Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 7.
Zaterdag 16 Mei 1891.
Vijfde Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnementsprijs per drie n
Franco per post
Afzonderlijke
f 0,40.
f 0,05.
BureauKrommestraat, F 241, Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prijs dar Advertentie»
Van 1 tot 6regels
Voor iederen regel meer
Pinksteren.
die met ons zal zijn en strijden tol a:
het einde der dagen.
Het lijdt wel geen twijfel, afmattend
en zwaar is de gevaarvolle krijg, welken
de kinderen Gods, allen zonder onder
scheid, in het worstelperk van dit leven
moeten voeren. Toch zal het hun, al
hondt de strijd immer aan, niet aan
oogenblikken van verpoozing en ver
kwikking ontbreken. Want die oogen
blikken, zij zijn aan alle ware kampvech
ters bekend, en worden wel het meest
door de volijverigsten gevoeld en geno
ten; die zalige stonden, zij breken tel
kens weer aan met de blijde viering der
onderscheidene feesten vau gansch het
kerkelijk jaar, zy zijn met één woord de
wezenlijke rustpunten in het menschelijk
leven, waarop ieder, die strjjdt onder
de krijgsbanieren van Christus, zich op
nieuw wapent en sterkt voor verderen
strijd. Doch meer dan alle andere chris
telijke feesten strekken hiertoe geheel
bijzonder de drie schoonste dagen des
jaars, de hoogfeesten van Kerstmis,
Pascheu en Pinksteren.
Kerstmis een dag van zaligheid,
waarop wij blijde de komst van onzen
onontbeerlijken Veldheer begroeten, die
zelf .de Weg, de Waarheid en het Le
ven" voor ons een baanbreker wil zijn
en aller aanvoerder bij den strijd van
dit leven. Paschen een dag van blijd
schap en verrukking, waarop wij met
den zegepralenden Vorst, die eene vol
ledige overwinning op de machten van
hel en dood heeft behaald, in den geest
afdalen naar den onderaardschen kerker,
waar Hij de zielen der rechtvaardigen
van het Oude Verbond uit bare gevan
genschap bevrijdt, om haar straks als
Zijn rijksten buit in triomf mee te voe
ren naar het rijk van Zijn hemelschen
Vader. Pinksteren eindelijk een dag
van bemoediging en troost, waarop wij
in stede van den onverwinbaren Held,
die heenging' van onze zijde, in den on-
weerstaanbaren Geest Gods een nieuwen
en even machtigen helper ontvangen,
Ja, het Pinksterfeest is om zijne geheel
eigenaardige beteekenis voorzeker niet
het minst een tijd van herademing en
opbeuring voor de strijders van Christus.
Op dien dag herinneren zij zich de won
dermacht van den H. Geest, die, uit de
hooge hemelen nedergedaald, de weini
ge zwakke en vreesachtige aanhangers
des Gekmisten in onversaagde krijgshel
den heeft herschapen, ten uittocht be
reid om eene gansche wereld voor
Christus te winnen.
Waarlijk, voor zulk een veroverings
plan was meer dan menschelijke kracht
en wijsheid noodig. Een booze geest
toch, de vader der logen, had van den
beginne af, sindr hij door list het eerste
menschenpaar tegen God, hun Heer en
Schepper, had weten in opstand te bren
gen, zijn rjjk in deze wereld gevestigd,
en niet opgehouden zjjne rechten, ver
worven in het aardschc Paradijs, door
bedrog en geweld te doen gelden. Al
leen een hoogere Geest, strijdend voor
recht en waarheid, was hier in staat den
vorst der duisternis te verslaan en zijn
rijk te heroveren. Welnu die geest was
geen andere dan de Geest Gods, door
Christus aangekondigd als de .kracht
uit den hooge"; en het oogenblik Zij
ner gezegende komst brak aan met den
grooten Pinksterdag, waarop eigenlijk
de worsteling tusschen Hem en den
geest dezer wereld aanving.
Gelijk nu bij een eerste treffen der
vijandige legers het stormgeluid en het
wapengekletter niet uitblijft, aldus ge
schiedde ook hier, als de H. Geest on
der stormachtig geloei in hel stralenden
lichtgloed neerdaalde van omhoog, en
hen, die in de opperzaal te Jerusalem
waren vereenigd, uitrustte ten strijde.
Ontzaglijk was alreeds dat eerste ont
moeten, waarbij Petrus aan het hoofd
der strijdbare mannen door de kracht
van den H Geest moedig vooruittrad
om den wereldgeest al aanstonds tot
den terugtocht te dwingen. Nog dien-
zelfden dag verlieten niet minder dan
drie duizend volgelingen 's vijands dienst
om, geheiligd door de wateren des doop
sels, te worden ingelijfd bij het heirle-
ger van Christus.
Maar ook dit eerste optreden was nog
slechts een begin van het groote verove-
ringswerk, dat de H. Geest over de
gansche aarde zou volvoeren. Zijne ge
trouwen gingen welhaast uiteen en
verspreidden zich naar alle zijden, om
den vorst dezer wereld zoo mogelijk uit
zijn laatsten schuilhoek te verdrijven en
alom het Godsrijk te stichten. Ja, zoo
snel was die uitbreiding zelfs gedurende
de eerste Christenlijden, dat de Apostel
Paulus zonder vrees voor rechtmatige
tegenspraak durfde schrijven.reeds aan
de vier hoeken der aarde is het Evangelie
gepredikt", en dat Tertullianus voor de
Romeinsche keizers, die de Christenen
vervolgden, rondweg getuigde.uwe
steden, uwe velden, uwe legers, uwe
paleizen, alles behalve uwe tempels zijn
vervuld met Christenen: onder uwe ho
velingen, onder de leden uwer familie
tellen wij onze aanhangers".
Toch was het niet dan na heftigen
tegenstand, dat de aartsvijand van God
zich aldus gewonnen gaf. Geen krijgs
plan scheen hem zoo schandelijk, geen
middel zoo laag, geen wapen zoo onedel,
of het kon bij hem nog wel dienst doen.
Valsche beloften, hatelijk bedreigen,
blinde vervolgingswoede, ziedaar de
helsche wapenen door hem bij afwisseling
gebruikt, al naar gelang hij daarvan heil
durfde hopen. Maar wat mocht dit baten,
ir de Geest Gods in de wapenrusting
geloof en liefde streed met het zwaard
der waarheid.
FEUILLETON.
De laatste Abbeville? vee
Darieane.
Eplsod» uit de Engelsebe kerkvervolging.
,Gjj vereUet mg niet, MyUdy! Doch moge
uw veder mg vrgheid gevenik wil neer
Londen, om mjjn plicht te verruilen."
Zij glimlachte.
,Og weeten vermoedt het niet, dwaze jonge
ling, want wat zgt gjj andere Naar ik weet bet.
Ik heb hen gezien, jongelingen van uwen ouder
dom en grgsaardi onder den laat der jaren ge
bogen, ik zag hen gaan
.Naar Ticbborne?"
.Ja naar Ticbborne, dat ia uw aller lot, en
wanneer de koningin genadig is, naar den To
wer, naar den schrikwekkend» Tower met ajjn
dikke muren, zjjn duistere cellen. Men treedt
er in, an de dood volgt als verlosser. OI ik
heb hen gezien, jong, schoon, bemind, naast
de koningin op den boogsten trap der eereamb-
len staande; ik zag Philips Howard van Aruo-
del daar binnentredeo, de voormalige gunsteling
der koningin, wien zjj zich reeds tot echtgenoot
had verkoren. Hg ging daarbinnen in volle gezond
heid en kracht. Ik was toen nog een kind, en
speelde zorgeloos in het gouvernementsgebouw
hg boog zich om mjj te kussen, en ik voelde
een traan mjjn voorhoofd bevochtigen. Thans
zjjn zeven jaren voorbjj gegaan, en hjj ligt ster
rakere cel, ver van zjjne treurende
ver van zjjne kinderen. Niemand
zal zjjne oogen sluiten, niemand aan zjjn sterf
bed weenen. Zie, dat is het lot dergenen, die
aan de koningin ongehoorzaam zjjn."
.En God gehoorzamen.
„Neen, niet God. uwe luimen I De koningin
is grootmoedig en goed. Waarom trotseeren zjj
haar Die dwazen I Is de keuze dan zoo
zwaar tusschen eere en schande, tusschen geluk
en ellende?"
.Tusschen een rozenkrans en een doornen
kroon Nochtans in de rozen is doodeljjk ver
git verborgen, en tusschen de doornen glanst
hel reinste goud."
.Waar ia dat goud Ik zie daarvan niets.
IJdele hersenschim!"
Reginald blikte opwaarts ten hemel.
sprak hjj plechtig, .verandert iedere doorn in
een vonkelenden robjjn. Wee mjj, wanneer ik de
voorkeur gaf aan verwelkte rozen!" Gilda zweeg.
Zjj werd onwillekeurig met eerbied vervuld.
Hjj onderbrak bet eerst bet slilzwjjgen, en
de stukken van het gebroken kruis tooneod,
vroeg hg: ,ik vond dit stuk zilver in mjjue
kamerkent gjj hel
Gilda hield de beide stukken hjj elkander.
,.Ona wapen vertoont zich in het middenroept
zjj verwonderd. „Neen ik ken het niet Wat
weet gij daarvan?"
.Dat eene stuk behoort mjj. Eenige nra
haren dood zeide mjjue moeder..Reginald, ga
naar Engeland, en wanneer gjj iemand 1
die dit kruis weder tot een geheel maakt,
Het is juist deze gedachte, welke het
Pinksterfeest voor ons zoo troostrijk
maakt, die by onzen heiligen doop even
eens tot een geestelijken krijgsdienst zijn
geworven, en ons geplaatst zien tegenover
denzelfden vijandigen geest. Want ook
wij zijn te allen tijde van de overwin
ning verzekerd, mits wij willen strijden
in vereeniging met den Goddelijken Geest.
Aldus vermaant reeds de Apostel der
volken: .wij hebben den geest dezer
wereld niet ontvangen, maar den Geest
die uit God is"en hoe die Geest Gods
zich in ons openbaart, dit heeft al weer
dezelfde Apostel ons beduid, waar hy
zegt, .dat God ons niet den geest der
vreeze, maar den geest der sterkte en
der liefde heeft geschonken."
Onbezweken ijver en krachtdadig ver
zet, waar het geldt den wereldgeest te
bestrijden, maar een ijveren gepaard aan
een liefdevol streven om bij dien heiligen
krijg den onderlingen vrede en de echt'
broederlijke liefde te bewaren, dat moet
derhalve hel kenmerkend karakter zijn
van allen, die met Gods Geest bezield
den goeden strijd willen voeren. Is zulks
bij ons het geval, o dan behoeven wij
allerminst ons te verontrusten, wanneer
de wereld zich aan ons vijandig betoont.
Wij zeggen het immers den Apostel na
.ook wij hebben Gods Geest ontvangen"
en voor zooverre ons de volheid Zijner
goddelijke gaven ontbreekt, zullen wij
niet ophouden vooral op dezen dag
hierom den hemel te smeeken. Want ai
wie zich wapent met de kracht en de liefde
van den H. Geest, zal in eeuwigheid aan
de verleiding en het snood geweld der
zondige wereld ontkomen.
V. C. t. A.
BUITENLAND.
De eerste minister van Zweden, Akerh-
jelrn, heeft zich in eene vergadering,
waar het militaire wetsontwerp werd
besproken, aldus uitgelaten: .Als ik
maar de negentig dagen oefeningstijd
krijg voor de dienstplichtigen, dan zul
len wij Zweedsch spreken tot Noor
wegen."
Te Christiania vooral is de veront
waardiging groot. De liberale bladen
verlangden te vergeefs, dat de minis
ter zijne woorden zou herroepen. Er is
sprake van eene ministerieële crisis.
De duitsche Keizer heeft op zijne.
door de Rijn-provincie te Bonn eene
reünie van studenten en oud-studenten
i bijgewoond, waarbij hij zelf het voorzit-
terschap waarnam, versierd met de stu-
g\i hem ondervragen betreffende uwe afkomst.""
„Ik weet bet niet!" riep Gilda, door eene
hevige gemoedsaandoening aangegrepen. „Ik
moed, ik vree» veel. Leef welGjj moogt dit
as niet verlaten. Begeef u naar uwe kamer,
zult daar verkwikking vinden. Als mijn
Ier tot u komt, ik bid u, vertoom hem niet
Abbeville zat in da aloude groote zaal
roorvaderen, waarin de leveosgroote por-
ven alle slemhouders das buizes, vau de
tot zijn eigen persoon toe, van
de wanden blikten. Gilda's moeder, eene vro-
Ijjk lachende verschijning, hing een zjjoe zijde,
aan de andere eene statige vrouw met zachte
en te gelijk zelfbewuste edele trekken.
Zjjn oog doorliep waarschijnlijk voor de hon
derdste keer een veelgelezen brief. „Dat juist
bij moest worden geredmompelde hjj„wan-
neei door mjjne (achuld O God, groote,
rechtvaardige GodT' en eeo sidderen over
viel bem.
Snel bracht hij een flnilje aan de lippen; op
den schellen loon verscheen Archibald.
„Breng hem hierluidde bet kort bevel.
De dienear boog en ging zwijgend heen.
Eenige minuten later trad Reginald binnen.
In edele, waardige houding naderde bjj tot op
eenige schreden van den zetel des Lords en
bleef daar zich een weinig buigend slaan.
„Zgt gij mat bat schip Belette ven Havre
gestoomd, om u naar Londen te begeven? vroeg
de Graaf."
Ja, Mylord."
„Tot welk doel?"
„Om den sluier op te lichten, welke mjjne af-
bedekt."
„Weet gjj oiete van uwe familie?"
„Neen, Mylord."
„Hoe heet uwe moeder dan?"
„Zy liet zich daar Elise Beaulieu noemen,
schoon zg eene Engelsche wae, en wg
steeds van de Engelsche laai bedienden."
.„Sprak zg nooit over baar verleden?"
„Nooitslechts liet zg mg iederen avond v
mgnen vader bidden."
„Wien hebt gü voor uwe reis uit Parijs
sproken?"
„Een Engelsehen Graaf, die mg verzocht, hem
naar zgn hólel te volgenhg stelde mg dezelf
de vragen als uwe hoogheid, verzocht mg, mgner
arm te ontblooten, en hem het medaillon te toonen
waarin de beeldtenis mgner moeder zich bevindt.'
..Toon mg uw arm en dat medaillon!'
Reginald voldeed aan zgn wensch an streek
het kleed van zgn arm, welke gedeeltelgk me
ontelbare bruine vlekken was bezaaid. En hg
trok het medaillon, dat met het kruis aa
koord hing, Ie voorschgn en reikte bet den Lord
Geen zenuw op diens aangezicht vertrok
wierp een vluchtigen blik op het portret der
statige vrouw naast zgn beeltenis en don wedt
op het kleinood.
De jongeling volgde zgn blik en verbleekte.
dentenmuts en verdere attributen van
oen Corpsbursche. Het ging er zeer fideel
toe. De Keizer hield eene toespraak en
ook werden vele toasten geslagen, o.a.
op den jongsten Fuchs (groen) uit het
huis Hohenzollern, dat is op den Kroon
prins, dien de Keizer beloofde in Bonn
te zullen laten studeeren.
Op zijne reis door Japan is in de
nabijheid van Kigoto door een Japanees
een moordaanslag gepleegd op den Rus-
sischen troonopvolger. Den Kroonprins
werd een slag met een zwaard toege
bracht, doch de wonde is niet levens
gevaarlijk.
De Czaar heeft het nieuws te Gatsjina
vernomen. De deelneming is algemeen.
De keizerin is met alle mogelijke voor
zorg op de hoogte gesteld van het ge
beurde, maar toch heeft zij een hevig
zenuwtoeval gekregen, dat werd opge
volgd door een onrustwekkender toe
stand van opgewondenheid. Zij herhaalt
gedurig, dat men haar de waarheid
verbergt, dut haar zoon dood is. Men
zegl dat de prins een wond aan het
hoofd en een andere aan de hand be
komen heeft. Een telegram voegt er bij
dat Nieolaas Alexandrowitch zichzelf
gekwetst heeft door zijn sabel uit de
scheede te trekken.
Do verkiezingen in Spanje hebben voor
de republikeinen niet zooveel succes
gehad als zij zich hadden voorgesteld.
De regeering verheugt zich nog in eene
krachtige conservatieve meerderheid, daar
over het gehecle land 2753 monarchisten
tegen 864 republikeinen gekozen zijn.
Terwijl de werkstakingen in het
bekken van Luik eenigszins verminderen,
breiden zij zich in andere streken van
België uit. Te Brussel hebben Donder
dag 3000 metaalarbeiders het werk ge
staakt. In het Volkshuis hebben zij eene
vergadering gehouden, en daarna bega
ven zij zich naar Molenbeek om bij het
uilgaan der fabrieken de nog ain het
werk zijnde werklieden over te halen,
met hen gemeene zaak te maken.
Vele gebouwen in de stad konden
dien avond Uo-gevolge der werkstaking
geen electrisch licht hebben.
Tusschen Engeland en Portugal was
zooals men weet ter voorloopige grens
regeling in Oost-Afrika een modus-
vivendi gesloten voor den tijd van zes
maanden. Deze zou den 14 Mei afloo-
pen. Do toestand is daardoor voor Por
tugal niet verbeterd. De republikeinen
at waa zy, dat waa myne moeder I" riep hy
,Hadt gü ooit eeuig vermoeden, dat gg beboor-
tot een voornaam gezlacht ondervroeg de
Graaf verder gskoud.
„Ik weel het nauwelgkv, Mylord. 't Ia mg on-
vertchill'g; ik wilde slechte weten, of myn vader
nog leefde, of ik jegens hem als gehoorzame zoen
mgn kinderplicht zou mogen vervullen."
„Welnu, Reginald! uw naam is niet Beanliau.
Gg zgt ecu spruit van een overoud geslacht.
De dwaasheid uwer moeder beroofde u van alle
voorrechten van rang en stand. Doch omnidde-
Igk kunt gg ze terug bekomeogg zult rgk
zgn, in hoog aanxiea, eene plaats innemen tus
schen de Pairs van Engelandover slotkaste®-
en en bezittingen volgens uw wil beerscheu
het staat iu uwe macht. Gg kunt een ouden
vader gelukkiger makeu dan hg zich durfde
vooretellen. Wat wilt gg meer?"
„En wat moet ik daarvoor doen vroeg de
jongeling met bevende stem.
„Uw geloof verlaten, lid worden der Angli-
caansche kerk."
„Nimmergaf hg beslist ten antwoord.
Bedenk u welKies tusschen eeuwige schande
en geluk, lusechen schitterende namen en ver
achting Reginald, volg mg I Laat uwe valsche
beeldendienst varen Dien God, gelijk ik Hem
dien. Toon u wiardig te behooren tot een
roemrgk geslacht, een der eerste van Engeland I"
{Wordt otmlfd).