Bijvoegsel behoorende bij DE EEMLAN DER van Zaterdag 17 Februari 1912. ZZI STADSNIEUWS. (VERVOLG.) De Reorganisatieplannen. Nu door B. en W. reorganisatieplannen, betreffende het L. O. zijn aanhangig ge maakt, achten we het niec ougewenscht, eene zaak ter sprake te brengen, die vooral met den gezondheidstoestand der leerlingen en dientengevolge met de resultaten van het onderwys in het nauwste verband staat nl. de regeling der vacauties. In onzen tijd zullen er zeker uiet veel personen, tat oordeelen in deze bevoegd, worden aangetroffen, die van ineening zijn, dat, onder overigens gelijke omstandighe den, de resultaten van het onderwijs recht evenredig zijn met het aantal uren, dat er per dag en per jaar aan woidt besteed, tn.a.w. dat die scholen de beste zouden zijn, waar het minst vacantie wordt gegeven. Men heeft ingezien, dat de boog niet voort durend gespannen kan worden gehouden en rusttijden noodzakelijk zyn. In het, weliswaar vaak overdreven, ge zegde van moeders „mijn kind kan de school lucht, niet vordragen" steekt toch wel waarheid. Al willen wo direct toege ven, dat hot niet alleen schuilt in die „lucht", toch moet erkond, dat dit nadeel gevoegd bij anderen, als gebrek aan beweging en spel, oorzaak is, dat veel kinderen in den eersten tijd van 't schoolgaan vaak lijden aan gebrek aan eetlust en er wit beginnen uit te zien. We zullen enkele uitspraken van deskundigen op dit gebied hier laten volgen. Dr. SchmidMonnard, die niet minder dan 5100 jongens en 3200 meisjes onder zocht, verklaart „De algeineene ziekelijkheid der jongens „bedraagt in 't eerste schooljaar slechts 3° 0 „Dan steigt zij gemiddeld tot 30 pet. en „bedraagt in het 13e en 14e levensjaar nog „20 pet." „De algemeene ziekelijkheid der meisjes „in het eerste schooljaar 20 pet; spoedig „stijgt zyj tot 40 en 50 pet-, om op 14- „jarigen leeftijd tot 25 pet. te dalen". Aiel Key, psycholoog in Zweden onder zocht 11000 leerlingen van lagere, hoogere burgerscholen on gymnasium en kwam tot het volgende resultaat: „Yan het eim'o van het eerste schooljaar „tot het einde van het tweede verdubbelt „zich het aantal scboolzieke kinderen; het „eerste schooljaar heeft 17,6 pet., het laat- „ste 40 50 pet. kinderen met school ziekten". Ook ten opzichte van bijzondere school ziekten, zooals bloedarmoede zijn de na- deelige gevolgen der school aangetoond. Dr. Schmid-Monnard zegt hiervan: „Bij het begin van het eerste school jaar lijden 12 pet. der meisjes aan bloed armoede. Aan het eind van het eerste „schooljaar bedraagt dit 24 pet. In de hoo- „gere klassen neemt de bloedarmoede be duidend toe; daar lydt '/j tot van „het aantal meisjes aan deze kwaal". Uit dit alles is maar écn conclusie te trekken nl. deze: de school werkt ongunstig op den lichamelijken toestand van het kind. Wie aan dergelijke uitspraken i>f niet veel óf geen waaide mocht hechten, vindt onze vacantie- kolonisten daar, om de juistheid van boven vermelde conclusie aan te toonen. Waar het overbekend is, dat slechts in een gezond lichaam een gezonde geest wonen kan, is het duidelijk dat slechte schoolinvloeden het onderwijs niet doet worden, tot hetgeon er van verwacht wordt, waaruit volgt, dat naar middelen moet worden omgezien, die deze belemmerende factoren zoo al niet wegne men, dan toch tot oen minimum reducee- ren. Als een dezer middelen en wel het geschikste, tot harstel of versterking der lichamelijke gezondheid of tot verbetering van een ziek geworden zenuwstelsel, noemde de Schoolsynode te Hamburg iu 1903 vol doend lange vacanties. In het Rapport over vacantieregelingen in Binnen- en Buitenland, uitgegeven door het Centraal Bureau voor Onderwijs ad viezen, vonden we een uitspraak van Prof. Rubner. Deze verklaart: „De vacanties zijn onvoorwaardelijk ge- „eischt tot versterking der gezondheid van „de kindoren. Men weet, dat zij tenminste „binnen zekere grenzen kunnen verbeteren, „wat do school voor nadeelen heeft toege bracht. De spijsvertering neemt gedurende „de vacantiën in kracht toe, de groei wordt „begunstigd, de nerveuze toestanden ver dwijnen". De vraag is nu: hoeveel vacantie dient er jaarlijks te wordon gegeven. De ver- eeniging voor Sohoolhygiëne in Zwitserland sprak zich in 1900 uit voor een vacantie van jaarlijks 12 a 13 weken. Ook het 3e Congres van de „Allgemeinen Deutsche!) Verein fiir Öchulgesundheidspflege", gehou den te Weimar in Mei 1902, oordeelde eene vacantie van ongov. 13 weken per jaar noodzakelijk. Slaan we een blik naar het buitenland, dan zien we, dat meerdere stateu zoowel in als buiten Europa, vrijwel aan dezen eisch voldoen en iu dit opzicht Nederland voor zijn. Het volgende lijstje toont dit aan: Ver. St. v. Noord-Amerika ±14 weken Duitschland 10 a 11 Frankrijk 10 11 Eogeland ±15 Zwitserland ±9 België ±10 Italië ±10 Denemarken +10 Noorwegen 13 i 14 Japan ±10 We kouien nu tot de quaestie: wanneer moet er vacantie worden gegeven en hoe lang moet iedere vacantie duren. Alleen reeds uit godsdienstig oogpunt beschouwd komen we er toe do school gedurende Paschen en Kerstmis eenige dagen te sluiten. Maar er is meer. Weten schappelijk is aaugeloond, dat ten opzichte van het groeiproces in de lente eene ver mindering is waar te nemen. Bovendien is er van af Nieuwjaar onophoudelijk les gegeven en dus de geest vermoeid. Voor herstel is een rustpauze noodig van ongev. 14 dagen. Een gelijk bedrag wordt noodig geacht met Kerstmis. Tusschen deze twee valt de Zomervacantie. De Zomermaanden, en vooral die, waarin onze hoogste tempe- ratuien vallen, zijn voor het ontvaDgen van onderwijs vrijwel ongeschikt. Voor het be palen van den duur der Zomervacantie zien we naar de ons omringende landen en vinden voor .Faankrijk, Oostenrijk en Italië 2 maanden, Noorwegen en Engeland ongev. 7 weken; België 6 weken. Gaan we buiten Europa, dan merken we op Noord-Amerika en Japan met reap, ongev. 78 dagen en 6 weken Zomervacantie. Voor Nederland variëeren deze cijfers van 7 tot 52 dagen. Ieder die van nabij bij het on derwijs betrokken is, weet. dat na de groote vacantio eene vermeerderde activi teit bij de leerlingen is waar te nemen, doch tevens dat in do maanden October en November verslapping der leerlust voorkomt en dat deze merkbare vermoeid heid in December zijn hoogtepunt heeft bereikt. Om gedurende deze periode Au gustus- half December het onderwijs vrucht- dragender te doen zijn, heeft men in Duitschland en Zwitserland eene herfstva- cantie ingesteld van ongev. 14 dagen. Het Rapport uvor vacantieregelingeu in Binnen en Buitenlaed uitgegeven door het Cen traal Bureau voor Onderwijsadviezen hier over raadplegendo vinden we 78 gemeenten in Nederland, die een herfstvacantie hebben ingesteld. Résnmeerende komen we dus tot 2 -j- 6 -j— 1 -|- 2 =11 weken per jaar vacantie, in het belang van het onderwijs, d. i. van het kind. Namens de Afd. Amersfoort e. o. van den B. v. N. O. T. Beverloo Voorzitter. W. van der Maat, Secretaris. Handel en Nijverheid. De Vereeniging Handel en Nijveuheid hield gisteravond haar maandvergadering in de Zwaan, onder voorzitterschap van den heer S. J. van Duinen. Na opening der vergadering leest de secretaris de notulen van 19 Januari, welke worden goekgekeurd. Aan de orde is hierna de agenda 1. Voorstel tot het zenden een van adres aan de Staten der prov. Utrecht, om alsnog te besluiten subsidie toe te kennen aan „de Vereeniging Handelschool" te Amersfoort. Do Voorzitter herinnert er aan, dat in de vorige vergadering vry uitvoerig over deze zaak is gesproken en ten slotte de wensch is te keonen gegeven om een adres te zenden aan de Prov. Staten om de Han delsschool te subsidiecren. Het tijdstip daar voor is thans gunstig. Wanneer er door de vereeniging, en ook door particulieren gevraagd wordt om sub- Bidie, geloofd de voorzitter, dat dit oen daad zal zijn voor Amorsfoort van belang. De heer de J o n g h vraagt of hot niet wenscholijk is het adres te verzenden en een bepaalde som te vragen. Een de r leden meent, dat het van veel belang is, dat Handel en Nijverheid dit adres verzendt, omdat de Handelsschool de vakschool is vooi den middenstand. En als er van ded middenstand nu zelve geen actie uitgaat, konden Prov. Staten wel eens zeg gen: we hooien van den middeustand niets, die schijnt het belang er niet van in te zien. Verder herinnert hij er aan, dat het be stuur der Handelsschool bij personen van verschillende kleur heeft aangeklopt en steun gevonden heeft, zoodat men niet kan zeggen, dat het een wensch is van een be paalde partij. En nu hebben we in Amers foort voor elke cathegorie een school, maai de middeustand, die toch do hoogste lasten moet dragen, mist zijn vakschool. Ook daarom is liet te verwonderen, dat, waar de Minister f 5000 subsidie uittrok, Ged. Sta ten weigerden dat standpunt ook in te nemen. Hierna wordt besloten aan het Bestuur de redactie van het adreB over te laten, dat dan namens Ilaudel en Nyverbeid aan Provinciale Staten zal worden ingezonden. De voorzitter zou gaarne zien, dat tevens nog een adres werd verzonden door ouders, wier kinderen mogelijk de Handels school zullen bezoeken. De heer van S c h a i k zou dit zeer toe juichen, daar dan tevens voor Ged. Staten niet het motief zou bestaan, dat de school hier niet noodig is. 2. Voorstel tot het zenden van een adres aan den Raad der geemeente Amers foort, verzoekende verruiming van de Kam- perbicnenpoort. De Voorzitter ze"t, dat de vraag zich heeft voorgedaan of dit wel tot dn competentie van de vereeniging behoort. Hij meent van wel. Het vervoorwezeu on dervindt in de Kamperbinnenpooi t veel hin der en daar het vervoerwezen toch komt van handelaren, is het wel degelijk in be lang van den handel, dat daar verbetering wordt aangebracht. Verder herinnert de voorzitter aan al hetgeon in den laatsten tijd over do Kampei-binnenpoort is gespro ken en geschreven. Noch de kunstwaarde, nooh de historische waarde er van zijn z.i. aangetoond. Wanneer werkelijk één dezer twee van dien aard waren, dan het vanda lisme zou zijn de torentjes af te breken, zou Spr. zich aan do zijde van de voor standers van het behoud scharen. Eén ding staat alleen vast, dat de toreuljes zeer oud zijn. Reeds in de 14de eeuw was Amers foort on.muurd en mogelijk datoeren ze uit dien tyd. Maar bouw en afworking van het metselwerk komen hem voor te zijn van later datum. Hoe het zij, de geschie denis spreekt er weinig van en het wil den voorzitter dan ook voorkomen, dat ku-st- waarde, noch historische waarde van dien aard zyn, dat het algemeen belang eraan mag worden opgeofferd. Verder bestrijdt Spr. nog uitvoerig een en ander uit het schrijven in de plaatse lijke bladen van den heer Jan Kalf. De heer Van Schaik vindt, dat men de heele kwestie der torentjes kan laten rusten. Do heer Kalf zegt zelf, als het algemeen belang het eischt, moeten de torentjes vallen. Dat nu is juist de hoofd zaak. De verbreeding is dringend noodig voor het verkeer en dan zal er weinig tegen te zeggen zyn. dat de torentjes moeten verdwijnen. Zo bezitten geen sprankje kunst en verruiming is noodig, zoodat slooping de celiigste oplossing is. De heer v. d. Meiden acht het be houd van de torentjes noodig. Bij oprui ming zullen we een der mooiste puntjes van de stad missen, dat blijkt uit de mooie etsen van Harting. Hij zou er zelfs voor zijn de poort ook weer aan te brengen, dan zou een aspect worden verkregen, dat me nige stad Amersfoort zou benijden. De heer Van Schaik herinnert er aan, dat in de Kamer van Koophandel is gezegd dat verbreeding is in het belang van handel en verkeer. Dat moet den doorslag geven. De motieven der voorstanders van behoud zijn zeer ondoordacht. Nu wordteen ets van Harting aangehaald, maar ook zon der de torentjes zou de ets mooi zyn, daar er nog mooie kiekjes van Amersfoort genoeg overblijven. De heer v. d. M e i d e r. zou het toch ten zeerste betreuren als tot slooping werd overgegaan. Hg is het volkomen eens mot hen, die vreezen, dat de Langestraat een lang dood eiod zal worden,wanneer het ge zicht niet wordt onderbroken. Ook vindt hij, dat wel wat hoog wordt opgegeven van het fameuze verkeer in Amersfoort. Dat is zoo groot niet. En dan moet maar by zoo'n nauw gedeelte het noodige toezicht worden uitgeoefend, zeodat het verkeer op drukke dagen wordt afgeleid. De Voorzitter bestrijdt het stand punt van den heer v. d.. Meiden, en wyst or met nadruk op, dat het stadsgezicht er niet op zal verminderen. Bovendien bestaat er groot gevaar met het oog op de versnel de communicutie middelen, die we tegen woordig bezitten. De heer S i n u i ge wijst er op, dat de oude huizen die er zijn, van de heeirn Sanders en Mol, mettertijd toch zullen ver dwijnen.Do heer Sanders was voor twee jaar al van plan zyn huis te verbouwen om het meer in overeenstemming te brengen mot de eischen des tijds. Het mooie aspect van die oude huizen verdwijnt dus toch. De heer v. d. Meiden wil die huizen ook restaureeren, met behoud van de poort. In stemming gebracht, wordt het voor stel om een adres om verruiming te zen den aan den Raad aangenomen met 12 stemmen voor on 1 tegen. 3. Voorstel tot het zenden van een adres aan den raad der gemeente Amers foort verzoekende om eene verordening op den melkverkoop in te voeren, als eerste stap naar een gemeento keuringsdienst op levens- en genotmiddelen. De heer Van der Wal verdedigt het voorstel en herinnert er aan, dat Baarn en Zeist vorig jaar zoo'n verordening hebben vastgesteld. De Gezondheidscommissie heeft er elk jaar op aangedrongen, maar tot vaststelling is hot hier nog niet gekomen. Die commissie zal nu haar medewerking verleenen en met het oog op de veranderde samenstelling van het Dag. Bestuur en van den Raad is er nu wel kans op succes. Een dergelijke verordening is van alge meen belang, daar de melkproducten vaak worden vervalscht. Hoe eenvoudiger de regeling, hoe beter. In Leiden wordt bijv. maandelijks een lijst uitgegeven, met bet gehalte van de melk der verschillende leveraociers, en dan kan het publiek zelf uit de oogen zien. De verordening op levens- en genotmid delen is niot zoo eenvoudig en bovendien is de keuring nog al kostbaar. De heer Frederiks wyst er op, dat de keuring op levens- en genotmiddelen niet meer zoo kostbaar meer is, daar er een bureau thans voor gevestigd is, waar van de gemeenten gezamenlijk de kosten dragen. .Waar een melkverordening zoo eenvoudig is, is hot zeker te verwonderen dat deze er nog niet is, te meer daar de mclkslijters er zelf om gevraagd hebben. De heer S i n ni g e gelooft dat er geen voedingsmiddel ie zoo vatbaar voor over brenging van besmetting als melk. En waar nu juist de melk zoo schrikkelijk vervalscht wordt is het onbegrijpelijk, dat wel controle wordt geoefend op veevoeder en niet op een product zoo dringend noodig voor den mensch als melk. De vervalsching gaat hand aan hand met «le verentreiniging en daarom zou hy het ten zeerste toejuichen, dat met een melkverordening een eerste stap werd gezet op den weg naar keuring vao levensmiddelen. De heer de J o n g h herinnert er aan, dat er een zaak is, die eerst vraagt of er in een plaats keuring is of niet. De goede waren gaan dan naar de filialen waar keu ring is en de minderwaardige naar die waar geen keuring is. Te dezer stede zal bin- nonkort een filiaal worden gevestigd van die zaak, waarom ook keuring zeker noo dig is. De heer van Haselenis geen tegen stander van de keuring, maar kent een plaats waar de keuring niet werkt, zooals men zich dat had voorgesteld. Dat doet hem vragen, of het wel op den weg der vereeniging ligt voor een keuring te yveren. Zijn er feiten, die zoo iets wettigen. Iedere zaak staat eigenlijk onder controle. Een product van 25 cent dtf? voor 16 cent ver kocht wordt, moet vervalscht zijn. Dat be-

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1912 | | pagina 3