid, dau is het een goede gewoonte, dat dat ook door de minderheid wordt gerespecteerd. Een voorstel om in hooger beroep te gaan, lijkt mij .dan ook minder juist. Ik had alleen de vraag willen voorleggen, of we vertrouwen zullen stellen in onze directeuren, in casu het college van B. en W. Dat college heeft een voorstel gedaan op goede gronden, dat door ons is aangenomen. Als nu hun voorstel wordt teruggewezen en het loopt naderhand met de gemeente zaken verkeerd, dan hobben zij het recht te verwijzen naar het besluit van den Raad, die hun voorstel niet accepteerde. Ik nu heb voldoende vertrouwen in onze directeuren en zal dan ook gaarne voor hot voorstel stemmen. Db heer Veis H e ij n: Het eerste ge deelte van hetgeeu de heer Hagedoorn zeide, heb ik niet goed begrepen, maar nu zie ik, dat hij met die directeuren het col lege van B. en W. bedoelt. Dat het besluit moet gerespecteerd wor den, ben ik niet met hem eens. Want het is nog geen besluit, het is niet goedgekeurd. Ik stel er echter prijs op, pertiment te ver klaren, dat als Ged. Staten het hadden goedgekeurd, wij alles zouden gedaan heb ben om Nimmerdor aan zijn bestemming te doen beantwoorden. En dat zullen we ook doen, als de Kroon het wel goedkeurt. De heer Jorissen: Wij verzetten ons volstrekt niet tegen een eenmaal genomen Raadsbesluit, we leggen ons eenvoudig bij de beslissing van Ged. Staten neer. In rondvraag wordt gebracht het voorstel der meerderheid van B. en W. om in hoo ger beroep te gaan bij de Kroon, welk voorstel wordt aangonomen met 10 tegen 9 stemmen. Voor de heeren: Gerritsen, Van Esveld, Kam, Van Duinen, v. d. Wal, Briit, Eijsink, Rijken8, Rolandus Hagedoorn en Tromp van Holst. Tegen de heeren: Oosterveen, Kroes, Veis Heijn, Koning, Houbaer, Salomons, Van Kalkon, Ruye en Jorissen. Bij de rondvraag, wordt het woord ge vraagd door den heer Gerritsen, die de volgende interpellatie tot B. en W. richt In het weekbl. voor de Gemeente ar beiders, komt een stukje voor uit Amurs» foort, dat direct onze gemeentebelangen raakt. Daarbij wordt den baas Buhrmann ten laBte gelegd hij zijn plicht niet doet. Hebben B. en W. hun aandacht daar aan geschonken en zoo ja wat is daarvan het resultaat? Wethouder Kam: M. de V. Na dat ik op dit berichtje opmerkzaam was gemaakt, heb ik aan de gasfabriek deze zaak onderzocht, zoadat ik gereed ben den heer Gerritsen dadeljjk te antwoorden. In de eerste plaats heb ik mij daartoe gewend tot den Directeur der gasfabriek, die mij heeft gezegd, dat op 5 December j.l. de smid II. Veenendaal tot hem is ge komen met het verzoek vrijaf te verkrijgen tegen den d.a.v. Zondagavond 10 Decem ber van 610 n.m. voor: J. Hoegen, le gasstoker, E. Malestein, 2e gasstoker en A. Teters, stoomstoker, daarvoor in plaats

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1912 | | pagina 2