Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No. 2. Zaterdag 11 April 1891. Vijfde Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naar den, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Yeenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. imtaprij» par drie maanden: Franco per postf 0,40. Afzonderlijke nummersf 0,05. BureauKrommestraatF 241, Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Prij» dar Advertentiin: Van 1 tot 6 regels Voor iederen regel meer Ons Protest. Nu de allerellendigste legerwet in be handeling zal worden genomen, nu de Regeering en de vrienden der Regecring onder de Rechterzijde, met de grootste halsstarrigheid hun verfoeilijk plan zoo ver hebben weten door te drijven, nu tot heden al de ernstige vertoogen te gen die handeling niets hebben uitge werkt, nu achten wij het plicht om nog maals een krachtig protest te doen hoo- ren tegen een politiek, die niet genoeg naar verdienste kan worden gebrandmerkt. Op ijskouden toon komt de Regeering de laatste hoop, zelfs op een .vergelijk", vernietigen, door in haar rapport be treffende de legerwet het Nederlandsche volk te doen weten, dat zij persoonlij- ken dienstplicht blijft brgeeren. Haar wil zal ze dus trachten door te drijven. Of hiermede het grootste gedeelte des volks in zijne heiligste overtuiging wordt ge krenkt, dit schjjnt op onze christelijke Re geering nietden minstenindruk te maken. Onder de dwaze bewering, dat de toestand in de kazerne hierdoor zal ver beterd worden, eene bewering, die te dwaas is om zich er lang mede bezig te houden, moet een afschuwlijke dwang worden ingevoerd, zooals ons volk nim- j mer te verduren heeft gehad. Nooit, zelfs niet onder den dwingeland Napo- leon I! 't Is God geklaagd! En dan vragen wij hierals vaderlands liefde, zooals huichelend wordt voorge geven, de drijfveer is van de voorstanders, die persoonlijken dienstplicht tot wet wil len maken, waarom dan, zooals heden ten dage juist nog zoo veelvuldig geschiedt, plaatsvervangers gesteld, nu hun geen en kel wetsartikel bemoeilijkt, om hunne liefde voor het vaderland te toonen? Maar dat is het niet wal de voorstan ders van persoonlijken dienstplicht eon- drijft om de vrijheid des volks te vertreden. Ook degenen, die met huivering tegen de kazerne opzien, en toch met liefde het hunne willen bijdragen tot verdedi ging des vaderlands, ook zij moeten gedicongen worden tot hel kazerneleven ook zij moeten de kazerne worden bin nen gesleurd. En tegen dezen barbaar- schen dwang protesteeren wij met al de kracht, die in ons is. Het voorgestelde contigent moet onge wijzigd blijven is de eisch der Regeering in haar rapport. Wat dat zeggen wil, leert ons het wetsontwerp. Jaarlijks zullen dan zoo ongeveer driehonderd kunnen vrijlotcn over het gehcele land. En dan droomde men nog van een .vergelijk", waarbij nummerverwisseling zou worden toegestaanen met zulk een droombeeld, heeft men een langen tijd getracht het volk te paaien. Wat zou het immers baten als van de drie honderd jongelingen, die het buitenge wone geluk zouden hebben, vrij te loten, slechts enkele als nuinmerverwisselaar zouden willen optreden? Alleen door het verhoogde contigent zou dus num merverwisseling reeds zoo goed als onmogelijk worden gemaakt. Welnu tegen zulk eene hatelijke verdrukking des volks, tegen zulk eene miskenning van zijn be langen, gaat ons protest. De finantieele gevolgen der aanne ming van de zoo zeer verafschuwde, voorgestelde legerwet, zullen zijn, dat, volgens eigen verklaring der Regeering, de som van zes millioen, terstond bij de nieuwe regeling van zaken, meer van de burgers zal moeten worden afgeperst, en in de toekomst jaarlijks ruim twee millioen meer zullen moeten geofferd worden. En dan durft men nog voorgeven alsof het Nederlandsche volk zit te hunkeren naar zulk een buitenkansje. Tegen zulke schromelijke volksmisleiding weerklinkt ons protest. Bij het optreden onzer Regeering werd eene Staatscommissie benoemd, die rapport moest uitbrengen over den toestand onzer defensie. Met uitzonde- ring van slechts enkele leden werd die commissie uit volbloed railitairisten saamgesteldvan haar zou men eerst 1 hel fijne van de zaak te weten komen. En wat heeft men vernomen van die commissie? Dat jaren achtereen de zuur verdiende penningen der burgers bjj millioenen roekeloos zijn verspild gewor den dat de verdedigbaarheid des lands, welke gedurende een reeks van tijdon de militaire specialiteiten zoozeer heeft bezig gehouden, en wier plannen bij opvolging werden uitgevoerd, denkbeel dig moet genoemd worden. En nu men de oogen des volks zoo heeft geopend, nu het de dwaasheden, door het mili tairisme begaan, van de zijde der mili- tairen-zelven heeft moeten vernemen, nu zou hel aan de grillige en onzinnige eischen der hedendaagsche militairislen zoo maar voetstoots moeten toegeven. Tegen zulk een drijven naar het graf van 's volks welvaart en geluk, uiten wij met kracht ons protest. Als in een der groote steden van ons vaderland eens een proteslmeeting tegen den verfoeilijken aanslag op de vrijheid des volks, en tegen de zedelijke en finan tieele verdrukking, die men het berei den wil, zou worden georganiseerd, en als by die gelegenheid een mach tig redenaar zijn volle verontwaar diging daarover zou uitstorten, dan ook zou het blijken, hoe onder alle partijen een zekere afschuw tegen dien snooden aanslag en tegen zoodanige verdruk king reeds is ingeworteld. Een don derend applaus zou het antwoord zijn op des sprekers veroordeeling van een legerwet, die in het hart des volks al reeds zoo krachtig is gevonnist. Maar een zekere tactiek wordt thans met sluwheid gevolgd. De stem des volks wordt met fijn overleg en door verschil lende onedele middelen gesmoord. Met politieke geslepenheid heeft men het zoo ver weten te brengen, dat onze partij als tot werkeloosheid is gedoemd. De verkiezingen staan voor de deur, en niemand kan ook maar bij gissing aan geven, wat in de laatste ure voor den strijd zal moeten geschieden, welke hou ding dan zal moeten aangenomen worden. Zoover heeft men het, na onze schit terende overwinning in 1888 op het liberalisme behauld, gebracht, dat de staatkundige éénheid onder ons Katholie ken jammerlijk is verbroken dat wjj eene zoogenaamde Christelijke Regeering heb ben gekregen en nog wel met mede werking van degenen, van wie men zulks het minste kon verwachten die met de ware christelijke beginselen den spot schijnt te drijven, en de kiezers, aan wie zy hare hooge positie te danken heeft, naar hartelust verbittert. Tegen zulk eene mishandeling van het grootste gedeelte des volks richten wij met fier heid en nadruk ons protest. Nog altijd blijven wjj intusschen ho pen, dat bij de behandeling van het onlwerp-lcgerwet de echte vaderlands liefde en het gezond verstand zullen zegevieren, en daardoor een ramp zul worden afgewend, welke, door aanneming van de legerwet, over ons dierbaar vaderland in al haar zwaarte zou neer komen. Immers een wet, die zoo door het volk wordt verfoeid, en zoo in het leven der zielen ingrijpt, zou een ver bittering veroorzaken met de treurig ste gevolgen. Daarom, al mocht dan ook din geesel nog van ons worden afge houden, dan nog richten wjj èn tegen het verderfelijk streven der Regecring èn tegen de handelingen onzer schijn- vrienden, die als met schorpioenen ons te lijf willen, met verontwaardiging, maar ook met diepen weemoed, ons protest. BUITENLAND. Aan Von Bismarck is op diens ver jaardag door de Hamburgers weder eene i serenade gebracht. Bij die gelegenheid heeft de gewezen Rijkskanselier zijn be wogen gemoed nog eens lucht gegeven. Hij was recht dankbaar, zeide hij, voor deze hulde der eerste handelsstad vun Duitschland en het vasteland var Europa en hij zag daarin liet bewijs, dat hij zijn i kwart eeuw arbeids aan liet hoofd der 1 zaken goed besteed had. Deze getuigenis zijner Hamburgsche medeburgers de Vorst is eere-burger der stad was hem meer waard dan welke onderschei ding ook. .Moge mij," dus eindigde de oud-kanselier .die vriendelijke gezind heid blijven worden toegedragen gedu rende de paar jaren, die God mij mis schien nog zal schenken. Ik hoop in mijn buurstad Hamburg, waartoe ik mijn ver keer moet beperken nog vele aangename uren door te brengen. Nogmaals mijn dank. Het is mij te moede, of ik een goed getuigschrift, een bewijs van goed gedrag van u gekregen heb en dal komt niet veel voor bjj iemand, die zoolang Minister was!" Minder tevreden is Bismarck over Kei zer Wilhelm, nu deze hem met z(jn ver jaardag geen gelukwensch heeft aange boden. De Munchener Allg, Ztg., die nog met Bismarck in betrekking staat, schrijft: .Voor het eerst sedert 1863 heeft vorst Bismarck zijn verjaardag zonder den war men gelukwensch van zijn souverein ge vierd. De klassieke woorden, met welke keizer Wilhelm I op den 70. verjaardag van den vorst hem den dank van het Prui sische koningshuis en van het DuiUche volk verzekerde, woorden, die in den heildronk van 1 April 1888 en nog in hel verleenen van zijn ontslag, den 20 Maart van het vorige jaar, weerklonken, behoeven niet ieder jaar te worden her haald. De chroniek van den dag is ver plicht, het feit op te teekenen het oor deel er over staat aan de geschiedenis." Keizer Wilhelm heeft Maandag den dam van het Noord-Oostzee-kanaal door gestoken, zoodal het water het nieuwe kanaalbed kon binnenstrooroen. De plech tigheid werd besloten met een feestmaal te Koenigsforde. Daarna zette de keizer zijn reis met een stoombarkas naar Rendsburg voort. Hel mijnwerkers-congres te Parijs, het welk Zaterdag gesloten werd, heeft op voorstel van den Belg Defnet verklaard, dat eene algemeene wcrksliking der mijnwerkers noodig zou kunnen worden ter verkrijging van een werkdag van acht uren, en dat alvorens lot dien uiter sten maatregel over te gaan de regeerin gen zullen uitgenoodigd worden, zich met elkaar te verstaan omtrent eene internationale overeenkomst voor eene bijzondere wet op alle mijnwerkers van toepassing. Verder verklaarde het congres, dat de bedoelde wet ten doel moet hebben, den werkdag in alle steenkolenmijnen, hetzij deze behooren aan den staat, hetzij aan particulieren, vast te stellen op acht FEUILLETON. Uit vaders jongelingstijd. Na mocht ik niet langer talmen. Ik wenkte den trouwen MOros en den Chenjskervorst, met mij de kamer te verlaten, troonde hen mede naar mijn slaapkamertje en vertelde hnn onder belolte van slilzwjjgenheid mjjn nachtelijk avontuur. De uitdrukking hunner woede onder brak ik met de herinnering aan de geschiedenis van pater Bonaventura en dat er geschreven staatGod wil den dood des zondaars niet, maar dat hjj zich bckcere en leve-, en dien ten gevolge wilde ik handelen en rekende op hun nen bijstand. Natuurlijk beloofden zjj beide mjj dien in de volste mate. Onverwijld begon ik nu, door beiden begeleid, Jan in alle gangen en kamers te zoekenik had dan ook uauweljjks de derde deur geopend of ik vond hem op zjjn bed uitgestrekt liggen. .Jan," sprak ik hem aan, .ik heb eens wat te praten met u in 't bijzijn dezer twee vrien den. Kom dadelijk in het kamertje, waar ik den nacht heb doorgebracht. Hoe minder tijd gij verliest, des te beter voor u." Zonder een antwoord af te wachten begaven wjj ons naar het kamertjeons volgde Jan op den voet, als een beeld van doodsangst en wanhoop. Hjj scheen gedurende den nacht wel 10 jaar verouderd, zgne knieèn knikten, zijne tanden klapperden koortsachtig te samen, eene blauwachtig witte kleur bedekte zjjn gelaat. Hjj kon zich niet slaande houden, maar liet zich op den ecnigen voorhanden zjjnden stoel neervallen. .Gij zjjt ziek Jan," begon ik, nadat ik de deur zorgvuldig gesloten had, ,en ik ken de oorzaak uwer ziekte. Gjj hebt waarschijnlijk voor do eerste maal in uw leven eene zware misdaad begaan, en gewetensangst foltert u. Beken de daad, beken de beweegredenen daartoe! hel loochenen helpt u niets." In plaats van te antwoorden begon hjj zenuw achtig te snikken en viel mjj te voet. Wjj waren door zjjn gedrag lot op hel diepste ge roerd. Zflne handelwijze was de overtuigendste bekentenis. Maar hjj moest de misdaad met Toen hjj eenigermate was bijgekomen, stelde ik hem de nuodige vragen, welke hjj onder het storten van overvloedige tranen naar waarheid Maar genoopt hadden, wilde hjj niet be kennen. Op ons voortdurend aanhouden vertel de bjj echter, dat zjjn vader onlvangersbediende was, dat die door ziekten en huiselijke ongeluk ken herhaaldelijk in geldelijke ongelegenheid gekomen was, en dan de hem toevertronwde kas had aangesproken. Telkens had bjj het te kort wederom welen aan te vullen; dat hel hem echter in den iaalsten tjjd onmogelijk was geworden het te kort aaa te vullen, en in zjjn nood zjjn zoon had aangesproken en bem had gebeden, om op de eene of andere wjjze te trach ten zjjn eer en dia der geheels familie te redden. Toen was den vorigen avond, als hjj den geld- regen over de tafel zag rollen de bekoring bjj hem opgekomen, om zich voor zjin vader op te olferen hij had gevoeld hoe de booze zich meester gemaakt. Gedurende de vertelling van den pater had bjj een zwaren strijd in zjjn binnenste te strjjden, en had er zelfs een oogen- blik aan gedacht, mjj te voet te vallen en zjjn grenzenloos ongeluk mij te bekennen en mjj om hulp te smeeken. Maar dit oogenblik was voorbijgegaan, en met de vroegere wanhoop was ook de bekoring hem te sterk geworden. Nog had bij, toen bjj de eerste maal beproefde de deur te openen, gehoopt die goed gegrendeld te vindenmaar toen ook die geopend was, bad een onzichtbaar geweld hem aangedrongen oin de misdaad te volvoeren. Na kent gjj mjjne schuld en mjjn ongeluk zeide hjj. Gedenk mijnen ouden vader, mjjne schuldelooss oude moeder, denk aan mjjne zusters en broeders die nu aan oneer en schan de zjjn overgeleverd, denk aan de vertelling van pater Bonaventura en oordeel dan over mjj. Möros en do Cheruskervorsl waren even ont roerd als ik. AI» het jongmenscb de waarheid sprak, en daaraan was niet te twjjfelen, dan verdiande hjj bjj alle schuld toch nog het diep ste medelijden. Maar met dat medelijden was hij niet geholpen. Ook kwam bjj mjj, als jurist, de vraag opof een misdaad als de aanwezige, die zoo lichtelijk tot een moord bad kunnen overslaan, ongestraft mocht blijven? Dat was mjj niet recht duidelijk, en om tjjd te winnen, «telde ik hem de vraag: .Waar heb je hel geld gelegd, Jan Het is niet het mjjne en ik moet het voor mjjne vrienden kunnen verant woorden." - Kom met mjj mede, mfjnheer, zeide Jan, lerwjjl hjj van den grond opstond. Hjj ging een smalle gang door, eenige trappen op, ontsloot toen een deurtje in een schoorsteen en haalde achtergelaten, urlje geleden te voorschijn en liet dien in mjjne hand gljjden. Daar kwam rajj eensklaps de gedachte aan den pater in 't hoofd. Daarom zeide ik hem, zoodra wjj weer in het kamertje waren aange land Jan, uwe geschiedenis en het geheele voor val heeft mjj zoo diep ontroerd, dat mijn oordeel mjj zelf niet duidelijk is. Hebt gij ook vertrouwen in iemand in de nabjjheid aan wien wjj de zaak kunnen voorleggen, om ons te kunnen houden aan diens raad en beslissing? Alsof de arme inijno gedachten uit het hart gelezen nad, stamelde hij met een onzekeren blik op Mflros; .pater Bonaventura." Wel I dat vinden wjj goed, zeiden wjj. Ga gjj dan vooruit naar het klooster; wjj volgen u, zoodra wjj ons bjj onze vrienden verontschuldigd hebben. Maar word nu eerst wat bed.ard, opdat uw verstoord uitzicht uw geheim niet verraadt! door ons zal er geen woord van gekikt De arme jongen scheen als herborenhjj snelde ons "vooruit de trappen af en jjlde zoo hard hjj kon naar het klooster. Ons uitblijven had onzen vrienden te lang geduurdzij waren al vast uitgegaan, en hadden aan de waardin de boodschap a waar wjj hen vinden konden. Het kon zoo ongeveer een half ui zijn, sedert wjj Jan naar het francia vooruitgezonden hadden, dat wjj daar ook aan belden. Het poortje werd terstond geopend, en een oogenblik daarna stonden wjj tegenover den pater; van Jan was niets te zien. .Hoe merkwaardig zjjn toch de beschikkingen Gods," zeide de pater na de eerste begroeting. .Moei üdelijk iz uit Jans bekentenis vernomen heb, de handde Voorzienigheid herkennen, die u, vroolijke en opgeruimde toeristen, hierheen geleidde om u als werktuig Harer oneindige barmhartigheid te gebruiken. ,lk moet mjj zelf toch beschouwen als de onvrijwillige aanleiding tot zjjn misdadig voor nemen merkte ik op. .Volstrekt niet" hernam de pater, ,de kiem van het zondig plan, om zich van elk middel te be dienen, teneinde zich enzjjnefhmilie voor schande en verderf te redden, ontwikkelde zich bjj den tot nu toe rechtschapen en achtenawaardigen jongeling vermoedelijk reeds op het oogenblik, toen zjjn vader hem het treurige geheim mede deelde en hem dien weg lol hulp aanwees, waarvoor zjjn hart terugschrikte. De hartstocht verblindde bem, zoodat hjj liever xjjn geweten opofferde, om zjjn vader te redden, dan zjjne liefde en zjjne eer. De brandslor lag bjj bem opgehoopter meeat alleen nog maar een vonk bijgebracht worden, om die in lichte laaie te doen ontbranden. Dan ook kan voor dan armen

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1891 | | pagina 1