DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN.
No. 159.
DINSDAG 9 JULI 1912.
9e JAARGANG.
Volksonderwijs.
BUITENLAND.
DE EEMLANDER.
Hoofdredacteur: Mr. D. J. van Schanrdeuhnrg.
Abonnementsprijs:
Per jaarf 4.Franco per
post id. f 5,60. Per 3 maanden id. f 1.Franco per post
id. t 1.40. Afzonderlijke nummers f 0.05.
Bureau: KLKINF, 11,146^6. Telet. Interc. 13.3.
Prijs der Advertentiën
Van 1 tot 5 regels f 0.40. Voor iederen regel meer f 0.08.
Buiten het Kanton Amersfoort per regel f 0.10. (By
abonnement belangrijke korting).
Tot plaatsing van advert, en reel, van buiten bet kanton Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd het Alg. Binnen-en Bnitenlandsch Advert.-bureau D, Y'. ALTA, Warmoesstr. 76*78 Amsterdam
In Baarn is Zaterdag en Zondag de al-
gemeene vergadering gehouden van de
vereeniging tot bevordering van het Volks
onderwijs en bet schoolbezoek in Nederland.
De voorzitter, de heer C. A. Zelvolder
hield de openingsrede, waaraan wij het
volgende ontleenen.
Met een gemengd gevoel, eenerzijds van
vreugde en tevredenheid, anderszijds van
teleurstelling en groote bezorgdheid voor
do toekomst, zeide spr. deze 46e algemee-
ne vergadering te openen. Met vreugde en
tevredenheid, omdat, kon in de vorige al-
gomeene vergadering met voldoening wor
den geconstateerd, dat de vereeniging met
1243 leden was vooruitgegaan, het afge-
loopen jaar een vermeerdering gal van
1946 nieuwe leden. Volksonderwijs tolt
thans 13,696 leden, een ledental, zoo groot
als de vereeniging nog nooit heeftgekend.
22 nieuwe afdeeliegen werden in het af-
geloopen jaar opgericht. Voorwaar, een
niet geringe aanwinst, die moed en ver
trouwen geeft in de toekomst.
Spreker is het hoogst aangenaam te
kunnen mededeelen, dat thans de arbeid
der commisie, die in 1906 werd benoemd
tot het samenstellen van een nieuwe wet
op het lager ouderwijs is geëindigd en dit
ontwerp op deze vergadering kan worden
aangeboden. Waar spreker persoonlijk als
lid en voorzitter en de heer KI. de Vries
eveneens deel uitmaakten van deze com
missie, zou het den voorzitter niet passen
over de verdiensten van dezen arbeid uit
te weiden. Maar wel brengt hij aan de
leden der commissie buiten het hoofdbe
stuur een woord van dank, voor den groo-
tcn dienst aan Volksonderwijs met dozen
arbeid bewezen, in het bijzonder aan den
rechtsgeleerden raadsman der commissie,
mr. Albert B. Comperts te Amsterdam.
Vraagt men: wat zal er met deze wet
gebeuren, dan antwoordt 6preker, dat ze
moet worden bestudeerd, en besproken in
de afdeelingen. Deze wet voert op geheel
nieuwe banen, eeu geheele hervorming van
het lager onderwijs wordt voorgesteld.
Spreker uit den wenach, dat deze ernstige
poging, om het lager ouderwijs in don
grond te hervormen en meer in overeen
stemming te brengen met wat de studie
van den lichamelijken en geestelijken groei
en ontwikkeling van hot kind op den
schoolplichtigen leeftijd eischt, ernstig, ook
buiten de eigenlijke onderwijskringen, ook
door onze regeering en volksvertegenwoor
diging zal worden bestudeerd en overwogen.
Spreker gewaagde in den aanvang ook
van teleurstelling en groote bezorgdheid
voor do toekomst. En dan moet hij ook
dit jaar weer als zoovele vorige constatee-
ren, dat tot verbetering van het onderwijs,
helaas, zoo goed als niets is gcd3aD. Spre
ker herinnert aan het bouwwetje, waarvan
niemand zal durven beweren, dat door dit
partijwetje de toestanden in ons land op
lager onderwijsgebied verbetering onder
gingen. Spreker wijst voorts op de nog al
tijd veel te lage salarieering der onder
wijzers, op te groote klassen, op het nog
altijd ontbreken van een wettelijke rege
ling van het voorbereidend onderwijs, van
betere aansluiting tusschen het lager en het
middelbaar en gymnasiaal onderwijs, van
een verbeterde opleiding der onderwijzers,
van het verplicht «tellen van het herha-
lingsonderwijs, van een betere regeling van
de verhouding der onderwijzers onderling
en last not least van een eenigszins af
doende herziening van de leerplichtwet.
Wel is in Februari van dit jaar een wets
voorstel tot gedeeltelijke herziening van de
wet op den leerplicht ingdiend, doch de
voorgestelde wyziging brengt, na ruim vier
jaar ernstige overweging slechts een tech
nische herziening. Wel een mager resul
taat voor ons volksonderwijs.
Spreker geeft nu een kort overzicht van
do voornaamste wijzigingen, die door den
minister worden voorgesteld.
Geon leerplicht tot 14 jaar, geen verbod
voor leerplichtige kinderen van arbeid in
dienst van werkgevers, geen verplicht her-
halingeonderwij8, geen verplichte voeding
en kleeding, voor wie daaraan behoefte
hebben; handhaving van het recht der
ouders, om hun kinderen ODgestraft 12
schooltijden in een jaar te doen verzuimen
en van de zes weken verlof voor land- en
tuinbonw en veehouderij en daartegenover
naast eenig9 administratieve en andere
kleine vereenvoudigingen, verslapping der
wet door vroeger ontslag der leerverplichting
in een aautal gevallen. Waarlijk, zegt
spreker, een magere oogst. Dit ontwerp,
wet geworden, ontslaat Volksonderwijs geen
oogenblik van de verplichting, om voort
durend te blijven aandringen op verbetering
en uitbreiding der wet.
Maar naast de teleurstelling, die de
technische herziening der leerplichtwet
bracht, gevoelen wij ook, vervolgt spreker,
groote bezorgdheid voor de toekomst, voor
al met het oog op het rapport der com
missie voor grondwetsherziening, dat 15
Mei j.l. het licht zag waarvan de onder-
wijsparagraaf de aandacht van' deze ver
gadering vraagt. Door de meerderheid der
staatscommissie wordt een wijziging van
deze paragraaf voorgesteld, die bijna ge
heel voldoet aan het bekend gewijzigd
Unie-rapport.
Mocht dit voorstel wet worden, zegt
spreker, dan zal in de toekomst dus niet
meor „het openbaar onderwys," maar „het
onderwijs"een voorwerp van de aanhoudende
zorg der regeering zijn, dus evengoed als
het openbaar ook het bijzonder onderwijs.
Hiermede wordt gebroken met een reeds
langer dan een eeuw gehuldigd beginsel:
dat de overheid in de eerste plaats heeft
te zorgen voor openbaar lager onderwijs.
Door het schrappen van het woordje „open
baar" wordt de kwestie geheel omgekeèrd,
wordt de openbare school in den hoek ge
drongen en wordt do zoo heilzame concur
rentie voor het bijzonder onderwijs als een
prikkel tot het geven van degelijk ontwik
kelend onderwys, onmogelijk gemankt. Het
openbaar onderwijs zal slechts aanvulling
zijn, slechts daar bestaan, waar het bij
zonder dan genoemd „het algemeen
lager onderwys" niet voldoende in de
behoefte voorziet.
Spreker vraagt zich af: hoe kan de re
geering als zoodanig aanhoudende zorg
dragen voor het bijzonder onderwijs, wapr
de meeste punten, waar het by het onder
wijs op aankomt, aan zyn toezicht zyn ont
trokken, waar zijn verhouding tot, zijn
aanraking met die school, voor het grootste
deel slechts geldelijke belangen raakt'?
Al erkent spreker gaarne, dat een deel
van ons vo'.k niet tevreden is met de
openbare school, toch is dit nog steeds een
minderheid. Honderdduizenden ouders in
Nederland zion nog in de openbare sobool
het beste instituut vau opvoeding voor hun
kindereu, hechten aan die school en zullen
ook in de toekomst stcods voor hun kin
deren openbaar onderwijs eischen. Het
aantal kinderen, dat de openbare scholen
bezoekt, was op 15 Januari 1911 nog
ruim 60 pet. der schoolgaande kinderen.
Kan men met deze oijfers voor oogi n
zeggen: de openbare school heeft niet meer
de liefde en het vertrouwen van het Ne-
derlandsche volk? Zij moet in ons school
wezen slechts een zeer bescheiden tweede
plaats innemen, aan haar komt de Assche-
poesters-rol toe? De byzondere school be
zit het hart des volks? Aan haar de eerc-
plaats? Immers neen, zegt spreker, reeds
de cyfors weerspreken dit.
Nog voor één punt vraagt spreker de
aandacht. De meerderheid der commissie
stelt ook voor op de openbare scholen
voortaan de eerbiediging der godsdienstige
begrippen slechts te bepalen tot de ouders
der schoolgaande kinderen en niet zooals
tot nu, ieders godsdienstige begrippen. De
gelogenheid tot groote ergernis van een
kleine minderheid, tot dagclijkscho klachten,
tot treurige kotterjagerij wordt dus weer
ruimschoots geboden. Behoeft spreker nog
te zeggen, wat tegenover dit voorstel tot
wyziging onzer grondwot de honding van
Volksonderwijs moet zijn? Een zware, maar
mooie strijd wacht ons, zegt spreker, de
strijd voor een hoog beginsel: de onaan
tastbaarheid van ons openbaar lager onder
wijs, voor handhaving van het begiosel,
dat op de overheid de dure plicht rust, dat
overal in liet rijk voldoend openbaar lager
onderwjjs worde gegeven I Nog altijd be
staat er bij een overgroot deel van ons volk
groote liefde voor ons openbaar onderwijs.
De campagoo van 1905 heeft dit bowezen.
Ais gij uw plicht doet, aldus besloot de
voorzitter zijn openingrede, dar. zullen weer
de geesten wakker worden, dan zal weer
blijken, dat de openbare lagere school de
liefde van de meerderheid van ons volk
nog bezit. Maar dan moet er gewerkt wor
den, dan moet van nu af overal in alle- af
deelingen dit punt worden besproken, dan
moet er gestreden worden met moed en
overtuiging voor ons beginsel: de openbare
school io Nederland voor allen toeganke
lijk en nergens ontbrekend. Voor dien strijd
vraag ik al uw liefde voor ons ideaal, al uw
kracht, al uw geestdrift!
Een Feestelijke bijeenkomst.
Zondag hebben de Belgische clericalen
een, wat 'zij noemen „feestelijke" bijeen
komst gehouden.
Opmerkelijk, dat men dit feest moest
houden in een uithoek van Vlaanderen, in
Kousselaere, in plaats van in een der groote
steden. Maar niet alleen dit is merkwaar
dig; er worden ook merkwaardige dingen
gezegd, door ministers, van wie er een
viertal tegenwoordig waren.
De minister van Justitie, Carton deWiart
zeide o.a., dat België volgenB zijne geschie
denis een Roomsch Katholiek land was;
sedert Philips II haddon de Belgen het
geloof boven de vrijheid gesteld en zich
daarom ook tegen den „Jacobijn" Joseph
II verzet.
De minister van Koloniën, Renkin, ver
klaarde rondweg dat de Regeering tegen
elke grondwetswijziging gekant is en der
halve ook tegen elke verandering in de
Kieswet.
Een der andere sprekers veroorloofde
zich de volgende uitspraak: „wanneer niet
alle anti-clericalen canaille zyu, dan is toch
het canaille anti-clericaal
't Is maar goed, dat de bijeenkomst niet
in oen der groote steden plaats vond!
Geestelijken yeroobdeeld.
De Krijgsraad te Metz heeft een viertal
vicarissen uit Diedonhofen en omstreken
tot zes maanden gevangenisstraf veroordeeld.
In een byeenkomst echyuon zij zich minder
correct te hebben gedragen tegen den
districtofficier, kapitein Bode. Toen hun
dit onder het oog werd gebracht, dienden
zy, zonder hierby den hierarchieken weg
te volgen, schriftelijk een aanklacht in met
de bedreiging, dat zy zich ook tot den
Landdag zouden wenden.
De kapitein klaagde hen aan en daarop
werden zij veroordeeld wegens oneerlijk
heid, verzet en bedreiging. Een ander
geestelijke, die alleen de schriftelijke klacht
onderteekend had, werd tot drie dagen ge
vangenisstraf veroordeeld.
Allen zijn in hooger beroep gegaan.
Een tweede Simplon-Tunnel.
De directie der Zwitsersche Bondsspoor-
wegen heeft aan de Manheimer firma Griin
und Bilsioger, den bouw van den tweeden
Sirnplon-tunnel opgedragen. De firma zal
voor 27.290 000 francs het werk volbrengen,
en tevens de volle risico dragen voor de
instandhouding van den eersten tunnel,
die reeds in gebruik is. Zij verplicht zich
eiken dag, dat het bedrijfHverkeer aldaar
gestoord wordt, 3000 frs schadevergoeding
te betalen.
Vooraleer aan de Duiteche firma de
bouw van den twecdeu Simplon-tunDcl
gegund werd, waren de onderhandelingen
met de Zwitsersche Naam!. Vennootschap
voor Tunnelbouw reeds vergevorderd. Deze
firma heeft ook den eersten tunnel gebouwd,
doch weigerde tot den bouw van den
tweeden tunnel over te gaan op dezelfde
vootwaarden als by den bouw van den
eersten gegolden hadden, daar het bouwen
van den tweeden tunnel door de firma
voor veel gevaarlijker wordt gehouden.
Bovendien was do Duitsche firma aanzien
lijk goedkooper.
De Opstand in Albany.
Volgens den Constantinopelschen corres
pondent der Frankfurter Zeitung bevindt
zich de zetel der opstandige „officieren
liga" te Adrianopel.
In militaire kringen te Constantinopel
loopt het gerucht, dat de minister van oor
log Mahmoed Sjefket binnenkort zal aftre
den, waardoor dao aan een der voornaamste
eischen van de officierenliga zal worden
voldaan. Aan het aftreden van Sjefket
zou de vorm worden gegeven van een bui-
tenlandsch verlof voor een reis naar Euro
pa. Zoowel hij als zijn omgeving schyoen
thans tot de overtuiging gekomen, dat zijn
positie onhoudbaar is geworden.
Een gedeelte der te Monastir aange
komen regecringstroepen moesten onmid-
delijk verder trekkon Daar El Bassar en
Tinona. De discipline onder deze troepen
schynt bevredigend.
Aan de kust van Preveze werd een
zeilschip opgebracht dat geladen bleek
met geweren en krijgsvoorraad voor de
opstandelingen in Zuid-AlbaDÏë.