WEERBERICHT.
Thermometerstand
STADSNIEUWS.
MEDEDEELINGEN VAN HET
KONINKL. NED. MET. INSTITUUT.
Opgemaakt voorm. 10.23 uur.
Do Bilt, 12 April 1912.
Hoogste barometerstand 772.5 m.H. te
Lahogue, laagste 754.3 te Riga.
Verwachting tot den avond van 13 April
1912. Matige tot zwakke Noordelijke,]later
Westelijke tot Zuid-Westelijke wind.
Gesteldheid van de lucht: Gedeeltelijk
bewolkt, waarschijnlijk droog weer.
Temperatuur: Nachtvorst, zachter over
dag.
Baroir.e'.erstaric! Ie AMERSFOORT.
Barometerstand hedenmiddag te 12 uur
771 m.M.
Vorige stand to 12 uur 759 m.M.
te Amersfoort.
Hoogste gisterenF. 49
Laagste hedennachtF. 42
Hedenmiddag 12 uurF. 44
geloovige christenen en Joden en conclu
deerde, dat vele openbare scholen
sectescholen zgn voor liberalen en
socialisten. Wanneer meer subsidie aan de
bizondere scholen werd toegekend, zouden
deze bij honderden verrijzen, daar nu velen
gedwongen worden, hunne kinderen naar
de openbare school te zenden.
Met deze meening stemden meerdere
leden in.
Enkele leden uitten nog den wensch
naar meer omvattende voorstellen ter op
heffing van do ongelijkheid tusschen bij
zonder en openbaar onderwijs, waartegen
over werd opgemerkt, dat dit niet moge
lijk is zonder grondwetsherziening.
Een aantal leden, die zioh met de strek
king van dit wetsvoorstel zeer goed kocden
vereenigen, meenden, dat. alvorens over
het amendement-v. d. Molen c. s. een be
slissing werd genomen, eerst de afdeelingen
der Kamer hadden moeten zijn gehoord.
Daarbij kwam nog, dat het amendement
was overgenomen zonder dat de minister
financiën was gehoord. Dit laatste werd
door een lid dermate bedenkelijk geacht,
dat hg betuigde verontwaardigd te zijn over
de houding van den minister.
Naar de meening van Bommige leden zou do
minister beter gedaan hebben door reeds bij
het oorspronkelijk ontwerp dit hooger sub
sidie voor te stellen, de middelen schenen,
gelijk later bleek, dit wel te hebben toe
gelaten.
Ookhadden eenigo leden er bezwaar te
gen, dat de nieuwe subsidieering voor
schoolbouw ook aan de reeds staande be
staande scholen zal ten goede komen.
Een en ander bleef niet zonder tegen
spraak.
Er rees bedenking tegen de thans aan
genomen schaal, waarop dc vergoeding der
bouwkosten berekend is. Door het amen
dement-Van der Molen c. 8. werd het sub
sidie voor den bouw van bijzondere scholen
ver boven het één kwart van de bouwkos
ten, dat de openbare scholen ontvangen,
opgevoerd en werden aldus de bijzondere
scholen boven openbare bevoordeeld.
Gemeentelijken premie
aan bijzondere scholen.
Op bet beroep van het socialistisch
Raadslid dr. J. van den Brink bij de Kroon
om vernietiging van het besluit van den
Bredaschen Gemeenteraad, waarbg een
subsidie van f 500 was toegekend voor het
gevon van premiën aan bijzondere scholen
is afwijzend beschikt.
Legerorqanisatie.
Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi
ging en aanvulling van het VHIste Hoofd
stuk der Staatsbegrooting voor bet dienst
jaar 1912, dat in hoofdzaak strekt om
uitvoering te geven aan het reeds aange
kondigde voornemen om het leger een be
tere organisatie te geven dan de bestaande.
Het zal de aandacht trekken, dat er
kleine verschillen zijn aan te wgzen tus
schen liet nu voorgestelde en het gestelde
in de vroeger ingediende nota.5
Evenals nu, blijft het regiment infanterie
in tijd van oorlog 6 bataljons tellen, en
daaraan wordt nu de vredesorganisatie gelijk
gemaakt.
Om het oprichten van nieuwe eenheden
bij mobilisatie geheel te vermgden, wordt
elk bataljon reeds in vredestijd geformeerd
in 4 compagnieën.
Per bataljon worden echter de telken
jare opkomende recrutcn slechts bij drie
compagnieën ingedeeld, en wel bij de ba
taljons I, II, IV en V de Januariploeg, en
bij de bataljons III en VI de Octoberploeg.
Voor do organische indeeling der onder
officieren is als beginsel aangenomen dat
het bij de vier bestaande bataljons beschik
bare aantal, wordt verdeeld over zes batal
jons, met dien verstande dat er moet wor
den voorzien in de behoefte aan de bezet
ting der hoogere onderofliciersrangen door
uitbreiding.
Voorloopig staat tegenover de uitbrei
ding van het aantal hoogere onderofficieren
eene vermindering van het aantal sergean
ten, omdat in de in dien rang ontstaande
vacaturen niet dadelijk kan worden voor
zien.
Een nieuw lid wordt in de bevelvoering
geschakeld en het regiment van 6 batal
jons verdeeld in 2 afdeelingen van 3 ba
taljons.
De kolonel blijft regiments-commandant
de afdeeling wordt aangevoerd door een
luitenant-kolonel en het bataljon door een
majoor.
Voorts wordt per afdeeling nog opge
richt een depotcompagnie, die niet tot een
bataljon zal bekooren, doch rechtstreeks
zal staan onder deu afdeelingscommandant.
Die compagnie wordt in vredestijd gecom
mandeerd door een der kapiteins, bg wiens
compagnie geen manschappen voor eerste
oefening zijn ingedeeld: het overige kader
is daarbij voor vast aanwezig.
De depot compagnie neemt in zich op
de recruten-vrijwilligers, die na 15 Januari
resp. na 1 October bij de afdeeling aan
komen het blgvend gedeelte (plm. 150 man
per compagnie); het personeel, bestemd
voor de regiments- of (afdeelings-) wielrij
ders patrouilles, het reservekader, de re
crutcn tamboer en hoornblazer, do achterlijk
geraakten bij de compagnieën, enz. eDz.
Bij de depotcompagnie hebben alle
opleidingen plaats, welke den geregelden
gang der oefeningen in de gewone com-
pagniën zouden schaden.
Als commandanten van de depot-batal
jons zullen in oorlogstijd hoofdofficieren of
kapiteins moeten optreden, die van bijzon
dere inrichtingen beschikbaar komen c.q.
gepensionneerden, terwijl de compagnieën
op dezelfde wjjze een commandant en nog
enkele luitenants zullen krijgen c.q. uit
de verlofsofficieren.
Een beroeps-luitenant der depot-com
pagnie is echter uit de vredesorganisatie
beschikbaar.
Resumeerende geeft de ontworpen orga
nisatie der infanterie de navolgende voor-
deelen:
lo. Veel eenvoudiger mobilisatie, in de
eerste plaats van de strijdende bataljons
doch ook van het depotbataljon;
2o. Beter gewaarborgde bevelvoering
in oorlogstijd en in vredestijd;
3o Betere indeeling van het blijvend
gedeelie;
4o. afschaffing der afzonderlijke offi
cieren voor speciale diensten
5o. betere promotie voor de officieren
in de middelrangen en;
6o. betere promotie voor de ouderoffi
cieren.
Bereden a'r t i 11 e r i e. Voor dit
wapen aanvaardt de min. de organisatie,
die door zijn ambtsvoorganger was ont
worpen en welke geeft: le. betere bevel
voering door oprichting van een derden
afdeelingsstaf; betere vuurregeling door
definitieve invoGring der 3-stukken batterij.
De gewijzigde verdeeling van h6t artil
lerie-regiment eischt 1 hoofdofficier meer,
dus voor het wapen 4. Daarentegen kon
den zonder bezwaar op de trcinafdeelingen
nog 2 luitenants worden uitgespaard, zoo
dat hun aantal met acht kan verminderen.
yan onderofficieren zullen per regiment
méér noodig zijn: 1 adjudant-ondeiofficier
en 6 opperwachtmeesters-instructeurs, en
voor het korps rijdende artilleiie 3 opper
wachtmeesters-instructeurs.
Vesting-artillerie. De orga
nisatie, die voor dit wapen is ontworpen,
heeft ten doel een betere aanpassing te
verkrijgen aan de liniên en stellingen, die
door de vesting-artillerie zullen worden
bezet.
Het wapen zal niet meer in 4, doch in
3 regimenten worden verdeeld van onge
lijke sterkte. De bestemmiog dier regimen
ten zal zijn: 1 voor dc Nieuwe Holland-
sche Waterlinie; 1 voor de stelliDg van
Amsterdam; 1 voor de kuRtstellingen.
Het [korps pantserfort-artillerie zal be
stemd blijven voor de pantserforten. Daar
bij zal nog worden gevoegd eene compag
nie, die thans behoort tot het 3e regiment
vesting-artillerie en die bestemd is voor het
bezetten der forten Pannerden en WeBter-
voort.
Het eerstbedoelde regiment wordt inge
deeld in 7 bataljons van een ongelijk aan
tal compagnieën; het in de tweede plaats
genoemde regiment zal een indeeling ver
krijgen iu 4 bataljons; het in de derde
plaats genoemde zal in 3 bataljons wordeD
verdeeld in verband met de verschillende
te bezetten kuststellingeD.
In den staf van don commnndant der
Nieuwe Hollandsche Waterlinie en indien
van den commandant der stelling van Am
sterdam is een kolonel noodig voor het
beheer van het materieel en als artillerie
commandant in dat hoofdkwartier. Daarom
zijn thans voor de vesting-artillerie uitge
trokken 3 regiments-commandanten en 2
artillerie-commandanten, dus 5 kolonels.
Het aantal luitenants zal van 3 tot I
per compagnie worden verminderd, behalve
bij de pantserfortartillerie, waarbij 3 luite
nants per compagnie moeten blijven. Om
in allerlei diensten te voorzien en om bg
ziekte, verlof enz. in den dienst bij de
compagnie te voorzien, wordt bji elke ba
taljonsstaf, behalve de luitenant-adjudant,
nog een luitenant ingedeeld.
Overigens zal in den vredesdienst der
luitenants voor een goed deel kunnen wor
den voorzien door sergeant-majoors-instruc-
teurs, wat aan de opleiding van den troep
zeer ten goede zal komen, omdat het aan
tol luitenants bij de vesting artillerie steeds
incompleet is.
Door een en ander zal in nog meerdere
mate dan thans reeds het geval is, de be
hoefte ontstaan aan goed geoefende verlofs
officieren en daarom zullen de officieren,
die thans reeds belast zijn met de opleiding
daarvan 1 kapitein en 2 luitenants
boven de formatie gevoerd moeten worden,
zoodat zij zich dan uitsluitend aan die taak
zullen kunnen geven.
Verder moeten de directeur en twee
kapiteins van de artillerie-schietschool ont
heven worden van hun troepen-commando,
opdat zjj zich geheel aan hun wetenschap
pelijke taak kunnen wijden.
Bij den staf van het zeer omvangrijke
l9te regiment dient voorts nog een hoofd
officier voor speciale diensten te worden
uitgetrokken.
Üit het bovenstaande volgt, dat voor de
vesting-artillerie meer worden gevraagd: 1
kolonel, 7 luitenants kolonels of majoors,
18 kapiteins. Daartegenover wordt de for
matie ingekrompen met 38 luitenants.
Wij maken de lezers gaarne attent
op de advertentie in dit blad betreffende
de belangrijke Internationale tentoonstel
ling van Kunstwerken van levende meeBters,
welke Zondag 14 April te Amsterdam ge
opend zal worden in het Stedelijk Museum.
Gi8terennamiddag kreeg de rijkspoli
tie bericht, dat eeD woonwagenbewoner,
die onder den invloed van sterken drank
was, zich aan ernstige dieren mishandeling
had schuldig gemaakt. De rijksveldwachters
Mengerink en Drijer togen er op uit om
proces verbaal op te maken, maar de per
soon in kwestie sprong bg het naderen
der politie op zijn paard en trok er van
door. Per fiets werd hij echter door beide
veldwachters achtervolgd on nabij Birkboven
ingehaald. Toen hij weigerde zgn naam op
le geven, wilden de veldwachters hem ar-
resteereD, hetgeen eohter niet zoo gemak
kelijk ging. De kermisreiziger stelde zich
zeer woe9t te weer, beet den veldwachter
Mengerik in zijn hand en gaf Drijer een
trap in het gezicht,zoodat diens onderlip op-
liep.Eindelijk gelukte het echter den woeste
ling geboeid en wel binnen de garage van
Birkboven te krijgen. Ondertusschen waren
echter andere woonwagenbewoners komen
toesnellen, waarvan vooral de vrouwen een
minder vredelievende houding aannamen.
Toen de arrestant dan ook zijn naam en
domicilie opgaf lieten de veldwachters hem
weder gaan daar hg zgn straf nu toch niet
ontloopen zal. Bij het naar de stad terug
keeren werd uit een der woonwagens nog
gesloten, zonder gelukkig iemand te tref
fen.
In de Zaterdag te Goes gehouden
algemeene vergadering der Naaml. Venn.
„Goescke Courant" werd tot Commissaris
gekozen de heer R. G. Rijkens alhier en
zulks in de plaats van den heerJ. E. Hu-
lock Houwer, die bedankt had.
Louis Bouwmeester in een blijspel.
Bouwmeester, onze groote dramaturg, als
een der hoofdpersonen in een blijspel, dat
is iets nieuws Maar we zullen het zien
gebeuren;
Op 19 April speelt hg de rol van den
fabrikant Martin Schreuter iD het blgspel
„Groote Stadslucht" van Oscar Blumenthal
en Gustav Kadelburg. Met het Amster-
damsch Tooneel, directeur C. van Ast, gaf
hij dit stuk met zeer veel succes in de
hoofdstad.
De tooneel-verslaggever van De Telegraaf
schreef naar aanleiding van de voorstelling
op 25 Jan.:
„Och, dat mijn pen een zweep ware,
geheel Amsterdam moest en zou Noderlands
grootsten tragediën in „Groote Stadslucht"
zien spelen, 't Is om je kostelgk te amu
seeren. Louis Bouwmeester, komisch, vol
humor, doet den zwartgalligsten mensch
herleven. Hij geeft meer kunst op éen
avond dan andere gezelschappen in een
serie voorstellingen".
Op 19 April, den jaardag van Z. K. H.
Prins Hendrik, weet men dus dat men zijn
avond aangenaam zal kunnen doorbrengen
in de komediezaal van Amicitia. (A. D.).
Bewijzen van voldoening aan de
Militie.
De Minister van Binuenlandscbe Zaken
heeft aan de Commissarissen der Koningin
medegedeeld, dat hij het met den Minister
van Oorlog wenschelijk acht, dat indieD
iemand er belang bij heeft, b.v. voor solli
citatie of voor verblijf in den vreemde, het
bewijs te leveren omtrent zijn positie ten
opzichte van de militie hier te lande de
burgemeester een verklaring afgeeft omtrent
de al of niet militieplichtigheid van dion
persoon, zooals deze uit liet betrekkelijk
lotingsregister zgner gemeente blijkt. Een
dergelijke verklaring is vrij van zegel op
grond van art. 27 A no. 13 der Zegelwet,
doch niet vrijgesteld van legeshcffing enz.
Tot nog toe werd in dergelgkc gevallen
een militiebewgs door den Commissaris der
Koningin afgegeven, maar die bewijzen zijn
bij het in werking treden der nieuwe Mi-
litiewet vervallen.
De minister van Binnenlandsche
Zaken brengt ter algemeene kenni9, dat
het gebruik van z.g. roode rangoonboonen,
blijkens ingekomen ambtsbericht, vermoe-
delgk tot gevallen van vergiftiging bij den
mensch heeft geleid en dat daarom tegen
het gebruik van die boonen moet worden
gewaarschuwd.
Men zg gewaarschuwd!
Naar het Hbl. verneemt, wordt de
nieuwe uniform van grijs-groen laken in
gevoerd in 1913.
De lichting der nationale militie van dat
jaar en de in dat jaar nieuw te benoemen
officieren zullen in de nieuwe uniform,
welke voor alle wapens dezelfde zal zgn,
worden gekleed.
De commissie is nog niet geheel een
stemmig over do onderscheidingsteekenen
voor de verschillende wapens en dienst
vakken. Zeer vermoedelijk zullen die wor
den aangebracht op de knoopen.
In verband met de geriDge sterkte
in het garnizoen zal op 19 en 30 April
a.s. alhier geen parade word gehouden.
Ter kennis van het garnizoen is ge
bracht, dat met ingang van 11 dezer gedu
rende de afwezigheid van den plaaoelgken
commandant diens commando zal worden
waargenomen door den kolonel Mingele,
commandant van het le Regt. Huzaren.
Gedurende de ziekte van den Ko
lonel Regiments-Commandant zal dc Luit.-
Kolonel de Jager het bevel over het 5e
regiment waarnemen.]
De le luit.-kwtm. H. J. Scheffer,
7an het korps rijdende art. te Arnhem,
wordt 1 Mei a.s. bevorderd tot kapitein
en toegevoegd aan den controleur der
inwendige administratie der korpsen (2e
bureau) te Amersfoort.
De Korfbalwedstrjjd, die het Vijfde
gisteravond tegen M. H. S. uit Utrecht