Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No. 9. Zaterdag 30 Mei 1891. Vijfde Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort. Apeldoorn. Baarn, Barneveld. Blaricum. Bussum, Driebergen, Eemnes, ITarderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren. Lensden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenondaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Abonnementsprijs per drie meenden: Franco per postf 0,40. Afzonderlijke nummersf 0,05. BureauKrommesbaat, F 241, Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Prijs der AdrertentiJai Van 1 tot 6 regelsf 0.30. Voor iednren regel meer- 0.05. i uiterlijk Vrjjdsgsroud ZIJ< die Blrh vóór 1 Jl'1.1 nbouneeren op DE EE.VBODE, ontvangen de tot dien datunt verwhlj- nende numuiera CJKATIN. Een keizerlijk bezoek. In het laatst der volgende maand of den eersten Juli zal de machtige Monarch van het Duitsche Rijk, keizer Wilhelm II, onze beminde jeugdige Koningin en Hare niet minder geliefde Moeder, de Koningin- Regentes, in de hoofdstad des Rijks komen begroeten. Wel is het niet te verwonderen, dat Keizer Wilhelm een brandend verlangen koestert naar eene bijzondere kennis making met het Nederlandsche volk. Het blijkt immers al meer en meer dat er onder de zonen des Vaderlands man nen worden gevonden, die om hun held haftig streven, of om andere eigen schappen, de bijzondere aandacht des Keizers niet konden ontgaan. Aan Keizer Wilhelm kan immers bij diens bezoek aan Amsterdam op de eerste plaats aldaar ter bewondering worden voorgesteld een Bismarck in miniatuur, die in het gewone leven met den naain van Dr. A. Kuijper wordt aangeduid. Vervolgens een Regec- ring, die gewillig voor dien kleinen des poot den rug kromt, en zijn grillig.- luimen, ten koste der bevolking, nauw gezet volbrengt. Daarbij een zekere par tij, die wel eenigszins grommend som tijds zich teweerstellend. zooais de Voorzitter dier partij in de Tweede Ka mer nog vóór enkele dagen geleden in de Standaard deed maar toch be angst de bevelen van Dr. Kuijper op volgt, daar anders de tuchtroede van dien kleinen dwingeland ongenadig op de ruggen der weerbarstigen neerstrieml. Deze fraaie groep zal de machtige Keizer van het naburige Duilschland in ons kleine Nederland kunnen bewonde ren. Of de indruk gunstig wezen zal? In ons Nederland zul hjj, die als Kei zer in moeielijke vraagstukken den bij stand en steun van den Plaatsbekleeder van Christus op aarde, den grooten Paus Leo XIII inroept, van de lippen van den bovengeuoemdcn verwaanden kleinen despoot kunnen vernemen, dat zijn partij niet met de Katholieken ais één man kan optrekken. .Dat dit niet kan," aldus de Bismarck in miniatuur, .ligt aan onze glorieuze historiedat dit niet kan, ligt aan het bloed der martelaren, dat gevloeid iieoft; dat dit nu niet kan en nooit znl kunnen, ligt aan den schrnndcrcn grijsaard te Rome, die de pretentie maukt, gevol machtigd stedehouder van Christus op aarde te zijn." Als Keizer Wilhelm hier een verge lijking maakt tussehen zijn echten, door hein aan den dijk gezetten Bismarck cn dezen Bismurck ii miniatuur, dan zal ze ongetwijfeld nog in hel voordeel van den eerstgenoemde uitvallen. Naar men zegt, zal echter niet enkel hel keizerlijk bezoek aan de hoofdstad des Rijks aan persoonlijke kennismaking, maar vooral aan ernstiger beweegrede nen te danken zijn. De Keizer is, zoo als algemeen wordt erkend, een man des vredes. Nog onlangs heeft hij te Dusseldorf eene redevoering gehouden, welke van groole politieke beteekenis wordt geacht, en waarin hij met nadruk en beslistheid verkliarde, met kracht te streven naar het behoud van den Euro- peeschen vrede. De handelingen des Keizers zijn hiermede in volkomen over eenstemming. De bezoeken door hem aan de verschillende hoven gebracht, hadden, naar beweerd wordt, geen an der doel dan het bevorderen van den vrede. Hij schroomde zelfs niet om daar voor een bezoek te gaan brengen aan het hof van den Sultan van Turkije. Het vertrouwen in het behoud des vredes is dan ook onder de Regeerin gen der verschillende Staten zeer ver sterkt geworden, zoo zelfs, dat de Engel- sche Premier dezer dagen verkondigde, dat de toestand van Europa zoo vre delievend mogelijk is, daar alle Mogend heden zich beijveren om den vrede te handhaven. De pogingun van Keizer Wilhelm om den vrede te bevorderen, zjjn dus wel met een gunstigen uitslag bekroond geworden. Alleen ten opzichte van Nedcilnnd moet bjj Keizer Wilhelm in den lautslen tjjd ernstige bezorgdheid zijn ontstaan. Het krygsruinoer, in ons Vaderland door de militairisten verwekt, moet in Duilsch land een geweldigen indruk hebben ge maakt. En dat kon niet uitblijven. Duitself land wordt immers voortdurend als du vijand van Nederland aangewezen, en de krijgsplannen legen onze naburen ge vormd, worden als van de daken ver kondigd. Men stelt zich niets minder voor, dan eoneventueelen oorlogtc beletten tus sehen Duilschland en Frankrijk, waarbij dan, naar bewering onzer militairisten, ons grondgebied in Limburg zul geschon den worden. Nog sterker: Duilschland zal bij verwikkelingen met Nederland niet enkel troel' krijgen op Neérlandsch grondgebied, maar zoo noodig op zyn eigen erf worden terecht ge/el. En dal alles wordt met een ernst voorbereid, wai rdoor liet Duitsche volk niet meer zijn angstige blikken naar Frankrijk, maar thans naar Nederland richten ging. Vandaar dal Keizer Wilhelm besloten heeft, zich persoonlijk te gaun overtuigen van de gevoelens, die in Nederland ten opzichte van zjjn Rijk iieerschcnde zijn. Nu valt er wol niet aan te twijfelen of de kern van Ncérland's burgerij zul den Keizer inel den vcrschuldigden eer bied en op luisterrijke wijze ontvangen maar van militair vertoon van eenige beteekenis zal wel geen sprake zjjn. Bjj de ontvangst aan verschillende hoven, door Keizer Wilhelm bezocht, werden te zijner eere schitterende wapenschou wingen of groole krijgsoefeningen ge houden, maar zulk een praalvertoon zal hij de ontvangst des Keizers in ons Vaderland wel achterwege blijven. De militaire krachten, welko onze natie ont wikkelen kan, zullen maar niet zoo voor ueu ieder ter bezichtiging worden gestold. Toch zul Duitschland's Keizer in de gelegenheid komen zich met de voor treffelijkste militairisten van Nederland to kunnen amuseeren. Met een Minister vun Oorlog, die, als zyn logerwet maar wordt aangenomen, voor geheel Duitsch- land geen haarbreed wijken zal. lil diens gevolg zullen natuurlijk de militaire spe cialiteiten vun den eersten rang worden opgemerkt, wion dc strijdlust uit de oogen blinkt, en die geen grootcr glorie schij nen te kennen, dan ons Vaderland eer vol in den afgrond te sturen. Wjj gelooven gaarne, dat Keizer Wil helm zich niet zonder reden heeft bezorgd gemaakt. Waar toch liet gezond verstand bij eene naburige regeering op den loop schjjnl te giiuii, wordt de toesliuid hachelijk en dienen er krachtige mid delen to worden aangewend. Keizer Wilhelm zal die ongelwijfcld beproe ven, en w unieer hij er in slagen mocht onze militairisten vun hun waanzin te genezen, en te goljjk onzen Bismarck in niiniuluur als een geschenk te aanvuur den om hem bjj zyn ecliten Bismurck te plaatsen, dan zou liet bezoek, door den Duitschen Keizer onsgobruc een weldnud mogen genoemd worden voor ons dierbaar Vaderland. BUITENLAND. Den 'J. Juni zul in de rijkskanselarij Ie Berlijn een conferentie vun handwerks lieden geopend worden. Dc leden daar- vun zullen door den rijkskanselier ont vangen worden. Het doel van die con ferentie schijnt te zijri te onderzoeken, in hoever enkele bepalingen van hut oude gildewezen op de moderne maatschappij toepasselijk kunnen gemuakt worden. Op de agenda komen 10 onderwerpen voor. De nieuwe wet op de bescherming der werklieden bcvut o. a. de volgende bepalingen. De Zondagsrust ia verplicht. De rustdag is minstens van 24 uren op zon-en feestdagen. Wanneer twee feestdagen op elkander volgen, duurt hjj 36 uren. Op Kerstdag, Paschen en Pink steren duurt h(j 48 uren. Hy vangt uan lo middernacht en eindigt te midder nacht; wanneer twee feestdagen op el kander volgen, duurt hy tot zes uren 's avonds van den tweeden dag. Voor de handelswcrklieden en bedienden mag liet Zondagswcrk de 5 uren niet over treffen. Op Kerstdag, Paschen en Pink steren is het totaal verboden. Volgons do Weener binden worden de Duitschers op de tentoonstelling te Praag verre van vriendelijk ontvangen. Een Berlyner went daar door omlge Czeehlscho studenten lustig gevallen om dat iiy Duitsch sprak. Op zijn antwoord, dat hjj uit Berlijn kwam en geen Cze- chisch verstond, luidde de repliek,Wy hebben geeno Berlyners op onze ten toonstelling noodig." Toen dc mun daar op vroeg: .Waarom is de tentoonstel ling dan in de Duitsche tuul in idle Duitsche steden door aanplakbiljetten bekend gemnukt?" kreeg hy geen ant woord, muur een vuistslag, die hem kwet ste aan oen oog, en alleen de spoedige tusschenkomst der politie behoedde hem voor verdere mishandelingen, De Franschen daarentegen werden met luide toejuichingen begroet. De president der fransche Republiek, Cnrnot, heeft g(jno reis door hel Zuiden des Lands volbracht. Hy heeft in acht dagen lyds vijftien departementen bezocht en is overal met geestdrift ontvangen. Verscheidene bisschoppen hidden toe spraken en vooral de bisschop van Bayon- ne was byzonder hartelijk en wordt door ile rogeeringspers geprezen. Kardi naal Desprez vun Toulouse herinnerde aan het woord van oen wysgecr der oudheid, die zeide: De beste topubliek is die, waar de burgers zich van allen i twist en van allen oproer onthouden, en met elkander in deugdzaamheid wedjjve- ren." Dien vorm van wedyver wenschte nu de kardinaal ook in Frankrjjk verspreid te zienmaar volgens de grond regels der ware zedelijkheid en dus over eenkomstig liet Evangelie. Daarom hoop te hij, dat dc President al diens invloed zou aanwenden, opdat het katholiek apostolaat nergens belemmerd worde. Ook de minister Constans werd le vendig toegejuicht. De belgische werklieden hebben over het algemeen liet werk hemt. Daartoe heeft veel bijgedragen het besluit der contralcsectie, welke met ulgemeone stem men in beginsel de grondwetsherziening heeft aangenomen. FEUILLETON. De laatste Abbeville; van Darieane. Epiiode uit de Engeluhe kerkvervolging. .Zij is op den dag mijner eerste H. Mis ge- ,0 hoe dank ik God! Lofzingend prijs ik Zo nen naam. Zalig oogenblik, waarop ik u ont voerde! Zalig de lange jaren, die ik in deze ho len heb doorgebracht! Neen, ik ben niet waan zinnig; ik beb u aan bare zijde gebracht; ik heb u beiden laten outvluchten, toen uw vader baar leren bedreigde, en daarvoor ben ik met langdurige gevangenis in dezen kerker gestraft." .Hoe, Jane? Moest gö daarom in deze don kere crjrpla leven? Acb, Jene, dat wist ik nieL" .Uw vader vergeeft niet licht. Neen, bg bad mjj ter dood veroordeeld, en slechts aan mjjn broeder Archibald heb ik het leven te danken. Het leven Ja, thans is het mjj zoet, onbegrij pelijk zoet, na ik weel, dat mpne Etliel in vrede gestorven is, en dat gij mjjn naam niet vloekt." .Neen, Jane, ik dank, ik zegen ul Wat baten mjj alle schatten en eerelitels mijner voorvade ren tegenover dc onwaardeerbare genade, welke mjjn deel werd? O, koode iku naar rerdiens! .Datkunt gjj! Ziet gjj deze tafel? Het is d plaats des altaarsdoch sinds de ontwijding dt kapel ligt he< heiligdom verlaten. Ik wist, dal oogt gjj h eenmaal de dag zoude aanbreken, waarop het offer des nieuwen Verbonds hier zou worden Lord Reginald I Gjj, het roemrjjk geslacht, draag bier in dit onder- aardsche heiligdom bjj de graven uwer voor- ,Het zal geschieden, Jane, ik zweer hel u I Intusscben geduld, ik moet voorzichtig zijn." .Zjjt gjj hier als zoon of als vreemdeling?" .Ik moet kiezen." ,0Voor u zal de keus niet moeilijk zjjn. Priester Gods, ga van bier I hoor, wat de mor genwind spreekt! De zon verrijst aan de kim. het gevaar naakt. Mjjn kind, mjjn vader in God, leef gelukkig, gedenk uwe belofte. En zjj scheidden. Vooizichtig klopte Gilda aan Reginald's kamer deur, en op zjjn toestemmend antwoord trad zjj binnen. .Broeder!" riep zjj uil. .Mjjne zuster, mijne dierbare zuster!" en ecnigen tjjd hielden de kinderen von Lord Abbe ville zich innig omklemd I" „O Reginald I" - hare slem verstikte schier in tranen „waarom hebt gjj u voor uw ganscbe leven gebonden Wjj zonden zoo ge lukkig kunnen zjjnwjj zouden vaders lastsle levensdagen hebben verzoet; wjj zouden in vrede en eendracht op dit slot zjjn gebleven. Broeder, waarom bemint gjj, wat wjj moeten haten „Ach Gilda! geloof mjj, het spijt me niet, dat ik mjjn vader niet mag gehoorzamen I Ik hegrjjp zjjn smart, zjjn gewaande hoop cn zijn vadertrots; maar ik mag, ik kan niet. Ik ben katholiek en priester tevens." „Hoe wreedaardig was ook uwe moederf Nadat zjj u geheel had ontrukt aan de macht des vaders, was dit nog niet genoog; z(j moest vervreemden! Dat was wreed cn misdadig!" „Gilda, oordeel nlel over hare handelwijze! Arme moeder, gjj hebt genoeg geleden! Jaren long bracht zjj in dienstbaarheid door; nadat haar toestand zich eenigermate had verbeterd, kluisterde eene ziekte haar voor jaren aan de lijdenssponde, en loen ik haar bad, mü geheel aan God Ie mogen toewijden, had zjj nog den moed mjj voor te houden, wat ik vaarwel „Maar zij noemde uwen naam niet!" sprak Gilda trotsch. „Arme Reginald, hoezeer beklaag ik n! Gjj zjjleen zwerveling; uwe moeder heelt ons allen ongelukkig gemaakt. Nooit heelt vader haar kunnen vargelen. Hjj beminde baar harts tochtelijk, en daarom kon hjj mjjne moeder niet gelukkig maken. - Wjj zijn alleen, Reginald! Het slot is ter onzer beschikking, en niemand bui len my weet wie gü ij|l." „En waar is vader en hoe bevindt hü zich?" „De slag is zwaar gewcesl. doch het ging bera dezen morgen beter. Hy is voor eenige dagen op reis; ik moet u gezelschap houden ott u lot bezinning brengen." .Geliefde Gilda, vergal ons kort sanientyn niet door vruchlelooze bezoeken. Wees mjjne zuster, niets meer; geen zcdemeesleres, geen tusschenpersoon. Reeds spoedig zal het uur van scheiden slaan." „Broeder, waarom moet ons kort samen- zyn worden verbitterd? Waarom wilt gy geen priester zyn der Engelsche kerk? (jy kunt bisschop of aart- bisschop worden. Denk eens ernstig daarover nu, Heginald, wy dienen im mers eenzelfden God." „Ja, wy dienen Hem in kerkers sn boeien, en gy dient Hem in luister en eere." Nog lang spraken broeder en zuster over datgene, wal beiden zoozeer bezig hield. Doch allengskens zweeg Gilda, en Reginald sprak alleen voort met een vertrouwen en eene innig heid, die baar de oogen deed nederslaan en zy onwillekeurig de handen vouwde. „O Reginald! wanneer alles waar is, wat gy zegt, boe schoon is dan uw godsdienst en hoe onrechtvaardig handelt onze koningin, met u te vervolgenl Maar waarom hebt gü u door een eed gebonden, uw gunsche laven door eenzaam le biyven, zonder liefde, zonder steun?" .Juist omdul door dien eed iny eene liefde en een steun werd geschonken, waarvan gü geen denkbeold kunt vormen. Doch Gilda, gy ver slaat my nog niet; eenmaal zal echter de dag komen, waarop gü up uwe knieto vallen en waarvan gy nauw het morgenrood aanschouwt. Ja, die dag zal eena komen." ging h(| met klim mende ontroering voort. ,de dag, waarop gy zult inzien, dat ik het beste deel verkoren beb, en duizenden en nogmaals duizenden zullen het tegeiyk mot u erkennen, de dag, waarop hst kruis weer openlijk in myn vaderland zich ver- helt, waarop gy aanbidden zult, wat ik aan bid, - en zoo er le voren bloed mocht worden geCischt, offers gebracht, - Heer, ik ben be reid, ik, uw nnwuurdige dienaar! Doch moge uwe belofte zich vervullen!" .0 zwyg Iteginald! Biyi, wal gy zytl Zwerf, zooveel gü wilt! - Maar ach! ik bid u, laat u ontslaan van dien verschrikkeiyken eedl Gy wist ■liet, welk een ofter gü bracht. Bedenk, dat gy de lautste z(jt der Ahbnvillers, en in u zal ona geslacht uitsterven!" .Hol zal in don hemel voortloven, Gilda!" .0, de heinel is zoo hoog, zoo ver! dsnken wy daarann nog niet. wy zyn oog zoo jong," en zy snelde uil hot terras heen naar do balus trade. Een oogenblik zag zy da golven lot hare voe ten opbruisen en de meeuwen, over haar plotae- ling verschynen verschrikt, kryachsnd wegvlie gen. Zy nam loen hara harp in de hand en vermengde de zoele lonen van haar speeltuig met het eeuwige loflied des ocesans, als wilds zy de duisters geesten verschrikken tn haar armen brooder lot d« wellust van het vrooiyk verhiyf verlokken. Wellicht zweefde de eerste adem der oneindigheid rondom hare Jeugdige schaduwlooss ziel. (Wordt esrvolfil.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1891 | | pagina 1